Ay
u\
mim.
en zijner
en zelf
V 1 N E.
ienseelen,
DUIF
tNTELS
ÖLIN
lulte Co.
Naftaline,
Jn poeder.
No. 98. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 20 Augustus 1910.
tchulte Co.
it C 32. MIDDEIBUBG.
Schulte Co.
eneesf de
ID BENIEST,
>rt en lang.
telmagazijn
ecialiteit in
I o u s e n
cfoire Rokken
>stuum- en
nderrokken
Ie Cosfuums
rsette n.
ale afdeeling voor
AATWERK.
Een moedig Priester.
FEUILLETON-
ELS A.
Sociale Berichten.
^et Roode Kruis",
3LBURG.
kt gebruik van
gratis bij
:OGIST,
Ylissin gen.
bij Brussel.
EL TERMINUS,
per tram van station der
{het Bosch delaCambre
de Expositie.
■rs. per dagin de maand
B Fr» grooten Tuin,
Plecture; 's winters ver-
l van prijs en central1»
Uccle is bekend als
«zonde plaats in de om
Brussel,
preekt Hollandsch
„Het Roode Kruis",
JDELBURG.
gesorteerd en meest
meerd Mantelma$a*l|n.
Dames en Kinderen
e coupe, fijne afwerking.
jefd aanbevelend,
nj „Het Roode Kruis".
MIDDELBURG.
In het jaar 1827 had een parochie van
het bisdom Lyon, gelegen in een vrien
delijk en door schoone bergen omringd
dal, een jongen priester als zielzorger
Zacht, beminnenswaardig .en evenzoo wel
willend en offervaardig, was hij op elk
uur bereid, allen te helpen, die zich bij
hem vervoegden. Met de noodlijdenden,
(deelde hij' zijn bescheiden inkomen en
zijne vroomheid had hem den roep van
een Heilige verschaft. Flink en energiek,
wanneer het gold een recht te verdedi
gen, d,eed hij zulks toch op zulk een® aan
gename wijze, dat niemand ontevreden)
van hem wegging. Geen wonder, dat hij
in korten tijd de scheidsrechter en raad
gever van alle familiën werd.
Op zekeren morgen, nog voor zonsop
gang, begonnen plotseling de stormklok
ken te luiden. Aangezwollen door een
langdurigen regen, hadden de hooger ge
legen rivieren hare dammen doorgebro
ken en haar water stortte in het dal
in welks midden het dorpje lag.
Men kan wel vuur blusschen, of ten
minste beperken, maar wie is in staat
het water te keeren, dat met alle ge
weld van den berg stort? En zoo stortte
zich het water in het arme dorp, drong
in de huizen en dreigde alles met zich
mee te sleepen. De bewoners, door het
geruisch wakker geschud, kwamen uit
hunne huizen, het vee begon te brullen
en was niet uit den stal te brengen.
De goede pastoor, die den nacht bij
een ziek® had doorgebracht, was de eer
ste, die het reddingswerk organiseerde
en het met eene vaardigheid leidde, die
allen weder moed inboezemde. Daar hoor
de men plotseling een hartverscheurend
geschrei, tiet water stortte zich met ajle
geweld op eene brooze hut, aan het ein
de van het dorp gelegen.* Reeds had het
water de hoogte van liet dak bereikt en
op dit dak kwam een arme vrouw met
twee kinderen, te voorschijn. De hut dreig
de elk oogenblik in te storten en moeder
en kinderen zouden dan in den stroom
omkomen.
De angst was ten toppunt gestegen,
toen men plotseling het galoppeeren vain
een paard hoorde, 't Was de pastoor, die
zich op den schimmel van een buurman
had gezet. Hij drijft het dier in den stroom.
Het schijnt te verdwijnen, want de vloed
neemt het mee, maar zijn moedige be
rijder weet den schimmei te regeeren,
moedigt het dier aan en geeft het de
richting naar de bedreigde hut. Einde»
lijk bereikt het de hut, de Pastoor grijpt
de beide kinderen en keert door den
stroom terug om ze aan |de lieden te
geven, die reeds van verre de armen
uitstrekten. En wederom springt de rui
ter in, iden stroom terug, ondanks de wan
hopige kreten zijner parochianen, die hem
smeeken, zich niet in levensgevaar te be
geven. Maar hij wil ook de moeder red
den, al kost het zijn leven.
