DUIf I2IIKII. Vos Bles Mertiepaardea felmagazijn C 32. MID01LBBR6. iNTCLS No. 4. TWEEDE BLAD. NIEÜWE ZEEUW8CHE COURANT Zaterdag 7 Januari 1911. &Co„ Beestenmarkt D117, Goes. KOOP: ;cialiteit in I o u s e n foire Rokken sfuum- en iderrokken lie Cosfuums rseften. ale afdeeling voor |A AT WERK. FEUILLETON. Langs verborgen paden. BUITENLAND. Vereeniging van htoor- en Handels tanden. 9T PLAATSING i en reizigers, leden, ietleden.) Korendijk 59. t Middelburg. is wordt beleefd verzocht nde vacatures op hunne te wenden ouitrent on pdere sollicitanten zijn gen te bekomen. Iden. kn 18 jaar en ouder, be- Jlerne talen, boekhouden, lyfmaehine, binnen- en 1 één of meer dezer vakken flten in een of meer der vaaronder met diploma's. I, ook met diploma, be- Eerne talen, verschillende artikelen. bij het Bureau (die voor kost bij vooruitbetaling) ridig en kan daarna een- lorden verlengd, opnieuw ra JOONE Pz., Arnemuiden. LL gesorteerd en meest keerd MaiGelmagaziJn. lames en Kinderen. coupe, fijne afwerking. kefd aanbevelend, Een Reisavontuur in de Vacantie. maakt bekend, dat boven- Inummer in negen series is I Hierop is in de vierde klasse lans trekkende Staatsloterij de I vijfentwintig duizend gulden Voor het incasso wordt gaarne ior de betrokken hoofdagenten, |)KS P. Hzn., Voorstraat •ordreeht (in 8 serie'») IsTEE®, Viesendnin, (in 9 sMAS Itzn., Wairenstraat Pen Hang EIJSKH, I.. Veerstraat S9, f(m. rmakers, Oudenbosch. IEI.VTE.UA. i'elsterstraat oningen. O lUiVELIE, Hain 8, Ain- m, Jp schriftelijk verzoek aan het .n Lotisico, Juliana van Stol- ii No. 11, 's Gravenhage, worden ussen met bijbehoorende docu- |gratis en franco per post ver- 'tWas een Warme zomerdag. Ik keerde terug van een vaca-ntie-reisje en had de twee laatste dagen bij een familielid door gebracht. Moede van het rustelooze rond dwalen in het liefelijke landelijke stadje, zat ik in een hoek van 'ntweede-klas.- coupé in don trein, die mij voeren zou naar E., do plaats, waar mijne ouders verblijf hielden. Gedachteloos staarde ik buiten het raampje en lusteloos viel mijn blik op de voorbijvliegende landschappen. Do trein hield stil te B., waar een heer instapte in hetzelfde compartiment en zich schuin tegen mij over nederzette, 't Was een deftig gekleed man, naar mijne schatting tusschen de 30 en de 40 jaar oud en rijzig gebouwd. Toen de trein zich in beweging zette, wierp1 hij door zijn gouden lorgnet een blik op mij, waar uit ik meende op te maken, dat hij half geloofde mij meer te hebben ontmoet. Ik keok bescheiden voor mo. Zijne tegen woordigheid kon mijne mijmering niet storen, en de stilte, die er eenigen tijd heerschte, jwerd slechts afgebroken door het geraas der stampende machine en het voortrollen van den trein over de rails. Ik bemerkte wel, dat zijn blik nog steeds op mij gevestigd bleef. Toen ik opkeek en hem recht jn 't gelaat zag, voelde jk, dat eétie onwillekeurige rilling gansc-h mijn lichaam doortrilde; zijn scherpe oogopslag getuigde van streng heid, do ijskoude uitdrukking van zijn gelaat van hardvochtigheid; gansch zijn aanzien deed hem, zoo kwam het mij voor, als een wreed, onverbiddelijk man kennen. Na eenige oogenblikken kreeg ik echter langzaam mijne kalmte terug en eene zekere loomheid deed zich nog steeds in mijne ledematen gevoelen; om deze te verdrijven, nam ik eene meer ge- Pftkkolnke houdiqg aqn'. Qp dj't oqgpnbjijt tpiopdo dö tneih een kleiq stat iep voorbij en peed door een laag dal, dat, ik (wi§t het, zich een heel eind uitstrekte. Mijq rèisgeqoot