No. I. DERDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Zondag I Januari 19il.
BUITENBAND.
BINNENLAND
••••••••••■•••••••••••••••e
schen aan familie, vrien-
;ers in 1911.
F. CHAMULEAU,
Winkelierster.
schen aan familie, vrien-
;ers in 1911.
HAMÜLEAU,
Aannemer.
schen aan familie, vrien-
gers in 1911.
DEPONDT,
Gedipl. hoefsmid.
schen aan familie, vrien-
gers in 1911.
DONKERS,
Schoenmaker.
Lschen aan familie, vrien-
gers in 1911.
GEUS,
en Wagenmaker.
nschen aan familie, vrien-
igers in 1911.
HOENE,
"Café.
e.
nschen aan familie, vrien-
igers jn 1911.
JONGE Azn.,
HandeJ in Loten.
e.
snschen aan familie, vrien-
tigers jn 1911.
JE JONGE Pzn.,
lordiger der firma Wilking.
nschen aan familie, vrien-
tigers in 1911.
DE JONGE,
Slager.
enschen aan familie, vrien-
■tigers in 1911.
)E JONGE Pzn.,
Café, Lange Weegtje.
ne.
KEIJZER,
Hoofd der school.
Z. N.
•enschen aan familie, vxien-
Lstigers in 1911.
AN LOENHOUD,
Handel in rijwielen.
•enschen aan familie, vrien-
stigers in 1911.
L. MOROUW,
Planter en snoeier.
me.
renschen aan familie, vrien-
istigers jn 1911.
G. NAGELKERKE,
Vrachtrijder,
wenschen aan familie, vrien-
mstigers in 1911.
J. RAVEN,
Particulier,
nme.
wenschen aan familie, vrien-
mstigers in 1911.
C. REMEIJN,
Bakker,
wenschen aan familie, vrien-
nstigers in 1911.
A. REMIJNSE,
in Ijzerwaren,
mme.
wenschen aan familie, vrietf»-
;uns,tigers in 1911.
i VAN Ï1GCHELEN,
Rijwielen en Naaimachines,
mme.
G. VERBEEK Sr.
Kwadenidamnse,
wenschen aan familie, vrien-
'unstigers in 1911.
P. VERBEEM,
maker en Fruithandelaar,
imme.
(Zie verder Derde Blad.)
IHIÏSCHLASB.
E e n g r o o t e figuur. Over den over
leden oud-Rij'ksdagvoorzitter melden de
Katholieke bladen nog het volgende:
Graaf Franz von Ballestrem was een
der grootste en edelste mannen, die bet
katholieke Duitschland in de laatste eeuw
heeft voortgebracht. Het is dus niet al
leen zijne familie, maar heel het katho
lieke volk van Duitschland, dat door zijn
afsterven getroffen wordt. Maar ook in
de rangen zijner tegenstanders is de vroe
gere voorzitter va,n den Duit.sehen Reichs
tag zeer geacht.
In den moeilijken tijd van den Kul-
turkampf heeft hij zijn parlementairen ar
beid begonnen. In 1872 was hij gekozen
als afgevaardigde van het 4de district
Oppein (Labiinitz-Tost Gleiwitz). Hij sloot
zich aan bij' hot Centrum. Voor een mian
van zijn stand jn die dagen een daad
van durf en kracht. Een zijner eerste par
lementaire daden was positie nemen te
genover Bismarck, toen deze de wet tegen
de Jezuïeten en „aanverwante orden"
smeedde. In de gedenkwaardige zitting
van 17 Mei 1872, was het graaf Ballestrem
die de Jezuïeten als zijn eerwaarde
leeraars en hooggeschatte vrienden tegen
de aanvallen der tegenstanders verde
digde.
Ballestrem was zeer welsprekend, maar
te bescheiden om naast mannen als
Windthorst, Mallinckrodt, Reichensperger
en Schorlemer Alst op te treden.
