No. 88. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Donderdag 28 Juli 1910. BUITENLAND. BINNENLAND FEUILLETON. EL S A GEMENGD NÊEÜWS» ENGELAND. D r. C r i p p p e n. Te Chicago is een man aangehouden, in wien men den door de Londensche politie gezochten dr. Crip- pen gevonden meent te hebben. Anderen zeggen, dat hij op een stoom boot „de Montrose" door den kapitein herkend en gearresteerd is. Dit wordt echter door de politie tegen gesproken. DENEMARKEN. De vrouw op de commandobrug. Een blondine trekt u kiezen, een kastanje bruine scheert u, een gitzwarte treedt op als uw advocaat, een roodlokkige voelt uw pols.... zoo langzamerhand is er geen enkel uitsluitend mannelijk beroep meer, dank zij de energie, die de vrouwenbewe ging in tal van jonkvrouwelijke zieltjes krachtig maakt. Heeft Amerika reeds een burgemeesteresse, Europa kreeg dezer dagen zijn eerste vrouwelijke kapitein. Frau Agnete von Baudity legde onlangs voor de marine-overheid te Kopenhagen, met lof het examen af, en verkreeg van de Deensche regeering het recht, een post boot in het Isef jord te „beheeren". Daar staat de dappere Deensche dus thans, met een coquette kapiteinspet op het asehblonde haar, op de brug en toetert haar bevelen door de commandobuis 1 AMERIKA. De boschbrand in Canada. Men meldt uit Winnepeg in Canada, dat door de in het Kootenay-district uitgebro ken boschbranden voor 12 millioen gulden aan timmerhout is verbrand. Twaalf zaagmolens en 12 houten spoor wegbruggen verbrandden. Het vuur brandt nu gedurende een week. "Velen verloren alles, hun have en goed. De pachters schatten hun dagelijksch verlies op 250,000 gulden. RUSLAND 300-jarige regeering der Ro manoffs. Men gaat in Rusland de drie- honderd-jarige regeering van het huis Romanoff vieren, Dan zal een groote amnestie verleend worden. Geheele categorieën van veroor deelden zullen niet alleen kwijtschelding van hun straf krijgen, maar ook in hun rechten hersteld worden. Hierbij behooren alle personen, die door politieke processen veroordeeld zijn, maar niet die voor terroristische daden of voor gewapend optreden, hun straf ondergaan ook hooren hierbij alle pers-veroordeelingen. De voor terroristische daden veroordeelden krijgen vermindering van straf, maar geen herstelling hunner rechten. Ook moordenaars, dieven etc. worden onder de amnestie gerekend. Voor politieke onlusten veroordeelden zullen ook genade krijgen. Van de Russische boeren zullen minder belastingen gegeven worden. Zelfs voor de intendanten zal de genade zon schijnen. Ook voor die, betrokken in de administratieve procéssen, onafhankelijk hiervan spreekt men in regeeringskringen in den laatsten tijd van begenadiging van den politiechef Lopcechine, die door de Asefi- affaire door Stolypin ten val is gebracht. SPANJE. De aanslag op Maura. Velgens bericht uit Barcelona heeft Roca, de man die op Maura, den gewezen eersten mi nister van Spanje, heeft geschoten, gezegd, dat hij uit eigen aandrift had gehandeld, geen medeplichtige had en geen lid van een geheim genootschap is. Onder het verhoor trachtte Roca zelfmoord te plegen, door zich met een schaar, die op de tafel van den rechter van instructie lag, in de keel te steken. De vader en broeder van Roca zijn weer vrijgelaten. Het pistool, waaruit Roca geschoten heeft, blijkt een oud en ondeugdelijk schiet wapen te wezen. NOORWEGEN. Noorwegens verdediging. Het Storthing heeft met negentig tegen dertig stemmen het regeeringsvoorstel betreffende het toestaan van een buitengewoon crediet van vier millioen kronen voor de verde diging des lands aangenomen. ITALIË. Een zonderling plan. Uit Rome wordt aan het „Journal des Débats" ge meld, dat een groep rijke Protestanten