bleef iqij aanstaren iqet de zelfde uitdrukking als bij zjj-n ipstappep; ik jyaSf ej zekep va.q, mptfnde iqij 'imeer té hebben oiitiqoet; 'zijp gelaat was mij ephtei gansch onbekend. Rechtuit gespro ken, was ik niets op jqijq gemak: vele vertelseltjes en fabeltjes, kfie jk in ïïtjmp K|ffds'c|]e japep )}ad hftexpen vctïh^lnn oVpr dp zonderlingste aanrandingen in spoor- jveg-coupe^s, doorkruisten mijn brein. Maar wat moest mijn belager dan ver wachten ip de beurs van een vac^ntie- hnutjeftd gynppasjaat', die qog wql pp de tepugreis Was rjaqr 't|e ouderlijke woqiqg'? Ik kon echter de nare gedachte piet vaq mij gfzetfen,en hqiiqeliik vpf ja,pgd;a jjj, 4$ >yij hfüt sta,piot; E., qej einde njijpep réig, 'maap spoedig zoudpn ipqnenloopeq. tffjó lipt mijn reisgenoot geiquqt wqs'oqfl (nu 'to plundepeq, te doojlep tpis^chieni, pou ljij 'dqq Udk gebruik ipakeri van het gpwhw vepdoctvlngsmiddel Eep kilje sebpik 'sloeg mij om het hapt, mijn t)loed stolde sphi.er in mijne ajle- peii, jk yqekte, dat de jjleelfheid dgr vpepq naap mijqe ^aqgeq steeg, ik dupfde puj nipt verroeren, want ik hafl bemerkt., hoe mijn medepassagier 'mot een plotseling gepaap een wjtten zakdoek schijnbqar gch- tejoos rondzwaaide. Mijne meening was thin bewaarheid, ik zou het weldra on dervinden eene prikkelende, sterke lucht drong mij in den neus; ik duffdg gpnn (idpmfiajenik zag nog, b00 °P bet stoepe gplgaf, van mijn belfMfor 9eR duivelgchf, grijnslach verscheen; |k s(oof de pogen, mg geheel aan Gods Wil overgevende; een vaag denken aan ouders, broers pn vrienden kwam nog in mij op; dan vie len mij de armen slap langs' bpt ]ijf en zonk het hoofd mij op de hopst. Alle bewustzijn had ik evenwel nog niet yen lom; ik voelde, hoe 'tangstzweet 'mij van de haren drupte en mijn voorhoofd bevochtigde; het kloppen van mijn hart hoorde ik als een zwaar, dof gebons, maar allo beweeglijkheid was uit mijne ledematen verdwenen. Nog even, heel even kon ik de oogeij. weer openen én ik zag, hoe mijn reisgenoot was cipge. staan en voor me stond, in de eene hand den blinkenden vlijmscherpen dolk, ter wijl hij met de andere krampachtig in mijn borstzak voelde en mij van mijln horloge en ketting ontdeed; de satanische uitdrukking lag op zijn gelaat. Haastig doorsnuffelt hij mijn porte feuille, ien niets van waarde erin vin dende, werpt hij ze driftig op den grond; nog een greep in mijne zakken, een be tasten van mijn lichaam en met een half-onderdrukten kreet, die mij bewees, dat hij zich in zijne meeningen bedrogen zag, hief hij wild-woest de met den dolk gewapende hand op en -met een hevigen schok sclirik ik wakker: de trein staat stil voor het station A, het voor laatste mijner reis. Mijn mede-passagier vouwt bedaard zijn courant dicht, neemt zijn hoed en met een minzamen groet verlaat hij den trein. Deze snelt voort. Maar mijne zinnen zijn verward, en loom en versuft kom ik aan het eind mijner reis. Doch nooit zal dit avontuur, deze bedriegelijke droom mij uit bet ge heugen geraken. (Zondagsbl. „Centrum"). Het jaar 1910 en het Katholieke Nederland. Een goed jaar heeft de goede zaak te boeken. Niet alsof niet overal nog viel te strij den tegen laksheid en halfheid, en er nog niet steeds te kort is a,a,n karakter en aan liefde voor God en Zijne heilige Kerk. Wel is niet alles zóó, als een vurig Roomsch hart het wenscben kan. Er stond echter tegenover een zoo krachtige openbaring van gezond Katholiek leven, dat aan het eind des: ia&rq het een genot IRilg hepfcpn hier en daar