IOUWENSE,
ihoorn",
Idelburg.
mpen en
inglantaarns
•t f 25, middelburg.
idelbazar,
d
No. 119. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 8 October 1910.
BUITENLAND
ichtsorteering
A!
ypOTHEEKBANK,
^-Capes,
tten, Pelterijen,
eke Ceintuurs,
jur-Gespen.
en Broekjes.
Handschoenen,
ide Kinder-
Handschoenen.
gebreide
Handschoenen.
en alle in zeer
verd worden.
JANSTRAAT.
Zelandia Antiqua
UIT DE PERS.
IJGBN
ledkoopste tot do
jitvoering.
nieuwe ETALAGE
ÜIAAL
Beleefd Aanbevelend.
-
te bedenken voor
daar, Luchtmachi-
rat anders.
e rijwielen alleen
seizoen.
or oude machines,
;en, die G(j stellig
idres niet Vraagt
rdigd dooi geheel
LE
elcome rijwielen.
ilding van ieders aantal.
'ten en uitstaande hypotheken.
Uitvoerige jaarverslagen
geeft uit in stukken van
f100.— en f60.—
en tot den koers van l001/4 °/0.
en tot den koers van 99s/4 °/0.
fcen tot den koers van 101%.
Goes en te Middelburg
dijk's Bank.
RLVINKE, Adjunct-Directeur.
Jongens en Meisjes.
15, 20, 22V, ct. en
r.
drukkn. 30 ct.
(Het oude Zeeland).
S c li o u w en en D u i v e 1 a n d.
T.
In tien nacht vóór den feestdag van.
den Aartengel Michaël ging het er voor
goed op los. liet legertje was in tweeën
gesplitst. Mondragon ;begaf zich met de
eene helft op do schepen, Juan Osorio
zou met de overigen langs de slikken
do eilanden trachten ,tc bereikten. Alvo
rens te vertrekken, had Requesens nog
een krachtig woord tot de zijnen ge
sproken: „Liever sterven, dan niet over
winnen!" was Ide slotsom.
Alles was behoorlijk geregeld. Iedere
soldaat had een paar schoenen gekre
gen, twee pand buskruit en beschuit met
kaas voor drie dagen. De levensmiddelen
en het kruit droeg men in zakjes om
don hals, de wapens in de hand.
Toen .de maan boven de kimmen was
verschenen, het was laatste kwar
tier, ving om middernacht de tocht
aan, die zoo glansrijk slagen zou. Oso
rio ging in zijn onderkleed, de broeks
pijpen in de halve laarzen, ©en breed-
geranden hoed op en de degen in de
vuist geklemd, met de gidsen en de Span
jaarden de lange rij1 van twee aa.n twee
gaande mannen vooraf. Het waren ook
Spanjaarden, onder .Gabriel de Peralta,
die den stoet sloten. De Ouitschers en
de mijngravers hadden zij een plaats in
het midden aangewezen. Ook de dap
pere en bekwame verdediger van Goes,
Isidoor Pacheco, Serooskerke, don Luis
do Guiralta en Jan do Aranda deelden
de zware vermoeienissen van deze nach
telijke wandeling. Allen waren en cami-
sada hadden een hemd over hun goed
aangetrokken, om elkaar te kunnen her
kennen.
Het was zoel najaarsweer en niet al
leen de maan, maar ook een telkens op
flikkerend schitterend noorderlicht ver
dreef de nachtelijke duisternis. Zoolang
men de plaat onder de voeten had, leek
het bijna een uitstapje, maar aan do kil
gekomen, begon de ellende. Ter weers
zijden lagen 40 kloeke Geuzenschepen en
wel 200 roeibooiten. Deed het schieten,
in den beginne weinig hinder, thans was
het anders. Dorschvlegels, haken en har
poenen moesten evenzeer dienst doen als
grof geschut en geweervuur. Twaalf man
der voorhoede sneuvelden. Ook Pacheco
weid door een kanonskogel getroffen,
doch met den jd°°d op de lippen moe
digde hij: de soldaten aan tot voortruk
ken naar het einddoel en zich om. hem
niet te bekreunen. Langzaam kon men
slechts voort, en Welk een eind, die in
eikaars voetstappen" tredende mannen!