„Bidt voor mij l" riep hij zijne parochi
anen toe en opnieuw leidt hij den weer-
spannigen schimmel naar de met instor
ting bedreigde hut.
Alle aanwezigen vielen op de knieën,
hunne oogen volgden den moedigen her
der in, zijn heldenstrijd tegen (de w-o.edeiMle
golven. Op het oogenblik, dat hij de hut
bereikt, hoorde men plotseling een onheil
vol kraken. Het is de hut, die tegen den
drang van het water geen weerstand kan
bieden. Maar alvorens het dak in de gol
ven verdween, had de moedige Priester
de vrouw bij de kleeren gevat en liij
bracht haar gelukkig bij hare kinderen
terug. Ruiter en paard zijn doodelijk ver
moeid moeder en kinderen zijn ge
red.
Was de Pastoor reeds algemeen ge
acht en bemind, van dit oogenblik af
was hij in de oogen van zijne parochianen
een held, die de gemeente .niet minder
tot eer strekte dan hij1 haar diensten be
wees. Niet Wetende hoe zij aan hare dank
baarheid uitdrukking zou geven, benoem
de zij den moedigen priester tot voor
zitter van ©en reddingmaatschappij, welke
ele en halve kruiken.
29).
Elsa gebruikte in dien tijd de thee
met baron Haldenstein en trok zich vroeg
op haar- kamer teru,g om te schrijven.
De baron had Sidonie niets meegedeeld,
ook haar ;d© oorzaak der reis niet op-
geheldeerd. De dienstboden hadden het
strenge bevel gekregen de oude Catharina
niet over Elsa te spreken. Victor zou
den volgenden morgen de barones voor
bereiden en dacht te vergeefs na, hoe
dit op passende wijs te doen.
Elsa verscheen aan het ontbijt in een
batisten kleed met kant afgezet. Zij zag
er uit als de lentemorgen, die heden
over de aarde lag; reeds had ze een
geheelen stapel brieven ontvangen en ge
lezen.
De oude baron kuste ze op het voor
hoofd. „God zegene u hier, heden en
alle dagen, geliefd kind," sprak hij met
zoo innige teed-erheid, dat Victor er ver
wonderd over stond.
„Mij en Carlo", antwoordde ze vroo-
spoedig na het ongeluk in het dorp werd
epgericht. Allerlei eerbewijzen werden den
haldhal'tig-en pastoor aangeboden, zijn pra-
testeeren hielp niets.
Wijd en zijd drong de mare van het
gebeurde door en in het gansche dio
cees zoowel als daarbuiten werd met den
hoogsten lof van het moedige gedrag van
den pastoor gesproken.
Karei X wilde den priester, die zijne
parochianen zoo innig lief had, leerefn
kennen. Het g-evo-lg van deze kennismaking
was, dat spoedig daarna Z. H. de Paus
den heldhaftigen pastoor tot Coadjutor
van den Bisschop van Nancy benoemde.
In het jaar 183o was hij reeds Aarts
bisschop van Bordeaux, in 1862 Kardi
naal.
Het was de voor een twintigtal jaren
in den Heer ontslapen Kardinaal D o n-
net. (Zeeuwsche Koerier.)
8e Katholieke duciale Week.
De Sociale .Week heeft blijkbaar ook
nu weer ,een zeer mooi verloop.
Veel helangsteiling, druk bezochte ver
gaderingen, wtvoer.ge verslagen in de
pers, pok in de met-kathol,eke.
Ongetwijfeld zal tot dit welslagen bij
dragen de omstandigheid, dat in de hooüU-
staa vergaderd wordt, wat doorgaans een
voordeel is.
Maar de eenige, of zelfs maai- de voor
naamste reden is d,t zex-er met.
De Sociale ,W©ek zelve biij-kt een groom
aantrekkingskracht uit te oeienen en wor
tel te hebben geschoten in onzen vader-
landschen bodem.