Nog eenmaal trok hij' de algemeene
aandacht op zich, maar niet door eene
lange redevoering, enkel door eene onder
breking met één woord, toen Bismarck
poogde het Centrum den pleger van een
aanslag, zekeren Kulfmann aan te wrij
ven en Ballestrem hem een krachtig
„Foei!" in het aangezicht slingerde, een
„foei" dat bij millioenen katholieken weer
klank vond en een stormachtig tooneel
in den Rijksdag uitlokte.
Met eene onderbreking van vijf jaar,
heeft graaf Ballestrem zijn mandaat tot
zijn aftreden in December 1906 behou
den. Hij was tot voorzitter van de hooge
vergadering gekozen in 1898, nadat hij
sedert 1890 onder-voorzitter was geweest.
Als voorzitter kweet hij zich zoo goed
van zijne taak, dat zelfs zijne tegenstan
ders hem hiervoor hulde brachten. Wat
hem vooral kenmerkte was zijne onpartij
digheid en zijn nooit onbrekende slag
vaardige humor, die hij vrij spel kon
geven, zonder ooit de waardigheid van
zijn ambt er door te verminderen.
Met dien verkwikkenden humor heeft
hij menigmaal moeilijke toestanden over
wonnen, wrijvingen verzacht en heftige
tooneelen verhinderd.
Na. den dood in 1890, van vrijheer von
und zu Franckenstein, werd graaf Bal
lestrem ook voorzitter van de Centrum
fractie van den Rijksdag, een voorzitter
schap, dat hij jn 1893 neerlegde.
Graaf Ballestrem was eerebailli van
de souvereine Maltezer j-idderorde en als
pauselijk geheim kamerheer „di spada e
ca.ppa" lid der pauselijke familie. Hij was
ook werkelijke geheimraad met den titel
van Excellentie.
Hij was den 5 September 1834 te Plaw
niowitz, in Oppor-Silezië geboren en stu
deerde te Luik van 1853 tot 1855, waarna
hij ruiterij-officier werd. Hij maakte in die
hoedanigheid den oorlog van 1870/71 mee.
Door eenen val invaliede geworden, ver
liet 'hij het leger.
In 1858 trouwde hij' met gravin von
Saurma Jeltsch en kreeg zes zonen en
drie dochters. Een zijner zonen is onlangs
bij een automobiel-ongeluk gedood.
Het is, zegt de „Köln. Volksz.", een
lang, over 't algemeen gelukkig leven ge
weest.
Veel heeft hij gedaan voor de rechten
der Katholieken in het openbaar leven,
maar ook veel is hij geweest veo-r zijn
gezin en voor zjjh ondergeschikten, die
duizenden in getal waren; want hij bezat
grootè mijnen en fabrieken.
Zg allen zullen hem met dankbaarheid
gedenken.
R. I. P.
ESGE1AÏD.
Het spoorwegongeluk. Van het
ongeluk bij Kirkby, wordt nog gemeld
het verhaal van een herder, die daar in
de buurt was toen, 's morgens vóór het
daglicht aanbrak, de pneltrein kwam aan-
donderen en met een plotselinge hevige
schok en een gekraak te pletter stiet.
De hgrder snelde toe en zag de twee
machines van den sneltrein overhoop ge
Worpen tegen den spoordijk, terwijl de
stoom ontsnapte en het vuur uit de ma
chines lekte. Het was een geweldig gesis
van de ontsnappende stoom, die alle
andere geluiden overstemde. De herder
en een metgezel hoorden een man, tame
lijk kalm, roepende hem te helpenhij
kat beklemd tusschen het houtwerk en
vroeg of zij een bijl wilden halen om
hem te bevrijden. Toen de herder met
de bjjl terugkwam en begon te hakken
had het vuur zich al verspreid over de
beide aan splinters gestoote wagons en
tastte het verdere gedeelte van den trein
aan, ook de plek waar de man beklemd
?at. De herders moesten hun pogingen
opgeven en hoorden den man, wiens ge
zicht zij niet eens gezien hadden, een
angstkreet slaken toen het vuur hein be
reikte. Zij hadden vergeten zijn naam
te vragen. De hevigheid van het vuur
dat door den sterken wind werd aange
wakkerd was ontzettend.
Hoeveel dooden er zijn, weet men niet;
het aantal vermisten is minstens twintig.