het v«or> naangste weer iq de herinnering te doen heplevpn. De gehechtheid onzer katholieken aan hunne herdérs, de bisschoppen, sieh uitend jn ge(p flrzgarqheid on hartelijk me- delpvipn; dg algemeen© trek naar verster king vaq het inneplijk, geestelijk leven, naar leven uit God; de gloed en alge meenheid waarmee, men deel nam agn de feesten der Kerk; d3! ajlas |o berden ken, jn eeij yjar.e tjopajt «n geeft radejn tpt dankbaarheid. Van dé bisschoppen ging het duidelijk wachtwoord uit in hun Vastenbrieven- Mgr. van de Wptepin», anrtshissphop van tltpeoht, hield aqn dè gelooyigen hy.t groot veplangeh yoor, dat Jezus heeft nm ziph in het aanbiddelijk Sacrament je géven 'hbs §prjs onzer. z.(elen, ap spopyde aan 's Pqu^en woofd te vqlgen y.h veel- vujdig, ep ook dagelijbs, tqt de ü- T'afpl te ^aan. h'jl Haaplem spoopde de stain van -Mgr. Cailier aan tot eene kinderlijke liefde tot Rod, die niet sterk genoeg in ons leeft. Het gebrek aan deze liefde is een oor zaak van verflauwing vqn het vfare ka tholieke l'pven hij V'h-n. Ib vorige Ya§- teiibpieven wprd ddor Rgi- VQOr t\v-e? andepe oor-zaken van verflauwing gewaar schuwd d? slycht® lectnur en gebyek agn kennjs van de zaken des geloof^. A's mjddel om de liefde (pod8* »H U1)8 te ster ken als ijieuwie poging om alles in C-hris tus te herstellen, moet de gëöste|fjkp afzondering, dé retraite, algemeen en kr-aebtig worden aangegrepen, Mgf Yan 'de Yep, bissdhop Va® den Rosph, ondephield zijne ge|oovi»en over het pvape gpdsdienstigp leven, door vie- lpn niet genoeg gewaardeerd en nog min der betracht. Yan de genademiddelen der Kerk moet wórden gebruik gemaakt en vooral van het H. Sacrament des Altaars, Ton slotte wordt nog aanbevolen het deelnomen aan do Katholieke Ac-tie in allerlei v-ere.ni- gingen. Mgr. Drehmanns, bisschop van Roer mond, wees zijne kudde naar het taber nakel, do plaats van Jezus' voortdurende tegenwoordigheid, de 'troon, waar Hij al len liefderijk wacht-. Tot veelvuldig bezoek aan den verbolgen God onzer altaren spoort de Vastenbrief aan, nadat vorige jaren vooraj is opgewekt tot gebruik van het H. Sacrament des Altaars, als gees telijke spijs. Door Mgr. Levten, bisschop van Bre da werd met al het gezag van zijn bis- schopjiehjk woord, gewaarschuwd voor het buitengewoon groot gevaar der slech te pers, vooral der dagbladpers. Hij riep alien op, hoogen en lagen, om als één man te werken, om dien zoo gevreesden vijand, de slechte pers van ons Katho- .7 te weren. Wij hebben de woorden onzer bisschop pen met eenige uitvoerigheid willen ver melden, omdat zij, alleen reeds als het woord van zoo hooge plaats, tot het voor naamste van de geschiedenis des jaars behooren; vooral echter omdat zij bevat ten, wat als hoofdzaak van onze Katho- ïeke werkzaamheid moet gelden, en hier bovenal vermeld moeten worden, daar zij de geschiedenis des jaars hebben mem gevormd, doordat zij de inzichten en ook dat is het voornaamste de daden hebben geleid. De noodzakelijkheid van degelijke ken nis der geloofszaken, doet de zoig der bisschoppen gaan naar het eerste onder richt. Met Mei verscheen een groote en een kieme catechismus ten gebruike van alle bisdommen. Daardoor werd eerstens de gewenschte algemeenheid verkregen; vier der werd in dezen catechismus rekening gehouden met de ondervinding bij het on derwijs opgedaan en steeds de voorstel ling gekozen die het dichtst stond hij het kinderlijk bevattingsvermogen. van zorg voor het onderwijs, nu -eens voor het hooger onderwijs, getuigt de aan