IR MAAT.
No. 107. TWEEDE BEAD. NIEUWE ZEEUW SC HE COURANT Zaterdag 10 September 1910.
- Goes.
en 25 ct. p. ons
•SINGEN.
•MMMM
Beestenmarkt D117, fins.
monumenten,
(wettig gehpeneerl)
IIJDEA te Gocs>
FEUILLETON.
BUITENLAND.
i)ER MEER,
pOMMERUP,
|i Co.,
[NTEMA,
Co.,
|st. Jansstraat 8, Amsterdam,
Co.,
TAN DYCK-PETIT
inhouwerij.
i Schoorsteenmantels
mijn Mschimal gebroken
Pecco Thee,
ia Oude Jenever.
Zelandia Antiqua
ELSA.
UIT DE PERS.
X) maakt bekend, dat
|md nummer in zevail
plaatst. Hierop is in
dasse van de thans
Staatsloterij de prijs
twintig duizend gulden
|oor het incasso wordt
*d door de betrokken
^n, te weten:
Middelharnla.
iherstraat 98, 's-Gravsnhag*.
k,
Groote 0o»t 46, Hoorn.
Beestenmarkt 0 117, Gees.
Pelsteretraat 54, Groningen.
Veerkade 48, 's Gravenhage.
schriftelijk verzoek aan het
•TISICO, Juliana van Stol-
11, 'n Gravenhaje, worden
met bgbehoorende documen-
iranco per post verzonden.
ichtingen
oofd-Vertegenwoordigers
L,j,UX-X.,. L,t
5 en 6 Bergen-ep-Zoom
Slllpsteenon,
itdtn, Straatkelen, tnz.
>t Magazijn van
lie stijlen en kleuren.
ïEN SALONKOLOMMEN
.EN ENZ;
14 en 13 ct. per ons.
OF en waterhoudend.
Aanbevelend,
OETHEER. Walstiaat 19/21.
Vlissingen.
[het merk
r»
jgen by den. Heer,
(Het oude Zeeland).
Ouz- getrouwe lezer zal zeker niet inge
geaomeulieid constateeren, dat de bekwame
baud, die on» ten vorigen jare de tatereelen
ontrolde uit Zealand's grijs verleden en
met name de krijgsbedrijven rondom Vlis
singen, Veere en Uoes afschilderde, die
daar in den Spaauschen tijd plaats grepen,
wederom do pen heeft opgevat, om ook
betgeen in de overige streken van ons ge
west in die veelbewogen lijden voorviel,
te verbalen.
Wij twijfelen niet, of deze bijdrage zal
een even welkom onthaal vinden als de
vorige.
Al spant het Katholieke Walcheren, met
z(jn herinnering aan den H, Willehrord,
zijn Abdij, zijn vele schoone kerken,
kloosters en gestichten, zijn tot in verre
gewesten beroemde heèvaartsplaats, waar
zooveel volk kwam, „dattet wonder om
seggen is," zijn door de straten en langs
do velden trekkende processies, de kroon,
toch zou een vaardige en bekwame pen
ook van het Katholieke Schouwen en
Duiveland een heerlijk tafereel kunnen
schetsen uit de alom verspreide berich
ten en Ide archieven. Zie fik zee mocht zich
verheugen in zijn St. Lieven, reeds in
1323 als parochiekerk vermeid, in den
nacht van 6 op 7 Oct. 1832 is het al
oude gebouw, waarschijnlijk door de on
voorzichtigheid van een loodgieter, afge
brand. Van den Patroonheilige bleef al
lengs, nadat de Watergeuzen meester ge
worden geworden waren van stad en land
en de nieuwe leer met geweid ingevoerd
was, slechts de naam, die nu eenmaal
onafscheidelijk met het Godsgebouw was
verbonden, hn toch hadden de bewoners
dezer eilanden alle reden, om den Hei
lige, die zijn leven had veil gehad, om
hier met het Geloot de Beschaving te
brengen, in zegenend aandenken te hou
den.
