KERKNIEUWS.
Ingezonden Stukken.
GEMENCs© mEüVtS.
Patroonsvereeniging Boaz ia de volgende
motie aangenomen
„Erkennende de moeieljjke positie waarin
onze mannen, die een verantwoordelijke
positie innemen, ten aanzien van het vraag
stuk der Zondagsrustjmenigmaal verkeeren,
is het hoofdbestuur eenparig van meening,
dat een opvatting als die van Minister
Talma moet leiden tot concequenties, welke
de Christelijke overheid niet kan aanvaar
den".
De oudste Pastoor.
Hoches bij Douai heeft een pastoor van
105 jaren, de Z Eerw. heer Charles Cadenne.
Een journalist heeft den ouden heer geïn-
tervieuwd. Hg zat aan het venster en bad
den rozenkrans. De journalist heeft een
heel prettig gesprek met hem gevoerd en
vertelt o a. het volgende:
Mjjnheer Pastoor, zoo vroeg ik, wat dunkt
u van het leven? Dat heeft zoo lang geduurd
voor u en drukt het u thans. Zoovelen
worden tegenwoordig door het leven ge
drukt. Zjj zien tegen een volgenden dag,
een komend jaar op, als tegen een berg.
De kwaal is zoo erg, dat een mijner collega's
zelfs een boek heeft geschreven over „De
vrees om te leven". Wat dunkt u van dit
alies?
Och, zei Z. Z.Eerw., ik ken die vrees
heelemaal niet. Ik ben nu 105 jaar en
tevreden met het leven. Ik dank O. L.
Heer voor eiken dag, dat Hij me nog het
leven laat. En weet ge, wat mij zoo opti
mistisch maakt? Dat doet het Geloof, beste
vriend. Dat geeft obs vertrouwen in Gods
Voorzienigheid Zonder Hem valt er geen
mensch van het dak. Het Christendom doet
ons moedig den levenstrijd in de oogen
zien het komende jaar den dood.
En de goede pastoor kwam toen aan
het volgende verhaal van zjjn leven
Toen ik 18 jaar was, zeiden de dokters:
die zal 't niet lang maken, de borstlijder.
Op het Seminarie ben ik eens zoover ge
weest, dat men mij voor dood hield en
„De Profundis" al voor me begon te bidden.
In 1880, ik was toen 76 was het
weer zoo. Nu gaat ge toch stellig dood,
zei de dokter. Goed, antwoordde ik en liet
mjjn grafsteen maken. De steenhouwer
beitelde erop: overleden in 188... Ik ben
de 8 echter overgekomen en de steenhouwer
maakte er toen een 9 van 189 Later
190... En nu moet hjj al 191... beitelen-
Schuddend van 't lachen scheidde de jour
nalist.
Ik ga, eindigde de pastoor, met 'n bljj
gezicht 1911 tegemoet. („Geld.")
Een Sensatie-stuk.
In de Christ. Hist. „Nederlander" ver
scheen onder het sensatie,wekkend op
schrift: „Getuigenis van 33 Roomsche
priesters" in de week vóór Kerstmis het
volgende entrefilet:
Lenigen tijd geleden traden in Ka-
nadc 33 priesters uit do Roomsche
kerk. lil oen schrijven gaven zij als
roden daarvoor pp, dat zij door de
studie van het Oude on Nieuwe Tes
tament tot de overtuiging waren go-
komen, dat de leer dor Roomsche
kerk in vele punten met de II. Schrift
niet. overeenstemt b.v. in de vol
gende
1. De kerk leert, dat de inhoud
dor 11. Schrift donker is. De Psalm
zanger echter zegt: „Uw Woord is
eene lamp voor mijnen voet en een
licht voor mijn pad.". (Ps. 199:105.)
2. l)e kerk leert, dat liet volk
de H. Schrift niet mag lezen. Jezus
echter zegt: „Onderzoekt do Schrif
ten." (Joh. 5:39).
