G'S
OES.
Zaterdag 17 September 1010
Zesde Jaargang.
AKEWITS,
OCOLAAD.
NG
BUITENDIJK.
tahijitl elb MAANDIG-, WOENSDAG- en «RIIDiMVSl
BINNENLAND.
naar Maat.
TOFfEH.
No. 110.
russel.
lillen 30 cents.
rikaat.
Te Huur:
\emeenteherberg
.de paauw".
terikaansche Kachels,
(ken.
kapitaal beschikbaar,
T li A Z I fc li,
DiiMBertaiaatffl8tMaifleo.
EERSTE BLAD.
„GEVONDÉN"?
Het Passiespel ven Oberammergaa.
tsitie te Brussel
BESTE, Vlissingen.
BIEZELINGE
Jgeu te bekomen bjj den eigenaar
KNS, Biezelinge.
Izoek aan mijn magazijn
Stgebreide keuze vindt in
ponder de Haarden van
inne-Vulhaarden. Eene
[verwarming zijn Davo's
brandstofverbruik gemid-
lanbevelend,
POTH11EK.
lie hypotheken uitsluitend op Boer-
met Wei- of Bouwland is e^n
|8000.— eu hooger tegen billjjke
voor jarenlang.
Isn fr. motto „Hypotheek", bureau
I blad.
Verkrijgbaar bij
TURFKADE GOES-
ck-Varnesh, Carbolineum,
ruine Teer en Koolteer,
as per Liter en per Vat.)
TEVENS VOORHANDEN:
|lzuur, Carbolballen, Carbol-
ïn, Carbolpoeder, Creolin enz.
Aanbevelend, J. PLAZLER.
„Ge zijt een socialiste, Elsa", viel
Ide rede, ,,'tis maar goed, dat die
pnen maar hersenschimmen blij-
jordheims ooren klonken nog steeds
oorden
tig-burgerlijk leven!"
leefde 'in pracht en weelde; dage-
erd hij armer en ongelukkiger. Het
nderrichten, de armen helpen!
had wel eens gehoord, dat rijke
orname mannen ernstig in die rich-
werkten. Zou het wel de moeite
zijn, hun arbeid te leeren kennen?
in allo geval was dit toch iets, wat
g niet beproefd had.
zaadkorrels vliegen diens woorden
wiens persoonlijkheid hoog staat,
an Elsa, wier gansche vroegere lief-
reugde en vrede, ademde, waren
chs hart doorgedrongen. Of hij wilde
et, hij moest er over nadenken en
ijdelijk dulden, daar zijn geest er
ei gedachten en denkbeelden aan
noopte.
(Wordt vervolgd.)
bon neme tsprgs p. 6 maanden voor Goes f 0.76 daarbuiten 10.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Adrertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrjjdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoer v. d. Admlnlatratle: Ganzepoortstraat C 209, GOES.
Keolai.-.cbenVtUa 25 Ot. p. r Bq abonnement vpeciale prjjs
Adicitentiën vau 1—6 regels fn V); iedere regel raeor IU
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x oer* tend
Dienstaanbiedingen 6 regels voor 26 Ct, contant.
Als inleidende plechtigheid van de
nieuw te openen Christelijke school, werd
den 6en September j.l. te Breskens eene
lezing gehouden over het nut en de be-
teokenis van het Christelijk onderwijs.
Lector was de heer J. Jansen uit Rot
terdam, die zich naar best vermogen van
zijn taak kweet.
Toch raden wij den heer Jansen aan
zijne lezing, die hij misschien op nog
meerdere plaatsen zal willen houden, eens
goed ina te zien, want het wil ons voor
komen, dat daarin enkele punten niet
overeenkomen jmet de historische waar
heid.
Sprekende over het verschil van voor
stellen tvan geschiedkundige feiten op de
openbare en de bijzondere school, zeide
de heer Jansen, volgens het verslag van
„De Zeeuw", ongeveer het volgende:
„Een Luther wordt dan niet voorge
steld jeenvoudig "als „de zoon van een
mijnwerker, {die de Roomsche Kerk ver
liet, omdat hij met haar niet tevreden
was", maar als een instrument in Gods
hand, als een man, die onder het aan
biddelijk bestuur van Gods voorzienig
heid een Bijbel vond, dien biddend be
gon ite lezen, en, eenmaal geleerd hebben
de, dat de zondaar gerechtvaardigd wordt
zonder |de werken der wet, zich niet stil
kon houden, maar het anderen 'moest
mededeelen, ;zoodat de heerlijke Hervor
ming ontstond, waarvan wij nu de vruch
ten plukken."
