van tie dienstbetrekking (huur) gedurende
3 maanden of onmogelijk of onhoudbaar
maken Zou men b v. een dienstbode
moeten houden, ofschoon men door huiselijke
omstandigheden gedwongen is, haar af te
schaffen Of zou men gedwongen zijn, drie
maanden dag aan dag met elkaar samen
te blijven in bijna voortdurend ondragelijk
krakeel, of wanneer de een de andere
brutaliseert of iets dergelijks doet Vol
strekt niet. Vooreerst kent de wet, voor
zeer ernstige gevallen, de z g. dringende rede
nen, om op staanden voet te ontslaRn of weg
te gaan. Die redenen zijn als de dienstbode
een valsch getuigschrift heeft getoond, in
ernstige mate de bekwaamheid of geschikt
heid blijkt te missen voor den arbeid,
waartoe zij zich verbonden heeft, zich
overgeeft aan dronkenschap of liederlijk
gedrag, zich schuldig maakt aan diefstal
of andere misdrijven, de huisgenooten mis
handelt, grovelijk beleedigt of op ernstige
wijze bedreigt of hen tracht te verleiden
tot handelingen strijdig met de goede zeden,
opzettelijk den eigendom van den werkgever
beschadigt, bizonderheden van de huishou
ding of het bedrijf, die geheim behooren
te blijven, bekend maakt, hardnekkig
weigert aan redelijke bevelen te voldoen,
of op andere wijze de plichten van de
overeenkomst grootelijk veronachtzaamt.
Voor de dienstboden gelden ten deele
dezelfds „dringende redenen". Voorts niet
voldoen van bet loon op bepaalden tijd, niet
behoorlijk geven van kost en inwoning en
ernstige gevaren voor gezondheid, zedelijk
heid en goeden naam. In al die gevallen
kan één van de partijen op staanden voet
opzeggen, maar dan ook alleen op staanden
voet en niet bijv. tegenover acht dagen,
en zoo noodig kan men den kantonrechter
uitspraak laten doen.
Let wel, die „dringende redenen" moeten
bewezen worden, en alwie nu maar eenige
kennis heelt van de dienstbetrekking in
onzen tijd, zal wel begrijpen, dat niet de
huurder ot werkgever in vele gevalleu aan
het langste einde trekt.
Daar is nog een andere weg om van
elkaar af te komen.
„Ieder der partijen", zegt art. lG39o,
kan de dienstbetrekking zonder opzegging
doen eindigen", (dat wil dus zeggen, op
welk oogenblik men wil), „doch de partij,
die dit doet zonder dat de wederpartij
daarin toestemt, handelt onrec htmatig,
tenzij zij gelijkertijd aan de wederpartij
eene schadeloosstelling betaalt.
Die schadeloosstelling bepaalt art. 1639r
op „het bedrag van het loon voor den duur
van den opzeggingstermijn". En bij uitstel
van de dadelijke betaling daarvan komt
er 5% rente 's jaars bij. Maakt men van een
der vorenstaande bepalingen (ontslag „om
dringende redenen" of tegen schadeloosstel
ling) gebruik, dan is 't verdiende loon ver
schuldigd tot den dag van vertrek.
De betaling van het loon, zegt art. 16381,
geschiedt aan dienstboden „telkens na
k w a r t a a l"', tenzij vo<~raf anders is be
dongen. Maar art. 1638r laat toe, daarvan
de aan den werkgever (of huurder) ver
schuldigde schadevergoeding af te houden,
tot ten hoogste ~/5 van het verschuldigde
loonbedrag.
Naar onze opvatting van voornoemde
artikelen, mag bijv. de vrouw des huizes,
wanneer eene dienstbode tusschentijds ver
trekt, haar mededeelen, dat zij het tot den
dag verdiende loon op den eersten dag van
het volgende kwartaal kan komen of
tegen kwitantie laten halen, en intusschen
kan zij bij den kantonrechter den eisch tot
schadevergoeding instellen, ten einde, als
die eisch is toegewezen, deze op 't nog
verschuldigde loon te verhalen tot ten
hoogste 40°/o daarvan.