Het was in die eeuw der Heiligen, de
7e eeuw, dat de H. Levinus, ten jare
580 in Ierland geboren, herwaarts kwam,
om het werk van den H. Amandus, die
na de Bljjde Boodschap aan de woeste
bewoners van üandavum (Gent) verkon
digd en een roofridder (St. Bavo) tot
oen heiligen levenswandel gebracht te
hebben, verder naar het Oosten was ge
trokken. en Bisschop van Maastricht werd.
Hij was de apostel van Vlaanderen, St.
Levinus, trok (door het land van Terouane,
bezocht het klooster, later naar St. Bavo
genoemd en kwam in „Brakband", een
land tusschen Schelde en Maas. Ken ar
me, maar vrome vrouw bood hem gast
vrijheid aan in een gehucht, Houthem
geheeten. Dit land, zegt de levensbeschrij
ver, was uitgebreid en schoon, vruchtbaar
door alle goede gaven Gods. Het vloeide
over van melk en honig. De inwoners
waren rijzig van gestalte, moedig in het
gevecht, maar zij gaven zich over aan
diefstal, meineed en moord. Met de groot-
Sta moeilijkheden had de vrome man le
kampen. Hij leefde dagelijks te midden
van dreigende gevaren, in den boezem
der woeste bevolking. Na een leven van
vermoeienissen en opofferingen, verscheen
hein °P zeieren nacht de Zaligmaker in
eeii droom. „Verblijd u, sprak de Heer,
en versaag niet. Heden in het zesde uur
zal Ik u in Mijn rijk opnemen, waar gij
eeuwig zult wonen." De Heilige verza
melde zijn leerlingen, wien hij meedeelde,
dat hij hen ging verlaten. Nog denzell-
den dag werd hij in het dorp Esschen,
terwijl hij het Woord Gods verkondigde,
wreedaardig vermoord.
De Predikheeren of Dominicanen had
den te Zierikzee pert groot kloooster,
voortgekomen uit het Antwerpsche con
vent (1255). In 1518 waren er meer dan
70 Paters, maar toen in 1532 en vervol
gons Holland en Zeeland geteisterd werd
door besmettelijke ziekten, zijn er vielen
gestorven. Een Goesenaar, Pater Bexnar-
dus Jansz., is de laatste geweest, die
er zijn professie gedaan heeft. Benevens
andere Zusters, in stad en laad, waren
er in het klooster Leliëndaal Dominicanes
sen.
37.)
De avond was zóó helder en zacht, dat
<je veranda en de groene, geurige tuin, die
door donkerroode lampen en electrische
vlammen verlicht waren, met de woning
óén geheel schenen te vormen. Het was,
alsof ook da natuur ie schoone beheersche-
rea des huizes eerdealsof bloesems en
hoornen de kunst hielpen om iats onnavolg
baars te scheppen.
Kleine groepen vereenigden zich onge
dwongen tot opgewekte gesprekken. Nord-
heim zat naast Elan aan een tafel, die half
verscholen achter een party bloemen stond.
„Ook n zal nog inzien, dat er ep de
wereld veel onwaars en veel schijn is,"
beweerde hg op een toon waaruit ervaring
„Alsof ik dat niet reeds wist, heer dokter
antwoordde Elsa's klankvolle stem. „Men
behoeft de oogen slechts te opened om het
zien en te endervinden".
„Ziet u niet!" riep hg als zegevierend
uit: „Zoover zgn wjj met onze wetenschap,
Zoowel te Goes als te Middelburg had
den de Dominicanen een terminaris, een
Pater, die daar en in de omstreken op
bepaalde tijdon ging prediken. Die Paters
bewoonden een aan het klooster behoo-
rend huis. De Goesche terminaris, Pa
ter Hendrik Wildemans, is daar geble
ven, zoolang de nieuwe leer er niet door
gedrongen was, dus tot de „satisfactie."
Toen ging hij een nieuw arbeidsveld zoe
ken in Holland. Op hoogen ouderdom ge
komen, werd hij in 16013 te Leiden door
den schout overvallen, toen hij ergens
op een zolderkamertje de H. Mis opdroeg,
en dit trof hem zoo, dat hij; drie maan
den later, door een schudding of beving
over al zijn leden bevangen, stierf.
