AGIELSE,
rasscberij „DE ZOOM".
ERD1CHTE
[E J ASSEN,
en Jassen.
No. 105.
Dinsdag September 1010
Zesde Jaargang.
RIBALUI'8
ilhelmlua" r
FEUILLETON.
BUITENLAND.
larkt C 63, Goes,
TUN omboord, zijn
ïnd mooi Zwart.
AGIELSE,
eel der Belgen
:lmina-biljart
Ijart-Fabri ek
I L H E L MIN A"
iELBERGS Czn.. Bergen-op-Zoom.
iter Hordijfc's baak.
GOES,
posito-renfe.
joeding thans V/s 0
idarts BLAAUW,
Vasch- en
Americaansche Strijkinrichting
a wed. F. N. Corthals.
ine bijtende middelen.
I. VERBEEM.
Verschijnt tlktn MAANDAG-, WOENSDAG- in MAM.
Eene Instelling uit de
„duistere" middeleeuwen.
ELSA.
UIT DE PERS.
kt Café Boudeling.
tote sorteering
verkrijgbaar bij:
kt C 63, naast Café Boudeling,
3
ettig gedeponeerd-
Meermalen bekroond.
aal Biljart-Concours te Roozendaal
over het
pel uit eeu verslag in het „Nieuws
Dag" van Donderdag -i Maart
■t verdient vermelding, dat de
per Wilhelminabiljartfabriek te
li, voor dezen Internationalen
itrijd drie nieuwe biljarten had
|r gesteld, welke zelfs door de
"(Belgische spelers werden geroemd,
ste fabrikaat, dat zij tot nu toe
Jadden".
alléén
iderskade 127, Amsterdam,
het „Paleis voor Volksvlijt"
5479. Telefoon 6479.
)pgericht in 1882.
de eerste familie'» in Zeeland
kundige behandeling der goederen
Sfeijjk ingericht volgens jaren-
ictische ervaring.
aurant en inlichtingen gratis.
pn voor Goes en Omstreken
PAGEL.
Consult te GOES
ILKEN DINSDAG
SEN UUR tot HALF DRIE,
ten huize van
|rTEIN, Oostwal, naast Café Geus
tOOSENOAALSCHË
)1 ingericht naar de laatsfe eiaehen
is met de nieuwste machines op
liedvoordeelige conditiën, zoowel
oge als opgemaakte wassohen.
AGENT VOOR GOES
Abonnementsprijs p. 6 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drieen Vrjjdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: Gangepoorfsfraat C 209, GOES.
Reclameberiehtea 25 Ct, p. r. Bjj abonnement speciale prjjs,
Advertentiën van 15 regels f0.50; iedere regel meer 10 CL
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ctj k contant.
Den Hen September a. s. zal het dui
zend jaar geleden zijn, dat de Benediktij1
nerabdij' van C'luny (in Frankrijk) werd
gesticht.
Lieden, die gewoon zijn, minachtend
neer te zien op de „duistere" middel
eeuwen en hun kennis van het Katholieke
kloosterleven geput hebben uit boeken,
waar op schier iedere bladzijde wordt ge
sproken aver „luie, onwetende monniken",
raden wij aan het uitmuntende artikel
te lezen, dat de Eenediktijnerpater Cabrol
in het Fransche tijdschrift „Les Etudes"
over deze kloosterstichting heeft geschre
ven en waarvan „De Tijd" dezer dagen
het volgende uittreksel gaf:
Door Willem den Vromen, hertog van
Aquitanië, werd Cluny 11 September 910
gebouwd op zijn eigen landgoed; als be
looning vroeg de stichter geen andere
gunst dan dat de monniken voor hem
en de zijnen zouden bidden. Het is een
echt middeleeuwsche gedachte en de toe
passing van het beginsel der christelijke
solidariteitpersonen, al te zeer opgaande
in wereldsche zaken en soms het zaete
der aarde tot bed weimens toe genietend,
droegen aan anderen de zorg op, om
voor hen en de hunnen te bidden. De
hertog, die in Cluny ©en zijner vete resi
denties had en in deze schilderachtige
omgeving hij voorkeur verbleef, liet 'de
Benedictijner abten van Baume en Saint-
Jlartin d'Autin, Bernon en Hugo, bij zich
ontbieden om een klooster te stichten.
