Ay u\ mim. en zijner en zelf V 1 N E. ienseelen, DUIF tNTELS ÖLIN lulte Co. Naftaline, Jn poeder. No. 98. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 20 Augustus 1910. tchulte Co. it C 32. MIDDEIBUBG. Schulte Co. eneesf de ID BENIEST, >rt en lang. telmagazijn ecialiteit in I o u s e n cfoire Rokken >stuum- en nderrokken Ie Cosfuums rsette n. ale afdeeling voor AATWERK. Een moedig Priester. FEUILLETON- ELS A. Sociale Berichten. ^et Roode Kruis", 3LBURG. kt gebruik van gratis bij :OGIST, Ylissin gen. bij Brussel. EL TERMINUS, per tram van station der {het Bosch delaCambre de Expositie. ■rs. per dagin de maand B Fr» grooten Tuin, Plecture; 's winters ver- l van prijs en central1» Uccle is bekend als «zonde plaats in de om Brussel, preekt Hollandsch „Het Roode Kruis", JDELBURG. gesorteerd en meest meerd Mantelma$a*l|n. Dames en Kinderen e coupe, fijne afwerking. jefd aanbevelend, nj „Het Roode Kruis". MIDDELBURG. In het jaar 1827 had een parochie van het bisdom Lyon, gelegen in een vrien delijk en door schoone bergen omringd dal, een jongen priester als zielzorger Zacht, beminnenswaardig .en evenzoo wel willend en offervaardig, was hij op elk uur bereid, allen te helpen, die zich bij hem vervoegden. Met de noodlijdenden, (deelde hij' zijn bescheiden inkomen en zijne vroomheid had hem den roep van een Heilige verschaft. Flink en energiek, wanneer het gold een recht te verdedi gen, d,eed hij zulks toch op zulk een® aan gename wijze, dat niemand ontevreden) van hem wegging. Geen wonder, dat hij in korten tijd de scheidsrechter en raad gever van alle familiën werd. Op zekeren morgen, nog voor zonsop gang, begonnen plotseling de stormklok ken te luiden. Aangezwollen door een langdurigen regen, hadden de hooger ge legen rivieren hare dammen doorgebro ken en haar water stortte in het dal in welks midden het dorpje lag. Men kan wel vuur blusschen, of ten minste beperken, maar wie is in staat het water te keeren, dat met alle ge weld van den berg stort? En zoo stortte zich het water in het arme dorp, drong in de huizen en dreigde alles met zich mee te sleepen. De bewoners, door het geruisch wakker geschud, kwamen uit hunne huizen, het vee begon te brullen en was niet uit den stal te brengen. De goede pastoor, die den nacht bij een ziek® had doorgebracht, was de eer ste, die het reddingswerk organiseerde en het met eene vaardigheid leidde, die allen weder moed inboezemde. Daar hoor de men plotseling een hartverscheurend geschrei, tiet water stortte zich met ajle geweld op eene brooze hut, aan het ein de van het dorp gelegen.* Reeds had het water de hoogte van liet dak bereikt en op dit dak kwam een arme vrouw met twee kinderen, te voorschijn. De hut dreig de elk oogenblik in te storten en moeder en kinderen zouden dan in den stroom omkomen. De angst was ten toppunt gestegen, toen men plotseling het galoppeeren vain een paard hoorde, 't Was de pastoor, die zich op den schimmel van een buurman had gezet. Hij drijft het dier in den stroom. Het schijnt te verdwijnen, want de vloed neemt het mee, maar zijn moedige be rijder weet den schimmei te regeeren, moedigt het dier aan en geeft het de richting naar de bedreigde hut. Einde» lijk bereikt het de hut, de Pastoor grijpt de beide kinderen en keert door den stroom terug om ze aan |de lieden te geven, die reeds van verre de armen uitstrekten. En wederom springt de rui ter in, iden stroom terug, ondanks de wan