stelling tot hoogleeraar in de Katholieke philosophic aan de Uti-echtsche univer- juteit van Dr. J. Th. Beysens en die tot ■lector m de vergelijkende klassieke taal- kunde en de kultuurgeschiedenis der Christelijke oudheid aan dezelfde univer siteit van Dr. Jos, Schrijnen i aanstellingen hadden plaats door de St. Radboudstiehting Veel belangstelling trok de inaugureele rede van Prof. Beysens, don 7den Febru- ayi. Moge zijn onderwijs de rijkste vruch ten dragen, en mogen vooral onze stu denten naast hunne bijzondere weten schap de algemeene, die zij noodig heb- oefenen ^ugnhjksch brood, ijverig bo- Als duidelijke teek-enen, dat wij in de ware richting werken, staan w de re traitehuizen te Amersfoort en te Noord- wgkerhout Pen 86s1en April verrichtte 1 V et-ermg te Amersfoort de oin. i i é'an aegening van een gedenksteen. Den lRden Juli zegende Mgr CaRier te Noordwijfcerhout het nieuw re- traitehnis m. Mogen er- nog meerdere noodig blijken. J'l dezé z.élfde lijn ligt de vérhoégde werkzaamheid der uitsluitend godsdien stige vereemgingen. Wij wijzen op het ftengrcLVan H. Familie, den Oetober te Roermond gehou- ..Mé' zag Vento den wel geslaagden Limburgsehen Katholieken- vA e;?' verschillende takken der Katholieke aetie tot hun recht kwamen en ook al weer do gesloten retraites wei den aanbevolen. Knfim- Wi,s ook de Friescho FjanekerG U g 39sten Mei te Rufteivgewwii trok de aandacht de ze vende Diowsa.no Bossche Katholiekendag den 4den September. Van bijzondere sS male hetwkems was deze schitterende dag door do bestrijding der weelde, waar aan alle redevoeringen waren gewijd. In stilte vierde Mgrf Leyten den 29sten Jum zijn 2o-jang bisschopsjubilé. On ee- hjko wijze den 2den Juni Mgr. van de Ven zijn gouden priesterfeest. Bij die ge legenheid werd hij vereerd met een eigln handig schrijven van Z. H. den PfuiH Op den Bosschop Kathojiekendag brak op spontane wpjze de hulde los, die Mgr had trachten te ontgaan. Met groote plechtigheid werden in het voorjaar op verschillende plaatsen de inlichtingen bij „Hoe is hét u toch mogelijk, juffrouw I.ucia, dag aan dag dit werk, waarhij de oogen zoozeer moeten ingespannen worden, te volvoeren? Ik zou tmnmaal voor eens ongeduldig worden en smeet één, twee, drie alles het raam uit." „Zoo, zoo, mijnheer Kersten, dat zijn mooie voornemens voor een officier", meende Lucia, „ik voel mij gelukkig eene vaardigheid te bezitten, die ik voor een nuttig doel kan gebruiken en heb ik een maal opdrachten aangenomen, dan is het ook mijn plicht ze uit te voeren. Dat geeft me toch toe, mijnheer Kersten? Niets hateljjker dan mensc-hen, waaro-p men niet vertrouwen kan". Johan streek zich met eene belache lijke verbazing -door de haren en zeide „Nog zoo jong en reeds zoo verschrikke lijk wijs! Waarlijk, juffrouw Lucia, als ik u niet verbaasd moest aanzien, zou ik mij over u kunnen ergeren". „Als gij u nooit aan gevaarlijker zaken ergert, dan kan het geen kwaad". „Maar, juffrouw Lucia, zou dan een gewoon sterveling zooals ik, de eer mo gen hebben met u een duo te zingen?" vraagde hij, toten Lucia haar werk in de kamer had weggeborgen en weder op het balkon verscheen: „kies maar ge rust iets he-el godsdienstigs". „Het „Ave Maria, van Stehle!" riep zij verheugd uit, „dat zing ik gaarne met u. De eerste stem ken ik zeer goed, wijl ik ze reeds meermalen op het pensio naat gezongen heb". „Dan aanstonds beginnen", riep Jo han, die binnen deze muren een geheel andere scheen; „kom, George, gij kunt ons begeleiden!" George