No. I. DERDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zondag I Januari 19il. BUITENBAND. BINNENLAND ••••••••••■•••••••••••••••e schen aan familie, vrien- ;ers in 1911. F. CHAMULEAU, Winkelierster. schen aan familie, vrien- ;ers in 1911. HAMÜLEAU, Aannemer. schen aan familie, vrien- gers in 1911. DEPONDT, Gedipl. hoefsmid. schen aan familie, vrien- gers in 1911. DONKERS, Schoenmaker. Lschen aan familie, vrien- gers in 1911. GEUS, en Wagenmaker. nschen aan familie, vrien- igers in 1911. HOENE, "Café. e. nschen aan familie, vrien- igers jn 1911. JONGE Azn., HandeJ in Loten. e. snschen aan familie, vrien- tigers jn 1911. JE JONGE Pzn., lordiger der firma Wilking. nschen aan familie, vrien- tigers in 1911. DE JONGE, Slager. enschen aan familie, vrien- ■tigers in 1911. )E JONGE Pzn., Café, Lange Weegtje. ne. KEIJZER, Hoofd der school. Z. N. •enschen aan familie, vxien- Lstigers in 1911. AN LOENHOUD, Handel in rijwielen. •enschen aan familie, vrien- stigers in 1911. L. MOROUW, Planter en snoeier. me. renschen aan familie, vrien- istigers jn 1911. G. NAGELKERKE, Vrachtrijder, wenschen aan familie, vrien- mstigers in 1911. J. RAVEN, Particulier, nme. wenschen aan familie, vrien- mstigers in 1911. C. REMEIJN, Bakker, wenschen aan familie, vrien- nstigers in 1911. A. REMIJNSE, in Ijzerwaren, mme. wenschen aan familie, vrietf»- ;uns,tigers in 1911. i VAN Ï1GCHELEN, Rijwielen en Naaimachines, mme. G. VERBEEK Sr. Kwadenidamnse, wenschen aan familie, vrien- 'unstigers in 1911. P. VERBEEM, maker en Fruithandelaar, imme. (Zie verder Derde Blad.) IHIÏSCHLASB. E e n g r o o t e figuur. Over den over leden oud-Rij'ksdagvoorzitter melden de Katholieke bladen nog het volgende: Graaf Franz von Ballestrem was een der grootste en edelste mannen, die bet katholieke Duitschland in de laatste eeuw heeft voortgebracht. Het is dus niet al leen zijne familie, maar heel het katho lieke volk van Duitschland, dat door zijn afsterven getroffen wordt. Maar ook in de rangen zijner tegenstanders is de vroe gere voorzitter va,n den Duit.sehen Reichs tag zeer geacht. In den moeilijken tijd van den Kul- turkampf heeft hij zijn parlementairen ar beid begonnen. In 1872 was hij gekozen als afgevaardigde van het 4de district Oppein (Labiinitz-Tost Gleiwitz). Hij sloot zich aan bij' hot Centrum. Voor een mian van zijn stand jn die dagen een daad van durf en kracht. Een zijner eerste par lementaire daden was positie nemen te genover Bismarck, toen deze de wet tegen de Jezuïeten en „aanverwante orden" smeedde. In de gedenkwaardige zitting van 17 Mei 1872, was het graaf Ballestrem die de Jezuïeten als zijn eerwaarde leeraars en hooggeschatte vrienden tegen de aanvallen der tegenstanders verde digde. Ballestrem was zeer welsprekend, maar te bescheiden om naast mannen als Windthorst, Mallinckrodt, Reichensperger en Schorlemer Alst op te treden. Nog eenmaal trok hij' de algemeene aandacht op zich, maar niet door eene lange redevoering, enkel door eene onder breking met één woord, toen Bismarck poogde het Centrum den pleger van een aanslag, zekeren Kulfmann aan te wrij ven en Ballestrem hem een krachtig „Foei!" in het aangezicht slingerde, een „foei" dat bij millioenen katholieken weer klank vond en een stormachtig tooneel in den Rijksdag uitlokte. Met eene onderbreking van vijf jaar, heeft graaf Ballestrem zijn mandaat tot zijn aftreden in December 1906 behou den. Hij was tot voorzitter van de hooge vergadering gekozen in 1898, nadat hij sedert 1890 onder-voorzitter was geweest. Als voorzitter kweet hij zich zoo goed van zijne taak, dat zelfs zijne tegenstan ders hem hiervoor hulde brachten. Wat hem vooral kenmerkte was zijne onpartij digheid en zijn nooit onbrekende slag vaardige humor, die hij vrij spel kon geven, zonder ooit de waardigheid van zijn ambt er door te verminderen. Met dien verkwikkenden humor heeft hij menigmaal moeilijke toestanden over wonnen, wrijvingen verzacht en heftige