Tusschen 4 en 5 uren was het water
op zijn laagst, evenwel, soms kwam het
halverlijfs, soms tot de horst en de schou
ders. Niets was in staat de dapperen
te weerhouden. Groot was het aantal sol
daten niet, met wie Osorio den zeedijk
bereikte, toen de dag begon aan te lire
ken, maar het waren „keurlingen". Zij
Wierpen zich op do knieën, die ruwe ke
reis, richtten een korte dankzegging tot
do 11. Maagd en den H. Jacobus voor
hun behouden overkomst en stormden
met gevelde spietsen .vooruit. Die Fran
schen, Engelschen en Schotten, die hun
land verlaten hadden, om hier de „vrij:-
heyt" te bevechten, geraakten al spoe
dig in verwarring, toon de, aanvoerder
Charles Boisot door een zijner partijgan
gers gedood werd, hij ongeluk of uit
moedwil, het bleef onbekend. Een ieder
zocht een veilig heenkomen, hetzij in teen
der drie schansen, hetzij op een be
vriend vaartuig; ettelijken evenwel sneu
velden op de vlucht.
Het water was tusschen 4 en 5 uren
op zijn laagst, maar toch, de achter
hoede kon den(Sterken stroom door het
Zijpe niet meer trotseeren. De Peralta
moest naar St. Filipsland tearugkeeren en
voer met d'Avila naar Duivelend. Er wa
ren, volgens dr. Nuyens, die Requesens'
brieven geraadpleegd heeft, 1C0 dooden
en 200 gekwetsten aan Spaansche zijde.
Geen afdeeling had zwaarder verliezen
geleden dan de delvers, van wie er nauwe
lijks tien ,nog weer den oever betraden
Behalve op de verdediging van de plaats
hunner inwoning was de stedelijke re
geering van Zierikzee ook bedacht ge
weest op het tegenhouden der Spanjaar
den bij: hun tocht over de slikken. De
landmeter en teekeenaar van den Schouw
schen dijkgraaf Werckendet, Jacques Man-
toau, had order gekregen, am op het
schor tusschen Hardemee en Vianen een
breede gracht af te steken. Toen in 1647
de schorren van Bruinisse ingedijkt wa
ren, waren de schorren Rumoirt en Nicke
buitongeslagen en gedeeltelijk ook hiet
schor Hardemee. Vianen had zeker reeds
in do 14e eeuw een overzetveer naar
Stavenisse. Het dorpje had een kapel
waarin wekelijks een H. Mis werd opge
dragen uit het veergeld. Vroeger schijnt
er een zekere welvaart geheerscht te heb
hen. Smallegange zegt in zijn kroniek,
dat het water Keeten zijn naam ontvan
gen heeft van de zoutketen, die men daar
vond. Zelfs had men er een weekmarkt
maar die werd hij vonnis van den Hoo-
gen Raad te Mechelen, 24 Dec. 1530,
vernietigd, omdat or ten bate van Zie
rikzee geen weekmarkt meer gehouden
mocht worden in geheel Duiveland.
Zoowel op Hardemee als bij Vianen
hadden de Nassauscben schansen. Ge
lukte liet nu tusschen beide pnnten een
©enigszins diepe en breede gracht te del
ven, dan zouden de Spanjaarden in hun
poging om aan land te komen ernstig
bemoeielijkt zijn. Maar men slaagde niet,
want d-e tijd was te kort, of liever: men
had te lang getalmd, alvorens de hand
aan het werk te slaan. Eerst den 28en
ging Manteau :met een aantal pionnicrs
naar de slikken, hot vaandel voorop. Er
werd gewerkt tot den avond, toen het
gerucht tot hier doordrong, dat de Span
jaarden van St. Annaland naar St. Fi
lipsland waren overgestoken. De arbei
ders vertrokken naar Oosterland, op en
kelen na, die den opzichter naar Har
demee vergezelden. Dien nacht brachten
ook zij te Oosterland door. Een uur voor
zonsopgang gingen de vuurbakers, de sein
lichten, op en was er algemeen alarm.