Tegen tdeze voorstelling, bijzonder wat
aangaat liet „vinden" van den Bijbel,
komen iwij op, ook al zouden wij daar
mede ,Luther van het voetstuk stooten,
waarop (de vereering van den heer Jansen
en geestverwanten hem hebben geplaatst.
De waarheid gaat boven al en niet het
minst de historische waarheid, die niet
alleen nimmer iets valsch verkondigt, zoo
als Cicero zegt, maar ook nimmer
schroomt, het ware te verzwijgen.
De bedoeling van de hierboven gege
ven voorstelling omtrent het „vinden" van
den Bijbel door Luther zal wel zijn, dat
in Ide tijden voor de Reformatie de Bijbel
.otaal in onbruik was geraakt, ja zoo
;oed als vergeten en dat Luther toen hij
loeval het hem totaal onbekende heilige
boek „onder een bank" in de bibliotheek
der hoogeschool te Erfurt „vond."
Toevallig wend den redacteur van de
rubriek „Geloofsverdediging" in „De
Maasbode" eenzelfde opwerping, door een
l'rotestantsch zegsman gemaakt, voorge
legd en door hem in het nummer van
Zaterdagavond 3 September j.l. beant-
4)
Weder zie ik de verschillende episoden
uit de Ijjdenshistorie, in bonte mengeling,
v»or mijn geest. Voortreffelijk in de ver
gadering van het Sanhedrin. Hier is de
mise en scène, de kleeding ingesloten,
onberispelijk. Het geredekavel der verbit
terde raadsleden, het geschacher met de
vertoornde wisselaren, de felheid van Annas
en Kajafas, het satanisch spel met Judas
het wordt alles even meesterlijk weerge
geven. En de aandacht wordt op het hoogst
gespannen, wanneer te midden van het
beramen van al die duivelsche plannen.
Jozef van Armathea en Nicodemus eerst
aarzelend, daarna beslist voor den Nazarener
partij kiezen, om ten slotte onder algemeen
geschreeuw nit het Sanhedrin te worden
verstooten. Even ademen wij den nardusgeur
der liefde te midden van den pestwalm
van den haat.
Hoe wordt de gansche lucht echter met
dien heerlijken reuk vervuld, wanDer wij
het afscheid van Jezus van de vrouwen te
Bethanië aanschouwen
Diar zijn Maria, Jezus' moeder, Maria
Magdalena en Martha. Welk een aanhan
kelijkheid, welk eene liefde, welk eene
woord. Gaarne nemen wij dit antwoord
hier over, wijl het op klare en door
slaande wijze de voorstelling door
den heer Jansen te Breskens gegeven,
als onhoudbaar veroordeelt.
Wij zullen vooreerst eens zien, aldus
in „De Maasbod e", of er ook uitgaven
van den Bijbel bestaan, die in het betrek
kelijk korte tijdsverloop tusschen de uit
vinding der boekdrukkunst en de ver
schijning van Luther's Bijbelwerk het licht
zagen. Wq ontleenen hiervoor eenige bij
zonderheden aan het bekende werk „Ge-
schiedvervalsching" (blz. 404 enz.)
In üe eerste plaats bestaat nog een
exemplaar van de vertaling, waarvan de
druk zoo oud is, dat het jaartal ont
breekt. De eerste gedrukte boeken toch
verschenen zonder jaartal. Een katho
lieke vertaling door Fuss gedrukt, ver
scheen in 1472. Andere vertalingen ver
schenen in 1467 en 1493. Te Neuren
berg verscheen eene vertaling in 1477,
welke achtereenvolgens drie drukken be
leefde, vóórdat Luther's vertaling het licht
zag. Ook te Neurenberg gaf Koburg eene
vertaling uit in 1483 en 1488.
In 1477 verscheen eene vertaling te
Augsburg, die achtmaal herdrukt werd
vóór Luther's" vertaling.
Te Augsburg zagen ook vertalingen het
licht in 1518 en 1524.
In Spanje verscheen eene Bijbelverta
ling in 1478.
