Ml M.t Haai aanleiding van een adres. Zaterdag 12 November 1910 Zesde Jaargang. B L B A K. Dit inner testaal uit 8 Maiden. t> EERSTE BLAD. >0.134. LUI ES 2 ZAK, BAARLAND. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- tn VRIJDAGAVOND. Koetsiers, leden. 4 uur 14 min. 4 3 iderdag 10 Novem- 119 min. |et een half uur, de een uur na zona- KEUZE IsSEN vanaf f6.00 vanaf f6.00 I vanaf f5.00 5 vanaf f 1.80 DASSEN S vanaf f 11.00 REGENJASSEN S vanaf 11.00 ERTS (bonkers) vanaf f3.75 lERTS S vanaf f2.75 Is S vanaf f 1.80 BNGENS-CAPES 2 Waterproofstof. EKENS, ICHTVESTEN, BORSTROKKEN, 1 SLOBKOUSEN, RAGENSCHONERS 1SIE-VESTEN. arapluie „CANNE") iRSTSTRAAT, IES. I.OOO. ll is beschikbaar, llegging als hypo- steden met lande- I kleinere bedragen (motto „Belegging" bur. te Vereeniging van |ntoor- en Handels- dienden. fOT PLAATSING en reizigers, leden liet leden.) R, Korendijk 59. nt Middelburg. |ns wordt beleefd verzocht inde vacatures op hunne te wenden omtrent on" indere sollicitanten zjjn gen te bekomen, iden. an 18 jaar en ouder, be- derne talen, boekhouden, ■ijfmachine, binnen- en één of meer dezer vakken nten in een of meer der waaronder met diploma's. ook met diploma, be- lerne talen. verschillende artikelen. bij het Bureau (die voor kost by vooruitbetaling) ldig en kan daarna een- porden verlengd, opnieuw spel voor de Winter» estelling geleverd door PGAAF, KIM «HE COURMT Abonnementsprijs p. maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten 10.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advortentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrjjdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. Administratie: Ganzepoorfstraat C 209, GOES. Reclameberichtcn 25 Ct, p. r. By abonnement speciale prjjs. Adv ertentiën van 15 regels f O.SO; iedere regel meor 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x öereiend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct, k contant. In nummer 132 dezer courant hebben wij een adres afgedrukt, dat uitgaat van eenige Middelburgsche lieerexi en dat, ge richt aan de Tweede Kamer, onze volks vertegenwoordigers verzoekt, het wets ontwerp over de aanvrage van 46 niiil- lioen gulden voor de kustverdediging te verwerpen. Het zenden van adressen is een bij de Grondwet toegelaten middel, waardoor de landzaten hunne verlangens en bezwa ren aan de regeering en dje Kroon kun nen kenbaar maken en. in zooverre ligt in het opzet der Middelburgsche adres- hewegers niets ongeoorloofds. Naar men wil, bestaat het consortium, van wien het adres uitgaat, uit personen van verschillende politieke richting. Wij gelooven dit gaarne en veronderstellen! even gaarne, dat bij hen allen goede trouw in het opstellen van het adres heteft voor gezeten. Doch met dit alles zijn wij er niet. Een adres toch, dat der hooge lanjdsr regeering woadt aangeboden, moet zoo wel den opstellers ais den onderteeke- naars tot eer© strekken, ook dan, wan neer het niet die gevolgen heeft, die men er van verhoopt Toen in d© zeventiger jaren honderd duizenden christelijke huisvaders, zoo Ka tholieken als Protestanten, ©en reuzen- adresbeweging richtten tegen Cappeyne's schoolwet,' werd wel is waar het adres door de regeering in een hoek geduwd, maar bleef het niettemin allen, die er aan hadden medegewerkt of het met hun naam hadden onderschreven, tot blijven de eer strekken, wijl de zaak, die zij in het adres bekampten, onrechtvaardig was. Kan men echter van het adres der Middelburgsche Heeren zeggen, dat het gericht is tegen een onrechtvaardige