Dinsdag 11 October 1910
Zesde Jaargang,
Hijiit elksu MU«U Miait- ta HDDUKOM.
FEUILLETON.
BUITEHtflHP
No. 120
„Politieke Geestelijken".
EISA
HIK ZEEM COME
Abonnementsprijs p. b maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten 10.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kanfoor v. <3, Adminisfrafie: Gangepoorfsfraaf C 209, GOES.
ReclaiLieberietiten 25 Ct, p. r. Bjj abonnement speciale prijs,
Advertentiën van 15 regels f rt.50iedere regel meer 10 Ci
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x oereiend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct, contant
De Engelsche scbrijver Edmund Burke
zegt in zijn boek over de Fransche Revo
lutie van 1789
„Wij weten, en wat nog beter is, wij
voelen het in ons, dat de godsdsienst
de grondslag is der burgerlijke
samenleving en d6 bron van alle
goed en vertroostingWij weten
en wij zijn er trotscb op dat te weten
dat de inensch volgens zijn geheele ge
steldheid een godsdienstig wezen is."
Deze woorden hebben een diepen zin.
Zjj schetsen in korte, juiste trekken het
beeld van den Staat en bepalen de verhou
dingen van den mensck, den burger, tot
den Staat.
De samenleving, de maatschappij en, in
engeren zin genomen, de Staat, is er niet
om zich zelf maar om het algemeen
w e 1 z g n van hen, die den Staat vormen.
Het algemeen welzijn is voor
den Staat het eenige, het hoogste doel,
het is voor hem de opperste wet„salus
pu'olica suprema lex"!
Dat algemeen welzijn, het doel
van den Staat, is op zijn beurt weer het
middel voor het persoonlijk wel
zijn van ieder lid van den Staatwant
juist daarom vereenigen zich de mensehen
in eene maatschappg, in een Staat, om
gezamenlijk zoo goed mogelgk voor hun
individueel aardsch geluk te zorgen door
het in het leven roepen van allerlei wet
ten en instellingen, die aan dat geluk
bevorderlijk zijn en door het afweren van
alles wat dat geluk kan bedreigenalte-
maal zaken, die een mensoh voor zich
alleen onmogelijk zou kunnen tot stand
brengen.
Ofschoon nu zoowel het algemeen als
het bijzonder welzijn hoofdzakelijk stof
felijke goederen omvat, sluiten zij echter
de geestelijke goederen geenszins uit.
Aangezien toch 's menschen leven een
voorbereidig is voor het eeuwig leven hier
namaals, geschapen als hij is om op aarde
God te dienen en Hem in den hemel eeuwig
te aanschouwen, spreekt het vanzelf, dat
's menschen aardsch geluk des te volko-
mener en overvloediger zal wezen, naar
mate hjj zijn handelingen meer en dieper
laat beïnvloeden door het godsdienstig be
ginsel, daar hjj op die wijze des te zekerder
zijn einddoel bereikt.
Maar wat waar is voor den mensch per
soonlijk, is ook waar voor die vereeniging
van menschen, welke den Staat vormt en
wiens doel, zooals wjj zagen, tevens het
middel is voor 's menschen persoonlijk geluk.
Dus ook de handelingen, die den Staat
stelt, moeten tot ondergrond, tot „Leit
motiv", om een Germaansch woord te ge
bruiken, den godsdienst hebben en zoo
komen wjj vanzelf tot Edm. Burke's ge
dachte terugde godsdienst is de
grondslag van de burgerlijke
samenlevin g.'~)
Waartoe deze uiteenzetting, zal men
vragen. Om hierop, als op een onwankel
baar fundament de conclusie te bouwen,
dat aldegenen, die zich aldus den Staat
denken, verplicht zijn alles in het werk
te stellen, om een Staatsinrichting te ver-
50.)
Élsa wist grootvader te bewegen om
de reis tot Arkona voort te zetten.