En ook buiten onzen eigen Rooinschen
kring trekt zij de aa.ndaeni, volgt men
met interesse jle lessen en voordrachten
die worden .ten beste gegeven, wordt men
geprikkeld tot navolg.ng.
Zoo omwikkelt jle Sociale Week zkch
tot een factor van beteekenis in het maat
schappelijk leven .van ons land en doet zij-
niet slecnts in wijden kring kennen en be
grijpen, wat de katholieken krachtens hun
teer en beginselen nastreven, maar werkt
zij oo<k tot de verlevendiging van het so
ciaal besef in met-katliol.eke kringen mee.
De dwaze waan, die in onze partij als
een behoudsgezinde massa doodverfde,
wordt steeds meer bescnaamd.
Op de sociale actie onzer dagen drukken
de katholieken krachtig hun eeuwenoud
stempel. („Centrum
Ue Vergaderingen.
Woensdagmorgen hield gelijk wij reeds
in ons vorig nummer meldden, de heer
G. N. H. Oeckers een voordracht over
„vereenigingen vopr de landbouwers. Zie
hier het kort relaas:
Hoewel in den landbouwstand hier te
lande geen schreeuwende ongerechtighe
den bestaan, is er voor den boerenstand
nog heel wat te verbeteren. Spreker-
noemt drie middelen, die zoowel afzonder
lijk als vereenigd kunnen worden toege
past en waardoor het mogelijk is den
zedelijken en maatschappelijKen toestand
van «ren landbouwer te verbeteren. Spr.
wenscht dat de boer zelf zijn bedrijf zoo
goed mogelijk make door het opdoen van
theoretische en practised© kennis en het
toepassen der moderne uitvindingen:
Goed lezen en schrijven leeren, eenvou
dig boekhouden zal hem te pas komen.
Hij streve verder naar eigen volmaking
en vooruitgang in Christelijke deugden
als godsdienstzin, arbeidzaamheid, zuinig
heid. Vooral op Zondagsheiliging drong
spr. aan.
Op de tweede plaats kome de Staat
den landbouwer te hulp door zorg voor
landbouw-onderricht, het tegengaan van
vervalschingen, regeling der paohtvopr-
waarden, het bieden van hijstand aan
landbquw-vereenigingen enz. Op de derde
plaats moeten de landbouwers er naar
streven, zich te .vereenigen in bonden,
die op hunne beurt onderafdeeiingen
stichten, ter verzinning in de onderschei
dene behoetten, zoowel stoffelijk als ze
delijk.
lijk,' terwijl ze de thee in schonk,
„Ik heb eigenlijk liever koffie, kan
ik haar krijgen?" vroeg ze den be
diende.
„Nu moet ge u evien zeiven behel
pen, grootvadertjeI" verontschuldigde ze
zich vleiende.
„Victor, meld me nu aan: het moet
zoo gebeuren, hoewel 't me oimoodig
voorkomt, maar' Ze trok de schou
ders op en ging met haar boek den
tuin in. „Roep me, als 'tzoo Ver is",
riep ze.
„Zeg uw vertrouweling, dr. Nordheim,
dat ik Elsa alleen in oude adellijke krin
gen wil brengen", sprak Haldenstein, voor
hijjhem uitnoodigde naar boven te gaan.
Victor kon niet nalaten te beweren,
dat Nordheim v,oor zijne aardige nicht,
al even onverschillig was, als ieder
ander.
Elsa zat in den tuin en las: „Ik zal
bewijzen oprechter te zijn, dan zij, die
gevoelens kunnen verbergeja".
Ze las dit tooneel gaarne, wijl het
haai- steeds herinnerde aan haar aanzoek
door Carlo.
De jonge baron stond voor zijn groot
vader en zocht naar een passend be-
Een krachtig middel tot zijn zedelijke
en stoffelijke verbetering vindt de land
bouwer in de vereeniging. Maar die ver
eenigingen moeten Christelijk zijn. Want
liberale vereenigingen, die slechts stof
felijke belangen nastreven en steupend
op het eigenbelang, dit voortdurend aan
wakkeren, brengen den bandbouwer niet
waar hij zijn moet.