3. Sedert 1854 leert do kerk, dat
maagd Maria zondeloos is. Gods
Woord echter zégt: „Daar is nie
mand, die góed doet, ook niet één.
(Ps. 14:3).
4. De kerk leert, dat de maagd
Maria de (lour ten hemel is en het
heil voor de levenden en de doöden.
Jezus echter zegt: „Ik ben de deur:
indien iemand door mij ingaat, die
zal behouden worden." (Joli. 10:9),
en de apostel Petras zegt: „De za
ligheid is jn geenen anderen; want
er is ook onder den hemel geen
andere naam, die onder de menschien
gegeven is, door wolken wij moeten
zalig worden (dan de naam van Je
zus Christus)." (Handel. 4:12).
5. De kerk leert, dat er een vage
vuur is, waar de zielen voor hunne
zorulen moeten boeten, voordat zij
in den heuvel ingaan. De II. Schrift
zegt echter: „Het bloed van Jezus
Christus reinigt ons van alio zonde."
(1 Joh: 1:7).
Wij denken er niet aan, erg diep pp
deze fameuse objecties togen het
Rnomsch-Katholiek geloof in te gaan.
Allereerst niet, omdat we van de „33
priesters in Canada" er nog geen één
gelooven. Het. is toch wel vreemd, dat
van dit sensatiewekkende geval in de
groote wereldpers absoluut geen melding
werd gemaakt. Wij lezen pp ons bureau
nog ai een enkele buiten buulsehc krant,
maar we durven verzekeren, 'in geen der
groote logo-bladen iets dergelijks te heb
ben gevonden.
Het zou ons daarom wel wat waard
zijn, indien de „Nederlander" ons wist
te zeggen, uit \Velke bron zij putto; te
meer nu ze spreekt van „eenigon tijd;
geleden" en pver „Kanada", dat immers
zoo reusachtig groot is. Minder vaagheid
zou in zulke ernstige aangelegenheden
zeker gewenscht zijn.
Maar ten andere achten we de mo
tieven der „33 priesters" van zoo weinig
gewicht, dat ook daarom het geheele ver
haal ons ongelooflijk voorkomt.
Wij kunnen ons onmogelijk voorstel
len, dat menschep, die dan toch in de
katholieke dogmatiek wel geen vreemden
zullen zijn, op dergelijke gronden van le
vensovertuiging veranderen zouden
Want al de tegenwerpingen hier ge
maakt, zijn slechts een in den blinde weg
schermen met bijbelteksten.
'Wie op die dianier iets bewijzen wil,
kan haast voor elke stolling oen tekst
in de H. Schriftuur vinden. Niet ten on
rechte zegt het oude spreekwoord „elke
ketter heeft zijn letter". Een paar op
merkingen daarom
I. Als de bedoeling van den psalmist
werkelijk is, te kennen te geven, dat de
II. Schrift op sommige plaatsen niet duis
ter is, dan begrijpen wij toch waarlijk
niet hoe het komt dat er zooveel ver
schil van opvatting bestaat omtrent de
uitlegging van sommige bijbelteksten. Dat
meeningsvorschil is oen feit, ten 't is een
hopeloos werk zulk een feit met een tekst
te willen wegredeneeren. Trouwens in de
woorden van den psalmist staat absoluut
niet te lezen, dat de Bijbel in alle Woe
len even duidelijk is; het lijkt er eenvou
dig niet op.
Maar wat ten slotte de geheele op
werping vallen doet, is dit, dal tegen
over den voor de daaruit getrokken con
clusie volstrekt nietszeggenden tekst een
ander Schriftuurwoord staaf van den
Apostel Petrus (II. 3. G) die over de
brieven van St. Paulus (toch zeker ook
wel tot den Bijbel hehoorcnd?) zegt:
„Daarin staan sommige moeilijk te begrij
pen dingen, welke door ongeletterden en
weifelaars worden misbruikt, gelijk ook
de andere Schriftuur, lol hun eigen ver
derf."