Naar de „Daily Mail" van Zondagoch
tend meldt, is het ongeluk aan den Sehot-
schen express-trein overkomen, jte wijten
aan den wisselwachter. De arme man,
die diep gebukt gaat onder het leed,
door een vergeetachtigheid zijnerzijds ver
oorzaakt, heeft, naar het blad mededeelt,
zijn begane fout volmondig bekend.
De twee lichte locomotieven hadden,
zooals op dat gedeelte der baan eiken
dag noodig is, een trein de steile helling
opgebracht en keerden naar Carlisle terug.
De „signaal-man" van Howes Junction
had zeven dergelijke hulpmachines in zijn
blok, die hij achtereenvolgens naar ver
schillende plaatsen had moeten terugzen
den. Op een gegeven oogenblik had hij
totaal vergeten, dat de twee Carlisle-
locomotieven op de baan waren, toen
hij het signaal voor den Schotschen ex
press veilig zette en voordat hij zijn fout
bemerkt had, was het vreeselijk ongeluk
gebeurd.
Arme kerel
SPANJE.
Hot Eucharistisch congres te
Madrid. De bisschop van Namen, mgr.
Heylen, die belast is met de voorbereiding
van het Eucharistisch congres te Madrid,
heeft zich in gezelschap van zijn secreta
ris naar Spanje begeven om de noodige
toegereidselen te maken.
Overal waar hij zich in Spanje op
hield, werd hij met den grootsten eerbied
ontvangen; zoo in Valencia, Burgos, Vit-
toria, San Sebastian en Iroen.
Aan het station te Madrid werd Z. D.
H. ontvangen door den president van het
Eucharistisch centraal comité voor Span
je', den advocaat José Gavilan, den
overste van de genie Raphael Moreno, J.
Gil de Borja en den marinecommandant
Luis de Pando.
Het congres zal te Madrid gehouden
worden onder presidium van den kardi
naal-aartsbisschop van Toledo, Aguirre y
Garc-ia; de bisschop van Madrid, Mgr. Sal
vador zal voorzitter zijn van de Spaan-
sche afdeeling, de infante Isabella zal
het damescomité voorzitten. Mgr. Heyl;en
zal de algemeene leider zijn.
De Koning en de Koningin hebben hun
voldoening er over te kennen gegeven,
dat het Congres in de hoofdstad zal plaats
hebben en hebben het eene-voorzittier-
schap op zich genomen. Het congres zal
plaats hebben van 25 tot 29 Juni. Vol
gens het programma zullen vraagstuk
ken behandeld worden in verband met de
laatste decreten van Pius X over de veel
vuldige H. Communie en de eerste H.
Communie der kinderen.
Op 29 Juni (het feest van St. Petrus en
Paulus) zal een pontificale H. Mis opge
dragen worden in de open lucht, 's Mid
dags heeft de groote processie plaats,
waarbij het altaar, vanwaar de zegen ge
geven wordt, op het groote plein van
Almeira wordt opgeslagen voor het uit
gestrekte Koninklijke paleis.
De Koning en de Koningin zullen de
plechtigheid bijwonen, die een schitterend
schouwspel belooft aan te bieden.
Den dag na het congres wordt een
tocht ondernomen naar Toledo met een
bezoek aan de kathedraal.
Zaterdag bedevaart naar het Escuriaal
en aanbiddingsnacht in de kapel van dit
beroemde bouwwerk.
PORTUGAL.
De nieuwe republiek. „De
Temps" ontving een telegram uit Spaan-
sche bron, waarin gemeld wordt, dat de
toestand in Portugal vrij gespannen is.
De arbeiders stellen eischen, die onmo
gelijk zijn te bevredigen. In het leger
zijn talrijke overtredingen tegen de dis
cipline voorgekomen. Drie kruisers zijn
weggezonden. De regeering zou niet zieker
zijn van leger en vloot. De bevolking
maakt zich ongerust.