tooneelen verhinderd. Na. den dood in 1890, van vrijheer von und zu Franckenstein, werd graaf Bal lestrem ook voorzitter van de Centrum fractie van den Rijksdag, een voorzitter schap, dat hij jn 1893 neerlegde. Graaf Ballestrem was eerebailli van de souvereine Maltezer j-idderorde en als pauselijk geheim kamerheer „di spada e ca.ppa" lid der pauselijke familie. Hij was ook werkelijke geheimraad met den titel van Excellentie. Hij was den 5 September 1834 te Plaw niowitz, in Oppor-Silezië geboren en stu deerde te Luik van 1853 tot 1855, waarna hij ruiterij-officier werd. Hij maakte in die hoedanigheid den oorlog van 1870/71 mee. Door eenen val invaliede geworden, ver liet 'hij het leger. In 1858 trouwde hij' met gravin von Saurma Jeltsch en kreeg zes zonen en drie dochters. Een zijner zonen is onlangs bij een automobiel-ongeluk gedood. Het is, zegt de „Köln. Volksz.", een lang, over 't algemeen gelukkig leven ge weest. Veel heeft hij gedaan voor de rechten der Katholieken in het openbaar leven, maar ook veel is hij geweest veo-r zijn gezin en voor zjjh ondergeschikten, die duizenden in getal waren; want hij bezat grootè mijnen en fabrieken. Zg allen zullen hem met dankbaarheid gedenken. R. I. P. ESGE1AÏD. Het spoorwegongeluk. Van het ongeluk bij Kirkby, wordt nog gemeld het verhaal van een herder, die daar in de buurt was toen, 's morgens vóór het daglicht aanbrak, de pneltrein kwam aan- donderen en met een plotselinge hevige schok en een gekraak te pletter stiet. De hgrder snelde toe en zag de twee machines van den sneltrein overhoop ge Worpen tegen den spoordijk, terwijl de stoom ontsnapte en het vuur uit de ma chines lekte. Het was een geweldig gesis van de ontsnappende stoom, die alle andere geluiden overstemde. De herder en een metgezel hoorden een man, tame lijk kalm, roepende hem te helpenhij kat beklemd tusschen het houtwerk en vroeg of zij een bijl wilden halen om hem te bevrijden. Toen de herder met de bjjl terugkwam en begon te hakken had het vuur zich al verspreid over de beide aan splinters gestoote wagons en tastte het verdere gedeelte van den trein aan, ook de plek waar de man beklemd ?at. De herders moesten hun pogingen opgeven en hoorden den man, wiens ge zicht zij niet eens gezien hadden, een angstkreet slaken toen het vuur hein be reikte. Zij hadden vergeten zijn naam te vragen. De hevigheid van het vuur dat door den sterken wind werd aange wakkerd was ontzettend. Hoeveel dooden er zijn, weet men niet; het aantal vermisten is minstens twintig. Naar de „Daily Mail" van Zondagoch tend meldt, is het ongeluk aan den Sehot- schen express-trein overkomen, jte wijten aan den wisselwachter. De arme man, die diep gebukt gaat onder het leed, door een vergeetachtigheid zijnerzijds ver oorzaakt, heeft, naar het blad mededeelt, zijn begane fout volmondig bekend. De twee lichte locomotieven hadden, zooals op dat gedeelte der baan eiken dag noodig is, een trein de steile helling opgebracht en keerden naar Carlisle terug. De „signaal-man" van Howes Junction had zeven dergelijke hulpmachines in zijn blok, die hij achtereenvolgens naar ver schillende plaatsen had moeten terugzen den. Op een gegeven oogenblik had hij totaal vergeten, dat de twee Carlisle- locomotieven op de baan waren, toen hij het signaal voor den Schotschen ex press veilig zette en voordat hij zijn fout bemerkt had, was het vreeselijk ongeluk gebeurd. Arme kerel SPANJE. Hot Eucharistisch congres te Madrid. De bisschop van Namen, mgr. Heylen, die belast is met de voorbereiding van het Eucharistisch congres te Madrid, heeft zich in gezelschap van zijn secreta ris naar Spanje begeven om de noodige toegereidselen te maken. Overal waar hij zich in Spanje op hield, werd hij met den grootsten eerbied ontvangen; zoo in Valencia, Burgos, Vit- toria, San Sebastian en Iroen. Aan het station te Madrid werd Z. D. H. ontvangen door den president van het Eucharistisch centraal comité voor Span je', den