Wel ging het hem ter harte de bekoorlijk©
plek aan de monniken af te staan, maar
hij bezweek voor den aandrang va.n een der
abten, die hem zeide: „Jaagt uwe hondpn
uit Cluny en zet er menschen vO'Or in
de plaats. Wanneer gij voor het oordeel
van God verschijnt, zult gij er beter bij
varen door de gebeden van de monniktan
dan door het geblaf uwer bulhonden ver
gezeld te worden." De abdij van Baume,
dio de eerste kloosterlingen aan id© nieuwe
stichting leverde, behoorde tot den 'door
Benedictus van Aniane hervormden tak
der Benedictijnen. Deze hervorming had
tot begunstiger Lodewijk den Vromen, die
zijne hulp verleende tot het bijeenroepen
van het beroemde monastieke Concilie
te Aken (817). De eerste regel werd daar
in al zijne gestrengheid hersteld onder
de leuze: „Zoekt eerst het Rijks Gods
en Zijne gerechtigheid en het overig© zal
u worden toegeworpen."
De eigenlijke stichter van Cluny is even
wel de H. Odo, voorheen schildknaap
van Lodewijk den Vromen en later ka
nunnik van Tours; hij werd tevens de
hervormer van de omliggende kloosters.
Cluny was gedurende bijna drie eeuwen
lang een der meest beroemde kloosters
van de Orde der Benedictijnen ©n stond
in zijn bloeitijd aan het hool'd van niet
minder dan tweeduizend andere kloosters.
Gedurende de 10de, 11de en 12de eeuw
was het een brandpunt van deugd, bescha
ving en wetenschap op alle gebied. Zijne
abten waren de raadsleden van Pausen
35.
Juni liep ten einde. Elsa was 'nu reeds
twee maanden hier en Victor zou naar
Haldenhurg gaan. De oude bestuurder
wijde het nog voor zijne aankomst ver
laten, opdat de nieuwe heer ongehinderd
en onbeïnvloed den nieuwen koers zou
kunnen aangeven. „Beter dan ik zal hij
dezen tijd begrijpen, die mij voor menig
onoplosbaar conflict plaatste, wijl ik te
zeer aan vroegere ideeën hechtte", sloot
de afscheidsbrief, die den baron tot na
denken stemde.
Een nieuwe rich,ting op Haldenhurg;
dat begreep nu eerst ook de bezitter^
toen de verwisseling begon. Als Victor
hier het systeem van rechten en plich
ten invoerde, moest het aanzien der fa
milie hieronder lijden.
Hare eer te allen tjjde hoog te hou
den, beloofde de jeugdige baron op zoo'n
beslisten toon, dat er ernst' uit sprak,
die gerust moest stellen.
Maar weder klonken de woorden„Geen
gelijkstelling, geen overschrijding der
en Koningen; zij oefenden een onschat-
baren invloed op het kerkelijk 'leven, werk
ten krachtig mede aan de bestrijding van
de simonie en investituur en speelden
eene groote rol in de groote staatkundig©
gebeurtenissen van die bewogen .tijd.
Cluny leverde niet minder dan vier
Pausen aan de Kerk, allen mannen naar
Gods hart.1) Volgend staaltje teekent den
machtigen invloed, welke van deze stich
ting uitging. Aan een der beroemdste ab
ten, den heiligen Hugo, werd de pause
lijke waardigheid aangeboden, maar hij
bedankte uit nederigheid. Bij die gelegen
heid zegt een zijner tijdgenoaten, „dat
de pauselijke waardigheid hem niet meer
macht zou geschonken hebben over de
Christenheid, dan hij reeds bezat."
Dat deze bemoeiïngen met wereldsche
en staatkundige aangelegenheden intus-
schen geen afbreuk deden aan-de streng©
kloostertucht en den geest van verster
ving, moge hieruit blijken, dat volstrekt
alle abten van Cluny, die elkaar de eerste
drie eeuwen opvolgden, heilig of zalig
werden verklaard, terwijl volgens het ge
tuigenis der Pausen en van de groote
mannen uit die dagen, de monniken een
„engelachtig' 'leven leidden.
