Dinsdag 20 September 1910
Zesde Jaarga
BUITENLAND.
BINNENLAND.
>0. Ill
Verschijnt eiken MAAHDAG-.JTOEHSDAG- en VRIJOAGAVONO.
UIT DE PERS.
Alvinncnie-.'sprgs p. a maanden voor Goe? f0,7ö. daarbuiten f0.9ü
Afzonderljjke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
lialf drie en Vrjjdag vóór een uur 'j namiddags.
Kantoor v. d. Admlnlatratle: Gantepoortetraat C 209, GOES.
Reclamébericttan 25 Ct. p. r, Bg abonnement speciale prjjs,
Adverteutiën van 15 regels fO.50; iedere regel meer 10 Ct,
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x Berekend.
Dienstaanbiedingen 6 regels voor 25 CU k contant.
B9~ Vanaf I October a. s. stellen
wij voor onze abonné's tegen den ons
kostenden prijs beschikbaar het z.g.
marktbericht. Des Dinsdags direct na
afloop der boter- en graanmarkt en
zooveel mogelijk met bijvoeging der
vruchtenveiling wordt dit marktbericht
direct verzonden aan hen, die zulks
verlangen.
Voor nadere bijzonderheden wende
men zich tot de Administratie.
Wie zich tegen I October a. s.
abonneert, ontvangt tot dien datum
ons Blad gratis.
Proefnummers worden op aanvrage
gaarne toegezonden.
DE DIRECTIE.
DUITSCULAK D.
Broedermoord. Een verschrikkelijke
moord is dezer dagen te Bremen gepleegd.
De twee breeders Mahlstadt, beide tuinlui
waren des morgens voor de rechtbank ge
weest, de een als beschuldigde wegens
diefstal en de ander als getuige in die
zaak. De oudste broeder werd tot zes
maanden gevangenisstraf veroordeeld. Na
afloop van de zitting begaf de veroordeelde
zich naar huis, nam een geweer en wachtte
daarmee te half elf zijn broeder op. Toen
hjj hem in 't oog kreeg, nam hg zjjn ge
weer en schoot hem dood. De oudere broer
pleegde daarop zelfmoord. Twee families
zjjn door de gebeurtenis in de diepste
ellende geBtort.
EhfiEhiND.
Spionnage. De Duitsche luitenant
der genie Helm, die te Portsmouth ah
■pion in hechtenis genomen werd wegens
het maken van schetsen der verdedigings
werken is eergisteren voor de politierecht
bank gebracht, waar de beschuldiging
tegen hem uitvoerig werd uiteengezet. De
beschuldiging erkende echter dat er geen
aanwijzing was, dat luit. Helm beschouwd
moest worden als vertegenwoordiger van
de mogendheid bg wier leger hjj dient.
SPAX JE.
De Spaansche minister van justitie kon
digt ten wetsontwerp aan tot afschafflng
van de doodstraf.
Kerkvervolging in Spanje. De
correspondent te Madrid der „Daily Tele
graph" heeft een onderhoud gehad met
Canalejas. Uit het uitvoerig weergegeven
gesprek hljjkt het volgende:
Canalejas houdt zich overtuigd, de meer
derheid van het Spaansche volk op zijne
hand te hebben. De oppositie kan dan ook
zgn hervormingswerk vertragen, het belet
ten niet. Hg wil van Spanje een der
eerste natiën van de wereld maktn en, om
dit doel te bereiken, aüerëerst den kloos-
terotaen beletten nog langer eene zoo
overwegende rol in 't openbaar leven te
spelen, als ze volgens hem thans doen.
Hun sociale ral acht hg afgeloopea. De
kloosterorden hebben privileges in een land,
waar geljjkheid moet heerschen zjj zgn
niet aan regels gebonden, waar zelts hat
koningschap dit wel is. Dat alles moet
volgens den premier vërandere». De Staat
kan niet toestaan, dat de kloosters de
ziekenhuizen, oudeliedengestichten, scholen,
inrichtingen van weldadigheid onderhouden
enz. Als Rome niet iu deze richting wil
medewerken, moet het zelf de gevolgen
dragen.
De minister verklaarde een wettelijke
erkenning van de kloosters niet voldoende
te achten hjj wenschte hun bevoegdheden
te bepeiken an maatregelen in te voereu,
waardoor hun geldeljjke macht zou worden
ingekrompen. Ook het onderwjjs moet hun
ontnemen en aan den Staat overgedragen
worden.
Op de bemerking van den correspondent
dat dit program tegen de Grondwet streed,
antwoordde Canalejas, dat hjj zich niet aan
de letter maar aan den Geest der Grond
wet wenscht te houden hjj zon zjjn plan
nen doorvoeren met behulp van het volk,
dat de oorsprong der Grondwet is.