advocaat José Gavilan, den overste van de genie Raphael Moreno, J. Gil de Borja en den marinecommandant Luis de Pando. Het congres zal te Madrid gehouden worden onder presidium van den kardi naal-aartsbisschop van Toledo, Aguirre y Garc-ia; de bisschop van Madrid, Mgr. Sal vador zal voorzitter zijn van de Spaan- sche afdeeling, de infante Isabella zal het damescomité voorzitten. Mgr. Heyl;en zal de algemeene leider zijn. De Koning en de Koningin hebben hun voldoening er over te kennen gegeven, dat het Congres in de hoofdstad zal plaats hebben en hebben het eene-voorzittier- schap op zich genomen. Het congres zal plaats hebben van 25 tot 29 Juni. Vol gens het programma zullen vraagstuk ken behandeld worden in verband met de laatste decreten van Pius X over de veel vuldige H. Communie en de eerste H. Communie der kinderen. Op 29 Juni (het feest van St. Petrus en Paulus) zal een pontificale H. Mis opge dragen worden in de open lucht, 's Mid dags heeft de groote processie plaats, waarbij het altaar, vanwaar de zegen ge geven wordt, op het groote plein van Almeira wordt opgeslagen voor het uit gestrekte Koninklijke paleis. De Koning en de Koningin zullen de plechtigheid bijwonen, die een schitterend schouwspel belooft aan te bieden. Den dag na het congres wordt een tocht ondernomen naar Toledo met een bezoek aan de kathedraal. Zaterdag bedevaart naar het Escuriaal en aanbiddingsnacht in de kapel van dit beroemde bouwwerk. PORTUGAL. De nieuwe republiek. „De Temps" ontving een telegram uit Spaan- sche bron, waarin gemeld wordt, dat de toestand in Portugal vrij gespannen is. De arbeiders stellen eischen, die onmo gelijk zijn te bevredigen. In het leger zijn talrijke overtredingen tegen de dis cipline voorgekomen. Drie kruisers zijn weggezonden. De regeering zou niet zieker zijn van leger en vloot. De bevolking maakt zich ongerust. EERSTE KAMER In de Eerste Kamerzitting van Don derdag werd bij de behandeling een-er suppletoire oorlogsbegroating door de le den der rechterzijde 't Hooft, Waller, Franssen, Van Voorst (Kath.), Van der Bressen (Kath.) en Van der Does (Kath.) bij de regeering krachtig op aangedrongen pogingen te doen jtot behoud van Minister Cool. Minister Heemskerk antwoordde dat hij zich, hoe-wel de gebleken welwillende ge zindheid jegens Minister Cool waardeeren- de, op het oogenblik niet kon uitlaten over het verloop van de crisis aan het De partement van Oorlog. Tegen de aanneming van het wetsont werp, dat het aangaan van een geldlee- ning ten laste van den Staat beoogt, werd geen bezwaar gemaakt. Eenige leden zouden de voorbeur aan een 4 pet. fonds hebben gegeven, doch de meeste leden zouden daartegen be zwaar hebben gehad. Ook het aangaan van een 3 pet. leening werd verdedigd en bestreden. Ten slotte legde echter zich alle leden bij een rentevoet van 3l/2 pet. neder. Ook de regeling piet. de Rijkspostspaar bank ontmoette geen bezwaar. Nog weid aangedrongen op zeer spoie- dige instelling van het nieuwe Grootboek, bedoeld in art. 1, 2 de lid. Sommige leden verklaarden zich te ver eenigen met het denkbeeld, door den heer heer Patijn in de Tweede Kamer ontwik keld, om den minister bij voorkomende noodzakelijkheid om' te leenen ©en rui mere volmacht te verstrekken wat het tijdstip van het sluiten der leening be treft, teneinde hem in de gelegenheid te stellen het goede oogenblik te kiezen ten opzichte van den stand der geldmarkt. Ook ter voorkoming, dat andere lichamen, gemeenten of provinciën, terzelfder tijd als de Staat een beroep op de geldmarkt deden. Andere leden meenden, dat in de prac- tijk het toekennen van bedoelde ruimere bevoegdheid aan den minister weinig aan den loop der zaak zou veranderen. HOOFDSTUK I (Huis der Koningin) 1911. Men behield zich voor om, hij gelegen heid van het onderzoek van de Staats- begrooting voor 1911 in haar geheel po litieke en financieel© beschouwingen te houden. Algemeen kon men zijn goedkeuring hechten aan