Edoch wij gelooven dat menige huisvrouw
of werkgever om verschillende redenen er
tegen opziet, den kantonrechter er bij te
halen, ten einde schadeloosstelling te ver
krijgen van eene dienstbode, die de over
komst verbreekt. Van dergelijke procedures
heeft men tenminste nog niet veel gehoord.
1* O K T U G A I..
110 o Koning Manuel vluchtte.
Do correspondent van <le „Corri-erc del-
la Sera", do heer Luigi Barrine, die thans
to Lissabon vertoeft, (teelt nog eenige
bizonderheden mede omtrent de vlucht
des konings. welke hij van ooggetuigen
vernomen heelt.
Maandagavond om half twaalf keerde
de koning in zijn paleis terug van oen
foestmaaJ in Bolem. Een ieder wist toen,
dal de revolutie voor de deur stond. Tij
dens het diner was oen ruiter overhaast
do eetzaal binnengekomen, en had den
commandant van de municipale garde
een paar woorden in het oor gefluisterd,
waarop deze zich in allerijl verwijderde.
Een half uur later werd de minister van
iMarine weggeroepen. Niemand aan tafel
sprak meer een woord, de koning was
stiller dan ooit. -Men had hem op zijn
vragen geantwoord, dat het slechts een
onbetoekenen-d oproer betrof, dat spoe
dig onderdrukt zou zijn. In zijn paleis
teruggekeerd liet hij onmiddellijk telefo
nisch den minister van Binnenlandsclie
Zaken ontbieden; steeds kwamen onrust
barende berichten binnen.
Do vorst zond zijn bedienden heen,
0)1 trok zich in zijn bidvertrek terug,
i'reoies om twee uur in den nacht don-
ilpnlen 12 kanonschotende koning belde
(mi vfoeg wat er gaande was; niemand
wist. het. llij kleedde zich en wachtte
b.
medodoelingen van zijn ministers. Intus
schen was het 16e regiment infanterie
in vollen opstand gekomen. De minister
van Oorlog telefoneerde den eenen gene
raal 11a den anderen op. met bet bevel
do leiding der verdediging op zich te
nemenalle generaals waren ziek (III)
liet lot der monarchie was feitelijk ai
beslist. Eenige adjudanten schaarden zich
om |den koning, terwijl buiten het ge
weervuur knottende, trachtte men door
do telefoon een der ministers te berei
ken geen hunner gaf antwoord IDe
omgeving van den koning trachtte hem
nog voortdurend gerust te stellen met
do verzekering, dat er niets ernstigs
plaats greep. Intusschen brak de mor
gen aan, liet palcis was verlaten, de
bedienden verdwenen. I) de ministers
onzichtbaar. Alleen de paleeiswacht was
met 400 man versterkt. Manuel dwaalde
van de eene kamer naar de andere; zijn
blik was star; zijn gelaat bleek. Eindelijk
kwam een bericht van den minister-pre
sident; liij gaf den koning per telefoon
den raad, zich zoo spoedig mogelijk naar
Cintra te begeven, 0111 daar de onder
drukking van den opstand af te wachten.
De adjudanten drongen aan, 0111 te
blijven; in angst en onzekerheid verstre
ken do uren. De vorst weigerde alle spijs
en drank, vroeg slechts naar zijne mi
nisters. Diuir vlogen do eerste projec
tielen over liet paleis; uit het venster
zag men den kruiser Adamastor ma
noeuvreeren. Bij liet vierde schot stortte
een muur in, do koning begaf zich naar
do achterzijde van het paleis, eindelijk
werd besloten tot de vlucht.
De auto werd uit de garage gehaald,
de adjudanten overlegden waarheen zich
to begeven, daar Cintra te open ligt voor
een verdediging.
