No. 88. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Donderdag 28 Juli 1910.
BUITENLAND.
BINNENLAND
FEUILLETON.
EL S A
GEMENGD NÊEÜWS»
ENGELAND.
D r. C r i p p p e n. Te Chicago is een
man aangehouden, in wien men den door
de Londensche politie gezochten dr. Crip-
pen gevonden meent te hebben.
Anderen zeggen, dat hij op een stoom
boot „de Montrose" door den kapitein
herkend en gearresteerd is.
Dit wordt echter door de politie tegen
gesproken.
DENEMARKEN.
De vrouw op de commandobrug.
Een blondine trekt u kiezen, een kastanje
bruine scheert u, een gitzwarte treedt op
als uw advocaat, een roodlokkige voelt uw
pols.... zoo langzamerhand is er geen
enkel uitsluitend mannelijk beroep meer,
dank zij de energie, die de vrouwenbewe
ging in tal van jonkvrouwelijke zieltjes
krachtig maakt. Heeft Amerika reeds een
burgemeesteresse, Europa kreeg dezer dagen
zijn eerste vrouwelijke kapitein. Frau
Agnete von Baudity legde onlangs voor
de marine-overheid te Kopenhagen, met
lof het examen af, en verkreeg van de
Deensche regeering het recht, een post
boot in het Isef jord te „beheeren". Daar
staat de dappere Deensche dus thans, met
een coquette kapiteinspet op het asehblonde
haar, op de brug en toetert haar bevelen
door de commandobuis 1
AMERIKA.
De boschbrand in Canada.
Men meldt uit Winnepeg in Canada, dat
door de in het Kootenay-district uitgebro
ken boschbranden voor 12 millioen gulden
aan timmerhout is verbrand.
Twaalf zaagmolens en 12 houten spoor
wegbruggen verbrandden. Het vuur brandt
nu gedurende een week. "Velen verloren
alles, hun have en goed.
De pachters schatten hun dagelijksch
verlies op 250,000 gulden.
RUSLAND
300-jarige regeering der Ro
manoffs. Men gaat in Rusland de drie-
honderd-jarige regeering van het huis
Romanoff vieren,
Dan zal een groote amnestie verleend
worden. Geheele categorieën van veroor
deelden zullen niet alleen kwijtschelding
van hun straf krijgen, maar ook in hun
rechten hersteld worden.
Hierbij behooren alle personen, die door
politieke processen veroordeeld zijn, maar
niet die voor terroristische daden of voor
gewapend optreden, hun straf ondergaan
ook hooren hierbij alle pers-veroordeelingen.
De voor terroristische daden veroordeelden
krijgen vermindering van straf, maar geen
herstelling hunner rechten.
Ook moordenaars, dieven etc. worden
onder de amnestie gerekend.
Voor politieke onlusten veroordeelden
zullen ook genade krijgen.
Van de Russische boeren zullen minder
belastingen gegeven worden.
Zelfs voor de intendanten zal de genade
zon schijnen. Ook voor die, betrokken in
de administratieve procéssen, onafhankelijk
hiervan spreekt men in regeeringskringen
in den laatsten tijd van begenadiging van
den politiechef Lopcechine, die door de Asefi-
affaire door Stolypin ten val is gebracht.
SPANJE.
De aanslag op Maura. Velgens
bericht uit Barcelona heeft Roca, de man
die op Maura, den gewezen eersten mi
nister van Spanje, heeft geschoten, gezegd,
dat hij uit eigen aandrift had gehandeld,
geen medeplichtige had en geen lid van
een geheim genootschap is. Onder het
verhoor trachtte Roca zelfmoord te plegen,
door zich met een schaar, die op de tafel
van den rechter van instructie lag, in de
keel te steken.
De vader en broeder van Roca zijn weer
vrijgelaten.
Het pistool, waaruit Roca geschoten
heeft, blijkt een oud en ondeugdelijk schiet
wapen te wezen.
NOORWEGEN.
Noorwegens verdediging. Het
Storthing heeft met negentig tegen dertig
stemmen het regeeringsvoorstel betreffende
het toestaan van een buitengewoon crediet
van vier millioen kronen voor de verde
diging des lands aangenomen.
ITALIË.
Een zonderling plan. Uit Rome
wordt aan het „Journal des Débats" ge
meld, dat een groep rijke Protestanten uit
Duitschland enZwitserland het paleis gekocht
heeft tegenover de groote basiliek van
St. Pieter en dat den geheelen Oostelijken
kant van het plein voor de basiliek beslaat.