D© cathedral© scholen en andere onder
wijsinrichtingen hadden de 'Benedictijnen
van Cluny tot leermeesters en velen onder
hen, o. a. de abt Hugo en 'Petrus de eer
biedwaardige tellen onder de voornaamste
geleerden -en kerkelijke schrijvers van hun
tijd.
Schier geen tourist denkt er heden ten
dage nog aan Cluny een bezoek te bren
gen. Wanneer een haastig reiziger zich
er toevallig even ophoudt, ziet hij niets
dan een kleine banale provinciestad, zon
der kleur en leven, met een echt droef
geestig uiterlijk. Slechts enkele ruïnen her
inneren nog aan de ,aude grootheid.
De oude abdij, van een faheiachtigen
omvang, zoodat Pausen en Koningen met
hun talrijk gevolg er in konden verblijven,
zonder üat de monniken in hun rust en
stilte gestoord werden, bestaat niet meer.
Dit monument, waaraan zoovele histori
sche herinneringen verbonden, waren en
dat onder het oogpunt van architectuur
zeer merkwaardig was, werd grootendeels
in de achttiende eeuw herbo-uwd; |de nieu
were gebouwen zijn zeer uitgebreid, maar
zonder architecturale hoteeJfcenis. Na de
uitdrijving der monniken heeft men er
een school van kunst en ambachten in
gevestigd. De reusachtige basiliek, de glo
rie van Cluny, na de Sint Pieter ,de gr,oat-
ste kerk der wereld en door de monniken
in de 10de en 11de eeuw gebouwd, is
spoorloos verdwenen. Men zou kunnen
weenen bij de gedachte, dat een decreet
van den Minister .of de tusschenkounst
van een prefect voldoende zouden ge
weest zijn om dit meesterstuk van Ko-
maansche houwkunst te behouden. Het
vandalisme heeft zich zelfs uitgestrekt
tot de manuscripten van de beroemde
bibliotheekhet perkament der oud© hand
schriften met zijne kostbare en kleuren
rijke miniaturen, diende den hervormers
van Cluny tot pakpapier of om er de
boterhammen in te wikkelen. „Zqo wreek
te zich de eeuw van den vooruitgang en
grenzen."
Eenmaal liet Elsa zich door zulke ge
zegden er toe verleiden om een antwoord
te geven, dat haar eigenlijk niet paste,
„Onderscheid moest er zijn," sprak ze,
„maar ieder heeft den duren plicht el
kander het leven zoo aangenaam moge
lijk te maken en niet te doen gevoelen,
dat men zich beter en meer waant, dan
zijn evenmensch, leder goed menscli dien
de in zijn stand geëerbiedigd te wor
den."
Dit waren eigenlijk Ruggiero's denkbeel
den, die zij overgenomen had. i
.„Noblesse obligeadel verplicht
hernam de oude baron, „juist daarom
moeten de grenzen der standen scherp
afgebakend zijn; vrijwillige goedheid kan
niet als plicht of recht beschouwd wor
den: zelts in eene republiek kon zulks
niet."
Lisa en Victor keken elkander beteeke-
nisvol aan. Beiden, zwegen en de baron
hield zijn kleine sociale rede geheel on
gestoord.
Elsa liet zich by. haar Excellentie niet
meer aandienen. Dit werd haar toege
staan, wijl ze met die nuttelooze vooor-
nameljjkheid lachte en men haar hier
door nog meer hoopte in te nemen.
de verlichting over de meesterstukken van
kunst en wetenschap, welke ons de „duis
tere" Middeleeuwen overleverden", zegt
Dom Fernand Cabrol in de „Etudes",
waaraan wij deze bijzonderheden- antiee
nen.
Het is daarom een troostrijke gedachte,
d;at de kerkelijke overheid ten minste den
ouden luister v;an Cluny nog indachtig is.
Naar aanleiding van dit duizendjaz-ig
feest heeft Z. H. den Paus ©en schrijven
gericht aan den Bisschop van Autun, waar
in de roem van Cluny herdacht wordt
en aan de geloavigen, die hét duizend
jarig feest vieren, verschillende geeste
lijke gunsten worden toegestaan.