Evenmin kunnen Wij de socialistische
vereenigingen voor onze boeren aanvaar
den, omdat hunne beginselen inzake
grondbezit en eigendom indruischen tegen
de belangen van den boer en den aard
van Idiens bedrijf.
Ook geen neutrale vereenigingen, die
het terrein vrij laten voor allerlei vreem
de elementen. Maar de landbouwers zelf
hebben sinds 14 jaar getoond, dat zij van
deze vereenigingen niets willen hebben
en zijn in meerendeel bij Christelijke ver
eenigingen aangesloten. Spr. zou daarom
willen betoogen: De landbouwers, gods
dienst, huisgezin en eigendomsrecht er
kennend als de grondslagen der samejn-
leving, behooren zich te vereenigen in
Christelijke c. q. Katholieke bonden.
Spr. gaat uitvoerig de geschiedenis
van den federatieven boerenbond na en
bepleit aansluiting van alle landbouwers
bij den bond, die door de geestelijke
overheid, door het aanstellen van gees
telijke adviseurs etc. is gesanctionneerd.
Trouwens, al wat de Christelijke vereeni
gingen tot nu toe gedaan hebben is op
Katholieken grondslag geschied. Toch acht
spr. den meest gewenschten bond, de
eeaiig door ons op den duur gewenschte
vereeniging de zuiver Katholieke.
In het algemeen sprekend over vereeni
gingen voor de boeren betoogt spr. de
groote moeilijkheden, die met de oprich
ting gepaard gaan. De beste weg is eerst
een algemeenen boerenbond stichten, en
de verschillende leden in het algemeen
begrippen van vereeiiigingsleven bij te
brengen. Voor ons geldt natuurlijk als
regel een Christelijke boerenbond. De
bond zoeke verder samenwerking met an
dere vereenigingen. Voornamelijk met
drankbestrijdersvereenigingen, omdat mis
bruik van drank hij geboorte-, huwelijks-
en begrafenisplechtigneden op het platte
land zoo veelvuldig voorkomt. Alle mid
delen om kindersterfte tegen te gaan
schrijve de boerenbond verder op zijn
program.
Spr. vestigt vervolgens de aandacht
oip belangen van meer stoffelijken aard.
Gemeenschappelijken aankoop van kunst
meststof, het invoeren van een eenslui
dende boekhouding, die regelmatig worde
gecontroleerd, achtte spr. noodzakelijk
Dan komt de onafhankelijkheid staande
en noodzakelijke boerenleenbank, die voor
den langst mogelijken tijd, tegen de laagst
mogelijke rente de grootst mogelijke ze
kerheid geeft. Voorts bepleitte spr. spaar
banken vooij hoeren, fokv-ereenigingen, be
tere kennis van tuinbouw, zuivelindustrie.
Verder het oprichten van een geme-en-
schajipelijke boterfabriek, een onderlinge
brandverzekering, niet voor een paar dor
pen, maar b.V. voor een heele provincie;
Verder hagel- en veeverzekeringen enz.
Hierna ging spr. over tot het bespreken
van de vereenigingen voor de boerenarbei
ders.
Sprekers meening is, dat boerenarbei
ders, die het landbouwbedrijf v,oor eigen
rekening uitoefenen en slechts een (deel
van hunnen tijd in loojndienst doorbren
gen bij landbouvvwerkgevers, zich moe
ten rereenigen, met hen in één en den
zelfden bond.
De boerenarbeiders .echter, die uitslui
tend in loondienst werken en daartoe
voor hun geheele leven zijn aangewezen,
moeten volgens spr. in eigen vereenigijn-
gen worden samengebracht. Spr. wenscht
daartoe uitsluitend Katholieke vereenigin
gen en, is van meening, da,t deze vereeni
gingen minder gevaar vopr de boerenpa-
troons opleveren dan deze wel denken;
dat zij er integendeel veel van te ver
wachten hebben.
Ten slotte bepleitte spr. vereenigingen
voor de boerinnen en hoerenjeugd. De
boerin is het, die ojj de hoeve de ge
wichtigste rol te vervullen heeft. Ziji
gin. Hij had een geheele redevoering be
dacht en vond nu geen enkel woord.
„Al terug?" vroeg Sidonie hem de
hand reikende, die hij eerbiedig kuste.