Manteau en nog 5 of 6 delvers keerden
naar Hardemee terug en vonden er slechts
14 soldaten, de overigen waren Boisot
in de schans op Rumoort te hulp ge
sneld. Toen do soldaten van Requesens
naderden, lieten de Nassauscben de twee
halve kartouwen, waaruit zij af en toe
geschoten hadden, in den steek, sprongen
van de wallen en vluchtten weg. De del-
vers waren niet de laatsten, die het ha
zenpad kozen. Op de vlucht haalde onze
landmeter ©en der burgemeesters in en
hij riep: „Heer burgemeester, gij: moet
beenen maken, want het is de vijand,
die ons zoo naloopt!" Maar de man was
buiten adem en kon geen woord uit
brengen. De bezetting van de schans te
Vianen, bijgesprongen door 50 soldaten
van do Geuzenschepen, bod-en dapper
weerstand. De strijd was echter ver
loren.
Manteau, van Poortvliet geboortig en
in latere dagen burgemeester van Tho-
len, was mot hart en ziel de nieuwe
richting toegedaan. Verwonderlijk is het
daarom, dat hij schrijft: „Dien nacht was
't een vreeselijk gezicht in de lucht van
vuurstralen; het scheen een hevigen krijg
on teeken te wezen; diiesgelijik en had-de
niemand gezien; het (was zoo licht, dat
men in de boeken kon lezen." Het lijkt
wel, of een „bijlgeloovige" Spanjaard hier
het woord voert. Hoe of zijn „nuchter
verhaal" evenwel het „roemrijkste aller
krijgsbedrijven" ©enigermate kan doen
verbleeken, zooals de schrijver van
Zelandia Illustrata meent, zal den ge
wonen lezer wel immer een raadsel blij
ven. „Een rechtgeaarde ziel", zoo leest
men op een der gravures van dezen
tocht, „Een rechtgeaarde zie! prijst ook
des vijands moed; ,En steeds zal 't on
vergetelijk blijvien. Dat roemrijkste aller
krijgsbedrijven, Die tocht van helden
dwars door d' opgezetten vloei," L.
Geen Coalitie-belang.
De Nieuwe Tilb. Crt. schreef in ha ir
nummer van 30 Sept.
Er is tusschen Gelderlander en Centrum
een polemiek, waarin, dunkt ons, het Cen
trum het meest aanbevelenswaardig
standpunt inneemt.
Do Gelderlander is sterk gekant tegen
do uitgave van veertig millioen voor de
kustverdediging. Nu, da,ar kunnen wij voor
gevoelen, en in ieder geval heeft, het blad
het volste recht tegen deze groote uit
gave zich te verzetten.
Nu heeft de Standaard geschreven, dat
het niet bij deze veertig millioen zal blij
ven, maar dat ook de verdediging te land
de noodige offers zal eisch-en. En daarop
schreef de Gelderlander:
„Mochten deze denkbeelden van de Stan
daard steun vinden bij 'de coalitie, dan
keer-en wij ons van deze partijgroepee-
ring af."
liet Centrum ,nu keurt dit dreigement
af en is van oordeel, dat men mag cri-
tiseeren wat de regeering doet of voor-
stolt, maar dat daarom nog niet do rocht-
sche coalitie moet wonden prijs ^egeven,
Het is waar, het Centrum zeide dit
eerst eenigszins anders, en o.i. niet nauw
keurig. Want er 'kan zeker geen sprake
van zijn, 'dat de redactie van een blad
van rechts eenvoudig te schrijven heeft,
zooals de partij dat uitmaakt. Trouwens
de officieel© uitspraak der katholieks
Staatspartij is moeilijk overeen te bren
gen met oen zoo groote uitgave voor de
kustverdediging.
Maar in zijn dupliek zegt het Centrum
het beter: men kan op zeker punt te
gen de voorstellen van de regcering zijn,
maar behoeft daarom nog niet de recht-
sche partijformatie te laten schieten.
Trouwens, wanneer het veertig milli
oen voorstel werd verworpen, zou op zijn
hoogst het ministerie daarmede gemoeid
behoeven te zijn, mogelijk echter zouden
ook alleen de ministers, die er Meer on
middellijk hij betrokken zijn'heengaan.
'En 'juist omdat de kustverdediging
eigenlijk ©en zaak is, over welke alle
partijen eenzelfde of ook een verschillend
oordee-l kunnen hebben los van hun eigen
grondbeginselen, kan het zoo zijn.