„Toovenares", noemde hij haar nu dik
wijls, terwijl hij er over klaagde, dat ze
hem en ©en ieder willoos maakte.
Zoo 'wierd dan ook deze wensch vervuld.
Ze stond op den bodem, die eens Swan-
tawits tempel fdroeg, wiens reuzenbeeld
vier koppen had; ze heklom met Egon
de horstwering van den vuurtoren en
stond in bewondering voor het uitzicht op
de zee, die in het Noord-Westen wordt
begrensd door' de krijtrotsen van Möln;
naar het zuiden zich uitstrekt tot het
eiland Iliddensee; Bergen, het jachtslot
en de wouden van Josmund omspoelt.
Ze genoot het grootsche schouwspel, dat
Arkona biedt: de uit den vloed opstij
gende zon, die het water en den horizon
purper kleurde, terwijl het land nog in
duister gehuld is.
„Hoe verschillend is toch deze schoon
heid van die mijns vaderlands", zei Elsa
op de terugvaart, die recht naar Stettin
krijgen, welke zooveel mogeljjk gelijk is
aan het beeld, dat zij zich daarvan vormen.
En hoe kau dat anders en beter, dan door
aan dusdanige burgers de behartiging der
Staatszaken toe te vertrouwen, wier be
ginselen en gedragingen ons waarborgen,
dat het Staatsleven in zijn verschillende
uitingen, n. 1. wetten en besluiten, een
godsdienstigen geest zal ademen, d. w. z.
niet zal indruisohen tegen Gods wet en wil.
Dit te doen, hiervoor alle kracht en
ijver aan te wenden, is voor den geloo-
vigen, den christelijkeu staatsburger een
gewetenszaak, waaraan hij zich niet mag
onttrekken. En hoe dieper in den staats
burger de liefde leeft voor den godsdienst
hoe vuriger zijn verlangen is den gods
dienst in zjjn geboorteland en zijn geboor
teland door den godsdienst te doen bloeien,
des te zwaarder zal hij dien plicht op zich
voelen rusten, des te ernstiger zijn roeping
in deze beseffen.
Ziedaar het geheim lezer, van den ijver
en de toewijding, die de „politieke domi-
néss en priesters" volgens de geliefkoosde
uitdrukking van het „Weekblad" 3j in
verkiezingsdagen aan den dag leggeD,
wanneer zij medehelpen, om de eandidaten
der christelijke partijen een plaats te doen
innemen in de besturen van land, gewest
of gemeente. Zij, wier leven gewijd is aan
de verzorging van de geestelijke belangen
der hun toevertrouwde kudde, mogen, zonder
verzaking van hun duursten plicht, niet
werkeloos toezien, dat ook op den akker
des openbaren levens de vijand het onkruid
komt zaaien tusschen de tarwe; zij zijn,
indien hun hart warm slaat voor de hun
door God opgeiegde taak, gehouden, door
raadgevingen, opwekkingen en waarschu
wingen, aan hun meerdere kennis en er-
waring ontleend, hunnen onderhoorigen de
noodige gegevens te verschaffen, om bij
de keuze van afgevaardigden naar 's lands
vergaderzalen te kunnen beoordeelen, wie
de vrienden en belijders zijn eener chris
telijke staatskunde en wie niet.
En nu mogen onze politieke tegeDStanders
zich uitputten in smadelijke bejegeningen
aan het adres der „politieke geestelijken",
hen het verwijt van heerschzucht, winst
bejag, machtsmisbruik, enz. voor de roeten
werpen, de priester en dit geldt natuurlijk
ook „servatis servandis" voor den Prote-
stantschen geestelijke die zijn roeping
kent en liefheeft, die voor de hem toever
trouwde zielen een gids wil zijn in den
waren zin des woords, zal noch kunnen
noch mogen nalaten te zijner tijd zijne
geestelijke kinderen te wijzen op hun
plichten van christelijk staatsburger. Immers,
den godsdienst te willen doen bloeien in
het hart van de leden van den Staat, ieder
afzonderlijk, en dit niet te willen in het
hart van den Staat als geheel, is iets
ongerijmds en met zich zelf in tegenspraak.