1) l)e beroemde pane Gregorius VII was eerst
prior van Lluny. (Ked
Nog eens de relletjes in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Na de vermelding van het in „D e T ijd"
voorkomend stuk over de relletjes in Zee
land (zie ons vorig nummer) nemen wij
gaarne, indachtig Horatius' woord: „Hoor
ook de tegenpartij", het stuk over, dat
in „De Tijd" van 3 September j.l. te
lezen staat en als een beantwoording mag
gelden van eerstgenoemde beschouwing
over den poütieken toestand in het Ia,nd
van Hulst.
Wij lezen dan in „De Tijd" als volgt:
Geachte Redactie,
Onder bovenstaand hoofd komt in uw
nummer van j.l. Woensdag eene correspon
dentie uit Zeeuwsch-Vlaanderen voor, die
kant noch wal raakt en die ik even recht
wil zetten.
De schrijver beweert, dat het hier ©en
echte janboel is en onder zeker opzicht
heeft hij gelijk, maar niet in den zin,
zooals hij1 het wil laten voorkomen.
De toestand is hier treurig, doch de
treurigheid zit hem alléén in den heer Van
Dalsum en zijn blad.
De inzender noemt den aanhang van
een en ander de „Volkspartij", doch hij
vergeet daarbij te melden, dat die zooge
naamde partij bestaat uit: de ontevrede
nen, uit hen, die niet willen luisteren of
zich niet voegen naar het Kerkelijk gezag
en uit een hoop misleiden. De liefelijk
heid, dat de (zoogenaamde) „Zelandïa-
partij" geen gelegenheid onbenut Iaat om
eikaars hartstochten op het kookpunt te
houden, is eene grove onwaarheid.
Noch de naam van Dalsum, noch de
naam van zijn blad, noch de inhoud van
dat blad, wondt sedert maanden en maan
den in „Zelandia" vernoemd, noch recht
streeks, noch zijdelings.
Slechts algemeenheden alsmededeelin-
gen van de aanklachten tegen van Dal
sum, de daarop gevolgde vonnissen en
wat daarmede verband houdt, warden,
evenals in andere bladen, vermeld, zonder
de minste commentaar.
De persoon van Dalsum en zijn geschzjjf,
wordt kortaf doodgezwegen, .ofschoon ve
len, niet het minst de heer Van Dalsum
zelf, het anders zouden wenschen.
Dat men elkander wederzijds niet lied
jes bezingt, is eveneens eene grove on
waarheid.
Op een voormiddag kwam Elsa te mid
den van een opgewekt tooneel. Ada, die
ze sedert de éerstë maai niet meer ge
zien had, schreide; mevrouw was roood
■en hoos; Iiildo stond koel en trotschi
naast mama; Susanna zat voor het raam
en scheen onrustig en bedroefd.
Verrast bleef Elsa in de deur staan.
„Mijne broche is weg" riep mevrouw
Elsa tegemoet, als verklaring van het
tooneel en allen zwijgen.. „Maar ge zjjt
ons dubbel welkom, freule Carrero; la
ten wig die onverkwikkelijke zaak eindigen.
„Verlaat de kamer!" gebood ze Ada,
Deze xeek op. Tranen rolden langzaam
onbemerkt uit hare groote, donkere
oogen, die glinsterden van inwendigen
strijd, toorn en trots,
„Excellentie, u heeft mij van diefstal
beschuldigd", sprak ze met moeite; „Ik
verlaat het vertrek niet, voordat de com
missaris van politie hier is geweest en
de toedracht der zaak heeft vernomen."
Mevrouw Von Rotern verschrikte. Was
dat nu die deemoedige dienstbode, die
ze zooeven met toornige stem voor hot
verdwijnen van het kostbare sieraad had
verantwoordelijk gesteld
„Maar u was in de .kamer, juffrouw
Braun", sprak ze ietwat vergoelijkend;
De liedjesmakerij gaat uit van de zijde
van Van Dalsum. Slechts éénmaal is een
contra-lied verschenen, houdende bijna die
zelfde woorden en ,op dezelfdie wijs als
het lied van „De Volkswil", doch Ide zoo
genaamde Zelandiapartij heeft daarmede
absoluut niets te maken, want dat lied
is een aardigheidje geweest van één per
soon.
