G'S OES. Zaterdag 17 September 1010 Zesde Jaargang. AKEWITS, OCOLAAD. NG BUITENDIJK. tahijitl elb MAANDIG-, WOENSDAG- en «RIIDiMVSl BINNENLAND. naar Maat. TOFfEH. No. 110. russel. lillen 30 cents. rikaat. Te Huur: \emeenteherberg .de paauw". terikaansche Kachels, (ken. kapitaal beschikbaar, T li A Z I fc li, DiiMBertaiaatffl8tMaifleo. EERSTE BLAD. „GEVONDÉN"? Het Passiespel ven Oberammergaa. tsitie te Brussel BESTE, Vlissingen. BIEZELINGE Jgeu te bekomen bjj den eigenaar KNS, Biezelinge. Izoek aan mijn magazijn Stgebreide keuze vindt in ponder de Haarden van inne-Vulhaarden. Eene [verwarming zijn Davo's brandstofverbruik gemid- lanbevelend, POTH11EK. lie hypotheken uitsluitend op Boer- met Wei- of Bouwland is e^n |8000.— eu hooger tegen billjjke voor jarenlang. Isn fr. motto „Hypotheek", bureau I blad. Verkrijgbaar bij TURFKADE GOES- ck-Varnesh, Carbolineum, ruine Teer en Koolteer, as per Liter en per Vat.) TEVENS VOORHANDEN: |lzuur, Carbolballen, Carbol- ïn, Carbolpoeder, Creolin enz. Aanbevelend, J. PLAZLER. „Ge zijt een socialiste, Elsa", viel Ide rede, ,,'tis maar goed, dat die pnen maar hersenschimmen blij- jordheims ooren klonken nog steeds oorden tig-burgerlijk leven!" leefde 'in pracht en weelde; dage- erd hij armer en ongelukkiger. Het nderrichten, de armen helpen! had wel eens gehoord, dat rijke orname mannen ernstig in die rich- werkten. Zou het wel de moeite zijn, hun arbeid te leeren kennen? in allo geval was dit toch iets, wat g niet beproefd had. zaadkorrels vliegen diens woorden wiens persoonlijkheid hoog staat, an Elsa, wier gansche vroegere lief- reugde en vrede, ademde, waren chs hart doorgedrongen. Of hij wilde et, hij moest er over nadenken en ijdelijk dulden, daar zijn geest er ei gedachten en denkbeelden aan noopte. (Wordt vervolgd.) bon neme tsprgs p. 6 maanden voor Goes f 0.76 daarbuiten 10.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Adrertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrjjdag vóór een uur 's namiddags. Kantoer v. d. Admlnlatratle: Ganzepoortstraat C 209, GOES. Keolai.-.cbenVtUa 25 Ot. p. r Bq abonnement vpeciale prjjs Adicitentiën vau 1—6 regels fn V); iedere regel raeor IU Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x oer* tend Dienstaanbiedingen 6 regels voor 26 Ct, contant. Als inleidende plechtigheid van de nieuw te openen Christelijke school, werd den 6en September j.l. te Breskens eene lezing gehouden over het nut en de be- teokenis van het Christelijk onderwijs. Lector was de heer J. Jansen uit Rot terdam, die zich naar best vermogen van zijn taak kweet. Toch raden wij den heer Jansen aan zijne lezing, die hij misschien op nog meerdere plaatsen zal willen houden, eens goed ina te zien, want het wil ons voor komen, dat daarin enkele punten niet overeenkomen jmet de historische waar heid. Sprekende over het verschil van voor stellen tvan geschiedkundige feiten op de openbare en de bijzondere school, zeide de heer Jansen, volgens het verslag van „De Zeeuw", ongeveer het volgende: „Een Luther wordt dan niet voorge steld jeenvoudig "als „de zoon van een mijnwerker, {die de Roomsche Kerk ver liet, omdat hij met haar niet tevreden was", maar als een instrument in Gods hand, als een man, die onder het aan biddelijk bestuur van Gods voorzienig heid een Bijbel vond, dien biddend be gon ite lezen, en, eenmaal geleerd hebben de, dat de zondaar gerechtvaardigd wordt zonder |de werken der wet, zich niet stil kon houden, maar het anderen 'moest mededeelen, ;zoodat de heerlijke