Dat in de kwijting van dien plicht de
geestelijken wel eens te ver kunnen gaan
wie is er, die er aan twijfelt Onze gees
telijken wij durven het zonder vrees
voor tegenspraak zeggen zijn geen
engelen, maar menschen. Ook zjj kunnen
falen en in verkiezingstijden, door hun ij ver
vervoerd, de perken eener redelijke bedacht
zaamheid te buiten gaan, al blijkt niet
zelden, dat die begane fouten, in zich
ging, van waar Haldenburg bezocht zou
worden. „Misschien zal ik de Oostzee,
nooit meer terugzien, maar hare beelden
zullen me bijblijven".
Egon had .alles, wat ze te zamen ge
zien hadden, in zich opgenomen. Later
zon Elsa bet in een album als Kerstge
schenk bekomen.
Haldenstein sprak met klem. haar te
gen. „Het komt altijd anders uit, als men
denkt, mijn dochtertje."
Elsa keerde zich zwijgend, om, ze streed
niet meer over principes met grootpapa.
Te midden van al het genot, dat haar
geboden werd, kwam herhaaldelijk het
verlangen in haar op om nu, terug te
keeren naar het geliefd oude huis, waar
in ze, dat wist ze stellig, rustiger den
terugkeer des geliefden afwachten Icon
dan hier, 'waar ze zich steeds vreemde1-
linge gevoelde.
Maar iedere toespeling op dezen wensch
bracht Sidonie en Anito in hevige opwin
ding en veroorzaakte zulk een storm van
tegenwerpingen len smeekingen, dat Elsa
zich zwijgend schikte.
Misschien 'ware ze heimelijk afgereisd
van de goudstukken, die Ruggiero haar
had gegeven was nog niet één aange
sproken wanneer niet iedere brief van
serine, door hen, die met leede oogen de
politieke werkzaamheid der geestelijken
gadeslaan, tot halsmisdaden w°rdeD 0P£!e-
blazen Maar dit doet mets af aan de zaak
zelve en aan de onbetwistbaarheid der
Stelling dat de geestelijken èn krachtens
hun burgerschap èn krachtens
dere politie in de Maatschappij het recht
hebben hunne onderhoorigen ook
nolitiek voor te lichten.
Zeker, wij weten bet! Gaven de ..Pohtl°k®
dominees en priesters" gehoor aan de
wensch der vrijzinnigen, sloten zij zich.op
in consistoriekamer en sacristie, zij eerden
met rust gelaten, misschien zelfs meti wat
soetsappige vleierijen in slaap gesust
noodlottige slaap, die gevolgd zo^orden
door een vreeseiijk ontwaken, gelijk rank
Maar, nu zjj treden in het volle licht
van het openbare levei), Gods geboden
In voorschriften buiten de tempelwanden
dragen, de wijde wereld in kortom zich
den menschen geven op elk gebied ge
dreven door het eene verlangen, aan e
vuurd door de ééne begeerte, de maat
schappij te adelen, door baar te doordringen
voor een goddelgken geest, nu stuiven de
vijanden als razenden op, nu sliogere J
11 schichten van haat, laster verdachte
making en verguizing naar het hootd dier
priesters! dier dominees, die het wagen
durven eem terrein op te eischen, waai g,
vrijzinnigen, zich heer en meester waanden.