het voorstel tot verbouwing van het Paleis Het Loo. Dat er tegen dit voorstel op grond van de woorden van art. 25 der Grond wet bezwaar bestaat, werd met een be roep op de geschiedenis van bet artikel ontkend. Eenige leden zouden er de voorkeur aan. hebben gegeven, indien de som, noo dig voor de verbouwing, niet bij termijn nen, maar in haar geheel ware aange vraagd, teneinde met het werk des te spoediger voortgang te kunnen mak-en. Hiertegen werd aangevoerd, dat dit geen doel zou treffen, daar het toch niet mo gelijk zou zijn, het geheele benoodigde bedrag in één jaar te verwerken. Katholieke Kiezers Indien de persoonlijke voor- treffelijkheid van den liberalen S candidaat indruk op U maakt, nog 2 grooteren iudrek moet op U maken J het Christelijk beginsel, dat de rechtsche Candidaat vertegen- woordigt en volgens hetwelk hij wil leven en handelen, ook in de politiek. 2 Zooveel nu het beginsel eene 2 toevallige eigenschap over- 2 treft, zooveel moet gij den rechtschen candidaat hooger stellen, gezwegen nog van de bekwaamheden, die ook hem als mensch sieren. Intervieuw met dr. A. Kuyper. Reuter seint uit Brussel aan de „Nieuwe Courant" het volgende uit een interview, dat het blad de „Soir" heeft gehad met dr. A. Kuyper. Deze zeide dat Nederland het recht heeft om bij Vlissingen een fort te bou wen, maar de oppositie was sterk genoeg om het ontwerp schipbreuk te doen lijden. De artikelen van de „Indépendance" beige" en van den „Temps" hebben het resultaat gehad, dat vele tegenstanders van het ontwerp zich er mede verzoen den als protest tegen de vreemde inmen ging- Wij zullen handelen overeenkomstig de tractaten i-n tijd van oorlog en zullen de uitlegging doen kennen, die wij aan de verschillende gevallen geven. Dr. Kuyper bevestigde dat oen brief van keizer Wilhelm nooit heeft bestaan, en hij gaf de meening te kennen,, dal de nieuwe minister van Oorlog dezelfde gedragslijn zou volgen als de afgetreden minister. ner leden verliest, een zeer geacht en hoogstaand man, die echter niet over de kracht beschikt zonder welke een hoofd van het departement van oorlog het vooral in de tegenwoordige omstandigheden het op den duur niet stielion kan. Echt liberaal 1 In de dezer Idagen te Utrecht gehou den vergadering der „Mij. tot bevorde ring der Geneeskunde" werd, blijkens ver slag van de N. Rott. Crt. volgend be sluit genomen: „Met algemeene stemmen sprak de ver gadering .als haar meening uit, dat be palingen, pp grond van welke voor toe lating tot een ziekenfonds een verzekerd» moet voldoen aan een bepaalde politie ke of godsdienstige richting, in het na deel van den verzekerde is en dat der gelijke bepalingen in de wet verbodeiu moeten worden." Waarom het wel vrij moet staan, zie kenfondsen op te richten voor allerlei ca- tegoriën van personen, w,aar de oprich ting van een specifiek roomsch, protes- tantsch of joodsch ziekenfonds een zóó gevaarlijke en schadelijke zaak te ach ten is, dat zij bij de met moet verbo den worden, zal velen met ons niet dui delijk wezen, 't Gevallen besluit geeft misschien blijk van liberale gezindheid, doch zeker niet van hoog ontwikkeld vrijheidsbegrip der vereenigde artsen. (Tijd.) De Crisis aan Oorlog. Volgens „De Telegraaf" wil de heer Colijn, die genoemd werd .als opvolger van Minister Cool, daarvoor niet in aan merking komen. Van militaire zijde ver nam zijn correspondent, dat verschillen de opperofficieren eveneens te kennen ge geven hebben geen ministerzetel te begee- ren. Als een der candidaten werd nog ge noemd de generaal-majoor jhr. L. C. van den Brandeler, gouverneur der Koninklijke Militaire Academie. De motie-Duymaer van Twist. Het Kamerlid dr. Nolens schrijft in de Nieuwe Vjenl. Crt. De .Minister had deze motie te recht of ten onrechte onaannemelijk verklaard. Hij bad de portefeuillequaes- tie gesteld. Gevolg van de aanneming der motie is nu lo. voor de officieren: de nieuwe tractementsregeling zon met 1 April in werking