Hervor ming ontstond, waarvan wij nu de vruch ten plukken." Tegen tdeze voorstelling, bijzonder wat aangaat liet „vinden" van den Bijbel, komen iwij op, ook al zouden wij daar mede ,Luther van het voetstuk stooten, waarop (de vereering van den heer Jansen en geestverwanten hem hebben geplaatst. De waarheid gaat boven al en niet het minst de historische waarheid, die niet alleen nimmer iets valsch verkondigt, zoo als Cicero zegt, maar ook nimmer schroomt, het ware te verzwijgen. De bedoeling van de hierboven gege ven voorstelling omtrent het „vinden" van den Bijbel door Luther zal wel zijn, dat in Ide tijden voor de Reformatie de Bijbel .otaal in onbruik was geraakt, ja zoo ;oed als vergeten en dat Luther toen hij loeval het hem totaal onbekende heilige boek „onder een bank" in de bibliotheek der hoogeschool te Erfurt „vond." Toevallig wend den redacteur van de rubriek „Geloofsverdediging" in „De Maasbode" eenzelfde opwerping, door een l'rotestantsch zegsman gemaakt, voorge legd en door hem in het nummer van Zaterdagavond 3 September j.l. beant- 4) Weder zie ik de verschillende episoden uit de Ijjdenshistorie, in bonte mengeling, v»or mijn geest. Voortreffelijk in de ver gadering van het Sanhedrin. Hier is de mise en scène, de kleeding ingesloten, onberispelijk. Het geredekavel der verbit terde raadsleden, het geschacher met de vertoornde wisselaren, de felheid van Annas en Kajafas, het satanisch spel met Judas het wordt alles even meesterlijk weerge geven. En de aandacht wordt op het hoogst gespannen, wanneer te midden van het beramen van al die duivelsche plannen. Jozef van Armathea en Nicodemus eerst aarzelend, daarna beslist voor den Nazarener partij kiezen, om ten slotte onder algemeen geschreeuw nit het Sanhedrin te worden verstooten. Even ademen wij den nardusgeur der liefde te midden van den pestwalm van den haat. Hoe wordt de gansche lucht echter met dien heerlijken reuk vervuld, wanDer wij het afscheid van Jezus van de vrouwen te Bethanië aanschouwen Diar zijn Maria, Jezus' moeder, Maria Magdalena en Martha. Welk een aanhan kelijkheid, welk eene liefde, welk eene woord. Gaarne nemen wij dit antwoord hier over, wijl het op klare en door slaande wijze de voorstelling door den heer Jansen te Breskens gegeven, als onhoudbaar veroordeelt. Wij zullen vooreerst eens zien, aldus in „De Maasbod e", of er ook uitgaven van den Bijbel bestaan, die in het betrek kelijk korte tijdsverloop tusschen de uit vinding der boekdrukkunst en de ver schijning van Luther's Bijbelwerk het licht zagen. Wq ontleenen hiervoor eenige bij zonderheden aan het bekende werk „Ge- schiedvervalsching" (blz. 404 enz.) In üe eerste plaats bestaat nog een exemplaar van de vertaling, waarvan de druk zoo oud is, dat het jaartal ont breekt. De eerste gedrukte boeken toch verschenen zonder jaartal. Een katho lieke vertaling door Fuss gedrukt, ver scheen in 1472. Andere vertalingen ver schenen in 1467 en 1493. Te Neuren berg verscheen eene vertaling in 1477, welke achtereenvolgens drie drukken be leefde, vóórdat Luther's vertaling het licht zag. Ook te Neurenberg gaf Koburg eene vertaling uit in 1483 en 1488. In 1477 verscheen eene vertaling te Augsburg, die achtmaal herdrukt werd vóór Luther's" vertaling. Te Augsburg zagen ook vertalingen het licht in 1518 en 1524. In Spanje verscheen eene Bijbelverta ling in 1478. In Italië werd de H. Schrift vertaald door Malermi te Venetië in 1471 en deze vertaling beleefde drie-en-dertig oplagen, voordat Luther's vertaling verscheen. Een