EERSTE KAMER
In de Eerste Kamerzitting van Don
derdag werd bij de behandeling een-er
suppletoire oorlogsbegroating door de le
den der rechterzijde 't Hooft, Waller,
Franssen, Van Voorst (Kath.), Van der
Bressen (Kath.) en Van der Does (Kath.)
bij de regeering krachtig op aangedrongen
pogingen te doen jtot behoud van Minister
Cool.
Minister Heemskerk antwoordde dat hij
zich, hoe-wel de gebleken welwillende ge
zindheid jegens Minister Cool waardeeren-
de, op het oogenblik niet kon uitlaten over
het verloop van de crisis aan het De
partement van Oorlog.
Tegen de aanneming van het wetsont
werp, dat het aangaan van een geldlee-
ning ten laste van den Staat beoogt, werd
geen bezwaar gemaakt.
Eenige leden zouden de voorbeur aan
een 4 pet. fonds hebben gegeven, doch
de meeste leden zouden daartegen be
zwaar hebben gehad. Ook het aangaan
van een 3 pet. leening werd verdedigd
en bestreden. Ten slotte legde echter zich
alle leden bij een rentevoet van 3l/2 pet.
neder.
Ook de regeling piet. de Rijkspostspaar
bank ontmoette geen bezwaar.
Nog weid aangedrongen op zeer spoie-
dige instelling van het nieuwe Grootboek,
bedoeld in art. 1, 2 de lid.
Sommige leden verklaarden zich te ver
eenigen met het denkbeeld, door den heer
heer Patijn in de Tweede Kamer ontwik
keld, om den minister bij voorkomende
noodzakelijkheid om' te leenen ©en rui
mere volmacht te verstrekken wat het
tijdstip van het sluiten der leening be
treft, teneinde hem in de gelegenheid
te stellen het goede oogenblik te kiezen
ten opzichte van den stand der geldmarkt.
Ook ter voorkoming, dat andere lichamen,
gemeenten of provinciën, terzelfder tijd
als de Staat een beroep op de geldmarkt
deden.
Andere leden meenden, dat in de prac-
tijk het toekennen van bedoelde ruimere
bevoegdheid aan den minister weinig aan
den loop der zaak zou veranderen.
HOOFDSTUK I (Huis der Koningin) 1911.
Men behield zich voor om, hij gelegen
heid van het onderzoek van de Staats-
begrooting voor 1911 in haar geheel po
litieke en financieel© beschouwingen te
houden.
Algemeen kon men zijn goedkeuring
hechten aan het voorstel tot verbouwing
van het Paleis Het Loo.
Dat er tegen dit voorstel op grond
van de woorden van art. 25 der Grond
wet bezwaar bestaat, werd met een be
roep op de geschiedenis van bet artikel
ontkend.
Eenige leden zouden er de voorkeur
aan. hebben gegeven, indien de som, noo
dig voor de verbouwing, niet bij termijn
nen, maar in haar geheel ware aange
vraagd, teneinde met het werk des te
spoediger voortgang te kunnen mak-en.
Hiertegen werd aangevoerd, dat dit geen
doel zou treffen, daar het toch niet mo
gelijk zou zijn, het geheele benoodigde
bedrag in één jaar te verwerken.
Katholieke Kiezers
Indien de persoonlijke voor-
treffelijkheid van den liberalen
S candidaat indruk op U maakt, nog
2 grooteren iudrek moet op U maken
J het Christelijk beginsel, dat de
rechtsche Candidaat vertegen-
woordigt en volgens hetwelk hij wil
leven en handelen, ook in de politiek.
2 Zooveel nu het beginsel eene
2 toevallige eigenschap over-
2 treft, zooveel moet gij den rechtschen
candidaat hooger stellen, gezwegen
nog van de bekwaamheden, die ook
hem als mensch sieren.
Intervieuw met dr. A. Kuyper.
Reuter seint uit Brussel aan de „Nieuwe
Courant" het volgende uit een interview,
dat het blad de „Soir" heeft gehad met
dr. A. Kuyper.
Deze zeide dat Nederland het recht
heeft om bij Vlissingen een fort te bou
wen, maar de oppositie was sterk genoeg
om het ontwerp schipbreuk te doen
lijden.