Oorlog-enquête.
Do Standaard klaagt in een. driestar,
dat het Departement, van Oorlog steeds
enorme sommen vraagt, zonder dat men
de zekerheid heeft, dat Rez-e niet ver
spild worden aan bureaucratische lief
hebberij.
Het blad vervolgt dan
Reeds voor jaren is er van anti-revo
lutionaire zijde in de Tweede Kamer op
het houden van een enquête tie diezen
opzichte aangedrongen en ten slotte is het
toenmalig Kamerliid Talma er toe over
gegaan een daartoe strekkende motie in
te dienen, een motie, die door zijn op
treden als minister vanzelf verviel.
Daarop is toen een raajd van defensie
ingesteld, maar op een wijze, die van
meet af tot maar al te gepaste kritiek
aanleiding gaf. Bovendien heeft een vo
rig jaar 'de minister van Oorlog1 zich be
reid verklaard om tot het instellen van
een commissie van .onderzoek medte te
werken.
Sinds echter verliep wteer een jaar,
zonder 'dat men verder iets van deze,
commissie hoorde. Zo is er nog altoos
niet. Iets wat we juist te meer betreu
ren, omdat voor onze landsverdediging
geen geringe offers zullen gevraagd wor
den en het daarom zoo wenschelijk ware
geweest, dat aan het bestaande wantrou
wen vooraf -een einide wake gemaakt.
Dit wordt niet gezegd als votum van
wanjrouwen ten opzichte Van het tegen
woordig hoofd van het departement van
oorlog. Hetgeen, waarover men klaagt, is
een oude historie, die stellig onder niet
minder dan tien ministers van oorlog
heeft voortgewoekerd.
Slechts in zoover geldt onze klacht ook
den tegenwoordigcn minister, als elke
afdoende poging om aan dezen onge-
wenschten toestand een einde te maken,
dusver ook onder zijn bewind uitbleef.
Misschien verrast hij 'ons nog, eer zijn
begroeting in openbare beraadslaging
komt en zal hij nog het houden van een
afdoend onderzoek bevorderen. Bestaat er
voor het vermoeden van het publiek geen
grond hoegenaamd, dan is tocli verreweg
het beste, dat dit blijke.
We mogen Ide landsverdediging niet in
den steek laten. Offers, groote offers z-elts,
moeten gebracht worden. Maar kom© men
dan ook van regeeringswege den taxpayer
tegemoet en schenke -men hem! de vaste
overtuiging, ;dat wat gevraagd en gegund
wordt, uitsluitend -en ©eniglijk voor recht
streeksc-he Idifensiebelangen wordt be
steed.
PORTUGAL.
De revolutie.
De communicaties van Lissabon met
het buitenland schijnen weer hersteld te
zijn, althans gedeeltelijk, want verschil
lende telegrammen worden uit die stad
aan de buitenlandsche bladen geseind
die in hoofdzaak bevestigen, wat wij on
zen lezers in ons vorig nummer mede
deelden.
Omtrent 's Koning toestand wederspro
ken de berichten elkaar. Sommige spro
ken van zijn vlucht op den Braziliaan-
schen kruiser, andere vermelden zijne
uitwijking naar Cintra, weer and-ere be
richten idoen gelooven, dat hij nog "in
zijn belegerd paleis zit..
Aan de overwinning der republikeinen
kan echter niet worden getwijfeld. Reeds
wordt de voorloopig samengestelde rg-
geering der Portugeesche Republiek ge
meld in het volgend draadbericht van
het internationaal Nieuwsagentschap Reu
ter:
LISSABON, 5 Oct. Een voorloopige re
geering is gevormd als volgt: Th-eopile
Braga, minister-president; Alphons Costa,
justitie; Bern. Machado, buitenl. zaken;
Bazilo Elles,. financiën; Antonio Luigi Go
mez, openbare werken; 'kolonel Barreto,
oorlog; Ant. José Almerda, hinnenl. za
ken; Amaro Azevedo Gommes, marine.
Eusebio Leao is benoemd tot civiel gou
verneur van Lissabon. De artillerie salu
eerde de nieuwe nationale vlag, wier kleu
ren rood en wit zijn en die op het stad
huis geheschen iverd.