MEXICO.
President Porflrio Oiaz.
De oudste onder de nog levende staats
hoofden van eminente beteekenis vierde
verleden weck Donderdag zjjn tachtigsten
verjaardag. In dezeif e maand, dat de
republiek der Vereenigde Staten van
Mexico met schitterende feesten het hon
derdjarig bestaan van haar onafhankelijk
heid herdenkt, viert baar president, Porflrio
Diaz zjjn geboortedag Nog geen vol jaar
ouder dau Keizer Frans Jozef en dan
prins-regent Luitpold van Beieren, ziet
de grootste staatsman, krijgsman en vader
lander, dien Mexico heeft voortgebracht,
zjjn negende decennium aanbreken, on
verzwakt van lichaam en geest, in het
ongeschokte bezit van de genegenheid en
vertrouwen ijjnerlandgenooten, in de volle
macht van het gezag over zgn land en
volk, die hij als dictator regeert.
De deken der staatshoofden verjaart
en merkwaardig schouepel de wereld
ziet het in Mexico gebeuren, hoe een
republiek, eeu democratie dus naar den
vorm, in haar president den meest conse-
quenten autocraat van den tegenwoordigen
tgd als haar meester erkent.
Er zjjn tgden, toestanden en landen,
waarin een autocratische regeering in
welken vorm zjj ook tot uiting kome
de beste moet worden genoemd, mits de
heerscher een man van buitengewone gaven
en van hooge idealen zjj.
Koo n land is deze laatste tientallen van
jaren Mexico geweest, zoo'n heerscher had
het in Porflrio Diaz. De man, die in en
door sabelrevolutie naar boven is gekomen
in zjjn land, die zich door een staatsgroep
aan het hoofd van het bewind heeft
gesteld, na zjjn tegenstander met het
zwaard de macht te hebben ontnomen
deze militaire dictator, deze man van ijzer
heeft Mexico groot gemaak. De Republiek
moge zich aanvankelijk onwillig en wan
trouwend hebben gebogen voor het straffe
bewind door Porflrio Diaz gevoerd, tegen
zjjn genialiteit als staatshoofd was big vend
verzet een onmogelijkheid. Maar ook, alles
heeft zjj aan hem te danken gehad.
Porflrio Diaz heeft aan Mexico de zegenin
den geschonken van een vast, consequent
en verlicht bewind. Een despotische regime,
als men wil, maar vóór alles, een varlicht,
doelbewust bestuur. Onder Po.firio Diaz
is Mexico een der eerste staten van Latgnseh-
Amerika geweest, waar de eeuwige onrust
en de voortdurende burgertwisten plaats
maakten voor toestanden van rust, vrede,
orde eu vooruitgang op eik gebied. On
derwijs en materieels voorspoed zgn door
Diaz bevorderd het flnanliewezen is onder
zgn toezicht hervormd en verbeterd. Hjj
laat als de tachtigjarige straks het
hoofd zal neerleggen, of wellicht de be
stuurstaak aan jeugdiger handen over
geeft een Mexico achter, dat zich
erkenning heeft veroverd onder de moderne
beschaafde staten van beteekenis, een
Mexico dat ender de opbloeiende staten
van jong Latjjnsch-Amerika een der eerste
en eervolle plaatsen inneemt.
(N R. Ct.;
Koning Albert en Koningin Elisabeth
Koning Albert, zegt T. in het Hbl., is
niet wat men pleegt eene statige ma
jesteit te noemen. Hij staat niet in het
hart van zijn volk als een ongenaakbaar
machtbeeld, omhangen met liet breedie
hermelijn, beschenen met het royale pur
per, omslagen met diamant en dragend,
op een gevaarlijk voorhoofd, de gouden
kroon, allaam der potentaten. Hij zwiert
geen willekeurigen staf en drukt niet,
onder de woeste vuist, een zinnebeel-
digen aardbol
Hij is een Koning „en redingote". Hij
is de goed-burgerlijke echtgenoot van de
liefste en zoetste der vrouwen. Hij is
een gevoelige ien bezorgde vader. Hij is
een mensch van gewoon vleesch en war
men bloede.