Men zegt, dat de koopers van plan zijn»
het paleis af te breken en er een groote
Protestantsche kerk voor in de plaats te
doen bouwen.
"Wanneer het bericht inderdaad waar
heid bevat, dan heeft men in dat plan
toch waarlijk niet een uiting van echten,
diepen geloofszin te zien, maar wel een
treurige uiting van rivaliteit. Want voor
Protestanten heeft het geen enkelen zin
daar te Rome een groote kerk te hebben,
die totaal nutteloos is voor de geestelijke
behoeften van de kleine Protestantsche
gemeente in Italië's hoofdstad. Men wil
dus blijkbaar die kerk een soort van
steenen betooging en manifestatie doen
zijn tegenover de groote basiliek, waar de
harteklop van ons Katholiek leven tikt. Is
dat zoo, dan maken de Protestanten, die
daartoe het plan gemaakt hebben, zich
zelf wel het meest belachelijk
Statenverkiezing district IV te Amsterdam.
De Maandag gehouden herstemming voor
een lid van de provinciale staten (vacature
mr. J. C. de Vries) had den volgenden
uitslagaantal kiezers 4487uitgebracht
2837 geldige stemmen. Hiervan verkregen
de heeren: H. Barnstein fvrijz. dem.) 1493
stemmen, en mr. W. baron Röell (lib.)
1344 stemmen, zoodat gekozen is de heer
H. Barnstein.
Bij eerste stemming waren uitgebracht
2282 stemmen, waarvan verkregenH.
Barnstein (v. d.) 630Z. Gulden (S. D. A. P.)
540 en mr. W. baron Röell (lib.) 1112
stemmen.
De ministers van buitenlandsche zaken,
van marine en van oorlog zullen het
grootst gedeelte van Augustus met verlof
buiten de residentie vertoeven.
Minister Heemskerk.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
de heer Heemskerk, heeft zich met verlof
naar Zwitserland begeven.
De Minister van Waterstaat.
De minister van Waterstaat, mr. Regout,
is met buitenlandsch verlof vertrokken. Hij
maakt o.a. een zeereis naar Genua.
„De Halve Maen".
Naar wij vernemen, is de door Nederland
bij gelegenheid van de Hudson-Pulton-
feesten aan de New-Yorksche feestcom
missie ten geschenke aangeboden repro
ductie van „De Halve Maen" thans over
gedragen aan de „Hudson River and
Palisades Commission", gevormd door den
staat New-York, in verbinding met eene
commissie, gevormd In den staat New
Jersey. Deze commissie oefent het toezicht
er over uit en heeft de beschikking over
ruime fondsen, tot het onderhoud van een
strook land aan den Westelijken oever van
de Hodson-rivier en zich uitstrekkende tot
Bear Mountain, ter lengte van ongeveer
40 mijlen.
Het scheepje zal ergens aan die strook
land, vermoedelijk bij Bear Mountain,
gemeerd worden.
19).
Nordheim keek treurig. „Hoe gaarne
zou ik het doen, maar er ontbreekt me
iets, waartegen ik tevergeefs strijd; iets,
dat me hindert om Beethoven zóo weer te
geven, als ik hem voel en zoaals hij ge
speeld moet worden om niet pijnlijk "in
plaats van verrukkend te stemmen".
De ritmeester was een man van fijne
beschaving gebleven. Hij nam geen ver
ontschuldiging aan, wat erkenning zo-u
beteekenen van Nordheims muzikale te
kortkoming. Hij wees hem erop, dat de
toekomst en groote liefde, dat veranderen
zou en sloeg dan de maat voor de mar-
schen, die het concert besloten.
Hem dankende gewaagde Udo ervan,
ijpt 't buiten spel van Gisela hem geen
ander z,oo verheugd had, als het z,oioeven
geffoorde en hij1 verzocht Nordheim ook
naar Victors vertrek te komen.
„Wie was toch Gisela?" vroeg hij, toen
hij met Victor de gang doorging. „Leeft
ze hier, of was ze de jonge dame die
Hij hield op. Victor opende de deur,
die toegang verleende tot de kamer der
ouden barons. „Ga binnen, grootvader is
nog niet terug; ik zal u Gisela toonen,
die haar liefde volgde."
Erich Nordheim stond voor het por
tret, dat haar jeugdige schoonheid bewaar
de. Hij hoorde Victors woorden niet, die
hem vertelde, dat haar lot droevig was
en de familie kommer bezorgde.