hopige kreten zijner parochianen, die hem smeeken, zich niet in levensgevaar te be geven. Maar hij wil ook de moeder red den, al kost het zijn leven. „Bidt voor mij l" riep hij zijne parochi anen toe en opnieuw leidt hij den weer- spannigen schimmel naar de met instor ting bedreigde hut. Alle aanwezigen vielen op de knieën, hunne oogen volgden den moedigen her der in, zijn heldenstrijd tegen (de w-o.edeiMle golven. Op het oogenblik, dat hij de hut bereikt, hoorde men plotseling een onheil vol kraken. Het is de hut, die tegen den drang van het water geen weerstand kan bieden. Maar alvorens het dak in de gol ven verdween, had de moedige Priester de vrouw bij de kleeren gevat en liij bracht haar gelukkig bij hare kinderen terug. Ruiter en paard zijn doodelijk ver moeid moeder en kinderen zijn ge red. Was de Pastoor reeds algemeen ge acht en bemind, van dit oogenblik af was hij in de oogen van zijne parochianen een held, die de gemeente .niet minder tot eer strekte dan hij1 haar diensten be wees. Niet Wetende hoe zij aan hare dank baarheid uitdrukking zou geven, benoem de zij den moedigen priester tot voor zitter van ©en reddingmaatschappij, welke ele en halve kruiken. 29). Elsa gebruikte in dien tijd de thee met baron Haldenstein en trok zich vroeg op haar- kamer teru,g om te schrijven. De baron had Sidonie niets meegedeeld, ook haar ;d© oorzaak der reis niet op- geheldeerd. De dienstboden hadden het strenge bevel gekregen de oude Catharina niet over Elsa te spreken. Victor zou den volgenden morgen de barones voor bereiden en dacht te vergeefs na, hoe dit op passende wijs te doen. Elsa verscheen aan het ontbijt in een batisten kleed met kant afgezet. Zij zag er uit als de lentemorgen, die heden over de aarde lag; reeds had ze een geheelen stapel brieven ontvangen en ge lezen. De oude baron kuste ze op het voor hoofd. „God zegene u hier, heden en alle dagen, geliefd kind," sprak hij met zoo innige teed-erheid, dat Victor er ver wonderd over stond. „Mij en Carlo", antwoordde ze vroo- spoedig na het ongeluk in het dorp werd epgericht. Allerlei eerbewijzen werden den haldhal'tig-en pastoor aangeboden, zijn pra- testeeren hielp niets. Wijd en zijd drong de mare van het gebeurde door en in het gansche dio cees zoowel als daarbuiten werd met den hoogsten lof van het moedige gedrag van den pastoor gesproken. Karei X wilde den priester, die zijne parochianen zoo innig lief had, leerefn kennen. Het g-evo-lg van deze kennismaking was, dat spoedig daarna Z. H. de Paus den heldhaftigen pastoor tot Coadjutor van den Bisschop van Nancy benoemde. In het jaar 183o was hij reeds Aarts bisschop van Bordeaux, in 1862 Kardi naal. Het was de voor een twintigtal jaren in den Heer ontslapen Kardinaal D o n- net. (Zeeuwsche Koerier.) 8e Katholieke duciale Week. De Sociale .Week heeft blijkbaar ook nu weer ,een zeer mooi verloop. Veel helangsteiling, druk bezochte ver gaderingen, wtvoer.ge verslagen in de pers, pok in de met-kathol,eke. Ongetwijfeld zal tot dit welslagen bij dragen de omstandigheid, dat in de hooüU- staa vergaderd wordt, wat doorgaans een voordeel is. Maar de eenige, of zelfs maai- de voor naamste reden is d,t zex-er met. De Sociale ,W©ek zelve biij-kt een groom aantrekkingskracht uit te oeienen en wor tel te hebben geschoten in onzen vader- landschen bodem. En ook buiten onzen eigen Rooinschen kring trekt zij de aa.ndaeni, volgt men met interesse jle lessen