Het schijnt, (lal de „33 priesters" uil
Canada nooit den tweeden brief van St.
Petrus lazen en met de brieven van St.
Paulus absoluut onbekend zijn.
II. De Kerk leert niet, dat. tiet volk
de 11. Schrift niet niag lezen. Do „33
priesters" waren dus van de eigen kerk
leer niet op de hoogte.
III. Van de eerste eeuwen al' heelt
do Roomsche Kerk de zondeloosheid der
Allerheiligste IMaagd geleerd (de „33 pries
ters" lezen er de II. Vaders maar teens
op na.) Wel is eerst in de vorige eeuw
de Onbevlekte Ontvangenis van Maria
plechtig tot leerstuk verklaard, maar dit
vond alleen zijn oorzaak hierin, dat som
mige katholieken van -de eeuwenoude, ge
loofsleer afweken en daardoor een on
feilbare uitspraak van het kerkelijk leer
gezag noodzakelijk werd gemaakt.
Tegenover hei. Schriftuurwoord, dat
hier als bewijs moet dienen stellen wij
het andere (Lucas I. 29): „En binnen
tredende zeide de Engel lol Haar: „Wees
gegroet, gij zijt vol van genade, de Hoor
is met li, gezegend zijl gij onder do vrou
wen."
IV. Alweer is do leer der Kerk ver
keerd voorgesteld. Als de katholiek Ma
ria de „deur des hemels" noemt is zij
dat ten slotte door de verdiensten van
Christus. De teksten zoggen dus precies
wat, ook de Roomsche Kerk leert.
V. Nog eens de kerkleer verdraaid
voorgesteld. Het. begint nu toch werke
lijk den schijn te krijgen, dat die „33
priesters niets anders zijn dan gewone
protestanten, die, wat gewoonlijk het ge
val is, absoluut van do katholieke leer,
niets afweten.
Met dezen tekst; kan men op gelijke
gronden bewijzen, dat alle monschen zul
len zalig worden. (Arme praedostina-
lie!)
liet ontbreekt trouwens in de 11. Schrif
tuur niet aan teksten, die het bestaan
van oen vagevuur duidelijk kennen doen.
Maar we gaan op dit alles niet ver
der in. De lezer heeft reeds ingezien,,
dat dit onwaardig goochelen met Schrif
tuurwoorden tot niets leiden kan.
Wanneer de „33 priesters" geen ern
stiger bezwaren hebben, zijn zij niet
waard, dat wc langer hou te woord staan.
„Maasbode."
Maandagmorgen had te Roosendaal do
plechtige begrafenis plaats van den Iloog-
eorw. heer Mgr. Michielsen, oud-regent
van het. Seminarie Ypelaar. De Hoogeer
waarde heer de Wit, deken van Steen
bergen, celebreerde de H. Mis, daarin
bijgestaan door den Zeereerwaajrd.cn heer
Stoffels en den Weleerwaarden heer Ver
hoeven, als diaken en sub-diaken, terwijl
de Zeereerwaarde hoeren Blijenberg en
van Meel als cantores fungeerden.
Het zangkoor, gevormd uit studenten
van 't groot 011 klein Seminarie, voerde
de Gregoriaa.nsche Mis van Requiem uit.
De absolutie wend verricht door den
Hoogeerw. heer Mgr. Hopman, vicaris van
het bisdom. Een breede stoet van ge-
noodigden volgde de lijkbaar, waaronder
wij, naast de familie van den overle
dene, opmerktenkanunniken van het Ka
thedraal Kapittel, president, regent, pro
fessoren en studenten van de beide semi
naries, seculiere en reguliere geestelijken
van Roosendaal, alsmede een paar be
dienden van den Ypelaar. R. I. P.
(Z. Koer.)
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnbeer de Redacteur
Verzoeke voor onderstaande eenige plaats
ruimte in uw veelgelezen blad.
De uitslag der verkiezing voor een lid
der Provinciale Staten op 4 Januari j 1.
heeft mij tot groote tevredenheid gestemd.