gedeeltelijke vertaling kwam uit in 1472; een derde te Home in 1471; een vierde door Bruccioli te Venetië in 1532 en eene door Marmochini herziene en verbeterde uitgaaf in 1538. In Frankrijk vinden wij vertalingen in 1484 en 1512. Deze laatste wend meer malen herdrukt. Reno Vlaamsche vertaling verscheen te Keulen in 1475 en beleefde vóór 1488 drie herdrukkeneen tweede vertaling ver scheen in 1518. In Nederland werden vertalingen ge drukt in 1477 te Delft en in 1479 te Gouda. Voldoende om te doen zien, dat in de eeuw vóór de Hervorming de Bijbel niet „onder de bank" lag, maar ijverig werd gedrukt en blijkens de talrijke her drukken ook gelezen en bestudeerd (Vgl. Jan Holland, „de Woort en zijn Kring", Deventer 1835 blz. 90 v.v.) Dat de Bijbel, vooral in Duitschland (omdat dit land in verband met de ge maakte opmerkingen ons het meeste be lang inboezemt) ijverig gelezen en be studeerd werd, hiervoor geeft ook de be roemde historiekenner Johannes Janssen (Die allgemeinen Zustande des Deutschen Volkes heim Ausgang des Mittelalters. 16e Auflage blz. 6064) tal van treffende voorbeelden. smart spreken zich in de gestalten dier vrouwen en nog meer in hare woorden uit! Zij gevoelen voor het laatst met Jezus te zjjn. Zjj moeten, maar kunnen niet van Hem scheiden. Zjj worstelen tusschen wat haar vleesch en bloed en wat Zijn wil verlangt. De stem stikt haar bjjkans in de keel; schreiend zinken zjj aan Zjjne voeten neder En dit alles geschiedt met eene actie, eene dictie, zoo aangrijpend dat de eigen ziel weent. Vooral de Maria, figuur, Ottilie Zwink werkt daartoe mede. In haar is de toewijding aan den Christus volkomen. De avondmaalsgroep doet veel aan de schilderij van Leonardo da Vinei denken. Het vrouwelijke van de Johannes-type ver tolkt Alfred BierliBg, even fijn, als Andreas Lang 'trobuste van de Petrusfiguur doet. In den discipelkring vinden wij zoo goed den grijsaard met sneeuwwitte lokken als den krachtvollen jonkman terug En Judas vindt bezwaarlijk zjjn weerga Johann Zwink geeft vooral het berouw van den Iskariot op onovertrefbare wijze weer, en als hij het geld neersmakt aan de voeten van de leden van den joodschen raad, ontvonkt- er liefde voor hem in ons hart. Nooit heb ik zóó sterk Judas' lijden gevoeld als te Oberammergau. En als ik nu één voor één al die per sonen het zjjn er 55 die de eene of andere rol hadden te vervullen, voor mijne berinnering, zoover al» deze reikt, voorbij laat gaan, dan wordt mijne sympathie bq vernieuwing opgewekt voor al die mannen In vele kloosters was het de gewoonte, gelijk uit het zeldzaam geworden boek „Beformatorium vitae morumque et ho- nestatie clericorum saluberrimuin" (1494), blijkt, dat op feestdagen, na de godsdienst oefeningen in de kerk, de scholieren, en vrome mannen in het klooster bijeenkwa- 'men om geestelijke oefeningen te houden. Hun, zoo lezen wij, moet in het Duitsch een gedeelte van de H. Schrift over een thema voorgelezen worden (Quibus lege- tur in teutoniko aliquis passus S. Scnp- turae de materia plana, quae etc.) dat tot verbetering des levens kan bijdragen. De beroemde prediker Johann Ulrich Surgant raadt in zijn „Manuale curatorum praedicandi praebens modum, tam latino quam vulgari sermone practice illumina- tum" (de „«litio princeps" is van het jaar 1503) den predikers aan, na voorle zing van het H. Evangelie te zeggen„dit is de beteekenis van de woorden der H.H. Evangeliën. Ik zeg met opzet, zoo gaat hij voort, de beteekenis der woorden, om dat, daar de Evangeliën in de