In Italië werd de H. Schrift vertaald
door Malermi te Venetië in 1471 en deze
vertaling beleefde drie-en-dertig oplagen,
voordat Luther's vertaling verscheen. Een
gedeeltelijke vertaling kwam uit in 1472;
een derde te Home in 1471; een vierde
door Bruccioli te Venetië in 1532 en eene
door Marmochini herziene en verbeterde
uitgaaf in 1538.
In Frankrijk vinden wij vertalingen in
1484 en 1512. Deze laatste wend meer
malen herdrukt.
Reno Vlaamsche vertaling verscheen te
Keulen in 1475 en beleefde vóór 1488 drie
herdrukkeneen tweede vertaling ver
scheen in 1518.
In Nederland werden vertalingen ge
drukt in 1477 te Delft en in 1479 te
Gouda.
Voldoende om te doen zien, dat in de
eeuw vóór de Hervorming de Bijbel niet
„onder de bank" lag, maar ijverig werd
gedrukt en blijkens de talrijke her
drukken ook gelezen en bestudeerd
(Vgl. Jan Holland, „de Woort en zijn
Kring", Deventer 1835 blz. 90 v.v.)
Dat de Bijbel, vooral in Duitschland
(omdat dit land in verband met de ge
maakte opmerkingen ons het meeste be
lang inboezemt) ijverig gelezen en be
studeerd werd, hiervoor geeft ook de be
roemde historiekenner Johannes Janssen
(Die allgemeinen Zustande des Deutschen
Volkes heim Ausgang des Mittelalters. 16e
Auflage blz. 6064) tal van treffende
voorbeelden.
smart spreken zich in de gestalten dier
vrouwen en nog meer in hare woorden uit!
Zij gevoelen voor het laatst met Jezus te
zjjn. Zjj moeten, maar kunnen niet van
Hem scheiden. Zjj worstelen tusschen wat
haar vleesch en bloed en wat Zijn wil
verlangt. De stem stikt haar bjjkans in
de keel; schreiend zinken zjj aan Zjjne
voeten neder En dit alles geschiedt met
eene actie, eene dictie, zoo aangrijpend
dat de eigen ziel weent. Vooral de Maria,
figuur, Ottilie Zwink werkt daartoe mede.
In haar is de toewijding aan den Christus
volkomen.
De avondmaalsgroep doet veel aan de
schilderij van Leonardo da Vinei denken.
Het vrouwelijke van de Johannes-type ver
tolkt Alfred BierliBg, even fijn, als Andreas
Lang 'trobuste van de Petrusfiguur doet.
In den discipelkring vinden wij zoo goed
den grijsaard met sneeuwwitte lokken als
den krachtvollen jonkman terug En Judas
vindt bezwaarlijk zjjn weerga Johann
Zwink geeft vooral het berouw van den
Iskariot op onovertrefbare wijze weer, en
als hij het geld neersmakt aan de voeten van
de leden van den joodschen raad, ontvonkt-
er liefde voor hem in ons hart. Nooit
heb ik zóó sterk Judas' lijden gevoeld als
te Oberammergau.
En als ik nu één voor één al die per
sonen het zjjn er 55 die de eene of
andere rol hadden te vervullen, voor mijne
berinnering, zoover al» deze reikt, voorbij
laat gaan, dan wordt mijne sympathie bq
vernieuwing opgewekt voor al die mannen
In vele kloosters was het de gewoonte,
gelijk uit het zeldzaam geworden boek
„Beformatorium vitae morumque et ho-
nestatie clericorum saluberrimuin" (1494),
blijkt, dat op feestdagen, na de godsdienst
oefeningen in de kerk, de scholieren, en
vrome mannen in het klooster bijeenkwa-
'men om geestelijke oefeningen te houden.
Hun, zoo lezen wij, moet in het Duitsch
een gedeelte van de H. Schrift over een
thema voorgelezen worden (Quibus lege-
tur in teutoniko aliquis passus S. Scnp-
turae de materia plana, quae etc.) dat
tot verbetering des levens kan bijdragen.
De beroemde prediker Johann Ulrich
Surgant raadt in zijn „Manuale curatorum
praedicandi praebens modum, tam latino
quam vulgari sermone practice illumina-
tum" (de „«litio princeps" is van het
jaar 1503) den predikers aan, na voorle
zing van het H. Evangelie te zeggen„dit
is de beteekenis van de woorden der H.H.