En juist te meer dóarom, omdat ik in
uw geacht blad van 2 Juli 1910, een
zoodanigen uitslag reeds had voorspeld.
Immers, waar ik 2 Juli schreef„Deze
lage politiek moet elk weldenkend mensch
verafschuwen en het bewustzijn zal ont
waken, dat de zoo hecht schijnende Coalitie
met rassche schreden haar zwakte nadert,"
nu, vlugger kan het wel niet.
En waar uwe redactie schreef, „er zjjn
al zóóveel profeten opgestaan, hebben wij
dus om de profetie van den heer Thiery
hartelijk gelachen", zal u thans tot de
ervaring moeten komen, dat mjjn profetie
een onherroepelijke werkeljjkheid is ge
worden.
Wanneer wij een oogenblik stilstaan en
nagaan de cijfers van 28 Juli en 4 Januari,
dan zien wjj dat de vrijzinnige partij met
300 stemmen is vooruit gegaan.
ThaDS wordt de Christeljjke Coalitie
door de kiezers niet meer oppervlakkig
bekeken, maar hun oog dringt door tot de
kern, en hebben zjj ontwaard den grooten
afstand tusschen de Christeljjke partijen.
Zoo zal het ook wel blijven.
M. de R., onder beleefde dankzegging
voor de opname dezer regelen, verbljjve
hoogachtend Uw dw. dienaar
P. J. Thiery.
Goes, 7 Januari 1911.
De inzender van bovenstaand stuk houde
ons ten goede, dat wjj zjjne conclusie
„dat de zoo hecht schjjnende coalitie met
rassche schreden haar zwakte nadert", niet
kunnen accepteeren, om de eenvoudige
redenen, dat die conclusie niet deugt.
De coalitie is door deze verkiezing
volstrekt niet verzwakt, zij is zelfs niet
getroffen.
Meu behoeft nog niet eens de scherp
zinnigheid van den geachten inzender te
hebben om te weten, dat de z.g. onzjjdige
middenstof onder de kiezers ditmaal naar
den heer W. Kakebeeke is overgeheld,
omwille van den naam Kakebeeke
Had de heer W. Kakebeeke W. Citroen
ol W. Jansen geheeteu, hij ware, zooals
de volksmond het uitdrukt, „gezakt als
een baksteen".
Zoolang een aantal halfslachtigen een
naam zullen stellen boven het beginsel,
zoolang zullen wjj blootstaan aan resultaten
als van j.l. Woensdag.
De heer Thiery zal het ons dus wel
niet euvel duiden, dat wjj hem voorloopig
nog rangschikken onder „de profeten, die
brood eten".
Dat de uitslag der verkiezing hem tot
groote tevredenheid stemt, is best mogeljjk
Ook het kind, dat met lucifers speelt, is
tevreden, niet wetende aan welk gevaar
het zich bloot stelt
Indien de geachte inzender ook maar
eenigzins op de Loogte was vanhetwezeu
en de strekking van het Liberalisme
door de Katholieke kerk in den persoon
van hare eerbiedwaardigste en kundigste
leden meermalen ais verderfelijk gebrand
merkt hij zou zich haasten te herroepen
al wat hij in den roes zijner politieke
bljjdschap sprak en schreef'. Nu dit uiet
zoo is, nemen wij zjjn uitingen minder
kwalijk maar meenden toch goed te doen
zijn ingezonden mededeelingen te publi-
ceeren als een eigenaardig staaltje van
begripsverwarring bjj lieden, die in de
politiek hartstocht in stede van ver
stand laten spreken. De Redactie
der Nieuwe Zeeuwsche Courant.
Overreden. Door de stoomtram
ZutphenEmmerik is te 's Heerenberg
overreden de 15 jarige arbeider Rulof, die
op de in gang zijnde tram wilde springen.
Een arm en een been werden hem afge
reden, het andere been werd versplinterd.
Zijn toestand is ernstig.
Schandeljjk huisgehouden.