en voordrachten die worden .ten beste gegeven, wordt men geprikkeld tot navolg.ng. Zoo omwikkelt jle Sociale Week zkch tot een factor van beteekenis in het maat schappelijk leven .van ons land en doet zij- niet slecnts in wijden kring kennen en be grijpen, wat de katholieken krachtens hun teer en beginselen nastreven, maar werkt zij oo<k tot de verlevendiging van het so ciaal besef in met-katliol.eke kringen mee. De dwaze waan, die in onze partij als een behoudsgezinde massa doodverfde, wordt steeds meer bescnaamd. Op de sociale actie onzer dagen drukken de katholieken krachtig hun eeuwenoud stempel. („Centrum Ue Vergaderingen. Woensdagmorgen hield gelijk wij reeds in ons vorig nummer meldden, de heer G. N. H. Oeckers een voordracht over „vereenigingen vopr de landbouwers. Zie hier het kort relaas: Hoewel in den landbouwstand hier te lande geen schreeuwende ongerechtighe den bestaan, is er voor den boerenstand nog heel wat te verbeteren. Spreker- noemt drie middelen, die zoowel afzonder lijk als vereenigd kunnen worden toege past en waardoor het mogelijk is den zedelijken en maatschappelijKen toestand van «ren landbouwer te verbeteren. Spr. wenscht dat de boer zelf zijn bedrijf zoo goed mogelijk make door het opdoen van theoretische en practised© kennis en het toepassen der moderne uitvindingen: Goed lezen en schrijven leeren, eenvou dig boekhouden zal hem te pas komen. Hij streve verder naar eigen volmaking en vooruitgang in Christelijke deugden als godsdienstzin, arbeidzaamheid, zuinig heid. Vooral op Zondagsheiliging drong spr. aan. Op de tweede plaats kome de Staat den landbouwer te hulp door zorg voor landbouw-onderricht, het tegengaan van vervalschingen, regeling der paohtvopr- waarden, het bieden van hijstand aan landbquw-vereenigingen enz. Op de derde plaats moeten de landbouwers er naar streven, zich te .vereenigen in bonden, die op hunne beurt onderafdeeiingen stichten, ter verzinning in de onderschei dene behoetten, zoowel stoffelijk als ze delijk. lijk,' terwijl ze de thee in schonk, „Ik heb eigenlijk liever koffie, kan ik haar krijgen?" vroeg ze den be diende. „Nu moet ge u evien zeiven behel pen, grootvadertjeI" verontschuldigde ze zich vleiende. „Victor, meld me nu aan: het moet zoo gebeuren, hoewel 't me oimoodig voorkomt, maar' Ze trok de schou ders op en ging met haar boek den tuin in. „Roep me, als 'tzoo Ver is", riep ze. „Zeg uw vertrouweling, dr. Nordheim, dat ik Elsa alleen in oude adellijke krin gen wil brengen", sprak Haldenstein, voor hijjhem uitnoodigde naar boven te gaan. Victor kon niet nalaten te beweren, dat Nordheim v,oor zijne aardige nicht, al even onverschillig was, als ieder ander. Elsa zat in den tuin en las: „Ik zal bewijzen oprechter te zijn, dan zij, die gevoelens kunnen verbergeja". Ze las dit tooneel gaarne, wijl het haai- steeds herinnerde aan haar aanzoek door Carlo. De jonge baron stond voor zijn groot vader en zocht naar een passend be- Een krachtig middel tot zijn zedelijke en stoffelijke verbetering vindt de land bouwer in de vereeniging. Maar die ver eenigingen moeten Christelijk zijn. Want liberale vereenigingen, die slechts stof felijke belangen nastreven en steupend op het eigenbelang, dit voortdurend aan wakkeren, brengen den bandbouwer niet waar hij zijn moet. Evenmin kunnen Wij de socialistische vereenigingen voor onze boeren aanvaar den, omdat hunne beginselen inzake grondbezit en eigendom