„Waar zijt ge geweest?"
Haar stem klonk mat als altijd; er
lag ook geen belangstelling naar eenig
antwoord in.
„We zijn naar Généve geweest en"
Victor hield op en keek de oude vrouw
strak aan.
Ze veranderde plotseling; m haar
oogen kwam leven en hare lippen tril
den van zenuwachtige opwinding.
„Verder!" riep ze gejaagd, „gij vondt
haar waar is Gisela?"
Krampachtig omklemde ze Victors arml
„Niet haar, grootmoeder, maar haar
kind, Elsa!" sprak hij zacht, bang dat
ze neervallen, misschien sterven zou,.
Het tegendeel gebeurde. Hoog richtte
Sidonie zich op; hare bleeke trekken wer
den lichtrood; haar blik hing aan Vic
tors lippen, als wilde ze hem do woor
den ontrukken.
„Waar is Elsa? Gisela's kind? Vlug,
spreek
„Hier, grootmoeder, in den tuin", sta
melde hij huiten zichzelf.
ropral is belast met de opvoeding der
kinderen. Daarom worde zij in de vereeni
gingen, die wederom uitsluitend Katho
liek moeten zijn, opgevoed tot moeder,
huishoudster en boerenvrouw. Dit is voor
het kroost, het gezin -en den landbouw
allernoodzakelijkst. Opvoeding van het
kind, zorg voor de huishouding, tuinar-
beid, verzorging van vee en hoenders iaat
zooveel nog te wenschen over. Als vrouw
van den boer moet zij ;na degelijk on
derricht te zijn, de landbouwsters ontwik
kelen en haar de plichten als echtge-
noote, moeder en boerin kunnen bijbren
gen. Ook vereenigingen voor de dorpsjeugd
bepleitte spr. Die jeugd, die de school Ver
laten heeft, is in het algemeen noch op-
godsdienstig, noch op maatschappelijk,
noch op landbouwkundig gebied voldoende
onderlegd, waarom vereenigingen, waarin
de noodige kennis wordt bijgebracht en die
haar bovendien behoeden voor de geva
ren, die ze vooral Zondags bedreigen,
volgens spr. onmisbaar zijn.
In de les over socialen arbeid
vtoor en door vrouwen, welke
Woensdagavond werd gegeven, door den
pater Franciskaan Liglenberg, waren eeni
ge vooraanstaande figuren in de vrouwen
beweging tegenwoordig, n.l. Mevrouw
Drucker en Mevrouw Haver.
Wie vallen onder de ziekteverzekering 7
De thans ingediende ziekteverzekering
is het derde ontwerp van dien aard. Wel
een bewijs, dat de sociale wetgeving in
ons land elders is het intusschen niet
veel beter met langzamen tred voort
schrijdt.
Nu kan huig en breed gediscussieerd
worden over de vraag, w-elke verzekering
het noodzakelijkst is, en of. men geen
uit technisch oogpunt mooier stuk werk
zo-u verkrijgen, indien men de geheel®
verzekeringsmaterie tegelijk behandelde.
Uit practisch oogpunt is het intusschen
het beste ,dat men op afbetaling alvast
aanvaardt wat voor afdoening gereed is.
D-e ziekteverzekering ligt er. Haa.t men
ze nu, na, den voor overweging ©n be
studeering noodzakelijken tijd, zoo spoedig
mogelijk in behandeling nemen.
En laten wij hopen, dat middelerwijl
de regeering de laatste hand legt aan de
verzekering tegen invaliditeit en ouder
dom, opdat ook deze nog in de huidige
vierjarige jieriode haar beslag krijge.
Wie valt onder de ziekteverzekering, ïn.
a. w. wie zal premie hebben te betalen
en bij ziekte ziekengeld ontvangen?
Als regel de vaste arbeiders, die in
een onderneming werkzaam zijn en peln
loon verdienen, dat zekere grenzen niet
te boven gaa,t.
Dus niet alle arbeiders zullen verze
kerd worden tegen de gevolgen van ziekte.
