IR MAAT. No. 107. TWEEDE BEAD. NIEUWE ZEEUW SC HE COURANT Zaterdag 10 September 1910. - Goes. en 25 ct. p. ons •SINGEN. •MMMM Beestenmarkt D117, fins. monumenten, (wettig gehpeneerl) IIJDEA te Gocs> FEUILLETON. BUITENLAND. i)ER MEER, pOMMERUP, |i Co., [NTEMA, Co., |st. Jansstraat 8, Amsterdam, Co., TAN DYCK-PETIT inhouwerij. i Schoorsteenmantels mijn Mschimal gebroken Pecco Thee, ia Oude Jenever. Zelandia Antiqua ELSA. UIT DE PERS. X) maakt bekend, dat |md nummer in zevail plaatst. Hierop is in dasse van de thans Staatsloterij de prijs twintig duizend gulden |oor het incasso wordt *d door de betrokken ^n, te weten: Middelharnla. iherstraat 98, 's-Gravsnhag*. k, Groote 0o»t 46, Hoorn. Beestenmarkt 0 117, Gees. Pelsteretraat 54, Groningen. Veerkade 48, 's Gravenhage. schriftelijk verzoek aan het •TISICO, Juliana van Stol- 11, 'n Gravenhaje, worden met bgbehoorende documen- iranco per post verzonden. ichtingen oofd-Vertegenwoordigers L,j,UX-X.,. L,t 5 en 6 Bergen-ep-Zoom Slllpsteenon, itdtn, Straatkelen, tnz. >t Magazijn van lie stijlen en kleuren. ïEN SALONKOLOMMEN .EN ENZ; 14 en 13 ct. per ons. OF en waterhoudend. Aanbevelend, OETHEER. Walstiaat 19/21. Vlissingen. [het merk r» jgen by den. Heer, (Het oude Zeeland). Ouz- getrouwe lezer zal zeker niet inge geaomeulieid constateeren, dat de bekwame baud, die on» ten vorigen jare de tatereelen ontrolde uit Zealand's grijs verleden en met name de krijgsbedrijven rondom Vlis singen, Veere en Uoes afschilderde, die daar in den Spaauschen tijd plaats grepen, wederom do pen heeft opgevat, om ook betgeen in de overige streken van ons ge west in die veelbewogen lijden voorviel, te verbalen. Wij twijfelen niet, of deze bijdrage zal een even welkom onthaal vinden als de vorige. Al spant het Katholieke Walcheren, met z(jn herinnering aan den H, Willehrord, zijn Abdij, zijn vele schoone kerken, kloosters en gestichten, zijn tot in verre gewesten beroemde heèvaartsplaats, waar zooveel volk kwam, „dattet wonder om seggen is," zijn door de straten en langs do velden trekkende processies, de kroon, toch zou een vaardige en bekwame pen ook van het Katholieke Schouwen en Duiveland een heerlijk tafereel kunnen schetsen uit de alom verspreide berich ten en Ide archieven. Zie fik zee mocht zich verheugen in zijn St. Lieven, reeds in 1323 als parochiekerk vermeid, in den nacht van 6 op 7 Oct. 1832 is het al oude gebouw, waarschijnlijk door de on voorzichtigheid van een loodgieter, afge brand. Van den Patroonheilige bleef al lengs, nadat de Watergeuzen meester ge worden geworden waren van stad en land en de nieuwe leer met geweid ingevoerd was, slechts de naam, die nu eenmaal onafscheidelijk met het Godsgebouw was verbonden, hn toch hadden de bewoners dezer eilanden alle reden, om den Hei lige, die zijn leven had veil gehad, om hier met het Geloot de Beschaving te brengen, in zegenend aandenken te hou den. Het was in die eeuw der Heiligen, de 7e eeuw, dat de H. Levinus, ten jare 580 in Ierland geboren, herwaarts kwam, om het werk van den H. Amandus, die na de Bljjde Boodschap aan de woeste bewoners van üandavum (Gent) verkon digd en een roofridder (St. Bavo) tot oen heiligen levenswandel gebracht te hebben, verder naar het Oosten was ge trokken. en Bisschop van Maastricht werd. Hij was de apostel van Vlaanderen, St. Levinus, trok (door het land van Terouane, bezocht het klooster, later naar St. Bavo genoemd