Dan zijn het geen argumenten meer
die zij bezigen, geen beweeggronden, die
zif aanvoeren, dan zgn het scheldwoorden
en bedreigingen. Alle hoffelijkheid is dan
zoek, alle beleefdheid over boord geworpen,
elk wapen is hun goed, al ia het ook de
dorpsche knuppel, mits hg wis en bloedig
het hoold treffe der „politieke geestelijken
die als andere Gideons Gods getiouwen
aanvuren tot een onverpoosden strijd tegen
het veldwinnend ongeloot eni de verent)rer
stening der maatschappij. Dan
uitlatingen te hooren als in het reeds
geciteerde Woensdagnummer van „Heri.
Weekblad voor Zeenwsolb-'Vla:an
derens W e s t e 1 Q k d e e 1 dat na
eene uitbundige lofprgzmg van de „faits
et gestes van den heer Van Dalsum aldus
te keer gaat
Waarom we deze aanhalingen uit het
schrijven van den heer Van Dalsum
hier plaatsen?
Alleen omdat zij zoo juist den strijd
schetsen, die door het clericahsme,
zoowel het Katholieke als het Protes-
tantsehe, gestreden wordt tegen de
bestaande maatschappelijke toestanden.
Niet om den godsdienst wordt de
strijd gevoerd, maar om de macht en
het geld, en de godsdienst wordt
misbruikt om in den strijd de
overwinning te behalen.
De grootste rampen, die een land
kunnen treffen, komt van de zijde van
politieke dominees en politieke geeste-
In plaats van verschillende meenin
gen te verzoenen, zetten zij de menschen
tegen elkander op;
in plaats van te lelden, willen zij
dwingen
thuis en van Carlo met vreugd© getuigde,
dat door haar den grootouders jaren van
droefheid vergoed weiden.
Ruggiero was zelfs van meening, dat
zoo het onrecht, 't welk bij bedreven had
door na het spoorwegongeluk het vinden
van het kind door oproepingen in de
bladen niet bekend te maken, goed weid
ge'mmnede kon Elsa zich niet wem-
gen, totdat Egon haar zei, dal ze trotsch
mocht zijn op zulke gevoelens, dat eeist
de scheiding haar gansch openbaarde,
hoe edel de menschen, die haar het nan-
den, dachten en handelden.
Wat zouden onze ouders zeggen, in
dien ze ons beluisterden, gelijk wij hen?
vroeg Elsa 'den jongen graaf na dit ge
sprek, dat eigenlijk een klacht was over
'de al te groote edelmoedigheid haiei ge-
Egon beantwoordde ten volle Elsas
vertrouwen. Reeds lang wist ze, wat groot
pa als een verrassing voor haar ver
zweeg; dat de goederen der familie lan-
zeer dicht bij Haldenstein la
gen Ook was haar niet onbekend, dat
en hoe Egon den ietwat ongunstigen fi-
nancieelen toestand verbeteren wilde en
dat dit zeer. goed kon zonder de rijke
in plaats van den vrede te bevorderen,
stoken zij allerwegen aan tot strijd!
En wanneer de woorden uit den
Engelenzang, vóór 19 eeuwen gehoord
in de velden van BetlehenEfrata
„Vrede cp aarde, in de menschen
een welbehagen*', nog altijd een droom
beeld zijn en bet nog eeuwen zullen
blijven, dan is dat te wijten aan den
noodlottigen invloed van maehtzoekende
godsdienstleeraars, politieke dominees
en priesters, tegen wier heilloos streven
Christus zoo herhaaldelijk in het
3trijdperk is getreden en die feitelijk
nog altijd onveranderd in aard en toeleg
met een stalen voorhoofd de woorden
van den Christus misbruiken om
den beilzamen invloed van diens verhe
ven lees te eigen bate tegen te werken."
Aan zulk een proza verspilt men geen
woord. Het is de etaleering van den anti-
clericalen haat in al zijn domheid en ver
blindheid. Het vonnist zich zelf en stempelt
het blad, waarin het verschijnt, niet tot
een orgaan, drager van beginselen, maar
tot een pamflet, dat bij alle fatsoenlijke
lieden met een zwarte kool staat geteekend,
„atro carbone notatus".