Niet de losse arbeiders, niet degenen
-dus, die vandaag bij dezen, morgen bij
genen patroon werkzaam zijn. En als los
arbeiders wordt voor de ziekteverzekering
beschouwd hij, die korten dan vier «la
gen in dezeltde dienstbetrekkingis.
Met dezen verstande, dat met -een ar-
beidsoverkomst van vier dagen worden ge
lijkgesteld vier arbeidsovereenkomsten
van één dag.
Een boerenarbeider, die vier dagen in
de week hij één landbouwer werkt, valt
onder de ziekteverzekering. Maar ook de
arbeiders, die bij vier landbouwers ach
tereenvolgens één dag werkzaam is.
De tweede beperking wordt aangebracht
door de bijvoeging „in dienst bij een on
derneming."
De onderneming kan groot of kl-ein zijn,
ze kan honderden arbeiders of één ar
beider bezig houden, haar karakter wordt
aangeduid door het criterium winst beha
len. Arbeiders in persoonlijken dienst
de mannelijke ien vrouwelijke dienstboden,
<»k tuinknechts, koetsiers, enz. van ,par-
tiulieren vallen dus niet o-nder ;de
verplichting der wet.
De derde grens wordt aangewezen door
het loon, zoodat uitgezonderd worden de
genen, wier geldelijke omstandigheden van
dien aard zijn, dat zij maatschappelijk
niet behooren tot den stand Vian p-erso-
Zonder een woord, een schreeuw liep
de barones naar de deur, rukte ze open,
vloog de trap af, de vestibule door eu
den tuin in.
Haldenstein, die in d-e veranda stond,
vertrouwde zijne oogen niet, toen hij ze
door de paden zag loopen en om Elsa
hoorde roepen.
Was dat die zachte, toonlooze stem
zijner vrouw, die zoo luid, zoo vroolijk
klonk?
Licht als eene nimf kwam Elsa op- h-et
geroep uit de schaduwrijke paden; Si-
donies armen omstrengelden haar en zij
sprak in liefkozende en innige bewoor
dingen tot Gisela's kind.
„Ja, ge behoort haar, go behoort ons;
ge zijt haar evenbeeld, maar uw oog is
de zon, ge komt als haar straal en met
u het geluk!" jubelde Sidonie.
De vreugde maakte haar jeugdig en
schoon gelijk ze vroeger was; Elsa moest
zich goed bezinnen om te begrijpen, dat
deze vrouw wezenlijk hare grootmoeder
zijn kon, die men haar als zwak en hulp
behoevend had afgeschilderd.
Wantrouwend keek z-e naar Haldenstein
en Victor, die haar gevolgd waren.
Haldenstein begreep die stomme vraag.
nen, vooi; wie de ziekteverzekering in het
leven wordt geroepen.
Deze grens kon natuurlijk niet (do-or
één vast cijfer worden aangegeven: vopr
-de kleinste plaats-en is zij op f 2.50, voor
de grootste op f 5 per dag bepaald. Wie
meer verdient ,dan een 15 tot 30 gulden
in de week valt buiten de ziekt-everzeke-
ring._ Waar het inkomen van den arbeider
zekere grens overschrijdt is er geen reden
meer om den Staat en den werkgever
in de kosten dier verzekering te laten
bijdragen.
iets willekeurigs hebbeu deze cijfers,
als allé cijfers, maar men 'kan niet zeggen
dat zij te benepen genomen zijn.
Anders wordt het, als men niet de
volstrekte, maaf de betrekkelijke waarde
van het loonbedrag neemt, m. a. w. als
men let op het verschil of zeker loon
verdiend wordt door een vrijgezel, door
een huisvader met een klein gezin of
een met ©en groot gezin. Het is natuur
lijk volstrekt niet hetzelfde of een onge
huwde -een weekloon vau f 15 verdient, of
een man met vrouw en (acht kinderen.
De zaak zou wel ingewikkelder wor
den, indien men bij de vaststelling dei-
loonschaal met dezen factor ging reke-
ning honden, maar onbillijk ware het stel
lig niet, en wellicht vindt de minister
aanleiding om de kwestie van dezen kant
nog eens te bezien.