uit Duitschland enZwitserland het paleis gekocht heeft tegenover de groote basiliek van St. Pieter en dat den geheelen Oostelijken kant van het plein voor de basiliek beslaat. Men zegt, dat de koopers van plan zijn» het paleis af te breken en er een groote Protestantsche kerk voor in de plaats te doen bouwen. "Wanneer het bericht inderdaad waar heid bevat, dan heeft men in dat plan toch waarlijk niet een uiting van echten, diepen geloofszin te zien, maar wel een treurige uiting van rivaliteit. Want voor Protestanten heeft het geen enkelen zin daar te Rome een groote kerk te hebben, die totaal nutteloos is voor de geestelijke behoeften van de kleine Protestantsche gemeente in Italië's hoofdstad. Men wil dus blijkbaar die kerk een soort van steenen betooging en manifestatie doen zijn tegenover de groote basiliek, waar de harteklop van ons Katholiek leven tikt. Is dat zoo, dan maken de Protestanten, die daartoe het plan gemaakt hebben, zich zelf wel het meest belachelijk Statenverkiezing district IV te Amsterdam. De Maandag gehouden herstemming voor een lid van de provinciale staten (vacature mr. J. C. de Vries) had den volgenden uitslagaantal kiezers 4487uitgebracht 2837 geldige stemmen. Hiervan verkregen de heeren: H. Barnstein fvrijz. dem.) 1493 stemmen, en mr. W. baron Röell (lib.) 1344 stemmen, zoodat gekozen is de heer H. Barnstein. Bij eerste stemming waren uitgebracht 2282 stemmen, waarvan verkregenH. Barnstein (v. d.) 630Z. Gulden (S. D. A. P.) 540 en mr. W. baron Röell (lib.) 1112 stemmen. De ministers van buitenlandsche zaken, van marine en van oorlog zullen het grootst gedeelte van Augustus met verlof buiten de residentie vertoeven. Minister Heemskerk. De Minister van Binnenlandsche Zaken, de heer Heemskerk, heeft zich met verlof naar Zwitserland begeven. De Minister van Waterstaat. De minister van Waterstaat, mr. Regout, is met buitenlandsch verlof vertrokken. Hij maakt o.a. een zeereis naar Genua. „De Halve Maen". Naar wij vernemen, is de door Nederland bij gelegenheid van de Hudson-Pulton- feesten aan de New-Yorksche feestcom missie ten geschenke aangeboden repro ductie van „De Halve Maen" thans over gedragen aan de „Hudson River and Palisades Commission", gevormd door den staat New-York, in verbinding met eene commissie, gevormd In den staat New Jersey. Deze commissie oefent het toezicht er over uit en heeft de beschikking over ruime fondsen, tot het onderhoud van een strook land aan den Westelijken oever van de Hodson-rivier en zich uitstrekkende tot Bear Mountain, ter lengte van ongeveer 40 mijlen. Het scheepje zal ergens aan die strook land, vermoedelijk bij Bear Mountain, gemeerd worden. 19). Nordheim keek treurig. „Hoe gaarne zou ik het doen, maar er ontbreekt me iets, waartegen ik tevergeefs strijd; iets, dat me hindert om Beethoven zóo weer te geven, als ik hem voel en zoaals hij ge speeld moet worden om niet pijnlijk "in plaats van verrukkend te stemmen". De ritmeester was een man van fijne beschaving gebleven. Hij nam geen ver ontschuldiging aan, wat erkenning zo-u beteekenen van Nordheims muzikale te kortkoming. Hij wees hem erop, dat de toekomst en groote liefde, dat veranderen zou en sloeg dan de maat voor de mar- schen, die het concert besloten. Hem dankende gewaagde Udo ervan, ijpt 't buiten spel van Gisela hem geen ander z,oo verheugd had, als het z,oioeven geffoorde en hij1 verzocht Nordheim ook naar Victors vertrek te komen. „Wie was toch Gisela?" vroeg hij, toen hij met Victor de gang doorging. „Leeft ze hier, of was ze de jonge dame die Hij hield op. Victor opende de deur, die toegang verleende tot de kamer der ouden barons. „Ga binnen, grootvader is nog niet terug; ik zal u