en kwam in „Brakband", een land tusschen Schelde en Maas. Ken ar me, maar vrome vrouw bood hem gast vrijheid aan in een gehucht, Houthem geheeten. Dit land, zegt de levensbeschrij ver, was uitgebreid en schoon, vruchtbaar door alle goede gaven Gods. Het vloeide over van melk en honig. De inwoners waren rijzig van gestalte, moedig in het gevecht, maar zij gaven zich over aan diefstal, meineed en moord. Met de groot- Sta moeilijkheden had de vrome man le kampen. Hij leefde dagelijks te midden van dreigende gevaren, in den boezem der woeste bevolking. Na een leven van vermoeienissen en opofferingen, verscheen hein °P zeieren nacht de Zaligmaker in eeii droom. „Verblijd u, sprak de Heer, en versaag niet. Heden in het zesde uur zal Ik u in Mijn rijk opnemen, waar gij eeuwig zult wonen." De Heilige verza melde zijn leerlingen, wien hij meedeelde, dat hij hen ging verlaten. Nog denzell- den dag werd hij in het dorp Esschen, terwijl hij het Woord Gods verkondigde, wreedaardig vermoord. De Predikheeren of Dominicanen had den te Zierikzee pert groot kloooster, voortgekomen uit het Antwerpsche con vent (1255). In 1518 waren er meer dan 70 Paters, maar toen in 1532 en vervol gons Holland en Zeeland geteisterd werd door besmettelijke ziekten, zijn er vielen gestorven. Een Goesenaar, Pater Bexnar- dus Jansz., is de laatste geweest, die er zijn professie gedaan heeft. Benevens andere Zusters, in stad en laad, waren er in het klooster Leliëndaal Dominicanes sen. 37.) De avond was zóó helder en zacht, dat <je veranda en de groene, geurige tuin, die door donkerroode lampen en electrische vlammen verlicht waren, met de woning óén geheel schenen te vormen. Het was, alsof ook da natuur ie schoone beheersche- rea des huizes eerdealsof bloesems en hoornen de kunst hielpen om iats onnavolg baars te scheppen. Kleine groepen vereenigden zich onge dwongen tot opgewekte gesprekken. Nord- heim zat naast Elan aan een tafel, die half verscholen achter een party bloemen stond. „Ook n zal nog inzien, dat er ep de wereld veel onwaars en veel schijn is," beweerde hg op een toon waaruit ervaring „Alsof ik dat niet reeds wist, heer dokter antwoordde Elsa's klankvolle stem. „Men behoeft de oogen slechts te opened om het zien en te endervinden". „Ziet u niet!" riep hg als zegevierend uit: „Zoover zgn wjj met onze wetenschap, Zoowel te Goes als te Middelburg had den de Dominicanen een terminaris, een Pater, die daar en in de omstreken op bepaalde tijdon ging prediken. Die Paters bewoonden een aan het klooster behoo- rend huis. De Goesche terminaris, Pa ter Hendrik Wildemans, is daar geble ven, zoolang de nieuwe leer er niet door gedrongen was, dus tot de „satisfactie." Toen ging hij een nieuw arbeidsveld zoe ken in Holland. Op hoogen ouderdom ge komen, werd hij in 16013 te Leiden door den schout overvallen, toen hij ergens op een zolderkamertje de H. Mis opdroeg, en dit trof hem zoo, dat hij; drie maan den later, door een schudding of beving over al zijn leden bevangen, stierf. Nog een andere vaderlandsehe Heilige werd op Duiveland - en stellig ook op de overige Zeeuwsche eilanden bizon- der vereerd. Volgens ©en oud© overleve ring verheugde men zich daar in een groot voorrecht: ratten en muizen konden er niet in het leven blijven, brachten er, vooral den landbouwers, geen last aan en schade. Men schreef dit toe aan de voorspraak der H. Gertrudis, wier feest dag gevierd