Nog een andere vaderlandsehe Heilige
werd op Duiveland - en stellig ook op
de overige Zeeuwsche eilanden bizon-
der vereerd. Volgens ©en oud© overleve
ring verheugde men zich daar in een
groot voorrecht: ratten en muizen konden
er niet in het leven blijven, brachten er,
vooral den landbouwers, geen last aan
en schade. Men schreef dit toe aan de
voorspraak der H. Gertrudis, wier feest
dag gevierd wordt op den 17en Maart.
De vrome bisschoppen en zendelingen,
zegt Dr. Nuijens in zijn Algemeene Ge
schiedenis der Nederlanden, die in ,de
7e eeuw het Evangelie gingen verkon
digen en het Christendom vasten grond
slag zochten te geven in den vaderland-
schen bodem, de H. H. Amandus, Li-
vinus, Bavo, Eligius, werden ijverig
ondersteund door een reeks van deugd
zame vrouwen. Onder deze muntten voor
al uit do vrouwen van het geslacht der
Pepijns. Terwijl de mannen als hofmeier
voor den koning het rijk ider Franken
regeerden en aan het hoofd der legers
den heidenschen Sakser uit het Noor
den of den fanatieken Muzelman uit het
Zuiden overwonnen, bouwden de vrou
wen kerken, stichtten zij abdijen, die la
ter geheele steden ondier haar muren za
gen ontstaan; gaven zij het voorbeeld
van alle deugden. Begga en Gertrudis,
dochters van Pepijn van JLanden, worden
door de katholieke kerk als Heiligen ver
eerd. Begga was de moeder van Pepijn
van Herstal en hijgevolg de stammoeder
van het Huis der Karolingers (Karei de
Groote!). Zij is de Schutspatrones van
de Bagijntjes. Heeds tijdens het leven van
den Hoomschkoning Graaf Willem II van
Holland gest. 1256 bestond er te
Zierikzee een Bagijnhof, De H. Gertrudis
werd. abdis te Nyvel of Nivelles in Zuid-
Brabant. Haar moeder Ita of Idaburga
nam zelve insgelijks den sluier aan uit
de handen van den H. Amandus. Het voor
beeld dezer vrouwen werkte terug op
geheel haar geslacht. Pharailde en Gu-
dula, wier geschiedenis ten nauwste sa
menhangt met den oorsprong van Brus
sel, waren kleindochters van Karloman,
die weer een kleinzoon was van Piepijn
van Herstal.
Onberekenbaar zijn de weldaden, die
Brabant en Vlaanderen aan die vrome
vrouwen hebben te danken. De abdij,
waarin een dochter van het gevreesde
en beminde Huis van de nationale hel
den der Franken haar intrek nam, was
een middelpunt, waaruit zich zegeningeen
over geheel het omliggende land ver
spreidden. Die plaats was den ruwen
Frank heilig en onschendbaar. Het Gods
huis, door een der dochteren uit het
Huis der Pepijns gesticht, een klooster,
eenmaal door haar bewoond, werd ge
acht en geëerd en ontzien. Geen ruw ge
weld durfde het vermeten, die geheiligde
plaats te ontwijdende lijfeigenen wa
ren er vrijer dan elders; de bezittingen
werden er meer gjeeerbiedigdidoor de
zorg der Idaburga's, der Begga's, der Ger-
truda's, vonden de zieken verpleging, wer
den de dochteren van ,deh edelen Frank
onderwezen, landstreken ontgonnen, dor
pen gebouwd, abdijen begiftigd en tot
middelpunten van beschaving gemaakt.
De H. Gertrudis stichtte het klooster van
Hamaye in Henegouwen; Pepijns gema
lin Idaburga dat van Nyvel; de H. Al-
degonda, insgelijks een dochter der Ka
rolingers, de vrouwenabdij van Maubeuge
onze ontwikkeling en onze liefdadigheid al
gekones, da) er nu meer ongelukkigen zyn
en ongeluk is, dan ooit te voren".
„Wat u daar zegt houdt, geen steek en
als er op de wereld niet zooveel geluk te
vinden is, als ze kon geven, dan zgn wjj,
die de middelen bezitten om het te ver
schaffen daaraan allen schuldig".
„Hoe bedoelt u dat? Verklaar u nader,
als u belieftNordheims, vroegere spot
tende geestigheid wérd weer vaardig.