was er mede tevreden, sloeg de piano open, en spoedig drongen een paar krachtige, jonge stemmen in den heerlijken 'avond naar buiten; nunc. et in hora mortis nostrae. Amen stierf het zacht uit en stil bad mevrouw van Bergen de woorden na: „Heilige Moeder Gods, bescherm mijne kinderen". „Dat was schoon", zeide zij toen, de kamer binnentredend; „mijnheer Kersten moogt gij nog menigmaal dit uur geden ken, wanneer de golven des levens u feesten gevierd ter eere van den H. Cle mens Maria Hofbauor, den modernen hei lige, die den 20sten Mei 1909 tot de leer der altaren werd verheven. Een openbaring van Roomsch enthou siasme en van de pracht der liturgie, en dagen vol genade leverde het Mariaansoh congres te Averbode, dat de deelnemers nog in vervoering brengt als zij terug den ken aan de Augustusdagen, waarin zij om de eer der Zoete Moeder bijeenkwa- ;n. Een feest van beteekenisj niet alleen voor het Bossche diocees, Was de herden king van de teruggave van de heerlijke St. Jan vóór honderd jaren. Donderdag den 8sten December, her dacht en Zondag daarop vooral gevierd, leefde het honderd-jarig gelukkig bezit der kathedraal als ieen reden tot blijde dankbaarheid in ieders hart voor den Bosch vooral, niaar ook daarbuiten. Nog veel meer zou te vermelden zijn van het vervlogen jaar. Slechts het be langrijkste is aangestipt. Van harte kunnen wij zingen een dank baar „Te Deum". (Maasbode.) EAGELAND. Het Bandietendrama te Houndsditch. ,Het ware kan soms onwaarschijnlijk voorkomen", zegt de Franschman (le rrai peut quelquefois n'ètre pas vrai semblable) .en wat de stoutste verbeelding van den romanschrijver kan uitdenken, wordt soms door de werkelijkheid over troffen. Zoo is het ook mot het anarchistisch drama in de wijk Houndsditch te Londen, dat dezer dagen in de Sydneystreet zijn ontknooping kreeg, zooals wij qnzen lezers kortelings berichtten. Thans zijn wij in staat al het gebeurde regelmatig weer te geven, gelijk de En- gelsche bladen het in kolommenlange mededeelingen doen en ten onzent „De Maasbode" het in zijn jongste Woensdag- avondnummer memoreerde. 1. De moord. Ln den nacht van 16 op 17 December trachtte eene bende misdadigers een bres te maken in den muur van een juweliers- winkel in het kwartier-Houndsditch, een gedeelte van Whitechapel, te Londen. De misdadigers hadden de huizen .achter den juwelierswinkel in Exchange-Buildings ge humd en van daar uit begonnen zij hunne „werkzaamheden". Door het kloppen en hameren vatten de omwonenden argwaan op. De politie werd gewaarschuwd en deze stelde een onderzoek in. Toen zij het huis in Exchange-Buildings wilden binnen gaan, begonnen de misdadigers op hen te vuren. Drie politie-agenten werden ge wond twee gedoodéén stierf in het hos pitaal. De moordenaars slaagden er in te ontkomen. Een der moordenaars, waar schijnlijk Morountzeff geheeten, een Rus sische Jood, werd later stervende aange troffen in een huis in Grove Street. Waar schijnlijk was hij bij vergissing door een zijner medeplichtigen gewond. In dit huis werden twee-vrouwen in hechtenis geno men, later nog een drietal mannen, waar onder twee, die gezien waren toen zij den gewonden'Morountzeff naar Gro-ve Street transporteerden. Zonder ook maar één oogenblik te ver liezen, begon de politie aanstonds een uit gebreid onderzoek. Alle vertrekkende schepen en treinen werden bewaakt en zoo kreeg de politie de zekerheid, dat de moordenaars Londen niet hadden kun nen verlaten. De fijnste speurhonden van Scotland Yard werden aan het werk gezet. Na de arrestatie der reeds vermelde drie mannen, werd nog voornamelijk jacht ge maakt op twee medeplichtigen, beruchte anarchisten, Fritz Svaars en „Peter de schilder". 