van tie dienstbetrekking (huur) gedurende 3 maanden of onmogelijk of onhoudbaar maken Zou men b v. een dienstbode moeten houden, ofschoon men door huiselijke omstandigheden gedwongen is, haar af te schaffen Of zou men gedwongen zijn, drie maanden dag aan dag met elkaar samen te blijven in bijna voortdurend ondragelijk krakeel, of wanneer de een de andere brutaliseert of iets dergelijks doet Vol strekt niet. Vooreerst kent de wet, voor zeer ernstige gevallen, de z g. dringende rede nen, om op staanden voet te ontslaRn of weg te gaan. Die redenen zijn als de dienstbode een valsch getuigschrift heeft getoond, in ernstige mate de bekwaamheid of geschikt heid blijkt te missen voor den arbeid, waartoe zij zich verbonden heeft, zich overgeeft aan dronkenschap of liederlijk gedrag, zich schuldig maakt aan diefstal of andere misdrijven, de huisgenooten mis handelt, grovelijk beleedigt of op ernstige wijze bedreigt of hen tracht te verleiden tot handelingen strijdig met de goede zeden, opzettelijk den eigendom van den werkgever beschadigt, bizonderheden van de huishou ding of het bedrijf, die geheim behooren te blijven, bekend maakt, hardnekkig weigert aan redelijke bevelen te voldoen, of op andere wijze de plichten van de overeenkomst grootelijk veronachtzaamt. Voor de dienstboden gelden ten deele dezelfds „dringende redenen". Voorts niet voldoen van bet loon op bepaalden tijd, niet behoorlijk geven van kost en inwoning en ernstige gevaren voor gezondheid, zedelijk heid en goeden naam. In al die gevallen kan één van de partijen op staanden voet opzeggen, maar dan ook alleen op staanden voet en niet bijv. tegenover acht dagen, en zoo noodig kan men den kantonrechter uitspraak laten doen. Let wel, die „dringende redenen" moeten bewezen worden, en alwie nu maar eenige kennis heelt van de dienstbetrekking in onzen tijd, zal wel begrijpen, dat niet de huurder ot werkgever in vele gevalleu aan het langste einde trekt. Daar is nog een andere weg om van elkaar af te komen. „Ieder der partijen", zegt art. lG39o, kan de dienstbetrekking zonder opzegging doen eindigen", (dat wil dus zeggen, op welk oogenblik men wil), „doch de partij, die dit doet zonder dat de wederpartij daarin toestemt, handelt onrec htmatig, tenzij zij gelijkertijd aan de wederpartij eene schadeloosstelling betaalt. Die schadeloosstelling bepaalt art. 1639r op „het bedrag van het loon voor den duur van den opzeggingstermijn". En bij uitstel van de dadelijke betaling daarvan komt er 5% rente 's jaars bij. Maakt men van een der vorenstaande bepalingen (ontslag „om dringende redenen" of tegen schadeloosstel ling) gebruik, dan is 't verdiende loon ver schuldigd tot den dag van vertrek. De betaling van het loon, zegt art. 16381, geschiedt aan dienstboden „telkens na k w a r t a a l"', tenzij vo<~raf anders is be dongen. Maar art. 1638r laat toe, daarvan de aan den werkgever (of huurder) ver schuldigde schadevergoeding af te houden, tot ten hoogste ~/5 van het verschuldigde loonbedrag. Naar onze opvatting van voornoemde artikelen, mag bijv. de vrouw des huizes, wanneer eene dienstbode tusschentijds ver trekt, haar mededeelen, dat zij het tot den dag verdiende loon op den eersten dag van het volgende kwartaal kan komen of tegen kwitantie laten halen, en intusschen kan zij bij den kantonrechter den eisch tot schadevergoeding instellen, ten einde, als die eisch is toegewezen, deze op 't nog verschuldigde loon te verhalen tot ten hoogste 40°/o daarvan. Edoch wij gelooven dat menige huisvrouw of werkgever om verschillende redenen er tegen opziet, den kantonrechter er bij te halen, ten einde schadeloosstelling te ver krijgen van eene dienstbode, die de over komst verbreekt. Van dergelijke procedures heeft men tenminste nog niet veel gehoord. 