Misschien had ze te lang moeten zingen en
kwam ze nu weer te voorschijn om haar
oude rechten te doen gelden.
Elsa keek den sprekende met groote,
doordringende oogen aan.
„Wjj letten niet genoeg op ons zeiven.
Wjj wenden dikwjjls de krachten niet aan,
die we bezitten wjj hebben de menschheid
niet genoeg lief; wjj doen met het geld
niet, wat er mee gedaan kan en moet
worden"
„Zóó heb ik het leven nog niet be
schouwd" sprak hjj droefgeestig het hoofd
buigend.
„Om het aldus te begrjjpen heeft men
goede voorbeelden noodig en moet men
groote liefde bezitten", antwoordde ze
eenvoudig.
„U was zoo gelukkig te vinden, wat u
in Henegouwen; de echtgenoot van de
H. Waldetrude, zuster van Aldegonda, een
klooster te Haumont en in het bosch van
Soignies in Brabant; de H. Landrada dat
van Munster-Bilsen bij Maastricht.
L.
(Wordt vervolgd.)
De heer v Dalsum en de Jansenisten.
Men schrijft aan „De Tijd"
Nu ide heer v. Dalsum te Hulst meer
malen het onderwerp van corresponden
ties in „De Tijd" is, kan het mogelijk zijn
nut hebben, er de aandacht op te ves
tigen, dat er tusschen den heer v. Dal
sum en de Jansenisten relatiën bestaan,
welke mogelijk ernstige gevolgen kunnen
hebben.
Reeds een paar maal schreef een bekend
Jansenist, de heer Jan L. v. Oos to Hil
versum ingezonden stukken in het blad
van den heer 'v. Dalsum.
Deze heer v. Os is niet de eerste de
beste Jansenist, maar volgens een her
richt, dat eéhigen tijd geleden in de „N.
R. Ct." voorkwam, is hij vooorzitter eener
commissie, wehce tot taak heeft Janse
nistische beginselen onder andersdenken
den te verspreiden.
Deze zelfde heer v. Os schreef in het
blad van den heer v. Dalsum van 16
Maart 1.1.„Ik heb weer een abonne voor
u opgezocht en zal mijn best doen er
meer te krijgen."
Deze woorden zijn teekenend.
Een Jansenist, propagandist, werft abon-
né's aan voor het blad van den heer
v. Dalsum!
Wat is het doel hiervan?
Willen de Jansenisten soms door mid
del van den heer iv. Dalsum trachten
proselieten te maken? Willen zij; soms
hein naar hun kamp lokken?
Een antwooid valt moeilijk te geven,
maar waarom werft men dan abonné's
aan voor "t blad van dhr. v. Dalsum, dat
voor iemand, in Hilversum woonachtig,
toch niets aantrekkelijks heeft. Daarvoor
heeft het een veel te locaal karakter.
Hoever de beer v. Os geslaagd is om
abonné's voor het blad van den heer
v. üalsuin aian te werven, is natuurlijk
moeilijk te achterhalen, doch zeker is het,
dat het ook gelezen wordt op het Janse
nistische seminarie te Amersfoort.
Dat de relatiën tusschen den heer v.
Dalsum en de Jansenisten nog al cor
diaal zijn, moge blijden uit het feit, dat
hij een present-ex. ontvangt van het Jan
senistische Maandschrilt „De Oud-Katho
liek."
Een dergelijke*ïeleefdbeid zal de redac
tie van „De Oud-Katholiek" vermoeder
lijk niet bewijzen aan eenig katholiek par
ticulier iu Nederland, maar waarom dan
aan den heer v. Dalsum?
Een antwoord is weer moeilijk te ge
ven, doch is het niet van belang ont
bloot, dat men weet pp welke wijze de
Jansenisten trachten in het katholiek*,
kamp binnen te dringen."