De artikelen van de „Indépendance"
beige" en van den „Temps" hebben het
resultaat gehad, dat vele tegenstanders
van het ontwerp zich er mede verzoen
den als protest tegen de vreemde inmen
ging-
Wij zullen handelen overeenkomstig de
tractaten i-n tijd van oorlog en zullen de
uitlegging doen kennen, die wij aan de
verschillende gevallen geven.
Dr. Kuyper bevestigde dat oen brief
van keizer Wilhelm nooit heeft bestaan,
en hij gaf de meening te kennen,, dal
de nieuwe minister van Oorlog dezelfde
gedragslijn zou volgen als de afgetreden
minister.
ner leden verliest, een zeer geacht en
hoogstaand man, die echter niet over de
kracht beschikt zonder welke een hoofd
van het departement van oorlog het vooral
in de tegenwoordige omstandigheden het
op den duur niet stielion kan.
Echt liberaal 1
In de dezer Idagen te Utrecht gehou
den vergadering der „Mij. tot bevorde
ring der Geneeskunde" werd, blijkens ver
slag van de N. Rott. Crt. volgend be
sluit genomen:
„Met algemeene stemmen sprak de ver
gadering .als haar meening uit, dat be
palingen, pp grond van welke voor toe
lating tot een ziekenfonds een verzekerd»
moet voldoen aan een bepaalde politie
ke of godsdienstige richting, in het na
deel van den verzekerde is en dat der
gelijke bepalingen in de wet verbodeiu
moeten worden."
Waarom het wel vrij moet staan, zie
kenfondsen op te richten voor allerlei ca-
tegoriën van personen, w,aar de oprich
ting van een specifiek roomsch, protes-
tantsch of joodsch ziekenfonds een zóó
gevaarlijke en schadelijke zaak te ach
ten is, dat zij bij de met moet verbo
den worden, zal velen met ons niet dui
delijk wezen, 't Gevallen besluit geeft
misschien blijk van liberale gezindheid,
doch zeker niet van hoog ontwikkeld
vrijheidsbegrip der vereenigde artsen.
(Tijd.)
De Crisis aan Oorlog.
Volgens „De Telegraaf" wil de heer
Colijn, die genoemd werd .als opvolger
van Minister Cool, daarvoor niet in aan
merking komen. Van militaire zijde ver
nam zijn correspondent, dat verschillen
de opperofficieren eveneens te kennen ge
geven hebben geen ministerzetel te begee-
ren. Als een der candidaten werd nog ge
noemd de generaal-majoor jhr. L. C. van
den Brandeler, gouverneur der Koninklijke
Militaire Academie.
De motie-Duymaer van Twist.
Het Kamerlid dr. Nolens schrijft in de
Nieuwe Vjenl. Crt.
De .Minister had deze motie te
recht of ten onrechte onaannemelijk
verklaard. Hij bad de portefeuillequaes-
tie gesteld.
Gevolg van de aanneming der motie
is nu
lo. voor de officieren: de nieuwe
tractementsregeling zon met 1 April in
werking treden. Daarop zullen de belang
hebbenden wat langer moeten wachten.
Niet zoo heel lang. Immers liet is een
eereplicht van welken Minister van Oor
log dan ook, en van de Kamer om )de
tractements- en pensioenregeling spoe
dig; tot stand te brengen. In de motie
is het uitgesproken;
2o. voor hot leger: dat het gespaard
blijft van de nadeelige gevolgen van oen
tractements verhooging der officieren zon
der daarbij passende pensioensverhoo-
ging;
3o. voor het kabinet, dat het een zij
De val van Minister Cool.
In een Hollandsche correspondent van
de „Germania" lezen wij:
Het Nederlandsche legerwezen is niet
wat het moet zijn en kan zijn, maar wie
draagt daarvan de hoofdschuld? Uitslui
tend de betweters van het Parlement,
die in het deskundig werk der Ministers
van Oorlog hebben ingegrepen en door
hunne oppositie den eenen Minister na
den anderen ten val hebben gebracht.
Zeer adrem schrijft „De Tijd" van, de
zulken, dat zij „den anti-militaristischen
geest in het volk hebben aangewakkerd".