De republikeinsche vlag waait van alle
openbare gebouwen en eveneens van tal
rijke particuliere woningen. Het volk loopt
gewapend door de straten, verbroedert
zich met de troepen en speelt en zingt
do Portugeesche Marseillaise, wat toet
nieuwe volkslied zal worden. De bank
van Portugal heeft eveneens 'de republi
keinsche vlag geheschen. 'De koning ©n
de koninginnen Amelia en Pia zijn in
allerijl naar Mafra vertrokken.
LISSABON, 5 Oct. (half twee 's nachts)
Tot nu toe is geen enkele aanval op
particuliere eigendommen ondernomen.
De matrozen bewaken de banken, onder
gejuich van de menigte. De Spaansche
gezant te Lissabon ging in zijn uniform
en begeleid door zijn secretaris de lei
ders der republikeinen in 'het stadhuis
bezoeken. Geen berichten zijn nog ont
vangen uit de provinciën. De verbindingen
zijn nog onderbroken.
De Engelsche gezant te Lissabon tele
grafeerde Woensdag aan den minister van
Buitenlandsche Zaken te Londen, dat ern
stige onlusten uitbraken in den nacht van
den 3en (October, toen -een gedeelte dei-
troepen van het garnizoen zich voor de
republiek verklaarde.
Men heeft, zoo vervolgt het telegram,
den geheelen dag en avond gevochten. De
trouw gebleven troepen sloten zich
Woensdagmorgen bij de republikeinen
aian en de republiek is uitgeroepen. Er
heerscht een groote opwinding en de pro
clamatie is met groote geestdrift dooi'
het volk ontvangen.
Portugal is, ©venals Spanje, het land
der pronunciamento's en militaire revo
luties. Geheel de vorige eeuw kenmerk
te zich in dat land door botsingen 'tus
schen de verschillende politieke partijen
en door gewelddadige omwentelingen, die
soms zooals o.a. in 1847 met be
hulp van vreemde mogendheden 'moes
ten worden onderdrukt.
De moord, die den len Februari 1908
op Koning Don Carlos en don Kroon
prins werd gepleegd, schijnt den monar
chaal gezinden niets géleerd te hebben.
Hun fouten zijn voor een niet gering ge
deelte de oorzaak van den val der mo
narchie.
Als van zelf rijst nu de vraag, waaraan
Portugal het te danken heeft, dat het im
mer meer achteruitging en zijne positie
in den rij der staten wankelend kan ge
noemd worden.
Dat ligt, zegt „De Tijd", op de eerste
en voornaamste plaats aan den strijd der
partijen, welker leiders alle macht in han
den hebben en zoowel het gepeupel, als
het leger benutten, om aan hunne baat
zuchtige doeleinden voldoening te geven.
Om de beurt 't zaakje werkt automa
tisch verschijnen zij aan de staatsruif,
om den tijd, hun geschonken zooveel mo
gelijk voor hen zelf en hunne volgelin
gen te benutten. Dat een Franco zooveel
tegenkanting ondervond, lag ten deele ook
aan zijne heftige bestrijding van de zoo
even gesignaleerde praktijken. In Franco's
régime is volstrekt niet alles te prijzen,
maar evenmin alles te laken en het is
dit, hetwelk maar al te veel vergeten
wordt. Neen, Franco's régime hail ook
eene goede zijde, ofschoon de „wijze waar
op" die lichtzijde niet weinig benevelde,
somtijds haar geheel aan het oog onttrok.
Aan den willekeur der partijen en ha
ler leiders machteloos overgeleverd,, daal
de vanzelf in Portugal liet aanzien dei-
Kroon, en hiermede zijn wij tevens aan
de tweede oorzaak voor den wankelen
toestand der Portugeesche monarchie ,gie
komen. Imm'ers alles, wat de partijen en
hare leiders misdreven, kwam mede ten
laste van de Kroon, welke zich die par
tijen met hare voormannen, als 't ware,
opgedrongen zag. Hierbij kwam, dat Car
los I, die veel te groot leefde, dat Maria-
Pia, zijne moeder, die zulks niet min
der deed, groote schulden ten koste van
don Staat maakte en daardoor het ko
ningschap bij het volk gehaat maakten
en de republikeinsche neigingen van som
migen in do hand werkten; zulks te meer,
omdat de toestand van de Portugeesche
schatkist doorgaans zoo berooid mogelijk
is. Om een voorbeeld te noemen van
het hofleven diene, dat koning Manuel
li gediend werd Idoor 12 grootofficieren
der Kroon, 21 eere-grootofficieren, 5
dienstdoende kamerheeren, 8 dienstdoen
de adjudanten, 10 ordonnans-officieren.