indruischen tegen de belangen van den boer en den aard van Idiens bedrijf. Ook geen neutrale vereenigingen, die het terrein vrij laten voor allerlei vreem de elementen. Maar de landbouwers zelf hebben sinds 14 jaar getoond, dat zij van deze vereenigingen niets willen hebben en zijn in meerendeel bij Christelijke ver eenigingen aangesloten. Spr. zou daarom willen betoogen: De landbouwers, gods dienst, huisgezin en eigendomsrecht er kennend als de grondslagen der samejn- leving, behooren zich te vereenigen in Christelijke c. q. Katholieke bonden. Spr. gaat uitvoerig de geschiedenis van den federatieven boerenbond na en bepleit aansluiting van alle landbouwers bij den bond, die door de geestelijke overheid, door het aanstellen van gees telijke adviseurs etc. is gesanctionneerd. Trouwens, al wat de Christelijke vereeni gingen tot nu toe gedaan hebben is op Katholieken grondslag geschied. Toch acht spr. den meest gewenschten bond, de eeaiig door ons op den duur gewenschte vereeniging de zuiver Katholieke. In het algemeen sprekend over vereeni gingen voor de boeren betoogt spr. de groote moeilijkheden, die met de oprich ting gepaard gaan. De beste weg is eerst een algemeenen boerenbond stichten, en de verschillende leden in het algemeen begrippen van vereeiiigingsleven bij te brengen. Voor ons geldt natuurlijk als regel een Christelijke boerenbond. De bond zoeke verder samenwerking met an dere vereenigingen. Voornamelijk met drankbestrijdersvereenigingen, omdat mis bruik van drank hij geboorte-, huwelijks- en begrafenisplechtigneden op het platte land zoo veelvuldig voorkomt. Alle mid delen om kindersterfte tegen te gaan schrijve de boerenbond verder op zijn program. Spr. vestigt vervolgens de aandacht oip belangen van meer stoffelijken aard. Gemeenschappelijken aankoop van kunst meststof, het invoeren van een eenslui dende boekhouding, die regelmatig worde gecontroleerd, achtte spr. noodzakelijk Dan komt de onafhankelijkheid staande en noodzakelijke boerenleenbank, die voor den langst mogelijken tijd, tegen de laagst mogelijke rente de grootst mogelijke ze kerheid geeft. Voorts bepleitte spr. spaar banken vooij hoeren, fokv-ereenigingen, be tere kennis van tuinbouw, zuivelindustrie. Verder het oprichten van een geme-en- schajipelijke boterfabriek, een onderlinge brandverzekering, niet voor een paar dor pen, maar b.V. voor een heele provincie; Verder hagel- en veeverzekeringen enz. Hierna ging spr. over tot het bespreken van de vereenigingen voor de boerenarbei ders. Sprekers meening is, dat boerenarbei ders, die het landbouwbedrijf v,oor eigen rekening uitoefenen en slechts een (deel van hunnen tijd in loojndienst doorbren gen bij landbouvvwerkgevers, zich moe ten rereenigen, met hen in één en den zelfden bond. De boerenarbeiders .echter, die uitslui tend in loondienst werken en daartoe voor hun geheele leven zijn aangewezen, moeten volgens spr. in eigen vereenigijn- gen worden samengebracht. Spr. wenscht daartoe uitsluitend Katholieke vereenigin gen en, is van meening, da,t deze vereeni gingen minder gevaar vopr de boerenpa- troons opleveren dan deze wel denken; dat zij er integendeel veel van te ver wachten hebben. Ten slotte bepleitte spr. vereenigingen voor de boerinnen en hoerenjeugd. De boerin is het, die ojj de hoeve de ge wichtigste rol te vervullen heeft. Ziji gin. Hij had een geheele redevoering be dacht en vond nu geen enkel woord. „Al terug?" vroeg