wordt op den 17en Maart. De vrome bisschoppen en zendelingen, zegt Dr. Nuijens in zijn Algemeene Ge schiedenis der Nederlanden, die in ,de 7e eeuw het Evangelie gingen verkon digen en het Christendom vasten grond slag zochten te geven in den vaderland- schen bodem, de H. H. Amandus, Li- vinus, Bavo, Eligius, werden ijverig ondersteund door een reeks van deugd zame vrouwen. Onder deze muntten voor al uit do vrouwen van het geslacht der Pepijns. Terwijl de mannen als hofmeier voor den koning het rijk ider Franken regeerden en aan het hoofd der legers den heidenschen Sakser uit het Noor den of den fanatieken Muzelman uit het Zuiden overwonnen, bouwden de vrou wen kerken, stichtten zij abdijen, die la ter geheele steden ondier haar muren za gen ontstaan; gaven zij het voorbeeld van alle deugden. Begga en Gertrudis, dochters van Pepijn van JLanden, worden door de katholieke kerk als Heiligen ver eerd. Begga was de moeder van Pepijn van Herstal en hijgevolg de stammoeder van het Huis der Karolingers (Karei de Groote!). Zij is de Schutspatrones van de Bagijntjes. Heeds tijdens het leven van den Hoomschkoning Graaf Willem II van Holland gest. 1256 bestond er te Zierikzee een Bagijnhof, De H. Gertrudis werd. abdis te Nyvel of Nivelles in Zuid- Brabant. Haar moeder Ita of Idaburga nam zelve insgelijks den sluier aan uit de handen van den H. Amandus. Het voor beeld dezer vrouwen werkte terug op geheel haar geslacht. Pharailde en Gu- dula, wier geschiedenis ten nauwste sa menhangt met den oorsprong van Brus sel, waren kleindochters van Karloman, die weer een kleinzoon was van Piepijn van Herstal. Onberekenbaar zijn de weldaden, die Brabant en Vlaanderen aan die vrome vrouwen hebben te danken. De abdij, waarin een dochter van het gevreesde en beminde Huis van de nationale hel den der Franken haar intrek nam, was een middelpunt, waaruit zich zegeningeen over geheel het omliggende land ver spreidden. Die plaats was den ruwen Frank heilig en onschendbaar. Het Gods huis, door een der dochteren uit het Huis der Pepijns gesticht, een klooster, eenmaal door haar bewoond, werd ge acht en geëerd en ontzien. Geen ruw ge weld durfde het vermeten, die geheiligde plaats te ontwijdende lijfeigenen wa ren er vrijer dan elders; de bezittingen werden er meer gjeeerbiedigdidoor de zorg der Idaburga's, der Begga's, der Ger- truda's, vonden de zieken verpleging, wer den de dochteren van ,deh edelen Frank onderwezen, landstreken ontgonnen, dor pen gebouwd, abdijen begiftigd en tot middelpunten van beschaving gemaakt. De H. Gertrudis stichtte het klooster van Hamaye in Henegouwen; Pepijns gema lin Idaburga dat van Nyvel; de H. Al- degonda, insgelijks een dochter der Ka rolingers, de vrouwenabdij van Maubeuge onze ontwikkeling en onze liefdadigheid al gekones, da) er nu meer ongelukkigen zyn en ongeluk is, dan ooit te voren". „Wat u daar zegt houdt, geen steek en als er op de wereld niet zooveel geluk te vinden is, als ze kon geven, dan zgn wjj, die de middelen bezitten om het te ver schaffen daaraan allen schuldig". „Hoe bedoelt u dat? Verklaar u nader, als u belieftNordheims, vroegere spot tende geestigheid wérd weer vaardig. Misschien had ze te lang moeten zingen en kwam ze nu weer te voorschijn om haar oude rechten te doen gelden. Elsa keek den sprekende met groote, doordringende oogen aan. „Wjj letten niet genoeg op ons zeiven. Wjj wenden dikwjjls de krachten