1) Reflections on the Revolution in France.
2) Zie :Christelijke Politiek, door Mr.
P. J. M. Aalber.se, Leiden 1905, biz. 39, 44.
(Futura Uitgave;.
3) Weekblad voor Zeeuwscb-Vlaanderen's Wes
telijk deel, Woensdag 5 October 1910, „Het
Cleiicalisme".
De Revolutie in Portugal.
De nieuwe republiek, die, nauwelijks
geboren, reeds optreedt met een fel anti-
clericaal regeeringsprogram, is nu juist
geen verschijning dat ons, Katholieken,
een bijzondere sympathie kan inboezemen.
Braga c.s. stelten zich als ideaal van
hun bewind de scheiding van Kerk en Staat,
ontbinding van de religieuze orden en de
sluiting van alle Katholieke scholen, waar
het onderwijs door leden van geestelijke
orden wordt gegeven.
En dat zij van plan zijn dit program in
al zjjn scherpte uit te voeren, bewjjst hunne
houding tegenover de Katholieken. Den
geestelijken is aangeschreven uit vrees
voor ongeregeldheden, zoo het heet zich
in burgerkleeding op straat te vertoonen.
Van aanvallen op Katholieke instellingen
en kloosters maken de particuliere corres
pondenties schier dagelijks gewag.
De bureaux van het Katholieke dagblad
„Portugal" werden verwoest en de directeur-
hoofdredacteur werd vermoord, 't Zal ons
niet verwonderen, zegt de „Vingtième
Siècle" ©f de geestverwanten van Ferrer
stonden in de eerste rijen der aanvallers.
De „Echo de Paris" maakt nu weer
melding van een aanval op het klooster
Quielhas in het EstreUa-kwartier, dat door
de artillerie plat is geschoten. Men ge
bruikte daarbij het voorwendsel, dat van
uit het klooster op de soldaten zou zgn
geschoten, waardoor drie mannen zouden
zijn gedood.
vronw, die de vader daarvoor onontbeer
lijk achtte.
"Victor had, trots de vele drukten van
zijn nieuwen, werkkring, enkele malen
napr Bansin geschreven over alles en
nog wat; over het voorgenomen, bezoek
uitte hij zijne vreugde. In 't bijzonder
noodigde hij Anito Bergen uit en Halden
stein streefde niet meer tegein.
Elsa's vergelijking tusschen hem en
Ruggiero had hem er den lust toe be
nomen; van nu af werd het kind, gelijk
hij Anito noemde, niet meer afgestooten
gelijk vroeger, als het in zijn schuchter
ren aard ook hem aangenaam trachtte
to zijn.
Dat zijn vader met zijn verpleegster
zouden ontbreken, speet Victor; maar hij
vermeldde met vreugde, dat Nordhieim,
en de vriend zijner jeugd, Dr. Ërmin
Frank, kwamen.
Haldenstein was er weinig over ge
sticht, toen hij dit alles vernam. Waar
toch hadden die kinderen die verkeerde
neigingen geleerd? Van Elsa begreep hij
het eonigszins, maar van Victor was het
hein onverklaarbaar, dewijl diens ouders
steeds aan al wat adel was, waren ge
hecht gebleven. Kwam die neiging mis
schien als erfdeel van Sidonie, die zoo
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot aan den avond van II Oct.
Zwakke tot matigen, Zuidelijke tot Zuid
westelijken wind. Gedeeltelijk bewolkt.
Waarschijnlijk droog weer. Warmer.
Iu hoeverre dat feit waarheid bevat, is
natuurlijk absoluut niet te controleeren.
Ea zeker rechtvaardigt het toch in geen
enkel opzicht, als het gebeurd mocht zijn,
een dergelijke krasse en niet te beantwoorden
maatregel van het platschieten van het
klooster.