1* O K T U G A I.. 110 o Koning Manuel vluchtte. Do correspondent van <le „Corri-erc del- la Sera", do heer Luigi Barrine, die thans to Lissabon vertoeft, (teelt nog eenige bizonderheden mede omtrent de vlucht des konings. welke hij van ooggetuigen vernomen heelt. Maandagavond om half twaalf keerde de koning in zijn paleis terug van oen foestmaaJ in Bolem. Een ieder wist toen, dal de revolutie voor de deur stond. Tij dens het diner was oen ruiter overhaast do eetzaal binnengekomen, en had den commandant van de municipale garde een paar woorden in het oor gefluisterd, waarop deze zich in allerijl verwijderde. Een half uur later werd de minister van iMarine weggeroepen. Niemand aan tafel sprak meer een woord, de koning was stiller dan ooit. -Men had hem op zijn vragen geantwoord, dat het slechts een onbetoekenen-d oproer betrof, dat spoe dig onderdrukt zou zijn. In zijn paleis teruggekeerd liet hij onmiddellijk telefo nisch den minister van Binnenlandsclie Zaken ontbieden; steeds kwamen onrust barende berichten binnen. Do vorst zond zijn bedienden heen, 0)1 trok zich in zijn bidvertrek terug, i'reoies om twee uur in den nacht don- ilpnlen 12 kanonschotende koning belde (mi vfoeg wat er gaande was; niemand wist. het. llij kleedde zich en wachtte b. medodoelingen van zijn ministers. Intus schen was het 16e regiment infanterie in vollen opstand gekomen. De minister van Oorlog telefoneerde den eenen gene raal 11a den anderen op. met bet bevel do leiding der verdediging op zich te nemenalle generaals waren ziek (III) liet lot der monarchie was feitelijk ai beslist. Eenige adjudanten schaarden zich om |den koning, terwijl buiten het ge weervuur knottende, trachtte men door do telefoon een der ministers te berei ken geen hunner gaf antwoord IDe omgeving van den koning trachtte hem nog voortdurend gerust te stellen met do verzekering, dat er niets ernstigs plaats greep. Intusschen brak de mor gen aan, liet palcis was verlaten, de bedienden verdwenen. I) de ministers onzichtbaar. Alleen de paleeiswacht was met 400 man versterkt. Manuel dwaalde van de eene kamer naar de andere; zijn blik was star; zijn gelaat bleek. Eindelijk kwam een bericht van den minister-pre sident; liij gaf den koning per telefoon den raad, zich zoo spoedig mogelijk naar Cintra te begeven, 0111 daar de onder drukking van den opstand af te wachten. De adjudanten drongen aan, 0111 te blijven; in angst en onzekerheid verstre ken do uren. De vorst weigerde alle spijs en drank, vroeg slechts naar zijne mi nisters. Diuir vlogen do eerste projec tielen over liet paleis; uit het venster zag men den kruiser Adamastor ma noeuvreeren. Bij liet vierde schot stortte een muur in, do koning begaf zich naar do achterzijde van het paleis, eindelijk werd besloten tot de vlucht. De auto werd uit de garage gehaald, de adjudanten overlegden waarheen zich to begeven, daar Cintra te open ligt voor een verdediging. Ten einde de paleiswacht niet te ont moedigen door het vertrok van den ko ning, liet men de auto leeg den hoofd uitgang uitrijden, terwijl de vorst met twee getrouwen door een achterdeur den tuinmuur bereikte; een oude bediende, do eenige die niet gevlucht was, sleepte