Evangeliën. Ik zeg met opzet, zoo gaat
hij voort, de beteekenis der woorden, om
dat, daar de Evangeliën in de Duitsche
taal gedrukt zijn en de een zoo, de ander
anders vertaalt, de leeken, die eerst te
huis het Evangelie gelezen hebben, zouden
kunnen zeggen: „In mijn boek staat het
niet, gelijk de prediker zegt", juist, alsof
hij' yerkeerd gelezen had."
Dit is teekenend, daar hieruit blijkt,
hoe het lezen der H.H. Evangeliën te
huis algemeen gewoonte was.
Wij meenen met deze voorbeelden te
kunnen volstaan.
Zeker lag te Erfurt aan de Hoogeschool
de 'Bijbel niet onder de bank. Te Erfurt
hadden reeds in het midden der vijftiende
eeuw 'de Bijbelstudiën een hootgen bloei
bereikt; in het jaar 1480 was ook een
fonds gesticht voor een achtjarige Bijbel
studie aan de hoogeschool aldaar.
Rest ons nog de vraag, of Luther voor
de „ontdekking" te Erfurt geen Bijbel
in handen heeft gehad.
Dit Ss zeer wel mogelijk.
Wij willen met „Geschiedvervalsching"
gaarne toegeven, dat Luther's „vondst"
misschien voor hem zeiven eene ontdek
king was. Maar aan wien lag daarvan
de schuld? De volgende plaats uit het
groote werk van Johannes Janssen (Ge-
schichte des Deutschen Volkes. D. H.
Zustande des Deutschen Volkes seit dem
Beginn der politisch-kirchlichen Revolu
tion his zum Ausgang 'der socialen Revo
lution von 1525 blz. 69 enz.) zal het
antwoord ;op die vraag gemakkelijk maken.
„In het jaar 1501 ging Luther naar de
universiteit te Erfurt, om er in de wijs
begeerte ien de rechten te studeeren, ont
ving in 'tjaar 1502 het baccalaureaat in
de 'wijsbegeerte, drie jaren later de waar
digheid Van magister en hield een tijd
lang voorlezingen over Aristoteles' zede-
en natuurkunde. Zijne bijzondere voor
liefde echter hadden in die dagen de
klassieke studiën; hij las de meeste wer
ken 'der Latijnsche schrijvers, namelijk
eu vrouwen, die spraken en handelden, als
waren zjj werkeljjk de personen, die zjj
uitbeelden. De een maakte hierbij natuur
lijk meer indruk dan den ander. Herodes
vond ik veel minder dan Kajafas Pilatus
was mij te druk voor een hoogvoelend
Romein Simon van Cyrene verkoos ik
boven den hoofdman over honderd. Maar
allen, tot zelfs de kinderen, muntten uit
door eene natuurlijkheid van beweging en
een wjjze van spreken, die het welsprekendst
getuigenis aflegden van aller in-leven in
het drama des ljjdens Daaraan is het dan
ook voornamelijk toe te schrijven, dat het
Passiesspel ons den Heiland zóó nabjj brengt,
dat wjj als het ware Zjjn voetstap hooren
en Zjjn adem gevoelen. Men trok het
Kruismysterie niet tot ons neer, maar hief
ons tot dit mysterie op en ik werd ver
heugd, doch met beving.
Over de Christusfiguur wil ik ten slotte
nog spreken en mjjn indruk van het geheel
samenvatten.
Stelde ia de jaren 1871 J) 1880 en 1890
Joseph Mayr den Christus voor, in 1900
werd deze taak voor het eerst gelegd op
de schouders van Auton Lang. Hjj vervult
haar ook dit jaar. Man van vjjf en dertig
jaar, treft hjj echter terstond door iets teers
in zjjn geheele optreden. Zelfs ligt er over
zjjne geheele gestalte iets dweepzieks
Zjjn i eëele geest doet hem gaarne dichten
Om den Fransch-Duitschen oorlog in 1870
had toen bij uitzondering de opvoering niet na
10, iuaar na 11 jaren plaat»,
Cicero, Livius, Virgilius en Plautus,
woonde de humanistische voorlezingen
van Hieronymus Emser bij en deed zich,
verhaalt zijn geschiedschrijver, „zóó gun
stig kennen, dat de geheele academie zijn
genie bewonderde". „De klassieken, ver
zekert dezelfde levensbeschrijver (Me-
lanchton, Vita Lutheri, Corpus Reformat.