Duitsche taal gedrukt zijn en de een zoo, de ander anders vertaalt, de leeken, die eerst te huis het Evangelie gelezen hebben, zouden kunnen zeggen: „In mijn boek staat het niet, gelijk de prediker zegt", juist, alsof hij' yerkeerd gelezen had." Dit is teekenend, daar hieruit blijkt, hoe het lezen der H.H. Evangeliën te huis algemeen gewoonte was. Wij meenen met deze voorbeelden te kunnen volstaan. Zeker lag te Erfurt aan de Hoogeschool de 'Bijbel niet onder de bank. Te Erfurt hadden reeds in het midden der vijftiende eeuw 'de Bijbelstudiën een hootgen bloei bereikt; in het jaar 1480 was ook een fonds gesticht voor een achtjarige Bijbel studie aan de hoogeschool aldaar. Rest ons nog de vraag, of Luther voor de „ontdekking" te Erfurt geen Bijbel in handen heeft gehad. Dit Ss zeer wel mogelijk. Wij willen met „Geschiedvervalsching" gaarne toegeven, dat Luther's „vondst" misschien voor hem zeiven eene ontdek king was. Maar aan wien lag daarvan de schuld? De volgende plaats uit het groote werk van Johannes Janssen (Ge- schichte des Deutschen Volkes. D. H. Zustande des Deutschen Volkes seit dem Beginn der politisch-kirchlichen Revolu tion his zum Ausgang 'der socialen Revo lution von 1525 blz. 69 enz.) zal het antwoord ;op die vraag gemakkelijk maken. „In het jaar 1501 ging Luther naar de universiteit te Erfurt, om er in de wijs begeerte ien de rechten te studeeren, ont ving in 'tjaar 1502 het baccalaureaat in de 'wijsbegeerte, drie jaren later de waar digheid Van magister en hield een tijd lang voorlezingen over Aristoteles' zede- en natuurkunde. Zijne bijzondere voor liefde echter hadden in die dagen de klassieke studiën; hij las de meeste wer ken 'der Latijnsche schrijvers, namelijk eu vrouwen, die spraken en handelden, als waren zjj werkeljjk de personen, die zjj uitbeelden. De een maakte hierbij natuur lijk meer indruk dan den ander. Herodes vond ik veel minder dan Kajafas Pilatus was mij te druk voor een hoogvoelend Romein Simon van Cyrene verkoos ik boven den hoofdman over honderd. Maar allen, tot zelfs de kinderen, muntten uit door eene natuurlijkheid van beweging en een wjjze van spreken, die het welsprekendst getuigenis aflegden van aller in-leven in het drama des ljjdens Daaraan is het dan ook voornamelijk toe te schrijven, dat het Passiesspel ons den Heiland zóó nabjj brengt, dat wjj als het ware Zjjn voetstap hooren en Zjjn adem gevoelen. Men trok het Kruismysterie niet tot ons neer, maar hief ons tot dit mysterie op en ik werd ver heugd, doch met beving. Over de Christusfiguur wil ik ten slotte nog spreken en mjjn indruk van het geheel samenvatten. Stelde ia de jaren 1871 J) 1880 en 1890 Joseph Mayr den Christus voor, in 1900 werd deze taak voor het eerst gelegd op de schouders van Auton Lang. Hjj vervult haar ook dit jaar. Man van vjjf en dertig jaar, treft hjj echter terstond door iets teers in zjjn geheele optreden. Zelfs ligt er over zjjne geheele gestalte iets dweepzieks Zjjn i eëele geest doet hem gaarne dichten Om den Fransch-Duitschen oorlog in 1870 had toen bij uitzondering de opvoering niet na 10, iuaar na 11 jaren plaat», Cicero, Livius, Virgilius en Plautus, woonde de humanistische voorlezingen van Hieronymus Emser bij en deed zich, verhaalt zijn geschiedschrijver, „zóó gun stig kennen, dat de geheele academie zijn genie bewonderde". „De klassieken, ver zekert dezelfde levensbeschrijver (Me- lanchton, Vita Lutheri, Corpus Reformat. 