Gisela toonen, die haar liefde volgde." Erich Nordheim stond voor het por tret, dat haar jeugdige schoonheid bewaar de. Hij hoorde Victors woorden niet, die hem vertelde, dat haar lot droevig was en de familie kommer bezorgde. Als betooverd bleef Erich stokstijf staan voor het schoonste, wa,t hij op aarde tot nu toe gezien had. Hij was bleek geworden, met wijd geopende oogen blikte hij1 op waarts. „Waar, waar is ze?" stamelde hij ein delijk, terwijl zijne trekken dieper ont roering en swartelijken ernst teekenden. „Ze zou eene oude vrouw zijn, als ze nog leefde," antwoordde Victor. Nordheim sloeg er geen acht op. „Zij; is, wat ik in mijne droomen aanschouwde. Wakend en slapend, zoo dikwijls! zag ik haar! „De bg-ron komt," zei angstig een be diende, die wist, dat zijn heer niet gaarne had„ dat gedurende zijne afwezigheid iemand in zijne kamer kwam. Door eene andere deur trok Victor den Heden en morgen wordt te Utrecht de jaarvergadering gehouden van de broeder schap van Notarissen in Nederland onder voorzitterschap van den heer Ch. Misero. De broederschap verzond tijdens de openingsvergadering een telegram van hulde aan het Koninklijk Huis. Het drama te Lochem. Men meldt uit 's Gravenhage De aan zee aangespoelde jongeman heet Marcus Bachrach. Hij is doctorandus in de rechten; laatstelijk was hij te Amsterdam werkzaam op een effectenkantoor. Deze hem niet voegende betrekking verloor hij. Verleden week kwam hij te Lochem waar hij zich in zijn ouders huis onder behan deling stelde omdat hij zich onwel in het hoofd gevoelde Zondagochtend sneed hij zijn ouders met een mes de keel af waarop hij naar den Haag ging, daar eenigen tijd rondliep en een brief postte aan zijn broeder bevattende de mededeeling, dat hij zijn ouders vermoord had en zelfmoord wilde plegen en zijn broeder aanried het zelfde te doen. Hetzelfde schreef hij aan den burgemeester van Lochem, die den brief echter eerst Maandagochtend ontving. Zondagochtend tusschen 8 en 9 (niet Maandagochtend) poogde Bachrach zich te verdrinken. De broeder had inmiddels de politie kennis gegeven van den voorge nomen zelfmoord, niet van de vermoording omdat hij daaraan niet geloofde. In zijn tegenwoordigheid herhaalde zijn broeder, in het gemeenteziekenhuis opgenomen, zijn verklaring omtrent het gruwelijk feit even als aan de politie, maar blijkbaar in ver warde geestesstemming. Nader meldt men ons nog Bachrach heeft zijn opleiding genoten aan het Ned. Isr. seminarium, alwaar hij zich een bijzonder intelligent leerling toonde, zoodat hij zoodra de gelegenheid zich voordeed, zich de voordeelen wist te verwerven verbonden aan een aan dit instituut verbonden legaat, hetwelk hem in staat stelde in het buitenland op onbe krompen wijze zijne studiën te kunnen voortzetten Hij vestigde zich in Hongarije en legde zich met een waanzinnigen ijver op de studie toe welke hem den hoogsten graad in de Joodsche godgeleerdheid, de z g n. Moré zou moeten verschaffen. Hij werkte dag en nacht, en werd, hetgeen zijn vrienden voorzagen, plotseling zeer ernstig krank Hierop werd Bachrach naar "Weenen vervoerd, alwaar hij geruimen tijd tot herstel zijner geschokte gezondheid verpleegd werd. Hierna wiide hij niet meer studeeren, althans niet meer voor het door hem be oogde doel omdat het hem gedurende zijn verblijf in de Weensche kliniek gebleken was dat hij teveel van zijn geestvermogens gevergd had. Het schijnt dat dit verblijf in Hongarije van blijvenden krenkenden invloed op een deel der geestvermogens van Bachrach is geweest. Te Amsterdam teruggekeerd legde hij het staatsexamen af na ook nog het examen voor de hulp-akte en later voor hoofd onderwijzer met succes te hebben door staan. Daar