Als betooverd bleef Erich stokstijf staan
voor het schoonste, wa,t hij op aarde tot
nu toe gezien had. Hij was bleek geworden,
met wijd geopende oogen blikte hij1 op
waarts.
„Waar, waar is ze?" stamelde hij ein
delijk, terwijl zijne trekken dieper ont
roering en swartelijken ernst teekenden.
„Ze zou eene oude vrouw zijn, als ze
nog leefde," antwoordde Victor.
Nordheim sloeg er geen acht op. „Zij;
is, wat ik in mijne droomen aanschouwde.
Wakend en slapend, zoo dikwijls! zag
ik haar!
„De bg-ron komt," zei angstig een be
diende, die wist, dat zijn heer niet gaarne
had„ dat gedurende zijne afwezigheid
iemand in zijne kamer kwam.
Door eene andere deur trok Victor den
Heden en morgen wordt te Utrecht de
jaarvergadering gehouden van de broeder
schap van Notarissen in Nederland onder
voorzitterschap van den heer Ch. Misero.
De broederschap verzond tijdens de
openingsvergadering een telegram van hulde
aan het Koninklijk Huis.
Het drama te Lochem.
Men meldt uit 's Gravenhage
De aan zee aangespoelde jongeman heet
Marcus Bachrach. Hij is doctorandus in
de rechten; laatstelijk was hij te Amsterdam
werkzaam op een effectenkantoor. Deze
hem niet voegende betrekking verloor hij.
Verleden week kwam hij te Lochem waar
hij zich in zijn ouders huis onder behan
deling stelde omdat hij zich onwel in het
hoofd gevoelde Zondagochtend sneed hij
zijn ouders met een mes de keel af waarop
hij naar den Haag ging, daar eenigen tijd
rondliep en een brief postte aan zijn
broeder bevattende de mededeeling, dat
hij zijn ouders vermoord had en zelfmoord
wilde plegen en zijn broeder aanried het
zelfde te doen. Hetzelfde schreef hij aan
den burgemeester van Lochem, die den
brief echter eerst Maandagochtend ontving.
Zondagochtend tusschen 8 en 9 (niet
Maandagochtend) poogde Bachrach zich te
verdrinken. De broeder had inmiddels de
politie kennis gegeven van den voorge
nomen zelfmoord, niet van de vermoording
omdat hij daaraan niet geloofde. In zijn
tegenwoordigheid herhaalde zijn broeder,
in het gemeenteziekenhuis opgenomen, zijn
verklaring omtrent het gruwelijk feit even
als aan de politie, maar blijkbaar in ver
warde geestesstemming.
Nader meldt men ons nog
Bachrach heeft zijn opleiding genoten
aan het Ned. Isr. seminarium, alwaar hij
zich een bijzonder intelligent leerling
toonde, zoodat hij zoodra de gelegenheid
zich voordeed, zich de voordeelen wist te
verwerven verbonden aan een aan dit
instituut verbonden legaat, hetwelk hem
in staat stelde in het buitenland op onbe
krompen wijze zijne studiën te kunnen
voortzetten Hij vestigde zich in Hongarije
en legde zich met een waanzinnigen ijver
op de studie toe welke hem den hoogsten
graad in de Joodsche godgeleerdheid, de
z g n. Moré zou moeten verschaffen. Hij
werkte dag en nacht, en werd, hetgeen
zijn vrienden voorzagen, plotseling zeer
ernstig krank Hierop werd Bachrach naar
"Weenen vervoerd, alwaar hij geruimen
tijd tot herstel zijner geschokte gezondheid
verpleegd werd.
Hierna wiide hij niet meer studeeren,
althans niet meer voor het door hem be
oogde doel omdat het hem gedurende zijn
verblijf in de Weensche kliniek gebleken
was dat hij teveel van zijn geestvermogens
gevergd had.
Het schijnt dat dit verblijf in Hongarije
van blijvenden krenkenden invloed op een
deel der geestvermogens van Bachrach is
geweest.