2. De schuilplaats der anar chisten. Meer en meer werd de politie versterkt in de meening, dat „Peter de schilder" en „.Fritz" zich schuilhielden in de om- omspoelen zullen. Onder Maria's bescher ming staan is veilig voor een jeugdijgl leven". Deze wending was niet geheel naai; den zin va.n Johan Kersten; nochtans had hij een te goede opvoeding genoten; om er aanstonds afwijzend op te ant woorden. Hij maakte dus voor mevrouw v. Bergen een beleefde buiging en mom pelde iets van „hare woorden indachtig te zullen zijn". Toen wendde hij zich tot George en zeide: „Wel, George, nu onze duo. Ik hoop, dat gij vader's Verjaardag bij ons doorbrengt, wij willen hem het genoegen van een gemeenschappelijk gezang ver schaffen". En weldra weerklonken de to nen van een vroolijk studentenlied door de kamer. Intusschen werd het reeds laat en Johan, die de gewoonte van mevrouw v. Belgen kende, om tijdig te gaan sla pen, teneinde 's morgens in alle vroegte <le H. Mis te kunnen bijwonen, nam af. scheid, door George nog een eind weegs vergezeld. „Johan Kersten is een goede jongen", zeide mevr. v. Bergen, toen zij, door hare dochter begeleid, hare slaapkamer op zocht, „alleen 'de vastheid van karakter ontbreekt hem. Het wil er bij mij niét in dat hij in zijn onbezonnenheid den offi ciersstand heeft gekozen. Ik vrees maar al te zeer, dat hij daarin weinig vooruit zal komen". „Wacht maar, lieve moeder", meende Lucia, „ook Johan zal wel verstandig en een bruikbaar man worden. Ik denk steeds, dat het voor hem spreekt, dat hij zich zoo vriendschappelijk aan George hecht. Meer uiteenloopende karakter-s vindt men zelden". „Zeker, de goede God kan alles ten beste k-eeren", sloot mevrouw v. Bergen het onderhoud; „voor het overige, Lu cia, vergeet niet, morgen vroeg .naar vrouw Mertens te gaan. Zij liet om een bezoek vragen. Haar Karei schijnt haar weer zorgen te veroorzaken". Lucia beloofde de boodschap te vol brengen, wenschte haar moeder een goe den nacht en knielde daarna neder om haar avondgebed te verrichten. Tot slot bad zij nog een Weesgegroet, het Was voor Johan Kersten. VIERDE HOOFDSTUK. Het was vijf uur in den namiddag1 van geving van Grovestreet, waar de doode moordenaar werd ontdekt. Een aantal huizen werd voortdurend bewaakt. Voor eenige dagen vatte n.en verdenking op tegen het huis in Sydney street no. 100, laat in den avond van Maandag echter kreeg de politie zeker heid, dat de moordenaars hier verscholen waren. Daar door de politie verwacht werd, dat de misdadigers zich met den moed der wanhoop zouden verdedigen, werden in alle stilte maatregelen genomen om liet huis te omsingelen. De politie-beambten bezetten de groote binnenplaats van ©ene brouwerij', achter het verdachte huis in Sydney-street gele gen, terwijl anderen in verschillende ge deelten van Sydneystreet stelling namen. Ladders werden gehaald en tegen de mu ren van het huis geplaatst, dat voortdu rend onder observatie werd gehouden. Zoo stil was dat alles in zijn werk gegaan, dat dé omwonenden nog niets begrepen van wat eigenlijk gebeuren ging. In den vroegen morgen van Dinsdag roken de anarchisten echter lont, en bij de eerste poging om het huis binnen te dringen, bémerkte de pelitie dat hare plannen ontdekt waren en viel het eerste schot. 