zaak Zijn de beweegredenen die in het adres warden genoemd zóó krachtig, de argu menten, die worden aangehaald, zóó ver pletterend, dat iedereen tot de gevolg trekking komt: de regeering handelt met haar voorstel van 46 millioen lichtvaar dig zij speelt met de volksbelangen, legt de natie noodelooze lasten op Immers neenl Het adres bepaalt zich tot eenige algemeenheden, doch daalt niet af in bij- zanderheden, die de kern der kwestie ra ken. En dit is geen wonder 1 Immers, reeds a priori moet het bij ieder wel denkend en nuchter oordeedend Nederlan der vaststaan, dat onze regeering, die uit bekwame en flinke jnarmen bestaat, zoo maar niet voor de aardigheid, of om mi litair gezinde geestverwanten in het ge vlei te kamen, of om de belastingbetalers te plagen, aan de natie een© aanzienlijke som beven de gewone ooriogsbegrooting kamt vragen. Wanneer zij dat toch doet, en nog wel in een tijd, waarop 's lands geldkist den bodem laat zien, dan moet men aannemen, dat zij, dit voorstellende, diep doordron gen is èn van de noodzakelijkheid dei- uitgave èn van de onmogelijkheid haar langer uit te stellen. Bij dit oordeel late men alle politieke overwegingen rusten. Evenzeer als mien moet aannemen, dat indertijd het mi nisterie De Meester het ernstig mieende, toen het een defensieprogram aan de na tie wilde voorleggen ten koste van ruim 80 millioen, ook al was dat ministerie vrjjzinnig, evenzeer moet men nu in de eerlijke overtuiging van dit ministerie ge- looven, ook al is het anti-liberaal. Hoe men dus persoonlijk gezind zij ten overstaan van het regeeringsvoorstel, het- zy men met „De Gelderlander" weigert in ©en dergelijke ©xtra-uitgavie te berus ten, al zou het ons ook de coalitie kos ten, hetzij men met „De Voorhoede" be treurt, dat door de exorbitante bewape- nmgseischen der groote mogendheden ook de kleinere gedwongen worden aan hunne defensiemiddelen schatten te verspillen, die zoo menigen socialen nood hadden kunnen lenigen, men wachte zich naar onze bescheiden meening voor een adres- beweging, zoolang niet het volle licht iWer de kwestie is opgegaan, m'. a. w. zoo lang niet iin alle mogelijke bijzonderhe den voor ons de bedoeling dor regeering met haar wetsvoorstel kenbaar is ge worden. En dat is hier blijkbaar niet het geval. Het wetsvoorstel is in de afdoelingen der Kamer nog niet onderzocht, de door de regeering tosgezegde nota is nog niet in gediend, terwijl ook voor eon volledig oordeel een afwachten van het Voorloopig Verslag en de Memorie van Antwoord op het wetsontwerp geraden is. Zonder dit zijn noch de opstellers noch de onderteekenaars van het adres in staat naar juistheid te heoordeelen, of de door de regeering aangevraagde extra,-uitgave voor de kustverdediging in 's lands belang dan wel eene noodelooze geldverspilling is. Defensie-uitgaven zijn nu eenmaal bij het volk niet populair en uit deze volks antipathie valt gemakkelijk een bewijs materiaal te smeden, dat een adres voior velen aannemelijk, ja zolfs aanlokkelijk maakt; doch door op die wijze eene kunst matige beweging onder het volk teweeg te brengen en het zander het voldoende in te lichten of te kunnen inlichten, tot onderteekening van zoo'n adres te bewe gen, doet men de zaak, die men wil voorstaan, groote schade en laadt den schijn op zich, bij die adresbeweging niet door 's lands belang maar door politieke drijfveeren te worden bewogen. En dit zou zeker al heel verkeerd zijn, wijl de verdediging van ons land en de hand having onzer onafhankelijkheid een al gemeen, een nationaal