Ten einde de paleiswacht niet te ont
moedigen door het vertrok van den ko
ning, liet men de auto leeg den hoofd
uitgang uitrijden, terwijl de vorst met
twee getrouwen door een achterdeur den
tuinmuur bereikte; een oude bediende,
do eenige die niet gevlucht was, sleepte
een ladder aan, een adjudant ging voor,
do koning volgde. Aan de andere zijde
stond de auto gereed en weldra, was men
buiten do stad. Tegen vier uur bereikte
do koning Alafra, waar twee uur later
koningin Amelia on Maria Dia zich bij
hem voegden. Tijdens den maaltijd kwam
een officier berichten, dat de vlucht
moest worden voortgezet naar Ericiera,
waar liet jacht „Amelia" gereed lag. I11
allerijl pakten de vluchtelingen wat brood,
vleesch en aardappelen hij elkaar in de
servetten, en voort ging het in de auto
naar hot strand. Bij liet aan boord gaan
moest een adjudant koning Manuel on
dersteunen. Zwijgend sloeg de bevol
king alles gade, niemand groette de ver-
trekkenden. Met de handen in den zak
staarde de jeugdige banneling naar de
zich verwijderende kust. (Ilbl.)
De kloostervervolging. - Een
der novicen van do paters van den II.
Geest, die ooggetuige was ven het re
volutionaire schrikbewind, zendt uit Cin-
Ira aan do „Köln. Volksztg." liet volgende
relaas
Toen ik voor een dag of veertien de
stad Lissabon nog in alle richtingen door
kruiste, ongedeerd en zonder hinder,
dacht ik niet. dat ze zoo spoedig reeds
het tooneel worden zou van oproer en
bloedige gruwelen. Ik heb nu den lijd
alles uitvoerig te vertellen. Het novi
ciaat van de paters van don II. Geest,
is sinds acht dagen gesloten en de Duit-
sclio novicen zijn gisteren (18 October)
naar hun familie in de heimat vertrokken.
Dinsdag 4 October was onze vijfdaag-
sclie retraite afgeloopen. De pater-novi-
cen-meester wilde ons wat verstrooiing
verschaffen, zooals hij hot noemde. Een
mooie wandeling werd tegen den vol
genden dag voorbereid.
Des anderen daags waren wij al aan
tafel gegaan, om aanstonds na afloop
te vertrekkeen, toen plotseling pater
overste in den refter verscheen en mede
deelde, dat de wandeling niet door kon
gaan. In Lissabon was een der leiders
der republikeinen doodgeschoten, zoo het.
heette door een priester. Het gepeupel
woedde nu tegen priesters en klooster
lingen.
Wij bleven Mus. Tegen 1 uur 's nachts
hoorden we van Lissabon uit wij zijn
slechts 20 K.M. van Je hoofdstad verwij
derd - aanhoudend kanongedonder, en
den volgenden dag hoorden wij, dat de
koning onttroond was en de republiek
uitgeroepen.
Wij wisten genoeg, want hier is de
republiek niets anders dan de samenrot
ting van allo vrijmetselaars-elementen,
vóór alles gekeerd tegen den godsdienst-
Door onzen overste werden we gewaar
schuwd, dat we allen onze koffers pakken
zouden, 0111 zoodra het noodig mocht blij
ken te kunnen vluchten.
De dag verliep echter rustig, lu Lissa
bon hieven de kanonnen nog bulderen,
en ook hier in den omtrek werden ge
weerschoten gewisseld tusschen de mui
tende matrozen en koningsgezinde troe
pen.
Ook den volgenden dag bleef liet nog
rustig, tot 2 uur. Opeens klonk door het
novicaat de alarmkreetvlucht© wie kan
De revolutionaire benden waren in aan
tocht en bereidden zich voor, het kloos
ter te bestormen. Ieder poogde zich na
tuurlijk in veiligheid lo stellen. Terwijl
mijn mede-novicen een goed heenkomen
zochten in liet open veld, verschool ik
mij, achter oen muur en wachtte daar
den loop der gebeurtenissen af. Ik hoorde
liet wilde getier der woestelingen .die
zonder ophouden „leve de republiek"
schreeuwden, en ik dacht rook en vlam
men voor mij te zullen zien opstijgen.
Zoo verliepen twee bange uren zonder
noemenswaardig incident; alleen zag ik
af en toe eenige met karabijnen gewa
pende republikeinen door het veld voor
bijgaan.