Sidonie hem de hand reikende, die hij eerbiedig kuste. „Waar zijt ge geweest?" Haar stem klonk mat als altijd; er lag ook geen belangstelling naar eenig antwoord in. „We zijn naar Généve geweest en" Victor hield op en keek de oude vrouw strak aan. Ze veranderde plotseling; m haar oogen kwam leven en hare lippen tril den van zenuwachtige opwinding. „Verder!" riep ze gejaagd, „gij vondt haar waar is Gisela?" Krampachtig omklemde ze Victors arml „Niet haar, grootmoeder, maar haar kind, Elsa!" sprak hij zacht, bang dat ze neervallen, misschien sterven zou,. Het tegendeel gebeurde. Hoog richtte Sidonie zich op; hare bleeke trekken wer den lichtrood; haar blik hing aan Vic tors lippen, als wilde ze hem do woor den ontrukken. „Waar is Elsa? Gisela's kind? Vlug, spreek „Hier, grootmoeder, in den tuin", sta melde hij huiten zichzelf. ropral is belast met de opvoeding der kinderen. Daarom worde zij in de vereeni gingen, die wederom uitsluitend Katho liek moeten zijn, opgevoed tot moeder, huishoudster en boerenvrouw. Dit is voor het kroost, het gezin -en den landbouw allernoodzakelijkst. Opvoeding van het kind, zorg voor de huishouding, tuinar- beid, verzorging van vee en hoenders iaat zooveel nog te wenschen over. Als vrouw van den boer moet zij ;na degelijk on derricht te zijn, de landbouwsters ontwik kelen en haar de plichten als echtge- noote, moeder en boerin kunnen bijbren gen. Ook vereenigingen voor de dorpsjeugd bepleitte spr. Die jeugd, die de school Ver laten heeft, is in het algemeen noch op- godsdienstig, noch op maatschappelijk, noch op landbouwkundig gebied voldoende onderlegd, waarom vereenigingen, waarin de noodige kennis wordt bijgebracht en die haar bovendien behoeden voor de geva ren, die ze vooral Zondags bedreigen, volgens spr. onmisbaar zijn. In de les over socialen arbeid vtoor en door vrouwen, welke Woensdagavond werd gegeven, door den pater Franciskaan Liglenberg, waren eeni ge vooraanstaande figuren in de vrouwen beweging tegenwoordig, n.l. Mevrouw Drucker en Mevrouw Haver. Wie vallen onder de ziekteverzekering 7 De thans ingediende ziekteverzekering is het derde ontwerp van dien aard. Wel een bewijs, dat de sociale wetgeving in ons land elders is het intusschen niet veel beter met langzamen tred voort schrijdt. Nu kan huig en breed gediscussieerd worden over de vraag, w-elke verzekering het noodzakelijkst is, en of. men geen uit technisch oogpunt mooier stuk werk zo-u verkrijgen, indien men de geheel® verzekeringsmaterie tegelijk behandelde. Uit practisch oogpunt is het intusschen het beste ,dat men op afbetaling alvast aanvaardt wat voor afdoening gereed is. D-e ziekteverzekering ligt er. Haa.t men ze nu, na, den voor overweging ©n be studeering noodzakelijken tijd, zoo spoedig mogelijk in behandeling nemen. En laten wij hopen, dat middelerwijl de regeering de laatste hand legt aan de verzekering tegen invaliditeit en ouder dom, opdat ook deze nog in de huidige vierjarige jieriode haar beslag krijge. Wie valt onder de ziekteverzekering, ïn. a. w. wie zal premie hebben te betalen en bij ziekte ziekengeld ontvangen? Als regel de vaste arbeiders, die in een onderneming werkzaam zijn en peln loon verdienen, dat zekere grenzen niet te boven gaa,t. Dus niet alle arbeiders zullen verze kerd worden tegen de gevolgen van ziekte. Niet de losse arbeiders, niet degenen -dus, die vandaag bij dezen, morgen bij genen patroon werkzaam zijn. En