Ik kan u de verzekering geven, geachte
Redactie, dat wij hier onzen tijd nuttiger
kunnen besteden, dan ons bezig te hou
den met die bespottelijke kleinzieligheden,
die ons zoo' klakkeloos worden toegedicht.
Wij vragen niets liever dan de alge-
meene belangen te dienen ter wille van
die belangen zelf.
Op deze scheeve correspondentie zal ik
nju, niet verder ingaan en heb inmiddels
de eer te teekenen,
Uw dw. dr.,
JOS VAN WAESBERGHE.
Hulst, 2 Sept. 1910.
Hierbij voegt „De Tijd" de volgende
kantteekening, die bij menig Van Dal-
sumvereerder voorgoed de oogen zal doen
opengaan.
Verondersteld zelfs, dat juist ware ge
weest -hetgeen opi grond der correspon
dentie van Woensdag kan geloofd wor
den, doch nu, tot ons genoegen, onwaar
blijkt dat het optreden der zoo gen.,
ten onrechte zich-zelf aldus betitelende
„Volkspartij" hare tegenstanders had ge
prikkeld tot handelingen, welke niet door
den beugel konden, dan zou toch als
eerste en hoofdschuldige niemand anders
zijn te beschouwen 'dan Van Dalsum.
Actie wekt natuurlijk reactie; 'tzou dan
ook volstrekt niet te verwonderen zijn
geweest, indien het niet te qualificeeren
geschrijf van „De Volkswil" (het blad'
van Van Dalsum) heftige uitingen had uit
gelokt van den kant dergenen, die mei
ons en met de aver-overgroote meerder
heid der Katholieken in Nederland den,
wat het wezen der zaak betreft, on-
r ede lijk en en ,wat den vorm aan
gaat, ho.agst onbetamelijken strijd,
door Van Dalsum tegen de geestelijke over
heid aangebonden, ten zeerste veroordee-
len.
Om nog te zwijgen van de schromelijke
inconsequenties van dezen man, die, een
maal aanspraak erop maakte in zijn
verblinding misschien nóg aanspraak erop
maakt -als kampioen der katholieke
beginselen te worden beschouwd.
De Katholieke Kerk, zaoals zelfs door
eerlijke en scherpzinnige tegenstanders
wordt erkend, was steeds „u n e grande
école de respect". Wie een waardig
zoon der Kerk wil zijn, en als zoodanig
iets goed wil tot stand brengen, moet
kunnen gehoorzamen, ook in omstandig
heden, waarin dit moeite kost.
Eigenzinnigheid, betweterij' en het luiste
ren naar de stem van geprikkelde ijdel-
heid en grootheidswaanzin daarentegen
waren reeds dikwjjls oorzaak van het
bederf van oorspronkelijk goedbedoelde
ondernemingen en van den ondergang van'
personen, van welke men aanvankelijk
zeer gunstige verwachtingen koesterdeja,
zelfs, als men de geschiedenis der Kerk
het is dus te denken,-..»"
„Dat ik het gestolen heb", riep vertwij
feld Ada uit op schellen toon.
„Gaj ©ogenblikkelijk de deur uit!" beval
Hilda met opgeheven hand voor Ada tre
dend.
„Sla maar toe!" sprak deze, geen voet
terugwijkend.
Hilda liet de hand vallen. Radeloos
keken de drie dames .elkaar aan,
„De commissaris moet komen", hield
Ada vol.
Onopgemerkt door de opgewondenen,
sprong de kleine aap van mevrouw van
eene kolom af. Hijl beet op iets, dat hij
in den mond had.
Elsa pakte het dier en schudde het.
Verschrikt wierp het zijn buit weg, dien
Elsa greep, voor het dier hem weer be
machtigen kon.
Het was de half gebroken bebeten
broche.
„Ge hebt ze op de tafel laten liggen,
mamal" s)prak Susanna verwjjitend
Excellentie werd verlegen. „Ik was
gisteren moe, men had het moeten
zien, dan was dit niet voorgevallen."
