te Goes
zijn
GERIJ
adres voor C0BHAC.
de Dooven.
No. 80. TWEEDE BLAD.
NIEUWE ZEEUW8CHE COURANT
ie Hypotheekbank
Nederland,
>ver£enomen.
JCHIKKER Tz.
f!JDER,Goes
Zaterdag 9 Juli 1910.
Een preek voor zichzelf
ELSA.
BUITENLAND,
bevelen wij ons
HOLLANDER.
?d te Groningen.
Llljk kapitaal fl.000.000.
jlden op eerste hypotheek
'oorwaarden geeft uit 4°/0
Lan den koers van 99°/„
flOOO.-, f500.-,f 100.-,
[geeft voor Zeeland, behalve
fb-agenten en corresponden-
iLEMAN te Middelburg, com-
Knk.
|ctie: M BROUWER.
Mr. W. SW1TTERS.
F. J. BOLT.
pnde maakt hiermede aan
kndgenooten bekend dat hg de
^en door JAC. DAAN E
'te van een vlugge en nette
pelt hjj zich ten zeerste aan.
naast dhr. BOONE.
Eenvoudig
Huismiddel
Bewerkt Een
Omwenteling
In Methode
van
Doofheidebe
handeling.
Volledigs Be-
Beschrijving
Gratis Op
Aanvrage.
derbare ontdekking, welke
overwinning toevoegt aan
iomphen door wetenschap
behaald, is juist openbaar
:e kan hooren t
ïger behoeft de doove zich
■erschjjnen met de gedrukte
nljjke uitdrukking door zijn
zijn gelaat gestempeld, een
voor zichzelven en tgn
Niet langer behoeft hg
te betalen of de pgnen te
gevaarlgke heelkundige
nnttelooze methoden, of laa-
raten verbonden,
ooroordeelen en afgezaagde
en worden geheel wegge-
sze wonderbare ontdekking
patiënt in staat zichzelven
eker in zijn eigen woning
n, zonder een bezoek aan
of zelfs de hulp van een
ipend nummer der „Otolo-
>vue" bevat een volledige
3g dezsr nieuwe behande-
>de. Een exemplaar dezer
al ieder iederen lezer, die
reid of eenigen vorm van
moge ljjden, geheel koste-
iden worden,
heden (een 6-cents brief-
reeds voldoende), en ver
een present exemplaar al-
editie uitgeput is, en adres-
The Aural Remedies Co.,
louse, (Kamer 50). Kings-
onden, W. C Engeland.
Uit het Franse h,
naar Pierre TErmite
Een burgerlijke huiskamer, na den eten.
Blijkbaar h eft men haastig gegeten. Het
dessert is onaangeroerd, drie servetten
hangen over drie leege stoelenze zijn er
blijkbaar op gegooid, terwijl de bezitters
ervan zich hebben weggespoed. Alleen de
heer des huizes is overgeblevenbij zii te
knabbelen op een beschuitje.
Da's 'n gek gevoel, zoo heel alleen na
den eten.
(Hij raadpleegt zijn horloge.)
't Is pas acht uur Maar mijn vrouw
is altijd bang, dut zij te laat komt. En mijn
kinderen ook. Dat hebben ze van hun moeder.
(Hij neemt een tweede beschuitje)
't Is waar, op dit uur hoort men biecht
Tenminste in mijn tijd was dat zoo
Maar 't is lang geleden sinds ik
(Stilte).
Tja, hoe lang is het al geleden Vijf
tien jaar Hoe oud is Max nu 16 jaar
En hij was 3, toen hij zoo hevig de rood
vonk had Dan is het twaalf jaar geleden.
Ah, wat was ik toen bang voor m'n jongen
Hij was pas drie jaar en zoo'n lekkere
krullebol.