Zondagmiddag is er ten huize van den
landbouwer Klaas Mannes, teOmmerschans,
door een drietal onverlaten schandeljjk
huisgehouden. Alleen de meid en de
kinderen, benevens een oude vader waren
thuis; de jonge baas was met ziju vrouw
naar de kerk. Bijna al de ruiten der
woning, niet minder dan 40-tal glazen en
dakpannen, ja geheele ramen werden
vernield.
Een melkbus zelfs werd dosr de ramen
in do kamer gegooid. Ook de ruitjes en
de ijzeren ramen in de veestalling werden
niet gespaard.
De politie aldaar was nog denzelfden
dag ter plaatse en stelde een streng onder
zoek in. Het gelukte haar de daders, allen
wonende in die buurtschap, op te spore
Het zijn J. K., W. W. en zekere M.
Diefstal van goud. Zaterdagavond
werd te Voorschoten eeu jonge Duitecher
gearresteerd, sinds drie maanden werkzaam
bij de firma Van Kempen als diamantzetter.
Zondag is hij naar het huis van bewaring
te 'sGiarenhage overgebracht.
De Duitsche justitie waai schuwde de
Hollandsche, omdat zijn zuster aldaar fijn
goud ten verkoop aanbood door hem haar
gezonden. De balans der afdeeling goud
werken:'moetniet; kloppen, er wordt nu
onderzocht of dat met het geval in verband
staat. De man die gehuwd is en hoogst
fatsoenlijk lijkt was vroeger werkbaas in
zijn vaderland, waar hij failliet ging.
InbrakeD. Id den afgeloopen nacht
is te Leiden ingebroken in de kantoren
van de firma T. H. Ritman Co., distil
lateurs en exporteurs, welke kantoren iu
de Bootstraat, bij de Langegracht. zjjn
gelegen. Geld hebben de dieven echter
niet kunnen meester worden, alleen eenige
postzegels, lak enz.
Het gelukte de politie in den omtrek
aan de Langegracht twee verdachte per
sonen, Leidenaars, zekere v. d. L. en B
aan te houden, die vermoedelijk de daders
zjjn. Een der mannen had bloedende wonden
aan de hand, terwjjl er cok bloedsporen
aan den lessenaar werden gevonden.
Landloopers. De bewoners van
't platte land hebben soms veel last van
landloopers. Een dergelijk individu, zekere
G. B. v. d. Hdeed den bewoners van de
Höfte Ie Rjjssen overlast aan. Hij verzocht
om een aalmoes, of beval „eten" voor hem
klaar te maken en als de bewi ners dit
laatste weigerden, begon hij op te spelen
of vertrok met de woorden„Ik zal je wel
Dader spreken." De gemeente-veldwachter
E gewaarschuwd, bracht hem iu verzekerde
bewaring, maar liet hem den volgenden
morgen weer vrij (er waren nog geen termen
om hem gevangen te houden) en bracht hem
een eind buiten Rijssen. 's Middags werd
de politiedienaar E. door een herbergier
alhier geroepen, omdat hij een krankzinnige
in zijn tapperij had, die door 4 personen
moest worden vastgehouden. En wat bleek
nu? Dat het dezelfde G. B. was, niet
krankzinnig, maar smoordronken. De politie
bracht hem nu naar den officier van justitie
te Almelo, die .termen vond om den las-
tigen landlooper gevangen te houden.
Branden. Te Nijmegen is uitgebrand
do banketbakkerij met winkel van J. E.
8., aan de St.. Jorisstraal, De oorzaak
was hol laten vallen van een petroleum
lamp, in een kamertje tusschen winkel
en bakkerij.
E en govt u c h t ka s sier. Te Haar
lem is bericht ontvangen van het over
lijden van den gefailleerden kassier F.,
aldaar, die in it) 10 heimelijk met zijn
gezin naar Amerika, was uitgeweken, zon
der orde. iqi zijn zaken te stellen.