treden. Daarop zullen de belang hebbenden wat langer moeten wachten. Niet zoo heel lang. Immers liet is een eereplicht van welken Minister van Oor log dan ook, en van de Kamer om )de tractements- en pensioenregeling spoe dig; tot stand te brengen. In de motie is het uitgesproken; 2o. voor hot leger: dat het gespaard blijft van de nadeelige gevolgen van oen tractements verhooging der officieren zon der daarbij passende pensioensverhoo- ging; 3o. voor het kabinet, dat het een zij De val van Minister Cool. In een Hollandsche correspondent van de „Germania" lezen wij: Het Nederlandsche legerwezen is niet wat het moet zijn en kan zijn, maar wie draagt daarvan de hoofdschuld? Uitslui tend de betweters van het Parlement, die in het deskundig werk der Ministers van Oorlog hebben ingegrepen en door hunne oppositie den eenen Minister na den anderen ten val hebben gebracht. Zeer adrem schrijft „De Tijd" van, de zulken, dat zij „den anti-militaristischen geest in het volk hebben aangewakkerd". De vastgereden wagen kan thans niet met één schok in bet rechte spoor wor den gebracht. Daarvoor is tijd en een volle kracht noodig, die weet wat zij wil. Intusschen erkent de correspondent rond uit, dat Minister Cool al te hardnekkig op zijn eischen stond en de Tweede Ka mer uitdaagde tot een krachtproef, die hij verloor. „Een ommekeer van zaken." Zóó noemen de leiders der Evangelische Maatschappij en van de Algemeene Pro- testantenvereeniging bet verdrijven van den koning van Portugal en de vervanging van het koningschap door de republiek. Zóó noemen die heeren bedoelde gebeur tenis in een schrijven aan onze Ko ningin. Hare Majesteit moet, aldus merkt „Het Huisgezin" op, van dit vriendelijk, goe dig euphomisme toch jvel een oogenblik verbluft hebben gestaan. Een koning weg jagen, de republiek uitroepen, het is eenvoudig „een ommekeer van zaken." Men is zoo hoffelijk, dit aan zijn eigen Koningin te schrijven. Mr. Veegens f. In den oud-minister Veegens, die Dins dagnacht na een kortstondige ziekte over leed, gaat een, man van beteekenis voor het land verloren. Een man van groote kennis en ook van groote werkkracht. Daarbij een politieke persoonlijkheid, die ook bij zijn tegenstanders de achting en waardeering genoot, jvaarop zijne vele hoedanigheden hem aanspraak gaven. Socioloog van beteekenis droeg hij den kleinen lieden een warm hart toe, en het was ongetwijfeld voor een groot deel te wijten aan de ongunstige politieke om standigheden, waaronder hij als minister optrad, dat zijn, werkzaamheid toen niet de beloofde resultaten opleverde. Een te leurstelling was daarbij vooral, dat uit de verzekerings-ontwerpen de invaliditeit bleek uitgeschakeld. Toch heeft hij vele bewijzen gegeven van zijn belangstelling voor de verhef fing des volks en nam hij een voorname plaats in onder hen, die een ruim aan deel hadden aan de beweging der laatste twintig, dertig jaren, welke het sociaal besef onder ons zoozeer lieeft verleven digd. Al behoorde bij niet tot de onzen, al was hij onze principieele tegenstander en gaf hij daarvan meermalen zelfs op aggressieve wijze blijk, de hulde, waarop hij om zijn, groote gaven rechten kan doen gelden, mag hem ook onzerzijds niet worden onthouden. (Centrum) Wie de verdraagzame menschen zijn. Voor eeu dag of tien had het te Goes verschijnend vrijzinnig orgaan als hoofd artikel eene beschouwing over het antwoord, in eene brochure van de Petrus Ganisius- vereeniging gegeven op de aanvallen in zake de Borromaeus-encyclieb. In deze beschouwing werden wij, Katho lieken, als onverdraagzaam geschilderd. Als bescheid hierop meenen wij niet beter te kunnen doen dan onderstaand stukje af te drukken uit de „Nieuwe Tilburgsche Courant", 1 ot opschrift voeren de: „Wie de verdaagzame menschen zjjn". „Het is voor menschen die ooit leefden in katholieke streken, genoegzaam bewezen, dat de katholieken practisch zeer verdraag zame menschen zijn. Verdraagzamer dan anderen. L>e