Op de derde plaats kan men noemen:
de knoeierijen bij de Kamerverkiezingen,
'l is in Portugal geen haar beter dan in
Spanje. Ook daar regelt het Kabinet den
uitslag der verkiezingen en verliest dei-
halve het volk, vooral het beter gezindie
gedeelte van. dat volk het vertrouwen in
zijne eigen instellingen.
Ten slotte vergete men niet als oor
zaak van het verval der monarchie te
noemen de ondermijning van liet gods
dienstig leven door de vrijmetselarij,
welke tot onmiddellijk gevolg heeft, op
stand tegen het wettig gezag, republi
keinsche en anarchistische neigingen,
koningsmoord. Het ministerie, hetwelk
thans hetland bestuurt, heeft blijkbaar
daar niets van begrepen. Immers het
schaamde zich niet in deze voor het land
zoo kritieke tijden een anti-clericalen dis
sonant. in de Troonrede te mengen en
uit te gaan op lauweren a la Canalejas.
Als nu de Porlugeesche Katholieken maar
op hunne Spaansche broeders hadden ge
leken en eveilals zij protesteerden, voor
aleer het kwaad bedreven was, dan ware
het tenminste nog iets geweest.
Nu nog plukt Portugal de vruchten van
de onzalige politiek van Pombal (1699—
1782) die den zwakken Jozef I deed be
rusten in het invoeren van een z.g. ver
licht dispotisme, ©en regeeringssysteem,
dat door het kerkeren en verbannen van
honderden rustige en vendienstvolle bur
gers, wiens ©enige misdaad was, dat zij
tot de Jezuïetenorde behoorden, aan het
onderwijs en de opvoeding de beste krach
ten ontnam en het land in een staat
van onrust bracht, die het rijp maakten
voor allerlei partij-verwikkelingen en be
roeringen, zooals trouwens de gebeurfce-
sen in den loop der negentiende eeuw
voldingend hebben bewezen.
De gewezen Koning Manuel is
een telg van het vorstenhuis Braganza,
dat na do Spaansche overheersching door
het volk op den troon Werd geroepen
(1 December 1640) in den persoon van
Jan IV.
Manuel is de jongste zoon van wijlen
Carlos I en Amalia van Orleans en werd
geboren den 15en November 1889.
De dood van zijn vader en broeder
bracht hem ruim twee jaren geleden op
den Portugeeschen troon. Thans is hij
een koning zonder land en kroon. Sic
transit
Over het geval Bombarda (in ons laat
ste bericht van het vorig nummer stond
abusievelijk Bon Pardo) lezen wij nog het
volgende in de Prov. 's Hert. Crt.
Een paar dagen geleden dead zich te
Lissabon een .geval voor, waaraan meer
beteekenis werd gehecht dan toet werkelijk
had. Professor Bombarda, een verwoed
Republikein en afgevaaiRïgde voor Lissa
bon werd door ©en luitenant zoo ernstig
gewond, dat hij 's avonds overleed. Omdat
die professor nu ©en venijnige bestrijder
der Katholieken was, moest, zoo rodeneer-
den de republikeinen, de moord geschied
zijn namens idie partij. Op het plein Dom
Pedro Chiado verzamelde zich een groote
menigte en jouwde de priesters uit. Ook
in Oporto -hadden onlusten plaats om
dezelfde reden en moest de politie maat
regelen nemen om de orde te herstellen.
Nochtans was de bewering der repu
blikeinen zonder grond. De luitenant was
een vroegere verpleegde uit het gesticht
van zwakzinnigen, Idat door Prof. Bom
barda bestuurd werd en hoogstwaarschijn
lijk heeft hij zijn misdaad in een vlaag
van waanzin bedreven. Intusschen is het
zeer goed mogelijk, dat de Republikei
nen dit geval hebben aangegrepen om
onlusten te verwekken en daardoor ein
delijk tot de revolutie te komen, ofschoon
hieromtrent natuurlijk alle nadere gege
vens ontbreken.