trachtte hij door lesgeven in zijn onderhoud en in een deel van het onderhoud zijner ouders te voorzien. Hij kenmerkte zich echter als zeer zenuw achtig te zijn en blijk te geven van over spanning Toen hij de eerste maal mede tengevolge van deze overspanning voor een examen niet slaagde, moest hij weder om tengevolge hiervan herstel zijner ge zondheid te Lochem zoeken. Bachrach leefde zeer teruggetrokken en het schijnt dat hij met moeite in zijn onderhoud kon voorzien. Niet lang geleden trachtte hij nog een betrekkiug als godsdienstleeraar in de gevangenis te krijgen, doch ook deze hoop werd niet verwezenlijkt Wellicht heeft dit den jongen man mede in de war gestuurd. Nader meldt men: ItMaandagmiddag heeft te Lochem de schouwing van de lijken van het echtpaar B dat door hun zoon vermoord is, plaats gehad. Daarbij is gebleken dat den slacht- verstr.ooiden Nordheim met zich, juist toen de baron binnentrad. Op zijn kamer "vertelde hij dan in den "breede, wat. hiji zelve eerst sedert gis ter wist. „Ze heeft een dochter!" riep Erich, die eindelijk begreep, dat sedert Elsa's jeugd lange jaren waren vervlogen. „Gelijkt ze op haar?" Victor lachte. „De gravin moet vroe ger gezegd hebben, dat ze Gisela in 't klein was; nu zal ze ongeveer achttien jaar oud zijn, als ze nog leeft". „Ze leeft, ze moet leven!" riep Nord heim woest, „mijne ziel zegt het one". Victor meende eerst aan aanvallen van zenuwoverspanning te moeten gelooven bij' Nordheim, maar nu vond hij' hem uiterst aantrekkelijk. De hem koud en koel schijnende man geraakte in geest drift. De oude dienstbode der barones ver scheen, en vroeg, wie er zooi schoon ge speeld had. „Een vriend van mij", antwoordde Vic tor. Toen Catharina weg was, verontschul digde hij zich, wijl hij zoo spoedig eene nieuwe kennismaking voor vriendschap had uitgegeven. i f*I !;F offers niet de hals is afgesneden, maar dat zij met een scherp voorwerp zijn doodgestoken; de man had een groot aantal wonden aan boofd en hals. De dader was heden niet meer zoo hevig overspannen, maar beseft blijkbaar volstrekt niet den omvang van zijn daad. Met het oog op de komst der familie leden is de teraardebestelling der slacht offers tot gisterenmiddag 5 uur uitgesteld. De dader wordt, zoodra zijn toestand zulks mogelijk maakt, naar Zutfen vervoerd. Een meisje te Arnhem vermist. Dinsdagmorgen is Theodora Kraak, een meisje van 13 jaar to Oosterbeek wonende spoorloos verdwenen. Sedert het vorige jaar Augustas bezocht Theodora dagelijkeeh de naaischool aan den Zwarten weg te Arnhem, 's Morgens voor achten ging zij er heen wandelen in gezel schap van eenige vriendinnetjes, tegen hall een kwam zij thuis koffiedrinken, althans wanneer ze niet te voren meedeelde, dat ze in Arnhem bleef, om b.v. eens naar de Markt te gaan. Maar dat vertelde ze haar moeder steeds te voren, opdat zij brood mee naar school kon nemen. Dinsdagmorgen voor acht uur is Dora als naar gewoonte op weg gegaan naar school, vergezeld door een vriendinnetje. Maar op school is zij niet geweest. Een slagersknecht heeft beide meisjes dien morgen op weg gezien. Bij den Haspel is Dora den weg onderlangs ingeslagen, ter wijl haar vriendinnetje recht doorliep naar schooi. Waar Dora Ouderlangs geweest is, werd niet opgehelderd, maar wel hebben twee personen haar na acht uur weder op den terugweg naar Oosterbeek ontmoet. In de eerste plaats de slager, die van bood schappen in de stad terugkwam ea iu de tweede plaats een man met een pak kranten. Laatstgenoemde zag, dat het meisje huilde en vroeg wat er aan scheelde. Zij ant woordde niets dan weg, weg! In het huisgezin van Kraak heersehte, toen Dora 's middags niet naar gewoonte thuis kwam, en men hoorde, dat