Van een jongen koning kan men even
min als van een gelukkig volk veel ver
tellen. Maar |dat Albert 1 in eigen een
voud reeds het taaie en eenvoudige geluk
van zijn volk personnifieert, kan met
rust beweerd worden. Deze vorst heeft
het juiste begrip van wat de vaste en
zekere ontwikkeling zijner landgenooten
worden moet. ,Zijn ideaal ligt binnen de
grenzen der mogelijke gebeurtenissen. Zijn
wil strekt niet huiten de palen der grond
wet. Zijn vorstelijk inzicht reikt niet naar
troebele grootheidsdroomen, maar ijvert
naar een uitvoerbaar beter-zijn.
Hij weet, dat hij de groote vorst van
een klein land kan zijn, en hij koes
tert, ten bate van dat volk, geen waan
zinnige veroveringsplannen. Alzoo leeft
hij in de liefde van. zijn volk. Hij orneert
er den vrede.
Aan zoo'n vorst vraagt men natuur
lijk, dat hij met eenvoud en hartelijke:
manieren zouden omgaan. Majestatische
bombast en arrogante roekeloosheid pas
sen niet bgi zulKe plichtopvattingen. En
daarom is Albert 1 eenvoudig eu harte
lijk. Hij ziet er zelfs schuchter uit. Hij
bloost soms ,ais ware het van verlegen
heid. Hij spreekt stü. Hij is blond en
sympathiek. Hij verkwist nooit iets. Hij
is minzaam en in de rede.
Waarlijk, zijn volk houdt veel van hem.
Het volk verneemt gaarne, dat hiji 's mor
gens een pijpje rookt en met zijn se
cretaris die een jongen is uit het
Limburgsche platteland, zonder blazoe
nen en zonder fortuin een fleschje
geuzeiamhik drinkt.
Het verneemt gaarne, dat hij, aan de
zee met de visschers broederlijk omgaat
en in het zand met zijn zoontjes speelt,
dat hij uitgaat, te voet-en zonder es
corte, dat hij jaagt zonder apparaat, dat
hij, alleen, toertjes |maakt per fiets, dat
hij, alleen, per automobiel rijdt en met
zijn rug in het zand, onder de wielen
gaat liggen om de machinerie te ver
maken. Het verneemt gaarne, dat hij bur
gerlijk doet en gulhartig is, omdat een
volk de maat van eigen aard en we
zen in zijn vorsten ontdekken wil.
En dus blijkt deze neef van Leopold
II, die voor België een „onmogelijke" ko
ning was, in perfectie een koning |der
Belgen te zijn.
Koningin Elisabeth is bijna een sprook-
jes-koninginne
Zij is teer en zachte. Men hoort niet
waar ze gaat. Men raadt haar lichte na
dering. Zij glimlacht. Hare blauwe oogen
hebben wondere diepten van goedheid.
Zij is goed Ivoor al wat zwak en klein
is, voor al wat lijdt en droevig is. Zij
toovert om haar heen welvaart en blijd
schap, en inderdaad, jzij is eene fee die
witte handen, als leliën, opheft in luch
ten van miserie en wanhoop.
Het arme volk van Brussel kent haar
wel. Weldadigheid is haar naam.
Maar zij is meer dan liefderijk. Haar
geest is zoo breed als haar harte goe
dig is. De Belgen weten dat zij in de
hoofdstad een hof wil, dat zoo ©del wor
den moet ais het hof van haren geleer
den en kunstminnenden vader.
Zij is verduldig en. lijdzaam. Zij "wordt
hierdoor een steun voor haar gemaal en
een heil voor haar volk. Door liefde, door
stille en bescheiden en nooit falende
liefde heeft zij veel gevoelens weer op
gewekt, die bij het onverschillige volk
onder een verwaarloosde asch aan het
dooven lagen. Dat volk wii nn stilaan
weer bewustzijn van wat een moeder-
tale en een vaderland is. Een heilzaam
tin vruchtbaar patriotisme blaakt overal
reeds, dat sinds zoovele jaren verduis
terd was
Bezoek van het Belgisch Koningspaar.
V rij da g.
Nadat H. M de Koningin-Moeder de
Belgische Souvereinen in een auto het
Gooiland had rondgetoerd, vertrokken zij
met ons Vorstelijk paar in den namiddag
naar Amsterdam, waar zij te 5 uur aan
kwamen. Daarna ontving Koning Albert
ten paleize eene deputatie der Belgische
kolonie, om na het diner in gezelschap
van zijne gemalin, Koningin Wilhelmina
en Prins Hendrik met groot gevolg uit
te rijden naar het galaconcert in het Con
certgebouw.
Te acht uur reeds begon het bonte
gewemel van veelkleurige toiletten in
het concertgebouw, waar door de ge
meente Amsterdam, ter gelegenheid van
het hooge bezoek van het Belgisch Ko
ningspaar een galaconcert weid aange
boden. De wand tegenover het orkest on
der de gaanderij was van donker-lila- be
hangsel, met gouden oranje leeuwen voor
zien, afgezet met hen broeden lichten
rand, waarop de verschillende wapens
waren aangebracht.