minister van Waterstaat, mr. Regout, heeft dit in de Tweede Kamer voor enkele dagen met zooveel woorden gezegd en niemand sprak hem tegen. Het was bij de bespreking van het „geloofsonderzoek" bij de ambtenaren der posterijen. De minister zeide daar teekenen- de dingetjes over. Om eens te weten hoe het met de „baantjes" onder de lagere ambtenaren bij de posterijen stond, liet hij een onderzoek instellen. Hij vond toen eigenaardige toestanden dat moet gezegd „De statistiek leerde mij o. a, dat in een gemeente waar 41 pCt. katholieken woonden ik noem de katholieken, omdat bij andere gezindten zoovele schakeeringen bestaan van de personen, die voor hulp besteller enjongeling in aanmerking kwamen, minstens 50 pCt. katholiek waren, en desniettegenstaande sedert 1908, toen minis ter Bevers optrad tot eind 1909, waren aaugesteld 16 hulpbestellers, waarvan geen enkel katholiek; dat in diezelfde plaats van af Februari 1908 van hen, die in de toe komst in aanmerking zullen komen om besteller te warden, er op 32 slechts 3 katholiek zijn. Nu zeg ikdergelijke gevallen zijn meer dau louter toeval. In de inspectie Leeuwarden zijn 642 beambten, waarvan slechts 19 katholieken. In de inspectie Groningen op 825 beamb. ten, waarvan slechts 19 katholieken. Daartegen in de inspectie 's-Hertogen- b ;sch op 753 beambten, 378 tiet-katholieken en in de inspectie Maastricht op 685 beambten, 118 niet katholieken. Het valt in het eng, dat men in de Noordelijke provinciën het vanzelf sprekend vindt, dat katholieken niet in aanmerking kunnen komen. Hoe dit te verklaren? Men heeft aan de inspectiën, die indirect invloed uitoefenen, 2 katholieken op de 28, en van de direc teuren zijn er pCt. niet-batholiek. Als regel zullen katholieke directeuren solliciteeren naar een directie in een katho lieke plaats, omdat men heel goed weet, dat de katholieken zich in een protestantsche omgeving veel minder aangenaam thuis voelen dan protestanten in een katholieke omgeving, omdat vooral in het Zuiden de katholieken veel meer inschikkelijk tegen over andersdenkenden zijn dan omgekeerd". Zooals wij zeiden: niemand sprak den minister tegen." Openbare Leeszalen. Tot de onderteekenaars van het bekende amendement, dat bedoelde de subsidieering van leeszalen, zooals was voorgesteld, te doen vervallen, behoorde de christelijk- historische heer van Idsinga. Deze nam aldus onder zijne partijgenooten een afwijkende houding aan. In de „Nieuwe Courantdeelt hij daar hij wegens ziekte aan de beraadslaging niet kon deelnemen mede, waarom hij tegen subsidieering is. Hij gteft vier gronden aan: le. Omdat ik ernstig bezwaar heb tegen het grenzeloos gesubsidieer uit 's rijks kas. Daar moet een eind aan komen. 2e. Omdat men hier te maken heeft met een louter locale aangelegenheid. Moet de instelling uit de publieke bas worden gesubsidieerd, dan dient dit alleen te geschieden uit de gemeentekas. Ik zou dit niet rechtens willen belet ten, maar 3e. ik zou toch ook hiertegen bezwaar hebben. Daar dit vraagpunt echter buiten het gebied ligt van het amen dement zal ik kortheidshalve hierover zwijgen. De beslissing is nu eenmaal 4e Ik heb het amendement o ik mede onderteekend omdat ik het afkeur dat een Minister van rechts met behulp van de oppositie een martregel door drijft waartegen een overgroot deel der rechterzijde ernstige bezwaren heeft, die bij een groot'deel zelfs principieele bezwaren zijn, terwijl bij den Minister zeiven geen beginsel tot den maatregel noope Vooral de laatste verdient de aandacht. Om twee redenen: eerstens geeft hij duide lijk aan de politiek, die een coalitie kabinet pasttweedeos ziet ook de heer van Idsinga, dat de Katholieken tegenover het subsidi eeringsvuorstel principieel gekant waren. Msbode. De Katholieken en de benoemingen. Men schrjjft aan het „Centrum" Baarn heeft plm. 8500 inwoners. Het aantal communicanten bedraagt meer dan

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 9