„De Tijd' voegt hieraan toe:
Tot zóóver onze correspondent, die in
een particulier schrijven aan onze re
dactie voor alle zijne beweringen bewij
zen aanvoerdt. Wij achten de relaties tus
schen den heer v. Dalsum en de aan
hangers der zoogenaamde Oud-bisschoppe
lijke Glerezij vooral daarom van belang,
onidat gelijk onlangs door ons uitvoe
rig werd bericht door aanhangers van
dót kerkgenootschap pogingen worden aan
gewend, om prosiheten te maken onder
de zich noemende „independente" kalho,
lieken in Limburg. Bestaan er misschien
plannen, om hetzelfde stelletje te begin
nen in Z eeuwsch-Vlaanderen
Men zon het bijna gaan gelooven. Waar
om ook niet? In Polen (men denke aan
den te Utrecht gewijden Bisschop der
Mariavieten) of in Limburg of Zeeuwsch-
Vlaanderen, overal waar de Clerezij Ka
tholieken in strijd ziet met hun geeste
lijke Overheid, hoopt zij hen te verlei
den tot den afval.
noemde", sprak hjj zwaarmoedig. „Mg was
dit niet beschoren".
Anderen naderden het gesprek eindigde
nu, maar Nordheim was vastbesloten het
vandaag nog voort te zetten.
De gelegenheid kwam eerder, dan hg
dacht. Aan het einde der prachtige kamers
in het huis Bergen bevond zich een afzon
derlek vertrek, slechts door weinigen
betreden. Elsa had het ontdekt toen ze
vroéger eens hier was. Heden gevoelde ze
zich temidden van dit gewirwar der stem
men, van dien glans en door de in het
salon beginnende muziek zoo moe, dat ze
zich, onopgemerkt door anderendaarin
trachtte terug te trekken.
Erich Nordheim verloor haar niet uit
het oog. Voorzichtig om door anderen niet
gevolgd te worden, ging ook hg, gelgk zg,
van vertrek tot vertrek, hier en daar stil
blijvende staan, met den een of ander
pratend of een kunstvoorwerp beschouwend.
Ze verdween achter een donker zwaar
gtirdgn; Erich schoof het na haar wegen
bevond zich tot zyne verbazing in een
eenvoudige, burgerljjk ingerichte kamer.
Eene sofa, stoelen en tafels van eene vroe
gere modeeen piano, die bg den burger
stand thuisbehoordeeen kastje, waarop
verbleekte portretten in smalle Ijjsten
Tot zoover het geacht Katholiek hoofd
orgaan. Door dit alles worden wij beves
tigd in onze vroeger uitgesproken opinie,
dat de toetssteen der ware katholiciteit
bestaat in den eerbied voor eli de onder
werping aan het kerkelijk gezag, niet om
wille der personen, die met dat gezag.
bekleed zijn en die menschen als wij
hunne fouten hebben, maar omwille
van dat gezag zelf. Op welk terrein des
publieken levens wij; ook arbeiden, zondier
de liefde en gehoorzaamheid jegens onze
geestelijke overheid verbeuren wij den
naam van katholiek, hoe schoon
onze bedoelingen, hoe prijzenswaardig
onze inzichten ook schijnen.
Het woord van kardinaal Newman blijft
altijd waar: „door ongehoorzaamheid
komt niets tot stand".
Op het vlottend zand van eigenwaan
en zelfingenomenheid werd nooit iets
duurzaams gesticht. Mogen de heer Van
Dalsum en zijn aanhang zulks te rechter
tijd inzien!
Leider.
In een hoofdartikel onder dezen titel ziet
„De Zeeuw" uiteen, wat de anti-revo
lutionaire 'partij aan dr. Kuyper heeft te
danken, en aan het slot daarvan geeft
zij haar ooideel over de uitspraak van
den Eereraad. Zij zou 't voor dien eminen-
ten leider blijven opnemen, ook al was
er geen Eérèraad geweest om hem in
eere te herstellen."
„Dr. Kuyper heeft erkenld in de ridder-
oride-quaestie onvourzichtig te hebben ge
handeld; hij heeft het boetekleed aange
trokken; hij heeft er bij verklaard, in
niets te hebben gehandeld tegen zijn
geweten. De Eereraad heeft alle beschul
diging van corruptie van hem geweerd.
Nu, de vrijzinnige en soc.alistische pers
blijft voortgaan hem te vervolgen, be-
hooren wij ons allen te vaster rondom
den leider te schaten, ien wij zujlen 't
doen ook."
Dé mensch bóven het geld.