belang is, dat van politieke invloeden moet vrij blijven. Het nu reeds formuleeren van ©en be slist afkeurend oordeel over het wets ontwerp in zake de 46 millioen (welke som trouwens niet in eens van de natie wordt gevraagd maar verdeeld over twee en twintig jaren) en het ter kennis brengen van dit oordeel aan de regeering, hetzij in den vorm eener inatie, zooals de R. K. kiesvereeniging te Nijmegen deed, hetzij in den vorm van een adres, zooals het Middelburgsch consortium wil, dunkt ons voorbarig en daardoor wordt zoo'n motie, zoo?n adres «nbetrouwbaar, weshalve wij volgens onze bescheiden meening het tee kenen van het Middelburgsch adres be slist meenen te moeten ontraden. Groote Woorden. „Veel kracht gaat er op het oogenblik niet uit van de drie stengels op een C h ri s t e 1 ij ke(n) wortel." „Allen (moet zijnalles) saamge- namen (moet zijn: saamgenomen) heeft het vaartuig van staat wel iets van een lek schip, waarop alle pompen in be weging zjjn gebracht, alleen Om te b 1 ij v e n d r ij1 v e n. Van zeilen is geen sprake". Een hatelijkheid en wat groote woorden. Waar gelezen? Natuurlijk in het W e ek- blad voor Zeeuwsch-Vlaande- ren, Westelijk Deel. Het is het slot van het hoofdartikel van het jongste num mer. Welke verschrikkelijke dingen er dan wel gebeurd mogen zijn, die „het schip van staat", om in de beeldspraak te blij ven van het Aardenburger orgaan, in zinkenden staat hebben gebracht? Wel lezer, niet meer af minder dan het vreeselijke( I) feit, dat de Bakkerswet van minister Talma niet met algemeen© instemming tot in zijn kleinste bijzonder heden, onveranderd door de Rechterzijde is geaccepteerd en dat niet all© deskun digen eenstemming denken over het al of niet noodzakelijke van voorziening in onze kustverdediging met betrekking tot de veelbesproken 46 millioen I Daaraan verspilt het „Weekblad" al die groote woorden. Dat heet journalistiek I Dat noemt men „de publieke opinie voor lichten" 1 En dan te weten, dat de redac teur van de courant, waarin dergelijke enormiteiten voorkomen, een district van ons goede Nederland vertegenwoordigt in de Tweede Kamer I Arm district 1 ~SÏN HEM LAND, TWEEDE KAMER. Men is Woensdag in onze Tweede Ka mer begonnen met de Indische Begroo ting. De algemeene beschouwingen wer den ingezet met een flinke red© van den heer Colijn, ongetwijfeld een der krach ten van de anti-revolutionaire fractie) De afgevaardigde van Snoek drong er op aan, den vreemden Oosterlingen, die bij de beperkende bepalingen daaromtrent eenmaal in Indië zijn toegelaten, ook volle vrijheid van beweging toe te staan. Voorts leidde hij uit het steeds kleiner wor den der batige sloten op den gewonen dienst af, dat de financieele toestand van Indië niet gunstig is, daarom spoorde hij zeer aan op zuinigheid in het bestuur en nog meer op de ontwikkeling der on metelijke bronnen van welvaart, welke nog onaangeroerd liggen en tot welker ontwikkeling de Regeering moet zorgen door den aanleg van spoorwegen, een doelmatige emigratie en een doelmatige arbeidswetgeving. Krachtig beval Spr. deze zaken in de aandacht des ministers aan. Zeer krachtig deed dit ook de heer de Meester, die vooropstelde, dat in het In disch Bestuur groote verandering zou moe ten komen indien het Moederland zijn invloed in Insulinde zou willen behouden en het Gouvernement gebrek aan voort varendheid verweet, waardoor werken achterwege blijven, waarvoor de gelden reeds lang geleden zijn toegestaan. Ook wat aangaat de vreemde Ooster lingen bleken de heeren Colijn ©n de Meester