een ladder aan, een adjudant ging voor, do koning volgde. Aan de andere zijde stond de auto gereed en weldra, was men buiten do stad. Tegen vier uur bereikte do koning Alafra, waar twee uur later koningin Amelia on Maria Dia zich bij hem voegden. Tijdens den maaltijd kwam een officier berichten, dat de vlucht moest worden voortgezet naar Ericiera, waar liet jacht „Amelia" gereed lag. I11 allerijl pakten de vluchtelingen wat brood, vleesch en aardappelen hij elkaar in de servetten, en voort ging het in de auto naar hot strand. Bij liet aan boord gaan moest een adjudant koning Manuel on dersteunen. Zwijgend sloeg de bevol king alles gade, niemand groette de ver- trekkenden. Met de handen in den zak staarde de jeugdige banneling naar de zich verwijderende kust. (Ilbl.) De kloostervervolging. - Een der novicen van do paters van den II. Geest, die ooggetuige was ven het re volutionaire schrikbewind, zendt uit Cin- Ira aan do „Köln. Volksztg." liet volgende relaas Toen ik voor een dag of veertien de stad Lissabon nog in alle richtingen door kruiste, ongedeerd en zonder hinder, dacht ik niet. dat ze zoo spoedig reeds het tooneel worden zou van oproer en bloedige gruwelen. Ik heb nu den lijd alles uitvoerig te vertellen. Het novi ciaat van de paters van don II. Geest, is sinds acht dagen gesloten en de Duit- sclio novicen zijn gisteren (18 October) naar hun familie in de heimat vertrokken. Dinsdag 4 October was onze vijfdaag- sclie retraite afgeloopen. De pater-novi- cen-meester wilde ons wat verstrooiing verschaffen, zooals hij hot noemde. Een mooie wandeling werd tegen den vol genden dag voorbereid. Des anderen daags waren wij al aan tafel gegaan, om aanstonds na afloop te vertrekkeen, toen plotseling pater overste in den refter verscheen en mede deelde, dat de wandeling niet door kon gaan. In Lissabon was een der leiders der republikeinen doodgeschoten, zoo het. heette door een priester. Het gepeupel woedde nu tegen priesters en klooster lingen. Wij bleven Mus. Tegen 1 uur 's nachts hoorden we van Lissabon uit wij zijn slechts 20 K.M. van Je hoofdstad verwij derd - aanhoudend kanongedonder, en den volgenden dag hoorden wij, dat de koning onttroond was en de republiek uitgeroepen. Wij wisten genoeg, want hier is de republiek niets anders dan de samenrot ting van allo vrijmetselaars-elementen, vóór alles gekeerd tegen den godsdienst- Door onzen overste werden we gewaar schuwd, dat we allen onze koffers pakken zouden, 0111 zoodra het noodig mocht blij ken te kunnen vluchten. De dag verliep echter rustig, lu Lissa bon hieven de kanonnen nog bulderen, en ook hier in den omtrek werden ge weerschoten gewisseld tusschen de mui tende matrozen en koningsgezinde troe pen. Ook den volgenden dag bleef liet nog rustig, tot 2 uur. Opeens klonk door het novicaat de alarmkreetvlucht© wie kan De revolutionaire benden waren in aan tocht en bereidden zich voor, het kloos ter te bestormen. Ieder poogde zich na tuurlijk in veiligheid lo stellen. Terwijl mijn mede-novicen een goed heenkomen zochten in liet open veld, verschool ik mij, achter oen muur en wachtte daar den loop der gebeurtenissen af. Ik hoorde liet wilde getier der woestelingen .die zonder ophouden „leve de republiek" schreeuwden, en ik dacht rook en vlam men voor mij te zullen zien opstijgen. Zoo verliepen twee bange uren zonder noemenswaardig incident; alleen zag ik af en toe eenige met karabijnen gewa pende republikeinen door het veld voor bijgaan. Eenigoji