niet aan, die we bezitten wjj hebben de menschheid niet genoeg lief; wjj doen met het geld niet, wat er mee gedaan kan en moet worden" „Zóó heb ik het leven nog niet be schouwd" sprak hjj droefgeestig het hoofd buigend. „Om het aldus te begrjjpen heeft men goede voorbeelden noodig en moet men groote liefde bezitten", antwoordde ze eenvoudig. „U was zoo gelukkig te vinden, wat u in Henegouwen; de echtgenoot van de H. Waldetrude, zuster van Aldegonda, een klooster te Haumont en in het bosch van Soignies in Brabant; de H. Landrada dat van Munster-Bilsen bij Maastricht. L. (Wordt vervolgd.) De heer v Dalsum en de Jansenisten. Men schrijft aan „De Tijd" Nu ide heer v. Dalsum te Hulst meer malen het onderwerp van corresponden ties in „De Tijd" is, kan het mogelijk zijn nut hebben, er de aandacht op te ves tigen, dat er tusschen den heer v. Dal sum en de Jansenisten relatiën bestaan, welke mogelijk ernstige gevolgen kunnen hebben. Reeds een paar maal schreef een bekend Jansenist, de heer Jan L. v. Oos to Hil versum ingezonden stukken in het blad van den heer 'v. Dalsum. Deze heer v. Os is niet de eerste de beste Jansenist, maar volgens een her richt, dat eéhigen tijd geleden in de „N. R. Ct." voorkwam, is hij vooorzitter eener commissie, wehce tot taak heeft Janse nistische beginselen onder andersdenken den te verspreiden. Deze zelfde heer v. Os schreef in het blad van den heer v. Dalsum van 16 Maart 1.1.„Ik heb weer een abonne voor u opgezocht en zal mijn best doen er meer te krijgen." Deze woorden zijn teekenend. Een Jansenist, propagandist, werft abon- né's aan voor het blad van den heer v. Dalsum! Wat is het doel hiervan? Willen de Jansenisten soms door mid del van den heer iv. Dalsum trachten proselieten te maken? Willen zij; soms hein naar hun kamp lokken? Een antwooid valt moeilijk te geven, maar waarom werft men dan abonné's aan voor "t blad van dhr. v. Dalsum, dat voor iemand, in Hilversum woonachtig, toch niets aantrekkelijks heeft. Daarvoor heeft het een veel te locaal karakter. Hoever de beer v. Os geslaagd is om abonné's voor het blad van den heer v. üalsuin aian te werven, is natuurlijk moeilijk te achterhalen, doch zeker is het, dat het ook gelezen wordt op het Janse nistische seminarie te Amersfoort. Dat de relatiën tusschen den heer v. Dalsum en de Jansenisten nog al cor diaal zijn, moge blijden uit het feit, dat hij een present-ex. ontvangt van het Jan senistische Maandschrilt „De Oud-Katho liek." Een dergelijke*ïeleefdbeid zal de redac tie van „De Oud-Katholiek" vermoeder lijk niet bewijzen aan eenig katholiek par ticulier iu Nederland, maar waarom dan aan den heer v. Dalsum? Een antwoord is weer moeilijk te ge ven, doch is het niet van belang ont bloot, dat men weet pp welke wijze de Jansenisten trachten in het katholiek*, kamp binnen te dringen." „De Tijd' voegt hieraan toe: Tot zóóver onze correspondent, die in een particulier schrijven aan onze re dactie voor alle zijne beweringen bewij zen aanvoerdt. Wij achten de relaties tus schen den heer v. Dalsum en de aan hangers der zoogenaamde Oud-bisschoppe lijke Glerezij vooral daarom van belang, onidat gelijk onlangs door ons uitvoe rig werd bericht door aanhangers van dót kerkgenootschap pogingen worden aan gewend, om prosiheten te maken onder de zich noemende „independente" kalho, lieken in Limburg. Bestaan er misschien plannen, om hetzelfde stelletje te begin nen in