het met elkaar eens; evenals ten opzichte van de reorganisatie van 'het binnenlandsch bestuur, waaromtrent zij decentralisatie, grooter invloed van het Inlanidsch element, meer autonomie vooral financieele verlangden. Niet eens waren de heeren het over de veelbesproken circulaire van Gouver neur-Generaal ldenburg omtrent de Zon dagsviering door ambtenaren. De heer Colijn keurde die als Christe lijke regeeringsdaad goed. De heer De Meester keurde af dat hot ambtenaren verbaden is op Zondag openbare feest vieringen bij te wonen. De heer Bogaardt merkte evenwel later op, dat het den ambtenaar alleen verboden is officieel of semi-officieel bij zulke feestvieringen te genwoordig te zijn. Wat inderdaad heel wat anders is. De Atjeh-politiek werd als naar ge woonte behandeld door den heer De Stuers, die nog geen reden vond om zeel- optimistisch te zijn omtrent den toestand in het noorden van Sumatra, ten bewijze waarvan hij zich beriep op het rapport van den heer Liefrinck en op het nog steeds voortzetten van „moorden en dood schieten op groote schaal". Met klem drong de afgevaardigde van Weert aan op een vaste richting, op kalmte en op geduld en op geheel© vervanging van het militaire door een civiel bestuur. De heer Bogaardt (R. K.) waarschuwde tegen opdrijving van hooge ambtenaars- tractementen, bepleitte bet bijbrengen van meer kennis op onze scholen over Neder- landsch Indië en bracht ten slotte zijn bezwaren in tegen het steunen door het Gouvernement van het Eeger des Heils als een Christelijke instelling; terwijl bet Leger ongedoopte Christenen, dus geen Christenen, kweekt en sprak hij zijn af keuring uit over die Europeanen in In dië, die er behagen in schijnen te ne men, het Nederlandsche gezag af te bre ken, door te schimpen op het Christen dom; waarbij zij vergeten, dat zij zich zelf een strop om den hals halen. In de zitting van Donderdag critiseer- den de heeren Thomson, Bos en Tydeman gouverneur Idenburgs zondagsrust-circu laires, waarmede volgens den heer Vlie gen een officieele propaganda voor chris telijkheid ingeluid is. De heer Thomson besprak voorts hoofd zakelijk Atjeh, daarbij aandringende op publicatie van Liefrincks rapporten, waar in a. a. de tocht naar de Gajoe- en Alas- landen als absoluut overbodig wordt ver oordeeld, om zoodoende beter onze hou ding te kunnen bepalen. Ook ide heer Bos keurde dat geheim- doen door de regeering af, omdat daar door, vaak ten onrechte, achterdocht wordt gewekt. Spreker ontwikkelde voorts een plan tot economische ontwikkeling van Indië. De heer Vliegen betoogde dat onze ko loniale politiek gericht moet zijn op het zoo spoedig mogelijk zelfstandig maken van Indië, al zal controle door Nederland nog niet gemist kunnen worden. De redevoeringen van de leden Thom son en Vliegen waren sterk anticlericaaf gekleurd. De rede van den Katholieken afgevaardigde voor Breda, den heer Bo gaard, door de „Nieuwe Courant" vrij minachtend behandeld, werd door 'den vrijz.-democraat Bos, afgevaardigde voor Winschoten, geprezen als komende van „een bevoegd beoordeelaar" en waaraan hij „hooge waarde" hechtte. Het versterkte Vlissingen. Over de in de „Indépeudance beige" verschenen beschouwingen over onze kust verdediging lezen wij in de „N. Venl. Crt." het volgend Dat het kustverdedigingsontwerp in België de aandacht heeft getrokken mogen wij veilig aannemen, doch, dat men zich over de voorgenomen versterking van Vlis singen ongerust zoude maken kunnen we vooralsnog moeilijk gelooven. Al mag men toegeven, dat Duitschland eenig