tijd later zocht ik een betere schuilplaats op in oen boonenveld» waar ik toen bleef totdat de duisternis inviel. Maar tot eiken prijs moest ik trachten mijn oversten terug te vinden, want in dit mij geheet onbekende land en met geen cent op zak was mijn positie verre van aangenaam. Ik sloop dus heel voorzichtig weer op ons huis toe; toen ik niets verdachts bemerkte kwam ik al nader en trof spoe dig eenige collega's, die reeds waren te ruggokeerd; meerderen ontbraken echter. Toen vernam ik wat er gebeurd was: het gepeupel was tegen ons klooster opge trokken 0111 het te bestorinen. De bende was goed gewapend en ruim van munitie voorzie», want ze meende, dat wij ons op een aanval hadden voorbereid. Tot ons geluk verscheen op het kritieke oogenblik de „administrador civil", die vroeger al onzen overste verzekerd had, dat ons geen leed zou geschieden, wan neer wij het volk niet uitdaagden; an ders was het zeker tot een plundering en erger gekomen. Men liet de bende rustig de revolutio naire vlag op den kapeltoren zetten. De menschen doorzochten het huis en den tuin, en trokken daarna weer af, biijlri baar in hun verwachtingen bedrogen. Sinds waait de roodgroene vlag van de kapel, en van den gevel van het hoofd gebouw do driekleur. We wisten nu, wal er aan de hand was. Langzaam werd ons klooster ont volkt. De Portugeezen keerden naar hun familie terug, maar bijna allen, die in de eerstvolgende dagen afreisden werden onderweg gevangen genomen en naar Lis sabon gebracht. Den lOen October verscheen het be ruchte decreet, het eerste van de nieuwe regeering. Als eerste offers vielen na tuurlijk de jezuïeten; allen, Portugeezen of vreemden, zijn ze over de grenzen ge zet en al hun goederen in beslag ge nomen. De andere kloosteer-orden zijn ontbonden, hare leden van vreemde na tionaliteit hebben het land te verlaten, do Portugeeschc mogen niet meer in com muniteit samen wonen. Groot is de ramp die ons getroffen heeft. Onze congregatie had hier een ze vental bloeiende huizen: Braga met 400 leerlingen, Santa Maria in Porto met 380 leerlingen, te Prokura in Lissabon, twee scholastikaten in Formiga en Carnide, en ten slotte het huis hier in Cintra, twee groote huizen-complexen met paters, broe ders, novicen, leerlingen der landbouw school, en groote welonderhoudcn lan derijen alles is het nu met een slag verloren. Staking te Lissabon. Te Lissa bon staken 8000 sleepers. 'De civiel-gou- verneur hoeft drie vertegenwoordigers der stakers uitgenoodigd, 0111 te komen over leggen. De regeering zal in den toevoer van levensmiddelen en steenkool voor zien door soldaten en brandweermannen. F K A IV K K IJ K. Een afvallige. De Dominicaner- pater Rose, vroeger leeraar aan de Uni versiteit van Freiburg, een exegeet, die o.a. Losy bestreed en verschillende wer ken over de godgeleerdheid schreef, is naar in meerdere buitenlandsohe bla den vermeld wordt uit de Katholieke Kerk getreden. Volgens sommigen moet de afval toegeschreven worden aan onge loof, volgens anderen is hier het „eher- chez la femme" van toepassing. Het eer ste lijkt verreweg het waarschijnlijkste, of is in elk geval ook in 't spel. Welke droevige offers zal het moder nisme nog eischen zelfs onder hen, die, gelijk Rose, begonnen met het te bestu- deere-n, ten einde het te kunnen weerleg gen, zegt „De Tijd". Aan 'de slang schrijft men de eigen schap toe, da,t zij, hare slachtoffers bio logeert alleen door ze aan te staren. Het modernisme schijnt iets van dien