Te Amsterdam teruggekeerd legde hij het
staatsexamen af na ook nog het examen
voor de hulp-akte en later voor hoofd
onderwijzer met succes te hebben door
staan. Daar trachtte hij door lesgeven in
zijn onderhoud en in een deel van het
onderhoud zijner ouders te voorzien. Hij
kenmerkte zich echter als zeer zenuw
achtig te zijn en blijk te geven van over
spanning Toen hij de eerste maal mede
tengevolge van deze overspanning voor
een examen niet slaagde, moest hij weder
om tengevolge hiervan herstel zijner ge
zondheid te Lochem zoeken. Bachrach
leefde zeer teruggetrokken en het schijnt
dat hij met moeite in zijn onderhoud kon
voorzien. Niet lang geleden trachtte hij
nog een betrekkiug als godsdienstleeraar
in de gevangenis te krijgen, doch ook deze
hoop werd niet verwezenlijkt Wellicht
heeft dit den jongen man mede in de war
gestuurd.
Nader meldt men:
ItMaandagmiddag heeft te Lochem de
schouwing van de lijken van het echtpaar
B dat door hun zoon vermoord is, plaats
gehad. Daarbij is gebleken dat den slacht-
verstr.ooiden Nordheim met zich, juist
toen de baron binnentrad.
Op zijn kamer "vertelde hij dan in den
"breede, wat. hiji zelve eerst sedert gis
ter wist. „Ze heeft een dochter!" riep
Erich, die eindelijk begreep, dat sedert
Elsa's jeugd lange jaren waren vervlogen.
„Gelijkt ze op haar?"
Victor lachte. „De gravin moet vroe
ger gezegd hebben, dat ze Gisela in 't
klein was; nu zal ze ongeveer achttien
jaar oud zijn, als ze nog leeft".
„Ze leeft, ze moet leven!" riep Nord
heim woest, „mijne ziel zegt het one".
Victor meende eerst aan aanvallen van
zenuwoverspanning te moeten gelooven
bij' Nordheim, maar nu vond hij' hem
uiterst aantrekkelijk. De hem koud en
koel schijnende man geraakte in geest
drift.
De oude dienstbode der barones ver
scheen, en vroeg, wie er zooi schoon ge
speeld had.
„Een vriend van mij", antwoordde Vic
tor.
Toen Catharina weg was, verontschul
digde hij zich, wijl hij zoo spoedig eene
nieuwe kennismaking voor vriendschap
had uitgegeven.
i f*I !;F
offers niet de hals is afgesneden, maar
dat zij met een scherp voorwerp zijn
doodgestoken; de man had een groot aantal
wonden aan boofd en hals.
De dader was heden niet meer zoo
hevig overspannen, maar beseft blijkbaar
volstrekt niet den omvang van zijn daad.
Met het oog op de komst der familie
leden is de teraardebestelling der slacht
offers tot gisterenmiddag 5 uur uitgesteld.
De dader wordt, zoodra zijn toestand zulks
mogelijk maakt, naar Zutfen vervoerd.
Een meisje te Arnhem vermist.
Dinsdagmorgen is Theodora Kraak, een
meisje van 13 jaar to Oosterbeek wonende
spoorloos verdwenen.
Sedert het vorige jaar Augustas bezocht
Theodora dagelijkeeh de naaischool aan den
Zwarten weg te Arnhem, 's Morgens voor
achten ging zij er heen wandelen in gezel
schap van eenige vriendinnetjes, tegen hall
een kwam zij thuis koffiedrinken, althans
wanneer ze niet te voren meedeelde, dat ze
in Arnhem bleef, om b.v. eens naar de
Markt te gaan. Maar dat vertelde ze haar
moeder steeds te voren, opdat zij brood
mee naar school kon nemen.
Dinsdagmorgen voor acht uur is Dora
als naar gewoonte op weg gegaan naar
school, vergezeld door een vriendinnetje.
Maar op school is zij niet geweest. Een
slagersknecht heeft beide meisjes dien
morgen op weg gezien. Bij den Haspel is
Dora den weg onderlangs ingeslagen, ter
wijl haar vriendinnetje recht doorliep naar
schooi. Waar Dora Ouderlangs geweest is,
werd niet opgehelderd, maar wel hebben
twee personen haar na acht uur weder op
den terugweg naar Oosterbeek ontmoet.
In de eerste plaats de slager, die van bood
schappen in de stad terugkwam ea iu de
tweede plaats een man met een pak kranten.
Laatstgenoemde zag, dat het meisje huilde
en vroeg wat er aan scheelde. Zij ant
woordde niets dan weg, weg! In het
huisgezin van Kraak heersehte, toen Dora
's middags niet naar gewoonte thuis kwam,
en men hoorde, dat zij niet op school was
geweest, groote ontsteltenis De Burge
meester liet nasporingeu doen doch te
vergeefs. Woensdagmorgen om 4 uur trok
men er met een politiehond op uit, na te
voren een paar kousen van het verdwenen
meisje te hebben meegenomen; wel liep
de hond tot bij Onderlangs te snuffelen,
maar daarop scheen hij het spoor bijster.