T r ei n 1'o o v e r s. Dinsdag is, niet ver
van Ogden, iti den staat Utah, een trein
van de Southern Pacific Railway tot stil
stand gebracht, en uitgeplunderd door twee
gemaskerde roevers. Een neger-conducleilr
werd gedood, een ander gewond. Alle
reizigers moesten hun geld en kostbaar
heden afgeven.
S o.hoep s r a m p. De stoomboot Axim,
varende van Hamburg op West-Afrika,
met eene bemanning van 31 koppen en
4 passagiers, is met man on muis .ver
gaan. Wrakhout is er van teruggevonden.
G e des e r t e e r dVoor eenige dagen
is de gaffelschoener „Berendina", kapitein
Wijnstok, te West-Torsclièlling binnenge
sleept, daar het schip tengevolge van de
overgewerkte lading niet meer bestuurd
kon worden.
Men deelt aan de „Pr. Gr. Ot." hier
omtrent het volgende mede.
I)e bemanning, bestaande uit een
stuurman, een matroos, een lichtmatroos
en oen kajuitsjongen, allen afkomstig uit
deze provincie, van de „Berendina" was
Woensdag voor Kerstmis gedeserteerd,
omdat de kapitein weigerde het tusschen-
sehot in de lading te laten herstellen.
Deze bemanning was volgens den stuur
man in zoodanigen toestand, dat het naar
zijn meening onverantwoordelijk was de
reis te ondernemen. Bij don minsten storm
moest z. i. de lading, die uit 240 last
graan bestond, gaan werken.
Hij waarschuwde de- bemanning, die
daarop deserteerde met achterlating van
alles aan boord en naar den dichtstbiji zijn-
den Nederl. consul trokken en hem geld
vroegen voor de terugreis naar Holland.
Het werd hun verstrekt tot een bedrag
dat voldoende was om den volgenden
Nederl. consul te bereiken. Deze han
delde op dezelfde wijize en zoo kwamen
de vier schippers na eenige dagen hier
te lande terug.
De kapitein had intussc.hon nieuw
scheepsvolk weten tc werven, door de
visschers te Samoe daartoe in staat ge
steld.
Binnenkort zal dit geval van deser
tie voor den Raad van de Scheepvaart
worden behandeld.
Verpletterd. Uit Bluefield (Ver.
Staten) wordt gemeld: In de mijn van
Redjacket derailleerde eeu kolenwagen,
waardoor een schutting instortte en dui
zenden tonnen kolen naar beneden vielen.
Acht werklieden werden gedood.
1 0 0 j a a r g e led e n. In dit jaar, 1911,
is het 100 jaar geleden dat de eerste
stoomboot in Engeland werd te water
gelaten. Zij heette de „Comot". Het was
een klein vaartuig, bestemd voor 't ver
voer van passagiers langs de rivier de
Clyde. Zijn machine ontwikkelde slechts
3 paardenkracht. Op de „Cornet" volg
den weldra de „Elisabeth" en de „Cly
de", onderseheidelij'k van 8 en 14 paarde-
kracht. In 1816 werd in Engeland de
eerste oorlogsstoomboot in de vaart ge
bracht. Zij werd „Congo" gedoopt en kreeg
opdracht onderzoekingen te doen op de
rivier, waaraan zij haar naam ontleende.
Treinbotsing in de Kempen,
Te Neerpelt, bjj Hasselt, is op de kruis
lijnen van Holland en Luik, de koopwaren-
trein uit Luik van 7 u. 20, op een anderen
trein, komende van Hamont, gebotst. Vier
wagons werden in spaanders geslagen en de
eerste locomotief van het overige des treins
afgerukt, rolde zonder geleide voort tot
Overpelt.
Er zijn enkele gewonden, waaronder de
stoker en de machinist, alsook een rem-
draaier; deze laatste is er nog al eig aan
toe. De stoffelijke schade is aanzienlijk.
De goederentrein voor Hasselt manoeu
vreerde, toen een verkeerne naaldwisseling
dezen op de hoofdbaan bracht, waar in
volle snelheid een anderen trein naderde.