belang zoude hebben bij een sterke stelling te Vlissingen (maar Holland natuurlijk nog veel meer), dan toch is het ongerijmd te gelooven, dat het ontwerp een initiatief is van Keizer Wilhelm. Wanneer Vlissingen voor Holland van geen belang is voor de feitelijke verde diging van ons Land, wat zullen dan de Belgische forten te Lillo en Liefkenshoek nog beteekenen, die zijn dan toch zeker van nul en geener waardeHoe men er toe komt Vlissingen als onnut voor de verdediging te beschouwen is ons een raadsel. Napoleon I verhief reeds deze stad tot eene der sterkste vestingen van ons land, en, kunnen bij ons dan niet de zelfde bedoelingen gelden, als waardoor Napoleon zich verplicht zag, Vlissingen zoo sterk mogelijk te maken? Wanneer België, bij een eventueele schending van zijne neutraliteit hulp ver wacht van de Bngelschen, welnu moet die hulp dan uitsluitend door den Scheldemond binnenstroomen? En vreest België dan niet, bij e6n eventueelen oorlog tusscben Frank rijk en Duitscbland, voor schending zijner neutraliteit? Ja, voorzeker, en daarom besloot de Belgische Regeering in 1887 Luik en Namen in verschanste legerkampen te veranderen, om die neutraliteit te hand haven. Meent men dus grond te hebben om bevreesd te zijn, welnu, men trachte het kwaad ook hier zooveel doenlijk te keereu. Van uit Vlissingen bedreigt België groot govaar voor het geval van een conflict met Holland, doch bij een conflict tusschen Engeland en Duitschland word an n Hol land, n België, Holland in nog hoogere mate, bedreigd met schending der neutra liteit. Wat de politieke verhoudig betreft tus scben Holland en België, behoeft men zich niet ongerust te maken. De strijd der Walen tegen de Vlamingen breidt zich uit tot al de Vlaamsch (Hollandsch) sprekende provin ciën; men meent misschien de noordelijke en zuidelijke broederen van het oud-Ver- eenigde-Koninkrijk der Nederlanden te scheiden door valsehe berichten en minder waardige verdachtmakingen, en daarom lijkt het ons minder de aandacht waard, wanneer een Waal zich uitlaat over de verhouding tusscben België en Holland. Eerder zouden wij meenen, dat de goede harmonie tusschen België en Nederland in den jongsten tijd aanmerkelijk is toegeno men, veelal bevorderd door letterkundige en andere internationale congressen, en niet minder door de enthousiastische ontvangst van het Belgische Koningspaar hier te lande. Wel zijn beide landen door vele tegen strijdige belangen op economisch gebied verdeeld, doch de vriendschappelijke be trekkingen worden daardoor niet storend geschaad. S o b e r j De bekentenis der schaamte. De wijze, waarop Rotterdam V door de Linkerzijde werd veroverd, jaagt thans den overwinnaars zelf het blos der schaamte p de wangen. Tot die overwinning werken broederlijk samenliberalen, vrijzinnig democraten en socialisten. Hoor nu eens, hoe de bekende correspondent van „Het Volk" H. S(piekman), zijn bezwaard hart over deze overwinning lucht „De herstemming in Rotterdam V heeft er weer getuigenis van afgelegd, hoe droevig het er met de politieke principes der beide groote burgerpartijen uitziet. Het walgde, te zien, met welke leuzen ten s'otte deze „verkiezingsstrijd" gevoerd is geworden I I Welk weder zullen wij hebben Vewachting tot aan den avond van 12 Nov Stormachtige, later tijdelijk afnemende westelijke wind Zwaarbewolktelucht Regen buien Weinig verandering van temperatuur. Ja, de liberalen hebben overwonnen. En onze voldoening over dezen uitslag, waar hij een gevolg is van der sociaal democraten besluit om den liberaal