6, 157) beschouwde hij als zijne meesters en als de modellen, waarnaar hij zich in het leven moest vormen." Onder de jongere Humanisten, in wier kring hij gaarne verkeerde, waren inzonderheid Erotus Rubianus en Johannes Lange zijne boezemvrienden. 'Minder als poëet, meer als 'kenner van muziek en wijsbegeerte onderscheidde 'hij zich onder zijne mak kers. Aan hun gezellige vermaken nam hij gaarne deel, hield van de zwijnenjacht en het ridderspel, zong en musiceerde. Dat Luther op twintigjarigen leeftijd den Bijbel nog niet kende, waaraan is dit te wijten? Aan zijne eenzijdige studie der klassieken en ongetwijfeld ook aan den invloed der Humanisten. Wij besluiten met de volgende stellin gen: I. Het is een historische waarheid, dat in de eeuw voor de „Hervorming", de H. Schrift onder de Katholieken met ijver gelezen en bestudeerd werd. II. In'djen Luther tot op zijn twintigste jaar den Bijbel niet heeft gekend, zoo is dit alleen aan hemzelven te wijten. Tot zoover „De Maasbode". Of ju het licht van bovenstaande ge schiedkundige gegevens de voorstelling van Iden heer Jansen over het „vinden)" v'ari den Bijbel door Luther nog kan wor den gehandhaafd, laten wij aan zijn oor deel over. Wij voor ons achten dit on mogelijk. i) Prima hisioiia-j lex est, ne quid falsi dicere audeat, secunda vero ne quid veri dicere non audeat. Bezoek van het Belgisch Koningspaar. BrusselH. H. M. M. de Koning en Koningin vertrokken Donderdag om acht nur van het station te Laeken naar Am sterdam. Roosendaal De Koninklijke Belgische trein arriveerde om 9.46 aan het station alhier. De beide Koninklijke harmonieën, onge veer zeventig man sterk, speeldsn bq het binnenkomen van den Koninklijken trein de „Brabanij'onne". Zoodra de trein stilstond, werd door jhr. v. d. Pol, die namens H. M. de Koningin de Belgische souvereinen welkom heette op Nederlandschen bodem, het gevolg aan H H. M.M. voorgesteld. Aanwezig was ook de Belgische gezant bq ons Hof, baron Fallen, die reeds den en zqne verzen worden niet minder gaarne gelezen. Om zjjn onberispelijken levenswan del is hq in allerlei kringen geacht. En als een kostbaren schat uit zjjn ouderljjk huis voert hq een zachtaardig, liefdevol gemoed mede dat hem een hooge positie in zqn familiekring heeft verzekerd. Toen zjjn va der in 1900 voor het eerst zijn zoon de Christusfiguur zag en hoorde uitbeelden getuigde hq, met tranen van dankbaaaheid in de oogen, dat dit kind hem niet één minuut verdriet berokkend had. Is het wonder dat Anton Lang in Oberammergau, hoewel pas 35 jaren, met zekere piëteit bejegend wordt? Eigenaardig is het verrsehil in de Chris tustype van Jozeph Mayr en die van Anton Lang. Deed eerstgenoemde denken aan den Christus van Titiaan met zqn donker ro- maansch uiterljjk, Lang geeft daarentegen het blonde Christelqke type weer, geljjk Raphael het zoo dikwjjls geschilderd heeft Da gelqkenis is werkelqk in vele opzichten treffend. Het rein profiel, de ietwat gebo gen neus, de smalle lippen, het breed golvend haar, het doukergrqs gewaad, met roed gemengd zqn alle in volkomen har monie met de voorstelling, die zich de Christenheid langzamerhand van de gestal te van den Christus heeft gevormd. Alleen is het gelaat te gevuld, wat vooral in het lijdensdrama aan den indruk van het geheel schade doet, Doch overigens leent Lang zich naar het uitwendige geheel tot de moeilqke taak, die hem is ohgelegd. In elke groep van personen richt hq onmid- Welk weder zullen wij hebben Verwachting tot aan den avond van 17 Sept. Zwakke Noordoostelijke wind. 