zij niet op school was geweest, groote ontsteltenis De Burge meester liet nasporingeu doen doch te vergeefs. Woensdagmorgen om 4 uur trok men er met een politiehond op uit, na te voren een paar kousen van het verdwenen meisje te hebben meegenomen; wel liep de hond tot bij Onderlangs te snuffelen, maar daarop scheen hij het spoor bijster. Het meisje was eea vroolijk opgewekt kind, vrijmoedig van aard. Er bestond tusschen haar en een vriendinnetje sinds 8 dagen een verwijdering om een nietig heid. De kinderen, zoo vertelde ons de moeder, hadden eens gespeeld en toen had Dora zich laten ontvallen dat zij haar vriendinnetje „vervelend" vond. Dit heeft bij het vriendinnetje tot een koelere hou ding aanleiding gegeven, zoodat zij niet meer, zooals gewoonlijk, zich bij Dora en een ander meisje aansloot op weg naar de naaischool. De moeder heeft die kleine ruzie gela ten voor hetgeen zij was, een nietigheid. Doch in werkelijkheid schijnt Dora zich die verwijdering te hebben aangetrokken. In de laatste 8 dagen toch was zij, anders de vroolijkheid zelve, stil en teruggetrok ken en wat zenuwachtig. Toen zij verle den Zaterdag bij de firma Hoelen te Arn hem een hoeveelheid tabak moest koopen voor den winkel, was zij stil. Ook den Vrijdag te voren was ze teruggetrokken geweest. Een schoonzuster van mej. Kraak had Dora dien dag aan het station gesproken en omdat het kind zoo stil was, gezegd wat ben je stil, waar denk je toch over? Dora was, zooals gezegd, een aardig, vrij moedig msisje, daarbij was ze wat men noemt aanhalig. Wanneer er een fietsrijder voorbij kwam dan had Dora dikwijls de aardigheid om te vragenmag ik mee rijden en dan meteen achter op het rijwiel te springen. Aan haar moeder heeft ze eens verteld, dat een Duitscher haar eens chocolade had gegeven. Wie die Duitscher was, is een raadsel, niemand zag hem, doch Dora Juist verzekerde Nordheim, dat het zijln streven zon zij'n om het woord waar te maken, toen de dienstmaagd weer bin nentrad. Ditmaal kwam ze verzoeken, of de heer ook niet bij de barones wilde komen spelen. „Met het grootste genoegen". Victor bracht Nordheim naar boven. Sidonie von Haklenstein was nog eene knappe pude vrouw. Ze had dik, sneeuw wit haar en eogen, die in haar voortduren- den rouw vriendelijk en zacht blikten. Erich werd er door aangetrokken. Gele ken ze vroeger op- die ernstige blauwe oogen van hot portret? Die hem hier ontving, was de moeder van het ideaal, dat zijn© verbeelding hem vaag had geschapen en dat hij heden zoo onverwachts, zoo overweldigend had gezien. Erich Nordheim verbeeldde zich door de wereld een scepticus te zijn geworden. Heden kwam hij tot de kennis, dat roman tiek, gevoel, verlangen naar het onbereik bare hem had beheerscht en dat daarom Be wereld hem zoo- verachtelijk scheen. De barones gaf liederen door Liszt be werkt; deze speelde hij met groote vaar- moet hem hebben geschetst als een gewoon man, in tegenstelling dan van een deftig heer. Ook had Dora van dien man wel eens eenten gekregen. Dora was door haar moeder dikwijls ge waarschuwd om nist zoo erg toeschietelijk tegenover vreemden te zijn. Aangehouden is thans een Duitscher, die zeer tegenstrijdige verklaringen gaf. De „Arnh. Crt." meldt over de arrestatie o. m. Bij het verhoor gaf de Duitscher met de waarheid in strijd zijnde verklaringen. Zoo verklaart hij o. a. dat hij die meisjes kende, doordat zij meermalen met zijn kinderen speelden Het vriendinnetjes des gevraagd, zegt nimmer kinderen bij dien heer gezien te hebben en zeer zeker niet met hun gespeeld te hebben. Ook verklaarde de Duitscher, dat hij wel eens gezien had, dat de kinderen in den Rijn gingen baden. Ook dit wordt door het vriendinnetje ten