als los arbeiders wordt voor de ziekteverzekering beschouwd hij, die korten dan vier «la gen in dezeltde dienstbetrekkingis. Met dezen verstande, dat met -een ar- beidsoverkomst van vier dagen worden ge lijkgesteld vier arbeidsovereenkomsten van één dag. Een boerenarbeider, die vier dagen in de week hij één landbouwer werkt, valt onder de ziekteverzekering. Maar ook de arbeiders, die bij vier landbouwers ach tereenvolgens één dag werkzaam is. De tweede beperking wordt aangebracht door de bijvoeging „in dienst bij een on derneming." De onderneming kan groot of kl-ein zijn, ze kan honderden arbeiders of één ar beider bezig houden, haar karakter wordt aangeduid door het criterium winst beha len. Arbeiders in persoonlijken dienst de mannelijke ien vrouwelijke dienstboden, <»k tuinknechts, koetsiers, enz. van ,par- tiulieren vallen dus niet o-nder ;de verplichting der wet. De derde grens wordt aangewezen door het loon, zoodat uitgezonderd worden de genen, wier geldelijke omstandigheden van dien aard zijn, dat zij maatschappelijk niet behooren tot den stand Vian p-erso- Zonder een woord, een schreeuw liep de barones naar de deur, rukte ze open, vloog de trap af, de vestibule door eu den tuin in. Haldenstein, die in d-e veranda stond, vertrouwde zijne oogen niet, toen hij ze door de paden zag loopen en om Elsa hoorde roepen. Was dat die zachte, toonlooze stem zijner vrouw, die zoo luid, zoo vroolijk klonk? Licht als eene nimf kwam Elsa op- h-et geroep uit de schaduwrijke paden; Si- donies armen omstrengelden haar en zij sprak in liefkozende en innige bewoor dingen tot Gisela's kind. „Ja, ge behoort haar, go behoort ons; ge zijt haar evenbeeld, maar uw oog is de zon, ge komt als haar straal en met u het geluk!" jubelde Sidonie. De vreugde maakte haar jeugdig en schoon gelijk ze vroeger was; Elsa moest zich goed bezinnen om te begrijpen, dat deze vrouw wezenlijk hare grootmoeder zijn kon, die men haar als zwak en hulp behoevend had afgeschilderd. Wantrouwend keek z-e naar Haldenstein en Victor, die haar gevolgd waren. Haldenstein begreep die stomme vraag. nen, vooi; wie de ziekteverzekering in het leven wordt geroepen. Deze grens kon natuurlijk niet (do-or één vast cijfer worden aangegeven: vopr -de kleinste plaats-en is zij op f 2.50, voor de grootste op f 5 per dag bepaald. Wie meer verdient ,dan een 15 tot 30 gulden in de week valt buiten de ziekt-everzeke- ring._ Waar het inkomen van den arbeider zekere grens overschrijdt is er geen reden meer om den Staat en den werkgever in de kosten dier verzekering te laten bijdragen. iets willekeurigs hebbeu deze cijfers, als allé cijfers, maar men 'kan niet zeggen dat zij te benepen genomen zijn. Anders wordt het, als men niet de volstrekte, maaf de betrekkelijke waarde van het loonbedrag neemt, m. a. w. als men let op het verschil of zeker loon verdiend wordt door een vrijgezel, door een huisvader met een klein gezin of een met ©en groot gezin. Het is natuur lijk volstrekt niet hetzelfde of een onge huwde -een weekloon vau f 15 verdient, of een man met vrouw en (acht kinderen. De zaak zou wel ingewikkelder wor den, indien men bij de vaststelling dei- loonschaal met dezen factor ging reke- ning honden, maar onbillijk ware het stel lig niet, en wellicht vindt de minister aanleiding om de kwestie van dezen kant nog eens te bezien. Nu zijn er arbeiders, die in hun dienst betrekking minder verdienen dan het dag