3. De-aanval der politie. De politie was den geheelen nacht bie- zjg om het pand te ontruimen. Een huurder van een der benedenver diepingen, een man van meer dan negen tig jaar, wilde het huis niet verlaten en moest weggedragen worden. Dit ging na tuurlijk voor de detectives met groot ge vaar gepaard, daar zij ieder oogenblik gevaar liepen te worden ontdekt. Een vrouw moest door middel van een list verwijderd worden. Een boodschap werd naar haar kamer gezonden, en toen zij verscheen, werd zij door de politie, gegrepen en naar het bureau in Bishops- gate-street gebracht. De twee mannen, die gezocht werden, bevonden zich in de voorkamer op de tweede verdieping, en terwijl de andere bewoners werden verwijderd, hield een chef-inspecteur de wacht tegenover de deur, die naar de kamer der moordenaars leidde. Om vier qur in den morgen, toen het huis ontruimd was, betraden een aantal gewapende detectives, aangevoerd door inspecteur Macnamara en sergeant Lee- son, het huis. Alles was stil. De gang naar de kamer op de 'tweede verdieping was donker. De politie-beambten trachtten de kamer binnen te dringen. Hierdoor werden waar schijnlijk de twee mannen gewekt. Men hoorde hen echter niet met elkander spre ken. De detectives forceerden de deur. Intus schen hadden de moordenaars zich reeds in staat van tegenweer gesteld. Toen de deur openging stond sergeant Leeson er het dichtste bij. Een der man nen schoot op hem en hij viel in de horst gewond. Een zijner kameraden ving hein op. De anderen waren nu genoodzaakt, wilde men zjjn leven niet in gevaar brengen, den terugtocht te aanvaarden. Er brandde geen licht in de gang, maar met electri- sche lantaarns konden de detectives de kamer binnen overzien. De mannen moeten geheel beantwoord hebben aan de gegeven beschrijving. Zij' waren slechts half gekleed en schenen geslapen te hebben met hunne revolvers onder de kussens. De politie verliet het huis en daarna begon het beleg. Met groote moeite slaagde mten er in sergeant Leeson weg te brengen. Een man, die een' dokter ging halen, en wiens naam niet. genoemd wordt, ver haalde, dat hij op de binnenplaats met eenige detecitves op en neer liep, toen uit een der vensters geschoten werd. Zij; hoorden sergeant Leeson binnen roepen: „O, God! Ik ben getroffen." Hij viel onmiddellijk en de man ging den dokter halen. Toen de dokter en ik over het dak klommen, viel er een hagel bui van kogels. den volgenden dag, toen Hedwigis K er- sten op haar kamertje zat en hare school boeken bijeenpakte. Toe.n sprong zij op, zette haar hoed op- en spoedde zich naar buiten, want als zij haar huiswerk voor den volgenden dag af had, mocht zij zich wel een wandeling veroorlooven. Terwijl zij de binnenplaats van de fabriek over schreed, jkwam zij bij een klein pooitje dat naar de Neisse voerde, en verdween er door. Daar ginds lag het huisje, dat de weduwe Mertens bewoonde. In hare jonge jaren was vrouw Mertens dienst maagd geweest bij de ouders van mijn heer Kersten, was later in het huwelijk getreden met den meesterknecht Mertens en, toen zij weduwe geworden was, had zij een rariteitswinkel opgezet. Het zou echter meer met haar wenscben gestrookt hebben, indien zij hare bekwaamheid als waschvrouw of als strijkster had kun nen gebruiken, maar eene 1-eelijke kwaal aan de v,oete.n idw'ong haar, thuis te bl- ven, en zoo Was zij blij, dat zij in het koopen en verkoopen van oude zaken een hoewel karige doch voor haar een voudige 'behoeften toereikende verdien ste gevonden had. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 5