De Berlijnsche Lokal-Anzeiger heeft van
haren Londenschen correspondent een
verhaal gekregen van d-e gebeurtenissen
in Lissabon, dat een voorstelling geeft,
die geconstrueerd is uit officieel© en niet-
officieele telegrammen, die te Londen ont
vangen zijn.
Hij verhaalt aldus: De meeste bewo
ners van Lissabon hooiden Dinsdagmor
gen vroeg eerst door het gebulder van
de kanonnen, van het uitbreken der om
wenteling. Enkele regimenten infanterie,
ruiterij en artillerie hadden de onwillige
officieren gedood en drongen door tot
het centrum der stad, vanwaar zij aan
de op de rivier liggende oorlogsschepen
seinen gaven. Deze heschen daarop de
groen-en-blauwe vlag der republiek. De
zelfde vlag ging omhoog op het Almadze-
fort en op de regeering'swerkien van Bu
reau en hier werd een algemeen© sta
king afgekondigd.
Intusschen hadden de republikeinsche
troepen onder bevel van zes generaals
in de Rotonda Avenida zich samengetrok
ken, waar in deze dagen een groote jaar
markt gehouden wordt. Ook hier werd
overal de republikeinsche vlag geheschen.
De artillerie richtte haar geschut op- dé
uitmondingen 'der straten en bereidde zich
voor op een strijd met de trouw] geble
ven troepen.
De oproerige infanterie bezette een aan
tal huizen in de Avenida- en andere hoofd
straten. Onmiddellijk na middernacht be
gon dé strijd met de trouw gebleven troe
pen en duurde heel den Dinsdag tot laat
in den nacht. Volgens eenige berichten,
kregen de rebellen Dinsdagmiddag ver
sterking van achtduizend gewapende boe
ren en tegelijkertijd begonnen ook| twee
van de in de haven liggende oorlogssche
pen aan den strijd deel te nemen. Deze
richtten hun vuur eerst op het paleis
Neeessiedades, waar de Koning was. Deze
beschieting, duurde slechts leen kwartier
waarna de koninklijke Standaard neerge
haald werd. Volgens een gerucht zou de
Koninklijke familie tijdens het bombar
dement in de kelders van het paleis zijn
gevlucht. Het bombardement in de
straten werd intusschen voortgezet. Beide
partijen streden met groole verbittering
en in volslagen donker tot diep in den
nacht.
Woensdagochtend zweeg het geschut,
men hoorde slechts enkele geweerscho
ten. Eenige den Koning nog trouw ge
bleven troepenafdeelingen trokken naar
hunne kazernes terug. Zij legden de wa
pens neer. Op alle regeeringsgebouwen
werd nu, als op een gegeven teeken, de
republikeinsche vlag geheschen :en de oor
logsschepen begroetten die met een sa
luut.
Nu waagde het volk zich weer op straat
en een groote menigte verzamelde zich
voor het Raadhuis. Van het balkon hield
het hoofd der republikeinen ©en toe
spraak. Hij zeide, dat hij het handhaven
van de orde toevertrouwde aan het va
derlandlievende deel van de burgers. Eer
biedigt, zeide hij, alle openbare en par
ticuliere eigendommen en het leven van
alle inwoners. De republiek is grootmoe
dig en niet wraakzuchtig.
Het volk juichte hem toe. Woensdag
middag boden de straten van Lissabon
een buitengewoon levendigén aanblik. Van
het land was veel volk toegestroomd en
lange optochten trokken door de stad en
zongen de Portugeesche Marseillaise.
De hospitalen zijn overvol met gewon
den.
Onder de beschieting van de oorlogs
schepen en de artillerie hebben hoofdza
kelijk de regeeringsgebouwlen geleden. Het
opperste bevel over ide operaties was in
handen van een gepensionneerd admiraal.
Donderdagavond is een proclamatie ver
spreid aan het volk van Portugal, waarin
gezegd wordt, dat de dynastie der Bra-
ganza's voorgoed uit Portugal is verban
nen en die aldus eindigt:
Burgers. Moge slechts één belang, bet
belang van het vaderland u bezielen, eju
slechts één verlangen, toet verlangen om