slan- "genaard te hebben en dit mag voor de genen, jdie niet 0111 bijzondere redenen zich verantwoord of verplicht mogen achten, 0111 zich van de modernistische lectuur op de hoogte te stellen, als een waar schuwing beschouwd worden er zich niet mee af te geven. Er zijn wel sterkere gevallen dan zoo menig onbezonnene, die louter uit nieuwsgierigheid of lichtzin nigheid op het modernistische veld gaat grasduinen, met verwaarloozing van de degelijke en antiseptische lectuur. Tee kenend voor den godsdiensthaat der Fran- sche secretarissen is de bijzonderheid, dat de Fransche Regeering den renegaat, die zich den laatsten tijd te Geneve ophield, onmiddellijk tot leeraar aan een gymna sium benoemd heeft. De Fransche Kamer is bijeengekomen. Er was natuurlijk zeer groote belang stelling naar de wijze, waarop de uiter ste linkerzijde de spoorwegstaking tegen de rogoering zou uitspelen en hoe Bri- and, de handige, daarop antwoorden zou. Luisteren we naar Reuter: De parlementaire zitting wordt ge opend. Het binnenkomen in de ka mer van Lépine, den Parijsehen pre fect van politic, wordt aan de uiterste linkerzijde begroet met geroep van: Er uit. er uit! Het centrum en do linkerzijde applaudisseeren. Er heerscht een onbeschrijfelijk tumult. De voorzitter zet zijn hoed op en de vergadering wordt geschorst. Als de kalmte is weei-g-ekeeixl, wordt de vergadering weer geopend. Briand vraagt, dal onmiddellijk tot bespreking der interpellaties overge gaan zal worden, waartoe wordt be sloten. De afgevaardigde Colly, van de uiterste linkerzijde, verwijt de regee ring, dat zij de staking gefnuikt heeft, door de stakers in hechtenis te ne men. Hij valt Briand heftig aan en verwijt dezen, dat hij Tnachinisten in de gevangenis heeft laten zetten en geprobeerd heeft, hoever hij1 'tegen over de publieke opinie kon gaan. om te weten te komen of men sol dalen tegen arbeiders kan afzenden. Dat is een smerige streek. (Briand haalt de schouders op.) Colly teekent verzet aan tegen tiet gebruiken van soldaten ten voordeel© van industri eel© ondernemingen en verzekert, dat den spoorwegmaatschappijen de vrije hand was gelaten om de arbeiders onder de wapenen te roepen. Daarna neemt Briand het woord en begint met te verklaren, dat hij niet van plan is, in te gaan op per soonlijke aanvallen. De spoorwegstaking vervolgt hij, was geen beweging, die vakbelangen tot oorzaak had (heftig protest bij do uiterste linkerzijde) en de regee ring bevond zich niet tegenover een staking, maar tegenover oen bewe ging, die dood en ondergang van het land beoogde, een bewering, waar van de arbeiders de ware bedoeling niet kenden, en waarvan zij: de werk tuigen waren. (Heftig protest bij de uiterste linkerzijde.) Aangezien de regeering, vervolgt Briand onder het tumult, do bewijL zen in handen had, dat de beweging een anarchistisch en opstandig ka rakter had, moest zij maatregelen treffen om de nationale veiligheid te verzekeren. Briand wijst dan op de pogingen, die de regeering in het belang der spoorwegbeambten heeft gedaan, en verzekert, dat hij over materieele bewijzen en door de lei ders der beweging geteekende schrift stukken beschikt, en dat de spoor wegbeambten bekend hebben, sabo tage te hebben gepleegd. De spoor wegbeambten konden in October lots verbetering verkrijgen, maar zekere elementen wilden ongeregeldheden. Briand is dan ook van oordeel, dat met het oog op de verzoenings gezinde houding der regeering, het afkondigen der staking, midden