Prof. Wefers Bettink heeft ieen bro
chure geschreven om aan te toonen waar
om men het loodwit' in de industrie z.i,
niet missen kan of door zinkwit vervan
gen, waarover men gelijk hekend al
lang doende is. Hij be,oogt daartoe, dat
loodwitverf langer houdbaar is en min
der duur dan zinkwit, en dat het wel
schadelijk is Voor de gezondheid der ar
beiders, maar niet zoo erg als men soms
zegt. De hooggeleerde meent dus dat een
verbod van loodwitgebruik niet mag ge
geven worden.
Hieromtrent komt in „De Voorzorg"
Dr. Slotemaker de Bruine in verzet. Het
loodwit moet z. i. verbodert worden.
„Want hier staat aan de ééne zijde men-
schengezondheid, aan de andere zijde geld.
En dan moet de eerste het natuurlijk
winnen. Bij de vraag, of voor het schil
deren enz. meer arbeiders of meer gul
dens zullen versleten worden, is toch het
antwoord waarlijk niet twijfelachtig. Wie
er den man aan waagt om wat minder
kosten van onderhoud of wat lager be
lasting te behouden, die heeft de een
voudigste eischen van het zedelijk ge
voel nog niet verstaan.
Het geld is middel, geen doel. Wie
het geld. tot doel maakt en daaraan de
beslissende stem gunt, die keert de rol
len om.
Heeft Christus' stem in onze christen
wereld nog: zóó weinig duidelijk geklon
ken, dat men deze eenvoudige waarheid
niet Weet? Herinnert men zich niet, wat
Hij gezegd heeft over den Mammon en
over de waarde van den mensch boven
het winnen zelfs van de gansche we
reld?"
De sehr. in „De Voorzorg" vindt het
ontroerende van de zaak nog niet zoo
zeer, dat men naar deze woorden niet
handelt overtreding van zedelijke ge
boden zal altoos voorkomen doch dat
men er zelfs niet naar spreekt en dus
het volksgeweten op dit punt blijkbaar
nog altoos in slaap is.
„Of wij; nu niet te licht oordeelen over
rozen en muurbloemen op de vensterbanken
achter witte gordijnen en een eenvoudig,
goedkoop tapijt; d&t was de inrichting,
die wonderlijk afstak bg de pracht achter
het voorhanggordjjn.
Elsa had zich in den hoek der oude
roode sofa neergezet. Ook deze omgeving
misstond haar nietNordheim meende, dat
ze in de armzaligste hut nietv van haar
bekoorlijkheid kon verliezen.
Ze keek op en de verrassing, Nordheim
hier te zien, scheen haar niet aangenaam.
„Laten we het gesprek beginnen, waar
we zjjn blgven steken", begon hg snel,
plaats nemende in een ouden zetel, „Maar
zeg me eerst, wat deze kamer te beduiden
heeft".
„Ze is uit het ouderlijk huis van mevrouw
Van Bergen, juist gelijk ze er in isopge-
grooid, naar hier verplaatst. Ze herinnert
mij aan ons lief, «rade huis, daarom ben ik
er graag. Mevrouw Van Bergen schijnt
me door deze daad van kinderlijke veree
ring veel verstandiger dan vele andere
voorname dames."
„U leefde dus in soortgelijke vertrekken
met uwe verheven denkbeelden en waart
dankbaar voer hunne liefde vroeg
Nordheim.
„Leefden zg, die mgne levensidealen zgn
het ondergaan van een bloeiende indus
trie, waarmede toch ook weder tal van
arbeiders worden broodeloos gemaakt?
Wij antwoorden weder, dat de man
gaat boven het geld. Maar bovendien, dat
deze redeneering iecn domheid is. De tech
niek verandert voortdurend; waarom zul
len de loodwitfabrieken niet mede ver
anderen? Wij gelooven er niets van, dat
de ondernemer tie zaken zal stilleggen;
hij zal zijn kapitaal en zijn energie in
andere zaken steken :esn.dan daar ar
beiders noodig hebben.
Voor geleidelijken overgang zijn wij 'te
vinden. Maar voorliet handhaven van een
een schadelijke industrie, alleen vanwege
het geld, zijn wij niet te vinden.