Het meisje was eea vroolijk opgewekt
kind, vrijmoedig van aard. Er bestond
tusschen haar en een vriendinnetje sinds
8 dagen een verwijdering om een nietig
heid. De kinderen, zoo vertelde ons de
moeder, hadden eens gespeeld en toen had
Dora zich laten ontvallen dat zij haar
vriendinnetje „vervelend" vond. Dit heeft
bij het vriendinnetje tot een koelere hou
ding aanleiding gegeven, zoodat zij niet
meer, zooals gewoonlijk, zich bij Dora en
een ander meisje aansloot op weg naar
de naaischool.
De moeder heeft die kleine ruzie gela
ten voor hetgeen zij was, een nietigheid.
Doch in werkelijkheid schijnt Dora zich
die verwijdering te hebben aangetrokken.
In de laatste 8 dagen toch was zij, anders
de vroolijkheid zelve, stil en teruggetrok
ken en wat zenuwachtig. Toen zij verle
den Zaterdag bij de firma Hoelen te Arn
hem een hoeveelheid tabak moest koopen
voor den winkel, was zij stil. Ook den
Vrijdag te voren was ze teruggetrokken
geweest. Een schoonzuster van mej. Kraak
had Dora dien dag aan het station gesproken
en omdat het kind zoo stil was, gezegd
wat ben je stil, waar denk je toch over?
Dora was, zooals gezegd, een aardig, vrij
moedig msisje, daarbij was ze wat men
noemt aanhalig. Wanneer er een fietsrijder
voorbij kwam dan had Dora dikwijls de
aardigheid om te vragenmag ik mee rijden
en dan meteen achter op het rijwiel te
springen.
Aan haar moeder heeft ze eens verteld,
dat een Duitscher haar eens chocolade
had gegeven. Wie die Duitscher was, is
een raadsel, niemand zag hem, doch Dora
Juist verzekerde Nordheim, dat het zijln
streven zon zij'n om het woord waar te
maken, toen de dienstmaagd weer bin
nentrad.
Ditmaal kwam ze verzoeken, of de heer
ook niet bij de barones wilde komen
spelen.
„Met het grootste genoegen". Victor
bracht Nordheim naar boven.
Sidonie von Haklenstein was nog eene
knappe pude vrouw. Ze had dik, sneeuw
wit haar en eogen, die in haar voortduren-
den rouw vriendelijk en zacht blikten.
Erich werd er door aangetrokken. Gele
ken ze vroeger op- die ernstige blauwe
oogen van hot portret?
Die hem hier ontving, was de moeder
van het ideaal, dat zijn© verbeelding hem
vaag had geschapen en dat hij heden
zoo onverwachts, zoo overweldigend had
gezien.
Erich Nordheim verbeeldde zich door
de wereld een scepticus te zijn geworden.
Heden kwam hij tot de kennis, dat roman
tiek, gevoel, verlangen naar het onbereik
bare hem had beheerscht en dat daarom
Be wereld hem zoo- verachtelijk scheen.
De barones gaf liederen door Liszt be
werkt; deze speelde hij met groote vaar-
moet hem hebben geschetst als een gewoon
man, in tegenstelling dan van een deftig
heer. Ook had Dora van dien man wel eens
eenten gekregen.
Dora was door haar moeder dikwijls ge
waarschuwd om nist zoo erg toeschietelijk
tegenover vreemden te zijn.
Aangehouden is thans een Duitscher, die
zeer tegenstrijdige verklaringen gaf.
De „Arnh. Crt." meldt over de arrestatie
o. m.
Bij het verhoor gaf de Duitscher met de
waarheid in strijd zijnde verklaringen.
Zoo verklaart hij o. a. dat hij die meisjes
kende, doordat zij meermalen met zijn
kinderen speelden Het vriendinnetjes des
gevraagd, zegt nimmer kinderen bij dien
heer gezien te hebben en zeer zeker niet
met hun gespeeld te hebben.
Ook verklaarde de Duitscher, dat hij wel
eens gezien had, dat de kinderen in den
Rijn gingen baden. Ook dit wordt door
het vriendinnetje ten stelligste ontkent.