6, 157) beschouwde hij als zijne meesters
en als de modellen, waarnaar hij zich
in het leven moest vormen." Onder de
jongere Humanisten, in wier kring hij
gaarne verkeerde, waren inzonderheid
Erotus Rubianus en Johannes Lange zijne
boezemvrienden. 'Minder als poëet, meer
als 'kenner van muziek en wijsbegeerte
onderscheidde 'hij zich onder zijne mak
kers. Aan hun gezellige vermaken nam
hij gaarne deel, hield van de zwijnenjacht
en het ridderspel, zong en musiceerde.
Dat Luther op twintigjarigen leeftijd
den Bijbel nog niet kende, waaraan is
dit te wijten? Aan zijne eenzijdige studie
der klassieken en ongetwijfeld ook aan
den invloed der Humanisten.
Wij besluiten met de volgende stellin
gen:
I. Het is een historische waarheid, dat
in de eeuw voor de „Hervorming", de
H. Schrift onder de Katholieken met ijver
gelezen en bestudeerd werd.
II. In'djen Luther tot op zijn twintigste
jaar den Bijbel niet heeft gekend, zoo is
dit alleen aan hemzelven te wijten.
Tot zoover „De Maasbode".
Of ju het licht van bovenstaande ge
schiedkundige gegevens de voorstelling
van Iden heer Jansen over het „vinden)"
v'ari den Bijbel door Luther nog kan wor
den gehandhaafd, laten wij aan zijn oor
deel over. Wij voor ons achten dit on
mogelijk.
i) Prima hisioiia-j lex est, ne quid falsi
dicere audeat, secunda vero ne quid veri dicere
non audeat.
Bezoek van het Belgisch Koningspaar.
BrusselH. H. M. M. de Koning en
Koningin vertrokken Donderdag om acht
nur van het station te Laeken naar Am
sterdam.
Roosendaal De Koninklijke Belgische
trein arriveerde om 9.46 aan het station
alhier.
De beide Koninklijke harmonieën, onge
veer zeventig man sterk, speeldsn bq het
binnenkomen van den Koninklijken trein
de „Brabanij'onne".
Zoodra de trein stilstond, werd door jhr.
v. d. Pol, die namens H. M. de Koningin
de Belgische souvereinen welkom heette
op Nederlandschen bodem, het gevolg aan
H H. M.M. voorgesteld.
Aanwezig was ook de Belgische gezant
bq ons Hof, baron Fallen, die reeds den
en zqne verzen worden niet minder gaarne
gelezen. Om zjjn onberispelijken levenswan
del is hq in allerlei kringen geacht. En als
een kostbaren schat uit zjjn ouderljjk huis
voert hq een zachtaardig, liefdevol gemoed
mede dat hem een hooge positie in zqn
familiekring heeft verzekerd. Toen zjjn va
der in 1900 voor het eerst zijn zoon de
Christusfiguur zag en hoorde uitbeelden
getuigde hq, met tranen van dankbaaaheid
in de oogen, dat dit kind hem niet één
minuut verdriet berokkend had. Is het
wonder dat Anton Lang in Oberammergau,
hoewel pas 35 jaren, met zekere piëteit
bejegend wordt?
Eigenaardig is het verrsehil in de Chris
tustype van Jozeph Mayr en die van Anton
Lang. Deed eerstgenoemde denken aan den
Christus van Titiaan met zqn donker ro-
maansch uiterljjk, Lang geeft daarentegen
het blonde Christelqke type weer, geljjk
Raphael het zoo dikwjjls geschilderd heeft
Da gelqkenis is werkelqk in vele opzichten
treffend. Het rein profiel, de ietwat gebo
gen neus, de smalle lippen, het breed
golvend haar, het doukergrqs gewaad, met
roed gemengd zqn alle in volkomen har
monie met de voorstelling, die zich de
Christenheid langzamerhand van de gestal
te van den Christus heeft gevormd.
Alleen is het gelaat te gevuld, wat vooral
in het lijdensdrama aan den indruk van het
geheel schade doet, Doch overigens leent
Lang zich naar het uitwendige geheel tot
de moeilqke taak, die hem is ohgelegd. In
elke groep van personen richt hq onmid-
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot aan den avond van 17 Sept.