Een regel die overigens nog vrij wat
ruimer toepassing vinden kan dan al
leen bij de loodwitfabricage1
En handhaven moeten wij hem. Daar
zijn wij christenen voor."
Wij voegen hieraan toe, dat reeds leen
nieuwe verfstof, antilood, in den han
del is gebracht, die volgens den uitvin
der de voordeelen van loodwitverf en
niet de nadeelen van het loodwit bezit.
(Nederl.)
1TAJ.IË.
Montenegro en de H. Stoel. Te
Rome bevindt zich op bet oogenblik een
gezant van koning Nikolaas van Montene
gro, ten einde in overleg met den H. Stoel
wijziging te brengen in eenige bepalingen
van het in 1886 gesloten Concordaat.
Alweer uit!!! De „Tribuna" ver
zekert, dat voorloopig niets komt van het
huwelijk van den heitog der Abruzzen met
miss Elkins. De vader van laatstgenoemde
heelt na een onderhoud met markies
Negrotto, die voor de belangen van den
hertog der Abruzzen opkomt, zijne koffers
gepakt om met bekwamen spoed naar buis
te gaan.
De moeilijkheden zjjn geheel van for-
meelen aard en betreffen uitsluitend het
protocol. Het geldt namelijk de verhouding
van de familieleden der bruid tot de
koninklijke familie. Een lid van de konink
lijke familie heeft zich wat dat betreft op
een standpunt gezet, dat voor een vrijen
Amerikaansche burger tevens senator als
de beer Elkins onduldbaar is.
Miss Elkins blijft nog eenigen tjjd met
baar moeder in Europa. Men hoopt echter
nog, dat de Koning de moeielgkheden nit
den weg zal weten te mimen.
Aldus de „Tribuna". Men zal wei weer
verschillende andere lezingen van den
staat van zaken in omloop brengen.
RUSLAND.
Politieke moord. Er is een moord
gepleegd in de ontvangkamer der politieke
politie te St. Petersburg. De in hechtenis
gestelde politieke agitator Koesof vermoord
de n.l. met een scheermes zijn vrouw, dis
in den revolutie-tijd een gewichtige rol had
gespeeld, doch door de overheden herhaal
delijk was vrijgesproken. Koesof had de
vrouw in de gevangenis leeren kennen
Hoewel er van halfambtelijke zijde andere
lezingen van het geval worden gegeven,
schijnt het zeker dat Aoesof zijn vrouw er
op betrapt had, dat ze een werktuig der
politieke politie was en dat hij wraak op
haar genomen heeft. Koesof is medeplichtig
geweest aan verscheidene aanvallen op
staatskassen en men denkt dat hij alleen
daarom geen vonnis gekregen had omdat
de politie door Koesofs vrouw nog meer
revoiutionnairen op het spoor hoopte te
komen.
A M i; It I KA.
De 10 maanden oude erfgenaam van een
fortuin van 250 millioen Vinson Walsh
Mo Lean is dezer dagen met zijn bloedver
wanten uit New-York, beschermd dooreen
heel leger detectives en bedienden, te
Plymouth aangekomen, 't Is hetzelfde kind,
dat in Amerika in een kooi werd rond
gereden uit vrees voor een ontvoering.
en die mg leerden liefhebben en gelnkkig
zgn", wees Elsa hem ernstig terecht.
Door de deur van deze kamer, dienaar
de gang leidde, trad zaehtkens iemand
binnen.
„Anito! lieveling!" riep Elsa en Nord
heim zag haar een bleek, teer en ietwat
vergroeid meisje omarmen, dat op hem meei
den indruk van een kind, dan van een
jonge dame maakte.
„Ik stoor n een andermaal", sprak de
als Anito aangesprokene en wilde de kamer
verlaten.
Elsa hield haar tegen en sloeg haar arm
om de kleine misvormde gestalte.
„Dokter Nordheim, ik stel u'voor, juffrouw
Anito Bergen, maar niet waar, u zal wel
zoo goed zgn om dit 'kleine tête-a tête te
gunnen
Hoe Erich den schertsenden toon vond,
waarop hg antwoordde„In eens aan de
deur gezet, dank u, voor hg aan
't bevel gehoorzaamde, bleef hem zelf een
raadsel.
(Wordt vervolgd.