Z eeuwsch-Vlaanderen Men zon het bijna gaan gelooven. Waar om ook niet? In Polen (men denke aan den te Utrecht gewijden Bisschop der Mariavieten) of in Limburg of Zeeuwsch- Vlaanderen, overal waar de Clerezij Ka tholieken in strijd ziet met hun geeste lijke Overheid, hoopt zij hen te verlei den tot den afval. noemde", sprak hjj zwaarmoedig. „Mg was dit niet beschoren". Anderen naderden het gesprek eindigde nu, maar Nordheim was vastbesloten het vandaag nog voort te zetten. De gelegenheid kwam eerder, dan hg dacht. Aan het einde der prachtige kamers in het huis Bergen bevond zich een afzon derlek vertrek, slechts door weinigen betreden. Elsa had het ontdekt toen ze vroéger eens hier was. Heden gevoelde ze zich temidden van dit gewirwar der stem men, van dien glans en door de in het salon beginnende muziek zoo moe, dat ze zich, onopgemerkt door anderendaarin trachtte terug te trekken. Erich Nordheim verloor haar niet uit het oog. Voorzichtig om door anderen niet gevolgd te worden, ging ook hg, gelgk zg, van vertrek tot vertrek, hier en daar stil blijvende staan, met den een of ander pratend of een kunstvoorwerp beschouwend. Ze verdween achter een donker zwaar gtirdgn; Erich schoof het na haar wegen bevond zich tot zyne verbazing in een eenvoudige, burgerljjk ingerichte kamer. Eene sofa, stoelen en tafels van eene vroe gere modeeen piano, die bg den burger stand thuisbehoordeeen kastje, waarop verbleekte portretten in smalle Ijjsten Tot zoover het geacht Katholiek hoofd orgaan. Door dit alles worden wij beves tigd in onze vroeger uitgesproken opinie, dat de toetssteen der ware katholiciteit bestaat in den eerbied voor eli de onder werping aan het kerkelijk gezag, niet om wille der personen, die met dat gezag. bekleed zijn en die menschen als wij hunne fouten hebben, maar omwille van dat gezag zelf. Op welk terrein des publieken levens wij; ook arbeiden, zondier de liefde en gehoorzaamheid jegens onze geestelijke overheid verbeuren wij den naam van katholiek, hoe schoon onze bedoelingen, hoe prijzenswaardig onze inzichten ook schijnen. Het woord van kardinaal Newman blijft altijd waar: „door ongehoorzaamheid komt niets tot stand". Op het vlottend zand van eigenwaan en zelfingenomenheid werd nooit iets duurzaams gesticht. Mogen de heer Van Dalsum en zijn aanhang zulks te rechter tijd inzien! Leider. In een hoofdartikel onder dezen titel ziet „De Zeeuw" uiteen, wat de anti-revo lutionaire 'partij aan dr. Kuyper heeft te danken, en aan het slot daarvan geeft zij haar ooideel over de uitspraak van den Eereraad. Zij zou 't voor dien eminen- ten leider blijven opnemen, ook al was er geen Eérèraad geweest om hem in eere te herstellen." „Dr. Kuyper heeft erkenld in de ridder- oride-quaestie onvourzichtig te hebben ge handeld; hij heeft het boetekleed aange trokken; hij heeft er bij verklaard, in niets te hebben gehandeld tegen zijn geweten. De Eereraad heeft alle beschul diging van corruptie van hem geweerd. Nu, de vrijzinnige en soc.alistische pers blijft voortgaan hem te vervolgen, be- hooren wij ons allen te vaster rondom den leider te schaten, ien wij zujlen 't doen ook." Dé mensch bóven het geld. Prof. Wefers Bettink heeft ieen bro chure geschreven om aan te toonen waar om men het loodwit' in de industrie z.i, niet missen kan of door zinkwit vervan gen, waarover men gelijk hekend al lang doende is. Hij be,oogt daartoe, dat loodwitverf