te steunen, behoeft er volstrekt niet minder om te zijn, al 13 de strijd door de liberalen ten slotte met no* zoo weinig principieele middelen gestreden. Onze voldoening staat geheel naast die der liberalen, ontspruit uitsluitend aan het sociaal democratisch politieke belang. Maar waarover liep ten slotte „de strijd" Niet over eenigerlei principe, maar over wat de heer Vegtel ooit beeft gezegd over den Waterweg en over Rotterdam's belan. gen in de Kamer (een reusachtige frase), over de bekwaamheden van den heer De Jongh als ingenieur, en ten slotte over het particuliere leven van den beer Vegtel. Het ergste was niet erg genoeg. De meest stootende persoonlijke opkammerij naar de eene, de meest vieze verdachtmakingen, of althans het inmengen van persoonlijke, particuliere feiten naar de andere zijde Zóó werd van vrijzinnige zijde aan den voaravond der verkiezingen een biljet ver spreid, waarin o. m. het volgende voorkwam „Maar weet de heer Vegtel dan niet, dat zijn eigen partijgenooten in de Kamer hem niet willen slikken. Die man Gods, die door ieder mensch, die nog eenig respekt voor het huwelijk hue.t, wordt geschuwd. Zou hij dit soms durven tegenspreken Iemand, die moreel zoo hoog staat behoort niet in een wetgevend lichaam Dit schunnige stuk is onderteekend door „het komitee O. zeker, met zedelijke verontwaardiging verklaart thans de .,N. R Crt." dat zij dit biljet afkeurt, en ik twijfel geen oogenblik, of ze bedoelt dit oprecht. Doch men kan mij niet wijs maken, dat de leiders der aktie uan zulk een daad volkomen vreemd zijn. En bovendienhet mag niet verbazen. Het is niet nieuw! Wanneer de heer De Klerk kandidaat is, is men op dergelijke dingetjes geabonneerd. Dan gaan de heeren des avonds wel fuiven en vloeit de champagne en de wel- sprekenheid en wordt er geboomd over de „overwinning der vrijzinnige beginselen", maar de heeren weten heel goed, dat ten slotte de overwinning totaal niets met de vrijzinnige „beginselen" te maken heelt. In armoede aan principes, in gebrek aan geestdrift voor beginselen, steunen de libera len op hun personen, op den invloed van hun geld,#op den „persoonlijken invloed", (fabrikanten jegens hun ambtenaren en werklieden, enz.) en zóó gelukf het hun ten slotte, met de onontbeerlijke hulp der sociaaldemocraten, die zij slechts kunnen verkrijgen door zich voor algemeen kiesrecht te verklaren, hun kandidaat er door te sleepen. Zulk een verkiezingsstrijd verheft niet, maar verlaagt slechts het politieke leven; verdomt de mensehen verdoezelt de geesten, brengt de arbeiders wederzijds nog meer in vijandschap tot elkander, zoolang zij het sociaaldemocratische inzicht missen. Zulke politieke moerassigheden dienen zoo spoedig mogelijk tot het verleden te behooren." Met het stoomschip „Wilhelmina" is Donderdagmiddag te 4 uur te Amsterdam aangekomen Abdul-Azis, ex-sultan van Marokko Hjj is voornemens om vandaar naar Brussel te vertrekken. Lotisico. Te Amsterdam is door ongeveer 140 polishouders van Lotisico een vereeniging gesticht tot onderlinge behartiging hunner belangen. Deze vergadering was bijeenge roepen door den heer W. Sutherland en een gevolg van een zekere ongerustheid, die de jongste circulaire van den heer Haigton, directeur van Lotisico onder de polishouders heeft gewekt. Men schrijft aan „De Tyd": De jongste raadsverkiezing te Meerssen, die aan de zijde der „onafhankelyken" stond n het teeken van bier, marken en pamflet ten, zal wellicht nog een staartje kryge n

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 1