De Duitscher blijft voorloopig aan het
bureau in bewaring, terwijl de gemeente
politie. in vereeniging met den rijksveld
wachter Vynck, uit Oosterbeek, haar
onderzoek voortzet.
De „Arnh. Ort verdiept zich in gissingen,
wat met het kind gebeurd kan zijn, en
schrijft o. a.
Of hier aan misdaad moet gedacht worden
Men weet het niet.
Theodora was geenszins een nerveus kind,
integendeel, zij was vrij in haar optreden
en spreken. Voor haar 13-jarigen leeftijd
was geesteljjk goed ontwikkeld.
Daar men nog een oogenblik dacht, dat
het kind soms op weg kon zijn gegaan
naar familie die te Zutphen woonde, heeft
men ooS in Velp, Rheden, Steeg, enz.
gezocht, doch ook daar zonder resultaat.
De mogelijkheid zou nog kunnen bestaan,
dat het kind op den terugweg, een wande
ling heeft gemaakt, en misschien achter
den Brinkschen berg de bosschen is inge-
dwaald naar de richting van den Amster-
damschen weg en de heide. Mocht zij daar
verdwaald zijn, en bij heidebewoners opge
nomen, dan is het zeer goed mogelijk, dat
zij daar nog zou kunnen vertoeven, zonder
dat men weet, wat er omtrent haar ver
dwijning gaande is.
Moet er aan misdaad gedacht worden,
ook dan is het niet wel aan te nemen, dat
deze op een morgen zou hebben plaats
gehad op den Utreehtschen weg of Onder-
langs, waar steeds druk verkeer is. Ook
dan kan men vrij zeker aannemen, dat de
dader eerder het kind zal meegenomen
hebben in de bosschen van Mariëndaal, of
verderop naar den Amsterdamschen weg.
Naar wij vernemen, zal ook in die rich
tingen thans een onderzoek worden inge
steld.
De „Arnh. Ort." zegt, dat de Duitscher,
die het meisje wel eens chocolade gaf, zijn
alibi heeft kunnen bewijzen en dat het
gerucht, als zouden twee Duitschers gear
resteerd zijn, ten stelligste wordt tegen
gesproken.
B e e c h a m's Oracles en de Ne
derlandse he Douane.
Naar men ons van welingelichte zijde
meldt, zal misschien deze zoo- aardige
en algemeen bekende reclame niet meer
verkrijgbaar zijn. De Douane-ambtenaren
■aan den Hoek van Holland leggen zooveel
moeilijkheden in den weg, dat de toezen
ding uit Engeland en dientengevolge de
gratis uitreiking van de bekende „brand-
prentjes" vermoedelijk gestaakt zal wor
den.
Treffend. Men bericht uit Den
Haag
Alhier is plotseling overleden mevrouw
Gauthier Villars, eohtgeuoote vau den te
Parijs zeer bekenden uitgever. Zij bevond
zich sedert Woensdag op een kort bezoek
aan deze stad met haren echtgenoot, die
het Uitgevers-Congres te Amsterdam had
bijgewoond. Het stoffelijk overschot is Don
derdagochtend per Hollandsche spaar naar
Parijs vervoerd. De Fransche gezant, de
heer Marciellin Pellet, en de Fransche con
sul alhier, de heer Petitpied, deden het
stoffelijk hulsel uitgeleide.
digheid en meeslepend gevoel; ze luis
terde met tranen in de oogen.
Dan phantaseerde hij'. Wat hijt dien dag
doorleefd had klonk in zijn phantasieën.
De barones scheen hem te begrijpen; ze
vroeg hem meermalen haar leven te ko
men opvroolijkcn gelijk vandaag.
Victor begeleidde zijn gast een eind
weegs. Zij wandelden door de lanen der
Diergaarde en Erich begon dadelijk weer
naar het portret, van Gisela. en Elsa te
vragen.
Victor greep zijn arm. „Beste, waarde
dokter! het schijnt waarachtig, dat ge op
dat portret verliefd zijt".
„Ik wil dat geheim navorschen", mom
pelde hij in zich' zelf. Victor schudde het
hoofd.
Als Amor zulke grillen teweeg bracht,
dan wou hij hem met Kracht afweren.
„Binnen enkele dagen kwam een ant
woord uit Haldenburg. De directeur
schreef, dat het hem, na rijp beraad zeer
aangenaam zou zijn om den voor zijn
kracht en jaren te zwaren post met 1 juli
te kunnen overgeven.
i ii '1
(Wordt vervolgd.)