langer houdbaar is en min der duur dan zinkwit, en dat het wel schadelijk is Voor de gezondheid der ar beiders, maar niet zoo erg als men soms zegt. De hooggeleerde meent dus dat een verbod van loodwitgebruik niet mag ge geven worden. Hieromtrent komt in „De Voorzorg" Dr. Slotemaker de Bruine in verzet. Het loodwit moet z. i. verbodert worden. „Want hier staat aan de ééne zijde men- schengezondheid, aan de andere zijde geld. En dan moet de eerste het natuurlijk winnen. Bij de vraag, of voor het schil deren enz. meer arbeiders of meer gul dens zullen versleten worden, is toch het antwoord waarlijk niet twijfelachtig. Wie er den man aan waagt om wat minder kosten van onderhoud of wat lager be lasting te behouden, die heeft de een voudigste eischen van het zedelijk ge voel nog niet verstaan. Het geld is middel, geen doel. Wie het geld. tot doel maakt en daaraan de beslissende stem gunt, die keert de rol len om. Heeft Christus' stem in onze christen wereld nog: zóó weinig duidelijk geklon ken, dat men deze eenvoudige waarheid niet Weet? Herinnert men zich niet, wat Hij gezegd heeft over den Mammon en over de waarde van den mensch boven het winnen zelfs van de gansche we reld?" De sehr. in „De Voorzorg" vindt het ontroerende van de zaak nog niet zoo zeer, dat men naar deze woorden niet handelt overtreding van zedelijke ge boden zal altoos voorkomen doch dat men er zelfs niet naar spreekt en dus het volksgeweten op dit punt blijkbaar nog altoos in slaap is. „Of wij; nu niet te licht oordeelen over rozen en muurbloemen op de vensterbanken achter witte gordijnen en een eenvoudig, goedkoop tapijt; d&t was de inrichting, die wonderlijk afstak bg de pracht achter het voorhanggordjjn. Elsa had zich in den hoek der oude roode sofa neergezet. Ook deze omgeving misstond haar nietNordheim meende, dat ze in de armzaligste hut nietv van haar bekoorlijkheid kon verliezen. Ze keek op en de verrassing, Nordheim hier te zien, scheen haar niet aangenaam. „Laten we het gesprek beginnen, waar we zjjn blgven steken", begon hg snel, plaats nemende in een ouden zetel, „Maar zeg me eerst, wat deze kamer te beduiden heeft". „Ze is uit het ouderlijk huis van mevrouw Van Bergen, juist gelijk ze er in isopge- grooid, naar hier verplaatst. Ze herinnert mij aan ons lief, «rade huis, daarom ben ik er graag. Mevrouw Van Bergen schijnt me door deze daad van kinderlijke veree ring veel verstandiger dan vele andere voorname dames." „U leefde dus in soortgelijke vertrekken met uwe verheven denkbeelden en waart dankbaar voer hunne liefde vroeg Nordheim. „Leefden zg, die mgne levensidealen zgn het ondergaan van een bloeiende indus trie, waarmede toch ook weder tal van arbeiders worden broodeloos gemaakt? Wij antwoorden weder, dat de man gaat boven het geld. Maar bovendien, dat deze redeneering iecn domheid is. De tech niek verandert voortdurend; waarom zul len de loodwitfabrieken niet mede ver anderen? Wij gelooven er niets van, dat de ondernemer tie zaken zal stilleggen; hij zal zijn kapitaal en zijn energie in andere zaken steken :esn.dan daar ar beiders noodig hebben. Voor geleidelijken overgang zijn wij 'te vinden. Maar voorliet handhaven van een een schadelijke industrie, alleen vanwege het geld, zijn wij niet te vinden. Een regel die overigens nog vrij wat ruimer toepassing vinden kan dan al leen bij de loodwitfabricage1 En handhaven moeten wij hem. Daar zijn wij christenen voor." Wij voegen hieraan toe, dat reeds leen nieuwe verfstof, antilood, in den han del is gebracht, die volgens den uitvin der de voordeelen van loodwitverf en niet de nadeelen van het loodwit bezit. (Nederl.) 