in onderhandelingen, -een onduldbare zaak was. Daarna herinnert de eerste minis ter aan de omstandigheden, waaron der de slaking, op de Noorderspoor wegen is afgekondigd en zegt. dat, men tegenover oen organisatie van stelselmatige sabotage staat, waar van de regeering hoopt de draden in handen te hebben. De minister leest dan een omzend brief voor, die bij de poststaking door zekere agenten is verzonden en die zeer precies© aanduidingen bevat voor de sa botage van telegraafdraden. De leiders va nde tegenwoordige staking hebben een der-gelijken omzendbrief onderteek-end en als de socialisten vragenwelke leiders antwoordt Briand, dat zij dat spoedig zul len weten, misschien al te spoedig naar hun zin. De bedrogen arbeiders hebben hun woede reeds geuit. De regeering heeft, niettegenstaande de angsten -die het land, met het oog op het gevaar, heeft -doorgestaan, geen an dere middelen gebruikt dan de wet ter harer beschikking stelt. D-e socialisten onderbreken Briand her haaldelijk, de voorzitter heeft de grootst denkbare moeite om de stilte te herstel len; als Briand eindelijk kan voortgaan, zegt hij: De vrijheid, die de socialisten verde digen, is niets dan het afzichtelijke spook van de tweedracht en het grijnzende beeld van den burgeroorlog. Do vrijheid der vakvereenigingen be staat niet in gewelddadigheden tegen de arbeiders, evenmin bestaat de politieke vrijheid in (le tegenwoordige houding der uiterste Linkerzijde. Briand verwijt den socialisten, misbruik te maken van de persvrijheid. Er zijn oogenblikken, vervolgt hij dan, waarin een staatsman zijn plicht vervult, atliö -bedreigingen ten spijl en met ge vaar voor zijn leven. Ik vertrouw, dat ik mij tegenover de jongste gebeurtenis sen aan de zijde der vrijheid heb go- houden. Briand eindigt met de volgende woor den In de ernstige omstandigheden, waarin het land na den burgeroor log werd gedreven, zou iedere re- geering, die dien naam waard is, ge daan hebben, wat wij, hebben ge daan. De regeering neemt in haar geheel de verantwoordelijkheid op zich. De vrijheden, waarin de spoor wegarbeiders zich verheugen, zijn door de staking niet bedreigd. De regeering bestudeert de wijze, waarop het land in de toekomst te gen dergelijke gevaren behoed kan worden, zonder dat de wezenlijke vrijheid der vakvereenigingen zal ver minderd worden. Het is aan u om te zeggen of gij de regeering toever trouwt dezen arbeid tot een goed einde te brengen. Uit het applaus bleek reeds, dat hij het gewonnen hadde g-eheele Kamer, met uitzondering van de uiterste linker zijde juichte hem toe. Men begrij'pt dat deze zeer misdadige woeling moest worden onderdrukt. DCITNCHliAKV. De wereldreis van den D u i t- schen K 1- o o n p r i 11 s. De Berlijnsche correspondent van de ,,iV. B. Ct." schrijft: In de eerste week van November zal de Duitsche Kroonprins zijn reis naar Oost-Azië aanvaarden. Het eerste gedeelte van de reis legt hij in gezelschap van do Kroonprinses aan boord van de Lloyd- hoot Prinz Luitpold tot Ceylon af. Het kroonprinselijke paar gaat in Genua op do boot, die hare gewone reis van Bre men naar Oost-Azië doet en behalve de vorstelijke reizigers en hun gevolg, de gewone passagiers aan boord heeft. Na tuurlijk is er geen krotje van een hut aan boord van de „Luitpold" meer vrij, want op het oogenblik, dat bekend werd, welke hoog© gasten het stoomschip zou den gebruiken, liep men storm 0111 plaat sen. Vooral meldden zich rijke Am-eri- kaansche pleizierreizigers