De vastgereden wagen kan thans niet
met één schok in bet rechte spoor wor
den gebracht. Daarvoor is tijd en een
volle kracht noodig, die weet wat zij wil.
Intusschen erkent de correspondent rond
uit, dat Minister Cool al te hardnekkig
op zijn eischen stond en de Tweede Ka
mer uitdaagde tot een krachtproef, die
hij verloor.
„Een ommekeer van zaken."
Zóó noemen de leiders der Evangelische
Maatschappij en van de Algemeene Pro-
testantenvereeniging bet verdrijven van
den koning van Portugal en de vervanging
van het koningschap door de republiek.
Zóó noemen die heeren bedoelde gebeur
tenis in een schrijven aan onze Ko
ningin.
Hare Majesteit moet, aldus merkt „Het
Huisgezin" op, van dit vriendelijk, goe
dig euphomisme toch jvel een oogenblik
verbluft hebben gestaan. Een koning weg
jagen, de republiek uitroepen, het is
eenvoudig „een ommekeer van zaken."
Men is zoo hoffelijk, dit aan zijn eigen
Koningin te schrijven.
Mr. Veegens f.
In den oud-minister Veegens, die Dins
dagnacht na een kortstondige ziekte over
leed, gaat een, man van beteekenis voor
het land verloren.
Een man van groote kennis en ook van
groote werkkracht.
Daarbij een politieke persoonlijkheid,
die ook bij zijn tegenstanders de achting
en waardeering genoot, jvaarop zijne vele
hoedanigheden hem aanspraak gaven.
Socioloog van beteekenis droeg hij den
kleinen lieden een warm hart toe, en
het was ongetwijfeld voor een groot deel
te wijten aan de ongunstige politieke om
standigheden, waaronder hij als minister
optrad, dat zijn, werkzaamheid toen niet
de beloofde resultaten opleverde. Een te
leurstelling was daarbij vooral, dat uit
de verzekerings-ontwerpen de invaliditeit
bleek uitgeschakeld.
Toch heeft hij vele bewijzen gegeven
van zijn belangstelling voor de verhef
fing des volks en nam hij een voorname
plaats in onder hen, die een ruim aan
deel hadden aan de beweging der laatste
twintig, dertig jaren, welke het sociaal
besef onder ons zoozeer lieeft verleven
digd.
Al behoorde bij niet tot de onzen, al
was hij onze principieele tegenstander
en gaf hij daarvan meermalen zelfs op
aggressieve wijze blijk, de hulde,
waarop hij om zijn, groote gaven rechten
kan doen gelden, mag hem ook onzerzijds
niet worden onthouden. (Centrum)
Wie de verdraagzame menschen zijn.
Voor eeu dag of tien had het te Goes
verschijnend vrijzinnig orgaan als hoofd
artikel eene beschouwing over het antwoord,
in eene brochure van de Petrus Ganisius-
vereeniging gegeven op de aanvallen in zake
de Borromaeus-encyclieb.
In deze beschouwing werden wij, Katho
lieken, als onverdraagzaam geschilderd.
Als bescheid hierop meenen wij niet
beter te kunnen doen dan onderstaand
stukje af te drukken uit de „Nieuwe
Tilburgsche Courant", 1 ot opschrift voeren
de: „Wie de verdaagzame menschen zjjn".
„Het is voor menschen die ooit leefden in
katholieke streken, genoegzaam bewezen,
dat de katholieken practisch zeer verdraag
zame menschen zijn. Verdraagzamer dan
anderen.
L>e minister van Waterstaat, mr. Regout,
heeft dit in de Tweede Kamer voor enkele
dagen met zooveel woorden gezegd en
niemand sprak hem tegen.