1TAJ.IË. Montenegro en de H. Stoel. Te Rome bevindt zich op bet oogenblik een gezant van koning Nikolaas van Montene gro, ten einde in overleg met den H. Stoel wijziging te brengen in eenige bepalingen van het in 1886 gesloten Concordaat. Alweer uit!!! De „Tribuna" ver zekert, dat voorloopig niets komt van het huwelijk van den heitog der Abruzzen met miss Elkins. De vader van laatstgenoemde heelt na een onderhoud met markies Negrotto, die voor de belangen van den hertog der Abruzzen opkomt, zijne koffers gepakt om met bekwamen spoed naar buis te gaan. De moeilijkheden zjjn geheel van for- meelen aard en betreffen uitsluitend het protocol. Het geldt namelijk de verhouding van de familieleden der bruid tot de koninklijke familie. Een lid van de konink lijke familie heeft zich wat dat betreft op een standpunt gezet, dat voor een vrijen Amerikaansche burger tevens senator als de beer Elkins onduldbaar is. Miss Elkins blijft nog eenigen tjjd met baar moeder in Europa. Men hoopt echter nog, dat de Koning de moeielgkheden nit den weg zal weten te mimen. Aldus de „Tribuna". Men zal wei weer verschillende andere lezingen van den staat van zaken in omloop brengen. RUSLAND. Politieke moord. Er is een moord gepleegd in de ontvangkamer der politieke politie te St. Petersburg. De in hechtenis gestelde politieke agitator Koesof vermoord de n.l. met een scheermes zijn vrouw, dis in den revolutie-tijd een gewichtige rol had gespeeld, doch door de overheden herhaal delijk was vrijgesproken. Koesof had de vrouw in de gevangenis leeren kennen Hoewel er van halfambtelijke zijde andere lezingen van het geval worden gegeven, schijnt het zeker dat Aoesof zijn vrouw er op betrapt had, dat ze een werktuig der politieke politie was en dat hij wraak op haar genomen heeft. Koesof is medeplichtig geweest aan verscheidene aanvallen op staatskassen en men denkt dat hij alleen daarom geen vonnis gekregen had omdat de politie door Koesofs vrouw nog meer revoiutionnairen op het spoor hoopte te komen. A M i; It I KA. De 10 maanden oude erfgenaam van een fortuin van 250 millioen Vinson Walsh Mo Lean is dezer dagen met zijn bloedver wanten uit New-York, beschermd dooreen heel leger detectives en bedienden, te Plymouth aangekomen, 't Is hetzelfde kind, dat in Amerika in een kooi werd rond gereden uit vrees voor een ontvoering. en die mg leerden liefhebben en gelnkkig zgn", wees Elsa hem ernstig terecht. Door de deur van deze kamer, dienaar de gang leidde, trad zaehtkens iemand binnen. „Anito! lieveling!" riep Elsa en Nord heim zag haar een bleek, teer en ietwat vergroeid meisje omarmen, dat op hem meei den indruk van een kind, dan van een jonge dame maakte. „Ik stoor n een andermaal", sprak de als Anito aangesprokene en wilde de kamer verlaten. Elsa hield haar tegen en sloeg haar arm om de kleine misvormde gestalte. „Dokter Nordheim, ik stel u'voor, juffrouw Anito Bergen, maar niet waar, u zal wel zoo goed zgn om dit 'kleine tête-a tête te gunnen Hoe Erich den schertsenden toon vond, waarop hg antwoordde„In eens aan de deur gezet, dank u, voor hg aan 't bevel gehoorzaamde, bleef hem zelf een raadsel. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 5