Nu zijn er arbeiders, die in hun dienst
betrekking minder verdienen dan het dag
loon, hetwelk van de ziekteverzekering
uitsluit, doch nog uit anderen hoofde in
komsten hebben, b-.v. door h-et drijven
van -een, winkel, h-et houden van een her
berg, het bezit van een grooter of klei
ner kapitaaltje.
Daarom vallen, afgezien van hun dag
loon, ook huiten de wet zij die in tie
vermogensbelasting zijn aangeslagen of in
de bedrijfsbelasting tot een bedrag dat
naargelang van Üe aanzienlijkheid der ge
meente waar zij won-en ligt tusschen f 2.75
en f 14.aangeslagen die beantwoorden
aan een daginkomen van f2.50 ein f5.
Behalve de arbeiders die niet in een
onderneming werkzaam zijn, wier dienst
betrekking van te korten duur is of wier
loon zekere grenzen te boven gaat, zijn
nog eenige andere categorieën van de
ziekteverzekering uitgesloten.
Een zeer talrijke categorie is die der
arbeiders in dienst van een publiekrechte
lijk lichaam, wier dienstbetrekking: van
anderen aaxd is dan die van arbeiders
in dienst van bijzondere werkgevers.
De overige uitsluiting-en betreffen de.
schepelingen voor de zeevaart, de -mili
ciens die pnder de wapenen zijn, zij die
-door deze wet als werkgever worden be
schouwd, (b.v. directeuren van nuainlooae
vennootschajjpen) en handelsreizigers fn
dienst bij buiten 's lands gevestigde on
dernemingen. (Huisg.)
VISSCH ERIJ.
Er do-et zich op sommige mosselper-
ceeien in de Ooster-Schelde enz,, het
verschijnsel voor dat de mossels weder
beginnen te melken, d. i. zaad te ldozen,
wat ongetwijfeld vreemd is, o-mdat dit
melken reeds in het voo-rjaar geschiedt.
Op de qualit-eit blijft dit ook niet z,onder.
invloed, daar «ie visch dan in veel on
gunstiger conditie Jto-mt. Waaraan h-et ver
schijnsel z,ou joe te schrijven zijn, kon
ons niet medegedeeld worden; wel dat
de zaadval van mosselbroed in de Zeeuw
sche Stroomen, die jaar qp jaar aanlei
ding geeft tot klachten ov-er zeer geringe
voorraden zaad ,op de banken, wordt geïn
fluenceerd door de enoirm© aanvoeren van
zaad, halfwas- en consumptiemosselen uit
de Zuiderzee, waardoor in den lqap der.
tijden natuurlijk kruisingsproducten zijd
ontstaan. En onder alle omstandigheden
blijft steeds waar, dat -do ervaring van
de mosselkweekers is, dat de groote mos
sels, opgekweekt van z,aad van de Zuider
zee aangevoerd, van minder qualiteit zijn
dan die van' zuiver Zeeuwseh zaad. Merk
waardig is het tevens, dat au reeds ©en
reeks van jaren, soms meer, so-ms minder,
het zaad, ook wanneer hot niet aan zaad-
„Giji brengt leven en doet wonderen",
sprak hij, oji die beiden toetredend, die
elkander vasthielden, als wilden ze nooit
scheiden.
Elsa's hart klopte onstuimig.
Eindelijk dacht de barones ook aan de
anderen.
Ze reikte den gade de hand. „Ik dank
u, Joachim, gij bracht mij ons kind",
sprak ze innig. „Gisela's kind, ons kind!"
„En Pietro Carrero's dochter", vi-el El
sa ernstig in.
De barones 'leidde haar naar de groote
salon, die ze sedert jaren niet betreden
had. Ze zetten zich hand in hand op
de sola neer. „Vertel van u en uwe
ouders", vroeg Sidonie.
Haldenstein verschrok, maar hij kon
Elsa niet waarschuwen, llustig moest hij
blijven en het komende afwachten.
Eenvoudig, het verschrikkelijke ver
zachtend, dat men haar zelf gespaard
had, verhaalde ze de spoorwegramp en
den dood barer ouders. Het waren milde
tranen die Sidonie daarbij: weende, hare
ziel werd er door verlicht, haar bewustzijn
eu geestesleven keerden terug.
(Wordt vervolgcL