stelligste ontkent. De Duitscher blijft voorloopig aan het bureau in bewaring, terwijl de gemeente politie. in vereeniging met den rijksveld wachter Vynck, uit Oosterbeek, haar onderzoek voortzet. De „Arnh. Ort verdiept zich in gissingen, wat met het kind gebeurd kan zijn, en schrijft o. a. Of hier aan misdaad moet gedacht worden Men weet het niet. Theodora was geenszins een nerveus kind, integendeel, zij was vrij in haar optreden en spreken. Voor haar 13-jarigen leeftijd was geesteljjk goed ontwikkeld. Daar men nog een oogenblik dacht, dat het kind soms op weg kon zijn gegaan naar familie die te Zutphen woonde, heeft men ooS in Velp, Rheden, Steeg, enz. gezocht, doch ook daar zonder resultaat. De mogelijkheid zou nog kunnen bestaan, dat het kind op den terugweg, een wande ling heeft gemaakt, en misschien achter den Brinkschen berg de bosschen is inge- dwaald naar de richting van den Amster- damschen weg en de heide. Mocht zij daar verdwaald zijn, en bij heidebewoners opge nomen, dan is het zeer goed mogelijk, dat zij daar nog zou kunnen vertoeven, zonder dat men weet, wat er omtrent haar ver dwijning gaande is. Moet er aan misdaad gedacht worden, ook dan is het niet wel aan te nemen, dat deze op een morgen zou hebben plaats gehad op den Utreehtschen weg of Onder- langs, waar steeds druk verkeer is. Ook dan kan men vrij zeker aannemen, dat de dader eerder het kind zal meegenomen hebben in de bosschen van Mariëndaal, of verderop naar den Amsterdamschen weg. Naar wij vernemen, zal ook in die rich tingen thans een onderzoek worden inge steld. De „Arnh. Ort." zegt, dat de Duitscher, die het meisje wel eens chocolade gaf, zijn alibi heeft kunnen bewijzen en dat het gerucht, als zouden twee Duitschers gear resteerd zijn, ten stelligste wordt tegen gesproken. B e e c h a m's Oracles en de Ne derlandse he Douane. Naar men ons van welingelichte zijde meldt, zal misschien deze zoo- aardige en algemeen bekende reclame niet meer verkrijgbaar zijn. De Douane-ambtenaren ■aan den Hoek van Holland leggen zooveel moeilijkheden in den weg, dat de toezen ding uit Engeland en dientengevolge de gratis uitreiking van de bekende „brand- prentjes" vermoedelijk gestaakt zal wor den. Treffend. Men bericht uit Den Haag Alhier is plotseling overleden mevrouw Gauthier Villars, eohtgeuoote vau den te Parijs zeer bekenden uitgever. Zij bevond zich sedert Woensdag op een kort bezoek aan deze stad met haren echtgenoot, die het Uitgevers-Congres te Amsterdam had bijgewoond. Het stoffelijk overschot is Don derdagochtend per Hollandsche spaar naar Parijs vervoerd. De Fransche gezant, de heer Marciellin Pellet, en de Fransche con sul alhier, de heer Petitpied, deden het stoffelijk hulsel uitgeleide. digheid en meeslepend gevoel; ze luis terde met tranen in de oogen. Dan phantaseerde hij'. Wat hijt dien dag doorleefd had klonk in zijn phantasieën. De barones scheen hem te begrijpen; ze vroeg hem meermalen haar leven te ko men opvroolijkcn gelijk vandaag. Victor begeleidde zijn gast een eind weegs. Zij wandelden door de lanen der Diergaarde en Erich begon dadelijk weer naar het portret, van Gisela. en Elsa te vragen. Victor greep zijn arm. „Beste, waarde dokter! het schijnt waarachtig, dat ge op dat portret verliefd zijt". „Ik wil dat geheim navorschen", mom pelde hij in zich' zelf. Victor schudde het hoofd. Als Amor zulke grillen teweeg bracht, dan wou hij hem met Kracht afweren. „Binnen enkele dagen kwam een ant woord uit Haldenburg. De directeur schreef, dat het hem, na rijp beraad zeer aangenaam zou zijn om den voor zijn kracht en jaren te zwaren post met 1 juli te kunnen overgeven. i ii '1 (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 5