Zwakke Noordoostelijke wind. 's Ochtends
eerst nevelachtig, daarna licht bewolkt.
Droog weer. Dezelfde temperatuur
avond te voren te Roozendaal was gearri
veerd.
Een dochtertje van den heer A. Laane,
vice-consul van België te Roozendaal, bood
H.M. de Koningin een bouquet roode rozen
met de Belgische nationale kleuren aan.
Een dochtertje van den Burgemeester bood
H.M een bouquet gele rozen aan, versierd
met de Hollandsche drieklear. H. M. de
Koningin onderhield zich eenige oogen-
blikken in het Hollandsch met de beide
kinderen.
Vervolgens werden door baron Fallon
aan H.H. M.M. voorgesteld de heer Laane,
vice-consul van België to Roozendaal, jhr.
mr. Serraris, procureur-generaal van het
gerechtshof te 's Hertogenbosch, majoor
Schoenmakers, commandant der marechaus
sees, kapitein Thomson, districts-comman
dant. Tot ieder dezer heeren richtte Z. M.
de Koning eenige woorden in het Fransch.
Vervolgens vertrok den trein naar den
Bosch. Het oponthoud had ongeveer zeven
minuten geduurd.
Bq het vertrek van den trein speelden
de beide harmonieën het Nederlaadsche
volkslied.
Er heerschte groot enthousiasme.
De aankomst te Amsterdam.
Een breede schaar had zich langs het
Damrak en op den Dam verzameld om de
komst van de vorstelqke personen af te
wachten.
Te 12 u. 12 m. precies kwam de Konink
lijke trein het Centraal Station binnen van
Soestdjjk.
Opgesteld stond de eerewacht van ma
trozen langs het geheele perron, bezqden
de marinekapel nit den Helder.
Bij aankomst van H. M. de Koningin
klonken er saluutschotende trommen
roffelden en de mnziek hief het „Wilhel
mus" aan.
De enkelen, die op het perron waren
toegelaten, begroetten H. M. en den Prins
met geestdrift.
H. M. de Koningin stapte uit en drukte
den aanwezigen de hand.
Zq was gekleed in beige costnum met
crème toque-hoed en bruine boa.
Prins Hendrik droeg den generaalsuni
form en het paarse lint van >le Leopoldsorde.
De Kon. Familie werd door den burge
meester Jhr. Roëll en enkele spoorweg
autoriteiten, de heeren Wester wondt, van
der Wjjck en Bottema ontvangen en naar
de Koninklqke Wachtkamer geleid. Eeaige
oogenblikken later kwamen H. M. en de
Prins met gevolg wederom buiten om de
Koninklqke gasten af te wachten.
Te 12 u. 22 m. kwam de trein met Z.
dellijk aller aandacht op zich. Hq is de
meester.
Doch er is meer waardoor hij diepen in
druk maakt. Ik heb hierbq zijn zwqgende
actie op het oog. Hetzjj hij bq het Avond
maal neerknielt en de voeten der discipelen
wascht, hetzjj hq staat voor het Sanhedrin,
hetzjj hjj zich voortsleept naar Calvarië,
overal waar hjj alleen den handelenden Jezus
poogt weer te geven wordt het gehoor tot
tranen bewogen. Dan gaat de Ijjdensbis-
torie voor ons levendan treden al die
uren van Donderdag ep Vrjjlag in de
ljjdensweek uit wazige herinnering met
scherpte naar voren dau wordt de 1 jjdende
Christus ons werkeljjk dicht nabij gebracht.
Het Jging "iij althans op dit oogenblik, als
toen ik jaren geleden, op mjjne reis in het
oosten, 's avonds op een bank in Gethse-
mané zat. De uitwendige sfeer hief mjj op
tot de onzichtbare wereld, waarvan zjj de
draagster wil zijn. Maar dat niet alleen.
Op datzelfde oogenblik verloor ik geheel
de zichtbare omgeving uit het oog. De
meditatie kwam in vollen gangverge
zichten en zielsverrukkingen maakten zich
van mjj meester het geloof werd uitslui
tend aanbidding.. Dit zjjn heerlqke momen
ten. Dan is alles grootseb. Groolsche
gedachten doorkruisen het hoofd grootsche
gevoelens het hart. „Hjj heeft ons mede
gezet in den hemel in Jezus Christus".
(Slot volgt in no 113.)