Eenigoji tijd later zocht ik een betere
schuilplaats op in oen boonenveld» waar
ik toen bleef totdat de duisternis inviel.
Maar tot eiken prijs moest ik trachten
mijn oversten terug te vinden, want in
dit mij geheet onbekende land en met
geen cent op zak was mijn positie verre
van aangenaam.
Ik sloop dus heel voorzichtig weer op
ons huis toe; toen ik niets verdachts
bemerkte kwam ik al nader en trof spoe
dig eenige collega's, die reeds waren te
ruggokeerd; meerderen ontbraken echter.
Toen vernam ik wat er gebeurd was:
het gepeupel was tegen ons klooster opge
trokken 0111 het te bestorinen. De bende
was goed gewapend en ruim van munitie
voorzie», want ze meende, dat wij ons
op een aanval hadden voorbereid.
Tot ons geluk verscheen op het kritieke
oogenblik de „administrador civil", die
vroeger al onzen overste verzekerd had,
dat ons geen leed zou geschieden, wan
neer wij het volk niet uitdaagden; an
ders was het zeker tot een plundering
en erger gekomen.
Men liet de bende rustig de revolutio
naire vlag op den kapeltoren zetten. De
menschen doorzochten het huis en den
tuin, en trokken daarna weer af, biijlri
baar in hun verwachtingen bedrogen.
Sinds waait de roodgroene vlag van de
kapel, en van den gevel van het hoofd
gebouw do driekleur.
We wisten nu, wal er aan de hand
was. Langzaam werd ons klooster ont
volkt. De Portugeezen keerden naar hun
familie terug, maar bijna allen, die in
de eerstvolgende dagen afreisden werden
onderweg gevangen genomen en naar Lis
sabon gebracht.
Den lOen October verscheen het be
ruchte decreet, het eerste van de nieuwe
regeering. Als eerste offers vielen na
tuurlijk de jezuïeten; allen, Portugeezen
of vreemden, zijn ze over de grenzen ge
zet en al hun goederen in beslag ge
nomen. De andere kloosteer-orden zijn
ontbonden, hare leden van vreemde na
tionaliteit hebben het land te verlaten,
do Portugeeschc mogen niet meer in com
muniteit samen wonen.
Groot is de ramp die ons getroffen
heeft. Onze congregatie had hier een ze
vental bloeiende huizen: Braga met 400
leerlingen, Santa Maria in Porto met 380
leerlingen, te Prokura in Lissabon, twee
scholastikaten in Formiga en Carnide, en
ten slotte het huis hier in Cintra, twee
groote huizen-complexen met paters, broe
ders, novicen, leerlingen der landbouw
school, en groote welonderhoudcn lan
derijen alles is het nu met een slag
verloren.
Staking te Lissabon. Te Lissa
bon staken 8000 sleepers. 'De civiel-gou-
verneur hoeft drie vertegenwoordigers der
stakers uitgenoodigd, 0111 te komen over
leggen. De regeering zal in den toevoer
van levensmiddelen en steenkool voor
zien door soldaten en brandweermannen.
F K A IV K K IJ K.
Een afvallige. De Dominicaner-
pater Rose, vroeger leeraar aan de Uni
versiteit van Freiburg, een exegeet, die
o.a. Losy bestreed en verschillende wer
ken over de godgeleerdheid schreef, is
naar in meerdere buitenlandsohe bla
den vermeld wordt uit de Katholieke
Kerk getreden. Volgens sommigen moet
de afval toegeschreven worden aan onge
loof, volgens anderen is hier het „eher-
chez la femme" van toepassing. Het eer
ste lijkt verreweg het waarschijnlijkste,
of is in elk geval ook in 't spel.
Welke droevige offers zal het moder
nisme nog eischen zelfs onder hen, die,
gelijk Rose, begonnen met het te bestu-
deere-n, ten einde het te kunnen weerleg
gen, zegt „De Tijd".