Het was bij de bespreking van het
„geloofsonderzoek" bij de ambtenaren der
posterijen. De minister zeide daar teekenen-
de dingetjes over. Om eens te weten hoe
het met de „baantjes" onder de lagere
ambtenaren bij de posterijen stond, liet hij
een onderzoek instellen. Hij vond toen
eigenaardige toestanden dat moet gezegd
„De statistiek leerde mij o. a, dat in een
gemeente waar 41 pCt. katholieken woonden
ik noem de katholieken, omdat bij
andere gezindten zoovele schakeeringen
bestaan van de personen, die voor hulp
besteller enjongeling in aanmerking kwamen,
minstens 50 pCt. katholiek waren, en
desniettegenstaande sedert 1908, toen minis
ter Bevers optrad tot eind 1909, waren
aaugesteld 16 hulpbestellers, waarvan geen
enkel katholiek; dat in diezelfde plaats van
af Februari 1908 van hen, die in de toe
komst in aanmerking zullen komen om
besteller te warden, er op 32 slechts 3
katholiek zijn. Nu zeg ikdergelijke
gevallen zijn meer dau louter toeval.
In de inspectie Leeuwarden zijn 642
beambten, waarvan slechts 19 katholieken.
In de inspectie Groningen op 825 beamb.
ten, waarvan slechts 19 katholieken.
Daartegen in de inspectie 's-Hertogen-
b ;sch op 753 beambten, 378 tiet-katholieken
en in de inspectie Maastricht op 685
beambten, 118 niet katholieken.
Het valt in het eng, dat men in de
Noordelijke provinciën het vanzelf sprekend
vindt, dat katholieken niet in aanmerking
kunnen komen.
Hoe dit te verklaren? Men heeft aan de
inspectiën, die indirect invloed uitoefenen,
2 katholieken op de 28, en van de direc
teuren zijn er pCt. niet-batholiek.
Als regel zullen katholieke directeuren
solliciteeren naar een directie in een katho
lieke plaats, omdat men heel goed weet,
dat de katholieken zich in een protestantsche
omgeving veel minder aangenaam thuis
voelen dan protestanten in een katholieke
omgeving, omdat vooral in het Zuiden de
katholieken veel meer inschikkelijk tegen
over andersdenkenden zijn dan omgekeerd".
Zooals wij zeiden: niemand sprak den
minister tegen."
Openbare Leeszalen.
Tot de onderteekenaars van het bekende
amendement, dat bedoelde de subsidieering
van leeszalen, zooals was voorgesteld, te
doen vervallen, behoorde de christelijk-
historische heer van Idsinga.
Deze nam aldus onder zijne partijgenooten
een afwijkende houding aan.
In de „Nieuwe Courantdeelt hij daar
hij wegens ziekte aan de beraadslaging
niet kon deelnemen mede, waarom hij
tegen subsidieering is.
Hij gteft vier gronden aan:
le. Omdat ik ernstig bezwaar heb
tegen het grenzeloos gesubsidieer uit
's rijks kas. Daar moet een eind aan
komen.
2e. Omdat men hier te maken heeft
met een louter locale aangelegenheid.
Moet de instelling uit de publieke bas
worden gesubsidieerd, dan dient dit
alleen te geschieden uit de gemeentekas.
Ik zou dit niet rechtens willen belet
ten, maar
3e. ik zou toch ook hiertegen bezwaar
hebben. Daar dit vraagpunt echter
buiten het gebied ligt van het amen
dement zal ik kortheidshalve hierover
zwijgen. De beslissing is nu eenmaal
4e Ik heb het amendement o ik mede
onderteekend omdat ik het afkeur dat
een Minister van rechts met behulp
van de oppositie een martregel door
drijft waartegen een overgroot deel der
rechterzijde ernstige bezwaren heeft,
die bij een groot'deel zelfs principieele
bezwaren zijn, terwijl bij den Minister
zeiven geen beginsel tot den maatregel
noope
Vooral de laatste verdient de aandacht.
Om twee redenen: eerstens geeft hij duide
lijk aan de politiek, die een coalitie kabinet
pasttweedeos ziet ook de heer van Idsinga,
dat de Katholieken tegenover het subsidi
eeringsvuorstel principieel gekant waren.
Msbode.
De Katholieken en de benoemingen.
Men schrjjft aan het „Centrum"
Baarn heeft plm. 8500 inwoners. Het
aantal communicanten bedraagt meer dan