loon, hetwelk van de ziekteverzekering uitsluit, doch nog uit anderen hoofde in komsten hebben, b-.v. door h-et drijven van -een, winkel, h-et houden van een her berg, het bezit van een grooter of klei ner kapitaaltje. Daarom vallen, afgezien van hun dag loon, ook huiten de wet zij die in tie vermogensbelasting zijn aangeslagen of in de bedrijfsbelasting tot een bedrag dat naargelang van Üe aanzienlijkheid der ge meente waar zij won-en ligt tusschen f 2.75 en f 14.aangeslagen die beantwoorden aan een daginkomen van f2.50 ein f5. Behalve de arbeiders die niet in een onderneming werkzaam zijn, wier dienst betrekking van te korten duur is of wier loon zekere grenzen te boven gaat, zijn nog eenige andere categorieën van de ziekteverzekering uitgesloten. Een zeer talrijke categorie is die der arbeiders in dienst van een publiekrechte lijk lichaam, wier dienstbetrekking: van anderen aaxd is dan die van arbeiders in dienst van bijzondere werkgevers. De overige uitsluiting-en betreffen de. schepelingen voor de zeevaart, de -mili ciens die pnder de wapenen zijn, zij die -door deze wet als werkgever worden be schouwd, (b.v. directeuren van nuainlooae vennootschajjpen) en handelsreizigers fn dienst bij buiten 's lands gevestigde on dernemingen. (Huisg.) VISSCH ERIJ. Er do-et zich op sommige mosselper- ceeien in de Ooster-Schelde enz,, het verschijnsel voor dat de mossels weder beginnen te melken, d. i. zaad te ldozen, wat ongetwijfeld vreemd is, o-mdat dit melken reeds in het voo-rjaar geschiedt. Op de qualit-eit blijft dit ook niet z,onder. invloed, daar «ie visch dan in veel on gunstiger conditie Jto-mt. Waaraan h-et ver schijnsel z,ou joe te schrijven zijn, kon ons niet medegedeeld worden; wel dat de zaadval van mosselbroed in de Zeeuw sche Stroomen, die jaar qp jaar aanlei ding geeft tot klachten ov-er zeer geringe voorraden zaad ,op de banken, wordt geïn fluenceerd door de enoirm© aanvoeren van zaad, halfwas- en consumptiemosselen uit de Zuiderzee, waardoor in den lqap der. tijden natuurlijk kruisingsproducten zijd ontstaan. En onder alle omstandigheden blijft steeds waar, dat -do ervaring van de mosselkweekers is, dat de groote mos sels, opgekweekt van z,aad van de Zuider zee aangevoerd, van minder qualiteit zijn dan die van' zuiver Zeeuwseh zaad. Merk waardig is het tevens, dat au reeds ©en reeks van jaren, soms meer, so-ms minder, het zaad, ook wanneer hot niet aan zaad- „Giji brengt leven en doet wonderen", sprak hij, oji die beiden toetredend, die elkander vasthielden, als wilden ze nooit scheiden. Elsa's hart klopte onstuimig. Eindelijk dacht de barones ook aan de anderen. Ze reikte den gade de hand. „Ik dank u, Joachim, gij bracht mij ons kind", sprak ze innig. „Gisela's kind, ons kind!" „En Pietro Carrero's dochter", vi-el El sa ernstig in. De barones 'leidde haar naar de groote salon, die ze sedert jaren niet betreden had. Ze zetten zich hand in hand op de sola neer. „Vertel van u en uwe ouders", vroeg Sidonie. Haldenstein verschrok, maar hij kon Elsa niet waarschuwen, llustig moest hij blijven en het komende afwachten. Eenvoudig, het verschrikkelijke ver zachtend, dat men haar zelf gespaard had, verhaalde ze de spoorwegramp en den dood barer ouders. Het waren milde tranen die Sidonie daarbij: weende, hare ziel werd er door verlicht, haar bewustzijn eu geestesleven keerden terug. (Wordt vervolgcL

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 5