Aan 'de slang schrijft men de eigen
schap toe, da,t zij, hare slachtoffers bio
logeert alleen door ze aan te staren. Het
modernisme schijnt iets van dien slan-
"genaard te hebben en dit mag voor de
genen, jdie niet 0111 bijzondere redenen zich
verantwoord of verplicht mogen achten,
0111 zich van de modernistische lectuur
op de hoogte te stellen, als een waar
schuwing beschouwd worden er zich niet
mee af te geven. Er zijn wel sterkere
gevallen dan zoo menig onbezonnene, die
louter uit nieuwsgierigheid of lichtzin
nigheid op het modernistische veld gaat
grasduinen, met verwaarloozing van de
degelijke en antiseptische lectuur. Tee
kenend voor den godsdiensthaat der Fran-
sche secretarissen is de bijzonderheid, dat
de Fransche Regeering den renegaat, die
zich den laatsten tijd te Geneve ophield,
onmiddellijk tot leeraar aan een gymna
sium benoemd heeft.
De Fransche Kamer is bijeengekomen.
Er was natuurlijk zeer groote belang
stelling naar de wijze, waarop de uiter
ste linkerzijde de spoorwegstaking tegen
de rogoering zou uitspelen en hoe Bri-
and, de handige, daarop antwoorden zou.
Luisteren we naar Reuter:
De parlementaire zitting wordt ge
opend. Het binnenkomen in de ka
mer van Lépine, den Parijsehen pre
fect van politic, wordt aan de uiterste
linkerzijde begroet met geroep van:
Er uit. er uit! Het centrum en do
linkerzijde applaudisseeren. Er
heerscht een onbeschrijfelijk tumult.
De voorzitter zet zijn hoed op en
de vergadering wordt geschorst.
Als de kalmte is weei-g-ekeeixl,
wordt de vergadering weer geopend.
Briand vraagt, dal onmiddellijk tot
bespreking der interpellaties overge
gaan zal worden, waartoe wordt be
sloten.
De afgevaardigde Colly, van de
uiterste linkerzijde, verwijt de regee
ring, dat zij de staking gefnuikt heeft,
door de stakers in hechtenis te ne
men. Hij valt Briand heftig aan en
verwijt dezen, dat hij Tnachinisten in
de gevangenis heeft laten zetten en
geprobeerd heeft, hoever hij1 'tegen
over de publieke opinie kon gaan.
om te weten te komen of men sol
dalen tegen arbeiders kan afzenden.
Dat is een smerige streek. (Briand
haalt de schouders op.) Colly teekent
verzet aan tegen tiet gebruiken van
soldaten ten voordeel© van industri
eel© ondernemingen en verzekert, dat
den spoorwegmaatschappijen de vrije
hand was gelaten om de arbeiders
onder de wapenen te roepen.
Daarna neemt Briand het woord
en begint met te verklaren, dat hij
niet van plan is, in te gaan op per
soonlijke aanvallen.
De spoorwegstaking vervolgt hij,
was geen beweging, die vakbelangen
tot oorzaak had (heftig protest bij
do uiterste linkerzijde) en de regee
ring bevond zich niet tegenover een
staking, maar tegenover oen bewe
ging, die dood en ondergang van het
land beoogde, een bewering, waar
van de arbeiders de ware bedoeling
niet kenden, en waarvan zij: de werk
tuigen waren. (Heftig protest bij de
uiterste linkerzijde.)
Aangezien de regeering, vervolgt
Briand onder het tumult, do bewijL
zen in handen had, dat de beweging
een anarchistisch en opstandig ka
rakter had, moest zij maatregelen
treffen om de nationale veiligheid
te verzekeren. Briand wijst dan op
de pogingen, die de regeering in het
belang der spoorwegbeambten heeft
gedaan, en verzekert, dat hij over
materieele bewijzen en door de lei
ders der beweging geteekende schrift
stukken beschikt, en dat de spoor
wegbeambten bekend hebben, sabo
tage te hebben gepleegd. De spoor
wegbeambten konden in October lots
verbetering verkrijgen, maar zekere
elementen wilden ongeregeldheden.
Briand is dan ook van oordeel,
dat met het oog op de verzoenings
gezinde houding der regeering, het
afkondigen der staking, midden in
onderhandelingen, -een onduldbare
zaak was.