„Hoe?" vroeg Susanna; de aap is ge
woon u het eerste morgenbezoek te bren
gen. Ge bevaalt zelf de deur voor hem
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot aan den avond van 6 Sept.
Matige Noordelijke wind. Opklarend. Wei
nig ot geen regen. Dezelfde temperatuur.
raadpleegt, van schisma en ketterij.'
De beweging voor verbetering van soci
ale toestanden, door den notaris Van Dal
sum naar wijl willen aannemen, met
goede bedoelingen in Zeeuwsch-Vlaande
ren begonnen heeft daar, in plaats van
nut, reeds ontzaglijk nadeel gedaan 'en
dreigt nog veel grootere schade aan te
richten, omdat hem persoonlijk alle eigen
schappen, intellectueel© en moreele, ont
breken, welke, om dergelijke beweging
in het rechte spoor te leiden, bij een leider
noodig zijn: in de eerste plaats de onbe
vangenheid en helderheid van blik, die
eigen tekortschieting en eigen onbevoegd
heid doet erkennen.
Van een leider of maatschappelijk her
vormer heeft de heer Van Dalsum niets.
Een leider moet kunnen gehoorzamen;
een maatschappelijk hervormer
moet een ruimen blik bezitten, welke de
menigte van feiten in onderling verband
overziet en ervoor behoedt, op enkele, in
de omgeving toevallig waargenomen fei
ten in den blinde door te drijven en daarbij"
al het overige voorbij te zien.
Wij willen het hierbij laten, hoeveel er
ook nog te zeggen zou zij.n
Aan de tegenpartij van Van Dalsum,
d.w.z. aan de meerderheid der goede Ka
tholieken, welke zich door diens optreden
ten diepste gekrenkt gevoelen en de lei
ding hunner geestelijke herders blijVen vol
gen, wenschen wij allereerst zelfbe-
heersching toe. Laten zij er vooral
voor zorgen, dat zij hunne goede zaak
door niets, wat minder ©del of betamelijk
is, in discrediet brengen. Zeker, het zou
menschelijk wezen, indien zij de felheid
en vijandigheid van den tegenstander met
gelijke munt betaald zetten. Mogen zij
zich niettemin daarvan ten strengste ont
houden
Van verschillende, hoogst achtbare zij
den, wordt ons thans verzekerd, dat men
zich nog niets van dien aard te wijten
heeft. Wij nemen het aan en verheugen
ons daarover oprecht; moge het ten einde
toe zóó blijven 1
BELGIË.
Baronesse V a u g h a n. „In 't huwe
lijk van mad. Vaughan hebben" meldt
het „Hbl, van Antwerpen" „sommige
liberale bladen eene gelegenheid gezocht
om met de geestelijkheid te gekscheren
en den godsdienst belachelijk te maJcen,
maar wat zij' gevonden hebben, dat is de
gelegenheid om hun domheid te toonen,;
wanneer zij over godsdienst willen mee
praten. i
„Geen enkel artikel van 'tkanoniek
recht legt eene weduwe op tien maanden
te wachten alvorens een ander huwelijk
aan te gaan. In deze zaak schikt de Kerk
te openen."
Elsa was pijnlijk getroffen; maar ge
woon vlug te handelen en vol medelijden
met Ada en verstoord op Hilda en me
vrouw Von Rotern, hesloot ze een einde
aan dit tooneel te maken.
„Nu is de zaak zonder politie uitge
wezen," zei Elsa op een toon, alsof de
ganscbe geschiedenis niets beduidde
„Het beste is, dat juffrouw Braun met
mij meegaat; eene andere juffrouw is
spoedig gevonden. Te zamen blijven gaat
nu niet meer."
Voor Elsa het verhinderen kon, kuste
Ada hare hand.
„-U geeft me nieuwen levenslust", sprak
ze; „Hier ontnam men mij allen moed
en het geloof aan medelijden en goedheid
Nog op dit uur verlaat ik het huis; ik
Nu wist Elsa wat haar gehinderd had;
zou hier niet meer kunnen leven!"
z© (drukte Ada's hand en na enkele woor
den en een groet tot 'de dames, ging
ze met haar weg.
(Wordt vervolgd.