Tegen den wand stonden de stoelen
voor het gevolg der Majesteiten en daar
voor vier zetels voor Ide Vorstelijke Per
sonen. De zetels voor (de souvereinen en
hun gevolg waren op een laag podium
geplaatst, waartoe zes treden toegang ga
ven en hetwelk met kostbare tapijten Was
belegd. Tegen de ballustrade, die het po
dium afsloot, waren schuins drie bloem
bedden aangebracht van prachtige chry-
santemums. In schitterende lijnen van
electrische gloeilampjes werden die bloem
perken in lichtende (Cirkels en veelhoe
ken verdeeld. De zaal zelf was een oog
verblindende kleurenwemeling van licht
©n donker, zilver en goud. Het hooge
licht van boven wierp een tooverachtigen
gloed op het rose en zeegroen, het lila
en geel der damestoiletten, die gouden
epauletten, de zilveren boordsels en ver
gulde sterren en irijke tressen fonkelden
op de donkere uniformen en ambtsge
waden.
Onder de gasten .bevonden zich hooge
autoriteiten van kle rechterlijke, van de
zee- en landmacht, verschillende minis
ters, de burgemeesters van Amsterdam
en Haarlem en de meeste gemeenteraads
leden der hoofdstad, hoogleeraren der
universiteit, allen in ambtsgewaad.
Te kwart na negen rees geheel het
schitterend gezelschap van de stoelen op,
eenige oogenblikken later viel het orkest
in en traden de Majesteiten met Haar
gevolg binnen. Voorop liepen de burge
meester en wethouders, Waarachter Ko
ning Albert met Koningin Wilhelmina aan
den arm en Prins Hendrik met Konin
gin Elisabeth. Koning Albert droeg de
generaalsuniform en het grootkruis met
sjerp van den Ned. Leeuw, Koningin Eli
sabeth droeg een licht zijden avondtoi
let en het Grootkruis van de Huisorde
van Oranje-Nassau, Koningin Wilhelmina
droeg een diadeem en het Grootkruis met
paarse sjerp van de Leopoldsorde, ter
wijl Prins Hendrik de generaalsuniform
en het Grootkruis der Leopoldsorde droeg.
Onder 't binnenkomen, speelde het or
kest het „Wilhelmus", door alle aanwezi
gen staande aangehoord.
Toen de Vorstelijke Personen gezeten
waren gaf het orkest onder leiding van
Willem Mengelberg (de vijfde symphonic
van Beethoven te hooren, waarna mevr.
Noordewier.Reddingius met haar prach
tige sopraan-stem een recitatief en aria
uit „Die Schöpfung" van Haydn zong,
waarop een hartelijk, applaus volgde. Het
orkest voerde vervolgens onder de on
verbeterlijke leiding van Mengelberg „Psy
che et Eros" van Cesar Frank uit, waar
na mevr. Reddingius wederom op het
podium verscheen. Toen onze welbe
kende sopraan-zangeres voor eenigen tijd
in Brussel zong, gaf Koningin Elisabeth
haar het verlangen te kennen haar nog
spoedig eens te hooren, maar dan Hol-
landsche liederen. Aan dat verlangen
werd Vrijdagavond voldaan. /Mevr. Noor
dewier zong een sonnet van Van Deys-
sel op muziek van Diepenbrock, het
„Maanlicht", van Boutens op muziek van
Zweers en „Op Kerstdag" van René de
Clercq met den heerlijken climax „Ades-
te" op muziek van Hullebroeck. De zan
geres werd hartelijk toegejuicht. Tenslotte
gaf het orkest het preludium van de
„Moistersinger" te hooren, waarna het
vorstelijk gezelschap onder het spelen
van het „Wilhelmus" de zaal verliet, op
dezelfde wijze uitgeleid, als het geko
men was. Het Belgisch Koningspaar liet
den heer Mengelberg complimenteeren.
Tegen elf uur vertrok de Koninklijke
stoet weer naar het Paleis.
Inmiddels waren de Amsterdammers
in grooten getale naar de De Ruijterkade
gewandeld om de i groote geïllumineerde
oorlogsschepen te bewonderen, die met
hun zoeklichten allerlei fantastische ef
fecten teweegbrachten.
Zaterdagochtend had de vlootrevue op
het II plaats.