Daarna herinnert de eerste minis
ter aan de omstandigheden, waaron
der de slaking, op de Noorderspoor
wegen is afgekondigd en zegt. dat,
men tegenover oen organisatie van
stelselmatige sabotage staat, waar
van de regeering hoopt de draden
in handen te hebben.
De minister leest dan een omzend
brief voor, die bij de poststaking door
zekere agenten is verzonden en die zeer
precies© aanduidingen bevat voor de sa
botage van telegraafdraden. De leiders
va nde tegenwoordige staking hebben een
der-gelijken omzendbrief onderteek-end en
als de socialisten vragenwelke leiders
antwoordt Briand, dat zij dat spoedig zul
len weten, misschien al te spoedig naar
hun zin.
De bedrogen arbeiders hebben hun
woede reeds geuit.
De regeering heeft, niettegenstaande de
angsten -die het land, met het oog op
het gevaar, heeft -doorgestaan, geen an
dere middelen gebruikt dan de wet ter
harer beschikking stelt.
D-e socialisten onderbreken Briand her
haaldelijk, de voorzitter heeft de grootst
denkbare moeite om de stilte te herstel
len; als Briand eindelijk kan voortgaan,
zegt hij:
De vrijheid, die de socialisten verde
digen, is niets dan het afzichtelijke spook
van de tweedracht en het grijnzende beeld
van den burgeroorlog.
Do vrijheid der vakvereenigingen be
staat niet in gewelddadigheden tegen de
arbeiders, evenmin bestaat de politieke
vrijheid in (le tegenwoordige houding der
uiterste Linkerzijde. Briand verwijt den
socialisten, misbruik te maken van de
persvrijheid.
Er zijn oogenblikken, vervolgt hij dan,
waarin een staatsman zijn plicht vervult,
atliö -bedreigingen ten spijl en met ge
vaar voor zijn leven. Ik vertrouw, dat
ik mij tegenover de jongste gebeurtenis
sen aan de zijde der vrijheid heb go-
houden.
Briand eindigt met de volgende woor
den
In de ernstige omstandigheden,
waarin het land na den burgeroor
log werd gedreven, zou iedere re-
geering, die dien naam waard is, ge
daan hebben, wat wij, hebben ge
daan. De regeering neemt in haar
geheel de verantwoordelijkheid op
zich. De vrijheden, waarin de spoor
wegarbeiders zich verheugen, zijn
door de staking niet bedreigd.
De regeering bestudeert de wijze,
waarop het land in de toekomst te
gen dergelijke gevaren behoed kan
worden, zonder dat de wezenlijke
vrijheid der vakvereenigingen zal ver
minderd worden. Het is aan u om
te zeggen of gij de regeering toever
trouwt dezen arbeid tot een goed
einde te brengen.
Uit het applaus bleek reeds, dat hij
het gewonnen hadde g-eheele Kamer,
met uitzondering van de uiterste linker
zijde juichte hem toe.
Men begrij'pt dat deze zeer misdadige
woeling moest worden onderdrukt.
DCITNCHliAKV.
De wereldreis van den D u i t-
schen K 1- o o n p r i 11 s. De Berlijnsche
correspondent van de ,,iV. B. Ct." schrijft:
In de eerste week van November zal
de Duitsche Kroonprins zijn reis naar
Oost-Azië aanvaarden. Het eerste gedeelte
van de reis legt hij in gezelschap van
do Kroonprinses aan boord van de Lloyd-
hoot Prinz Luitpold tot Ceylon af. Het
kroonprinselijke paar gaat in Genua op
do boot, die hare gewone reis van Bre
men naar Oost-Azië doet en behalve de
vorstelijke reizigers en hun gevolg, de
gewone passagiers aan boord heeft. Na
tuurlijk is er geen krotje van een hut
aan boord van de „Luitpold" meer vrij,
want op het oogenblik, dat bekend werd,
welke hoog© gasten het stoomschip zou
den gebruiken, liep men storm 0111 plaat
sen. Vooral meldden zich rijke Am-eri-
kaansche pleizierreizigers aan, wier da
mes tot -eiken prijs haren w-ensch ver
vuld wilden zien, 0111 de Duitsche Kroon
prinses, wier mooi Panjsctie kl-eeren ge
roemd worden, van na,bij, te monsteren
en zoo mogelijk met haar in goeden smaak
0111 zicli te kleed-en, te wedijveren. Men
stelle zich voor, hoe buitengewoon verlok
kelijk hot. vooruitzicht is, 0111 weken lang
de aanstaande Duitsche Keizerin, zonder
dal zij u kan ontloopen, tusschen de
smalle scheepswand-en voor zich te heb
ben. Tegen .de nieuwsgierige blikken kan
haar geen ceremonieel van het hof, geen
schildwacht, geen keten va,n bedienden
vrijwaren. Dagelijks zijn er een dozijn ge
legenheden 0111 de jonge bekoorlijke prin
ses van heel dichtbij op te nemen.