's Ochtends eerst nevelachtig, daarna licht bewolkt. Droog weer. Dezelfde temperatuur avond te voren te Roozendaal was gearri veerd. Een dochtertje van den heer A. Laane, vice-consul van België te Roozendaal, bood H.M. de Koningin een bouquet roode rozen met de Belgische nationale kleuren aan. Een dochtertje van den Burgemeester bood H.M een bouquet gele rozen aan, versierd met de Hollandsche drieklear. H. M. de Koningin onderhield zich eenige oogen- blikken in het Hollandsch met de beide kinderen. Vervolgens werden door baron Fallon aan H.H. M.M. voorgesteld de heer Laane, vice-consul van België to Roozendaal, jhr. mr. Serraris, procureur-generaal van het gerechtshof te 's Hertogenbosch, majoor Schoenmakers, commandant der marechaus sees, kapitein Thomson, districts-comman dant. Tot ieder dezer heeren richtte Z. M. de Koning eenige woorden in het Fransch. Vervolgens vertrok den trein naar den Bosch. Het oponthoud had ongeveer zeven minuten geduurd. Bq het vertrek van den trein speelden de beide harmonieën het Nederlaadsche volkslied. Er heerschte groot enthousiasme. De aankomst te Amsterdam. Een breede schaar had zich langs het Damrak en op den Dam verzameld om de komst van de vorstelqke personen af te wachten. Te 12 u. 12 m. precies kwam de Konink lijke trein het Centraal Station binnen van Soestdjjk. Opgesteld stond de eerewacht van ma trozen langs het geheele perron, bezqden de marinekapel nit den Helder. Bij aankomst van H. M. de Koningin klonken er saluutschotende trommen roffelden en de mnziek hief het „Wilhel mus" aan. De enkelen, die op het perron waren toegelaten, begroetten H. M. en den Prins met geestdrift. H. M. de Koningin stapte uit en drukte den aanwezigen de hand. Zq was gekleed in beige costnum met crème toque-hoed en bruine boa. Prins Hendrik droeg den generaalsuni form en het paarse lint van >le Leopoldsorde. De Kon. Familie werd door den burge meester Jhr. Roëll en enkele spoorweg autoriteiten, de heeren Wester wondt, van der Wjjck en Bottema ontvangen en naar de Koninklqke Wachtkamer geleid. Eeaige oogenblikken later kwamen H. M. en de Prins met gevolg wederom buiten om de Koninklqke gasten af te wachten. Te 12 u. 22 m. kwam de trein met Z. dellijk aller aandacht op zich. Hq is de meester. Doch er is meer waardoor hij diepen in druk maakt. Ik heb hierbq zijn zwqgende actie op het oog. Hetzjj hij bq het Avond maal neerknielt en de voeten der discipelen wascht, hetzjj hq staat voor het Sanhedrin, hetzjj hjj zich voortsleept naar Calvarië, overal waar hjj alleen den handelenden Jezus poogt weer te geven wordt het gehoor tot tranen bewogen. Dan gaat de Ijjdensbis- torie voor ons levendan treden al die uren van Donderdag ep Vrjjlag in de ljjdensweek uit wazige herinnering met scherpte naar voren dau wordt de 1 jjdende Christus ons werkeljjk dicht nabij gebracht. Het Jging "iij althans op dit oogenblik, als toen ik jaren geleden, op mjjne reis in het oosten, 's avonds op een bank in Gethse- mané zat. De uitwendige sfeer hief mjj op tot de onzichtbare wereld, waarvan zjj de draagster wil zijn. Maar dat niet alleen. Op datzelfde oogenblik verloor ik geheel de zichtbare omgeving uit het oog. De meditatie kwam in vollen gangverge zichten en zielsverrukkingen maakten zich van mjj meester het geloof werd uitslui tend aanbidding.. Dit zjjn heerlqke momen ten. Dan is alles grootseb. Groolsche gedachten doorkruisen het hoofd grootsche gevoelens het hart. „Hjj heeft ons mede gezet in den hemel in Jezus Christus". (Slot volgt in no 113.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 1