aan, wier da mes tot -eiken prijs haren w-ensch ver vuld wilden zien, 0111 de Duitsche Kroon prinses, wier mooi Panjsctie kl-eeren ge roemd worden, van na,bij, te monsteren en zoo mogelijk met haar in goeden smaak 0111 zicli te kleed-en, te wedijveren. Men stelle zich voor, hoe buitengewoon verlok kelijk hot. vooruitzicht is, 0111 weken lang de aanstaande Duitsche Keizerin, zonder dal zij u kan ontloopen, tusschen de smalle scheepswand-en voor zich te heb ben. Tegen .de nieuwsgierige blikken kan haar geen ceremonieel van het hof, geen schildwacht, geen keten va,n bedienden vrijwaren. Dagelijks zijn er een dozijn ge legenheden 0111 de jonge bekoorlijke prin ses van heel dichtbij op te nemen. De stoomboot is ruim van afmeting, maar niet een van de Oceaan-reuzen van den atlantischen dienst. Zij heeft maar een tonnemaat van 9000 tol 10.000 ton en is dus een klein kind onder de nieu- werwetsche zeekolossen in het reizigers verkeer. Zeker zal de kapitein moeite doen, om eiken wensch van het kroon prinselijke paar naar rust en afzondering van hot overige gezelschap te vervullen en het gevolg zal hem daarbij zooveel mogelijk behulpzaam zijn. Maar de Kroon prins en zijne gemalin zijn nog jonge menschen en zeer vriendelijk en min zaam. Zij zuilen zeiven neiging en be hoefte hebben, 0111 met dezen of gene buiten hun omgeving eens een praatje te maken. 11e Amerikanen hebben 'dus kans, 0111 met hun aangeboren ongedwon genheid hun doel te bereiken, en daar om werden in den laatsten tijd krank zinnige prijzen voor kajuitplaatsen gebo den, waaraan de Lloyd echter niets heeft. Hij drijft geen windhandel met passage- biljetten, de passagierstarieven staan vast en het stoomschip was al vol, voor al gemeen bekend werd, dat het kroonprinse lijke paar er gebruik van zou mak-en. De Lloyd moest zelfs. 0111 plaats voor de hooge gasten te maken, andere rei zigers voor veel geld uitkoop-en. üp Ceylon zal het kroonprinselijk paar eenige weken vertoeven en middelerwijl een uitstapje naar het Zuiden van Indië doen. Dan is het plan, dat de Kroon prinses zich weer naar het vaderland zal begeven, terwijl de Kroonprins aan boord van het Duitsche oorlogsschip „Gneisenau" zal gaan, 0111 Siam, Java, Japan en China een bezoek te brengen. Het eerste gedeelte van de reis zal zoo genaamd incognito afgelegd worden. Maar reeds op Iingelsch-Indische bodem wordt dit verbroken, daar een gezelschap van Engelsche officieren den Kroonprins zal omringen. I11 Tokio en Peking verschijnt hij als keizerlijke hoogheid en alleen, aan gezien hier h-et gezelschap van de Kroon prinses minder in hot kader va,n het be zoek zou passen. BELtlIË, Hoe keizer Wilhelm te Brus sel ontvangen werd. Omtrent de houding der Brusselsche bevolking, die liet antwoord had te geven op het strooi biljet der socialisten, hetwelk naar men weet -een protest inhield tegen het bezoek des keizers, schrijft het „Hbl. v. Antw." het volgende: „Eene eindelooze geestdriftige, warme toejuiching klinkt langs alle kanten, zoo grootsch. dat zij de muziek zelfs ver dooft. Al -de daken der huizen van de Rogierplaats zijn geheel zwart van volk. „Allen juichen toe, allen zwaaien met zakdoeken en hoed-en, en wanneer het eerste rijtuig vertrekt, rijtuig waarin de keizer en de koning zich bevinden, wor den de toejuichingen nog groolscher. „Ziedaar het antwoord der Brusselsche bevolking aan de socialisten! „Die toejuichingen duren voort op den

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 6