Een even weinig te controleeren feit
wordt in de telegrammen gemeld, waar er
sprake van is, dat tijdens een défilé uit
een klooster van de Jezuïeten een bom
zou zijn geworpen op de menigte.
Er staat niet bg verteld, waarin dat
„défilé" bestaan heeft. Maar het meest
waarschijnlijk bomt het ons voor, dat dit
„défilé" een dergelijk agressief karakter
gedragen heeft, dat de daad der paters
waarschijnlijk niet anders geweest is dan
een daad van zelfverdediging en eerlijke
tegenweer. Zoo tenminste die daad van de
paters zelf is uitgegaan en ook (geen
„voorwendsel" is, op wat voor manier dan
ook op touw gezet om „wraak" te nemen,
Want men kan er van opaan, dat als
slachtoffers van de „fusillade" heel wat
onschuldige paters gevallen zullen zijn. De
provinciaal der Jezuïeten in Spanje heeft
dan ook energiek geprotesteerd tegen de
beschuldigingials zouden zijne onderhoorigen
te Lissabon op de soldaten hebben geschoten.
De „Temps" wijdt een lezenswaardig
artikel aan de vestiging der republiek in
Portugal, waarin het blad de republikeinen
waarschuwt niet te denken, dat het ko
ningschap de eenige oorzaak van den
slechten toestand in Portugal is. Dit zou
een groote dwaling zijn, die loodzwaar
zou drukken op de toekomst hunner onder
neming. Het Portugeesch volk, meent de
Temps, vroeg niet zoozeer om een republiek
dan wol om een radicalen schoonmaak en
een eer'iik bestuur. Er waren twee middelen
om dat resultaat te bereiken. Het eene is
inderdaad door Franco „den dictator" toe
gepast op al te krasse wijze en mislukt.
Thans wil men het andere middel probeeren
de republiek. De Temps wenscht van barte,
dat men moge slagen. Maar het is er niet
alleen om te doen het regeeringssysteem
te wgzigen, het is niet voldoende van etiket
te veranderen. De hervorming moet door
dringen in het wezen der dingen. Omdat
gedurende lange jaren de regeeringspartgen
zich slechts door corruptie op de been
hebben kunnen houden, heeft de corruptie
de onderste lagen der samenleving aange
tast. Rond de regeering vecht men om
baantjes, die wel bezoldigd worden maar
geen arbeid vergen in de commissies wordt
om plaatsen gestreden, bjj de verkiezingen
om gunsten. De openbare zeden zijn door
trokken van dat sociaal vergif. "Voor een
erfelijk vorst een gekozen president in de
plaats te stellen, dat is de lijst vaD de
schilderij veranderen zonder aan het schil
derwerk zelf te raken. De Portugeesche
republikeinen moeten andere dingen doen
spoedig begreep wat Elsa, voor hare pleeg
ouders moest gevoelen?
Nordheim was reeds aangekomen en
wachtte met Victor in het kleine station
dicht bij Haldenburg op den trein, die
juist binnenstoomde, waarmee de fami
lies Hald.enstein en 'Bannenberg zonden
aankomen.
Het slot Haldenburg lag te midden van
dicht, frisch groen, op een kleine hoogte
in de vruchtbare Oberlaagte.
Het dienstpersoneel stond ter ontvangst
gereed bij den met slingers getooidenj
hoofdingang.
Het bestond uit een ouden bediende;
in livrei met witten das, die den major
domus verbeeldde met zijn staf van huis
meiden en overige dienstdoenden uit huis
eu hof; den rentmeester, ©en heer op
jaren; Idrie inspecteurs en de huishoud
ster mot hare jeugdige adjudante, diei
hier sedert menschenheugenis regeerde.
Alles zag er deftig en voornaam uit.
De oude baron en Sidonie werden ©err
biedig ontvangen.
Elsa keek Victor met glinsterende oogen
aan.
(Wordt vervolgd.)