De stoomboot is ruim van afmeting,
maar niet een van de Oceaan-reuzen van
den atlantischen dienst. Zij heeft maar
een tonnemaat van 9000 tol 10.000 ton
en is dus een klein kind onder de nieu-
werwetsche zeekolossen in het reizigers
verkeer. Zeker zal de kapitein moeite
doen, om eiken wensch van het kroon
prinselijke paar naar rust en afzondering
van hot overige gezelschap te vervullen
en het gevolg zal hem daarbij zooveel
mogelijk behulpzaam zijn. Maar de Kroon
prins en zijne gemalin zijn nog jonge
menschen en zeer vriendelijk en min
zaam. Zij zuilen zeiven neiging en be
hoefte hebben, 0111 met dezen of gene
buiten hun omgeving eens een praatje
te maken. 11e Amerikanen hebben 'dus
kans, 0111 met hun aangeboren ongedwon
genheid hun doel te bereiken, en daar
om werden in den laatsten tijd krank
zinnige prijzen voor kajuitplaatsen gebo
den, waaraan de Lloyd echter niets heeft.
Hij drijft geen windhandel met passage-
biljetten, de passagierstarieven staan vast
en het stoomschip was al vol, voor al
gemeen bekend werd, dat het kroonprinse
lijke paar er gebruik van zou mak-en.
De Lloyd moest zelfs. 0111 plaats voor
de hooge gasten te maken, andere rei
zigers voor veel geld uitkoop-en.
üp Ceylon zal het kroonprinselijk paar
eenige weken vertoeven en middelerwijl
een uitstapje naar het Zuiden van Indië
doen. Dan is het plan, dat de Kroon
prinses zich weer naar het vaderland
zal begeven, terwijl de Kroonprins aan
boord van het Duitsche oorlogsschip
„Gneisenau" zal gaan, 0111 Siam, Java,
Japan en China een bezoek te brengen.
Het eerste gedeelte van de reis zal zoo
genaamd incognito afgelegd worden. Maar
reeds op Iingelsch-Indische bodem wordt
dit verbroken, daar een gezelschap van
Engelsche officieren den Kroonprins zal
omringen. I11 Tokio en Peking verschijnt
hij als keizerlijke hoogheid en alleen, aan
gezien hier h-et gezelschap van de Kroon
prinses minder in hot kader va,n het be
zoek zou passen.
BELtlIË,
Hoe keizer Wilhelm te Brus
sel ontvangen werd. Omtrent de
houding der Brusselsche bevolking, die
liet antwoord had te geven op het strooi
biljet der socialisten, hetwelk naar
men weet -een protest inhield tegen
het bezoek des keizers, schrijft het „Hbl.
v. Antw." het volgende:
„Eene eindelooze geestdriftige, warme
toejuiching klinkt langs alle kanten, zoo
grootsch. dat zij de muziek zelfs ver
dooft. Al -de daken der huizen van de
Rogierplaats zijn geheel zwart van volk.
„Allen juichen toe, allen zwaaien met
zakdoeken en hoed-en, en wanneer het
eerste rijtuig vertrekt, rijtuig waarin de
keizer en de koning zich bevinden, wor
den de toejuichingen nog groolscher.
„Ziedaar het antwoord der Brusselsche
bevolking aan de socialisten!
„Die toejuichingen duren voort op den