De eerste, in de zjj gevat, werd omver
geworpen. Vier gesloten wagons vlogen
over en op elkander en vormden een hoop
puin van 11 meter hoog. De locomotief
werd vaa den tender afgesneden en reed
voort, zonder machinist, tot Overpelt, waar
het stoomtuig bleef staan, bjj gebrek aan
drukking.
Door een wonder der Voorzienigheid zjjn
er geen dooden, maar alleen de hier boven
opgegeven gekwetsten.
Een gevaarlijk heer. Te Inns
bruck ontstond in ten kazerne ruzie tusschen
twee sergeants, omdat een hunner niet bevor
derd was, wat de ander aan intrigues toe
schreef.
Hij dreigde te schieten, waarop een officier
en enkele soldaten hem ontwapenden en in
een kamer opsloten. Daar vond hij wapens
en munitie in overvloed, verbarrikadeerde
hij zich en begon hij op de passeerende
oflh ieren te vuren. Een peleton, door een
luitenant aangevoerd, bombardeerde de
kamer. Het vuren duurde drie uren. Toen
werd de sergant gewond. De kamer werd
bestormd en de gewonde naar het gevan
genis hospitaal overgebracht.
De beruchte Siciliaansche Maffia heeft
weder een misdaad begaan.
De zes en veertig ja rige mijndirecteur
Vita te Favara had zich schuldig gemaakt
aan een daad van verraad jegens de. Maf
fia, waarvan hij lid was. I>e. rechtbank
der Maffia kwam bijeen en sprak het
doodvonnis over Vita uit. Maandag js
het vonnis voltrokken. Toen Vita zich
naar de mijn begaf, werd hij plotseling
aangevallen door zes personen. Hij1 kreeg
veertien geweerschoten a bout portant en
gaf onmiddellijk den geest.
T urken en Driisen. Uit Konstan-
linopel wordt gemeld, dat in een gevecht
tusschen Turksche troepen en opstande
lingen, die geweigerd hadden door hen te
Kerak geroofde voorwerpen af te geven,
18 rebellen gedood werden. Aan den moord
en den roof te Kerak gepleegd door de
Hedoeïenstammen van meer dan 15000
pond sterling uit do regeeringskas
namen niet minder dan 20.0 0 ruiters
deel Zij vermoordden alle mannen,
vrouwen en kinderen, die onder hun
bereik kwamen. De Turksche troepen
schijnen dezen opstand niet meester te
kunnen worden.
Door zijn eigen bom gedood.
Een arbeider te Rennes, die op Nieuwjaars
dag uit een herberg gezet was, wilde daar
een bom neerleggen uit wraak Doch het
projectief ontplofte onverwacht in zijn
handen, zoodat de misdadiger op slag
gedood werd.
ALLERLEI.
Littleman (in een café to Brussel tot
de buffetjuffrouw). Eén tas koffie,
please.
S. v. pl. mijnheer.
l.ittleman proeft, maar trekt een afgrij
selijk gezicht, de koffie is erg bitter en
wenscht wat suiker.
Hoeveel wilt u er? vraagt de juf
frouw, de coupe met klontjes nemend,
waarop er nog een tiental lagen.
Two, please.
Tout, roept zij verbaasd en de juf
frouw werpt ten hoogste verbaasd alle
klontjes in Littleman's tasje.
Goede raad.
Tot een als zeer wijs bekend staande
kadi kwam de koopman Juffus en in. ver
twijfeling riep hijGenadige Heer tot
gisteren was ik do gelukkigste sterveling
op de aarde. Hedennacht evenwel is mijn
ezeldrijver er met al jjiijn geld en kost
baarheden van doorgegaan.
Hoe oud zijt gij, vroeg de kadi.
56 jaar.
Wanneer gij 56 jaar de gelukkigste
der stervelingen waart, dan is dat genoeg,
een ander wil ook wel een,s aan de beurt
komen. Verdwijn!