Te ruim half tien reed het vorstelijk
gezelschap uit en ging aan de De Ruij-
terkaden over in een fraai versierde boot,
waarmee het voer langs de oorlogsbodems
„Heemnskerk", „Piet Hein", „Evertsen"
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot aan den avond van 20 Sept
Zwakke tot matigen, zuidelijke tot zuid
westelijken wind, later ruimende wind. Be
wolkt tot zwaarbewolkte lucht, mogelijk
regen, weinig verandering van temperatuur.
en „Friesland", torpedobooten en andere
schepen, in slaglinie geankerd. De
„Heemskerk" als admiraalschip, had veie
officieren aan boord.
Onder het lossen van 33 saluutschoten
door de vier groote oorlogsschepen wer
den de Koningin, de Prins en het Bel
gisch Koningspaar in een door twintig
Jantjes gevoerde sloep der Kon. Marine
naar de „Heemskerk" gebracht, waar de
schout-bij-nacht G. F. Tydeman, comman
dant van de vloot, hen begroette. De mu
ziek speelde, .militaire honneurs werden
gebracht. De etat-majoor weid voorge
steld.
Bij de revue voerde de onderzeeboot
no. 1 een manoeuvre uit. Zij dook on
der, waarbij, evenals bij een vvalvisch,
het water omhoog spoot door de uit-
stroomende lucht.
Daarna voer de onderzeeër om de
„Heemskerk", alleen de vlaggestok boven
water latende. Toen de boot bovenkwam
kroop de bemanning uit de periscope.
De geheele vlootrevue leverde een be
langwekkend schouwspel op.
Het weer was nu en dan regenachtig.
Aan boord van het salonschip terugge-
keeri, maakten de Vorstelijke personen
nog een tocht over het IJ en naar den
Amstel.
Te ongeveer twaalf uren keerde men
ten paleize terug.
Des namiddags had een bezoek aan
het burgerweeshuis plaats. De weesmeis
jes zongen een lied.
Ten slotte werd het typische Bagijnen-
hofje bezocht.
De rector, Mgr. Klönne, geleidde ko
ningin Wilhelmina en koning Albert, ter»
wijl mr. v. Waterschoot, lid van het
Kerkbestuur, koningin Elisabeth en prins
Hendrik vergezelde.
Door twee allerliefste meisjes in het
wit, Miesje van der Aa en Laura Wes-
terwoudt, werden voor de deur der pas
torie twee bijzondere schoone bouqetten
van louter lila orchideeën aangeboden.
Eerst werden nu in de pastorie ver
schillende leden van het kerkbestuur en
enkele andere aanwezige personen voor
gesteld, waarna de vorstelijke personen
op de voor hen gereedstaande zetels
plaats namen.
Mgr. B. H. Klönne trad alsnu naar vo
ren om allereerst een eerbiedige hulde
te brengen aan H. M. de Koningin en zich
dan (eveneens in het Ilollandsch) tot het
Belgische koningspaar te wenden.
Mgr. Klönne bracht in herinnering, hoe
in het Rijksgebied van den Koning van
België de Bagijnhoven eigenlijk thuis be-
hooren en ongestoord hebben voortbe
staan. In onze noordelijke gewesten was
dit niet het geval. Daar hebben de Ba-
gijnhoven hoe talrijk ook eertijds
aan de stormen der tijden geen weer
stand kunnen bieden. Er zijn er slechts
twee overgebleven: één te Breda en één
te Amsterdam. Dat van Breda dankt zjjn
voortbestaan aan de bescherming van het
Huis van Oranje, want dit Bagijnhof lag
op het grondgebied van de Baronie van
Breda, dat zoo nauw met het Huis van
Oranje verhonden was.
Het Bagijnhof hier te Amsterdam dankt
zijn bevestiging, bloei en voortbestaan
aan een der verre voorzaten van H. M.
de Koningin van België, (de hertoginne
van Beieren). Albrecht van Beieren toch,
paltsgraaf van den Hij"; graaf van Hol
land, heeft bij „ordinantie" van 7 Augus
tus 1393 te 's Gravenhage gegeven, het
Bagijnhof te Amsterdam in zijn bescher
ming genomen. In dat merkwaardige stuk
dringt hij er hij den magistraat van Am
sterdam op aan de jongvrouwen van den
hove, zooals toenmaals de Bagijnen ge
noemd werden, te beschutten en te be
schermen. Hij gaf vele rechten aan het
Bagijnhof, waarvan het grootste gedeelte
tot op dezen dag nog wordt gehand
haafd.
Een allergelukkigst samentreffen noem
de Mgr. het, nu de telgen van twee am
bachtshuizen als koninginne voor zich
te zien Oranje en de Wittelbachers.
Hierna werd aan de hooge bezoekers