(Weer een beschuitje),
Gex, dat mijn vronw me nooit 'ns wat
zegt. Nooit 'n enkel woord. Wel houdt ze
mij in de gatenze kan me soms minu
ten lang zitten aankijken. En ze blijft
's ochtends langer in de kerk dan gewoon,
Maar ze Iaat mij vrij Wat zou ze van
mij denken Och, ze weet, dat ik, als
'ter op aankomt, niet aarzelen zal. Op
mijn sterfbed een priester, daar zal ik
voor zorgen. Nu heb ik nog den tijd
Pas twee-en-veertig Nog tijd tot
(Stilte. Hij steekt de band uit om nog
een beschuitje te nemen).
Tijd totHè, geen beschuitjes meer.
Ik heb alles opgegeten, zonder bet te
merkenNiets anders voor me om op te
knabbelen? Neen.
(Hij staat op en wandelt door de kamer
terwijl hij z'n servet opvouwt.)
Tja, zulke dingen gebeuren Ver
leden week abbé Ragon, die me nog 't
Grieksch geleerd heeft Vorig jaar mijn
broer te BordeauxEigenlijk loop ik
dezelfde kans zoo gezond, zoo dood
En als ik logisch doordacht en deed
(Hij legt zijn servet op tafel en denkt na).
Neen, dit jaar niet.
(Starende met de oogen).
Neen, ik ben niet heelemaal zeker te
veel twijfelingen te veel tegenwerpingen
(Hij steekt beide handen in de broek
zakken en staat stil) -.
Wat 'n berg van tegenwerpingen tegen
den godsdienst bestaat er. Kolossaal
(Hij zoekt)
De Inquisitie, Galilei och, eigenlijk
zijn die oud» histories al honderdmaal
weerlegd. Maar er zijn toch nieuwe ook
Maar welke?
(Hij begint weer op en neer te loopen)
De wetenschap Och, die wetenschap.
Kan ze ons zeggen, waar we vandaan
komen en waarheen we gaan na dit leven
Hebben de dokters iets kunnen doen tegen
den dood r
Loisy? Ik heb van hem wat gelezen.
Een nieuwe uitgave van Renan. Al dat
gepeuter met die bijbelteksten! Zag die
man mijn koopmansboeken, bij ontdekte
er bepaald valscho teksten of misschien
wel valsche cijfers in. Neen, dat maakt
geen indruk op me. Daar heb ik trouwens
ook tn weinig verstand van.
(Hij gaat tegen den muur staan, de han
den in de broekzakken, de oogen zoe
kende)
.Kijk, zóó stel ik mij de dingen voor.
Er moet een God zijn. Wat ik ook doe,
ik moet aan Hem geloovenAls ik een
tandenstoker in de woestijn vind, dan
zeg ikbier is iemand uit de beschaafde
wereld voorbij gekomen. Geen gevolg zonder
oorzaak. Geen leven zonder oorsprong,
zondej onderhouder En dan, ik heb een
ziel, ik voel het, te weerga, want ik vecht
tegen haar Men vecht niet alleen, maar
12.)
Ademloos luisterden zjj. Zjj meenden,
dat Elsa's spel nog nooit zoo heerljjk
verrukkend had geklonkenzjj dachten
daarin hare ziel te ontdekken, die smette
loos en veiheven in het hoogste opging.
Clinton vergat in dit geval de terug
houding van den „self-made man" zoo zeer,
dat hg een bezoek aflegde in het ouderljjk
huis van zijn ingenieur om dezen zjjne
vreugde over de talmend gegeven toestem
ming uit te drukken. Zjjn schoone voor
slagen waren misschien voor de eerste
maal zóó aangenomen en dit verhoogde
Carlo's waarde.
„Ik begrijp u", sprak hg bij het scheiden,
terwjjl hg zjjne hand met bjjna pjjnljjken
greep drukte.
„Van zulk iemand te scheiden, gelijk
uw bruid, ia niet gemakkelijk. Jammer,
dat mjjn plan nog te zeer in wording is,
om hare overkomst te veroorloven."
Ten volle zei Benjamin Clinton zjjne
tigenljjke meening niet. Tegen Carlo toonde
met z'n tweeën Tusschen God en de
ziel bestaat een verhouding, die men
godsdienst noemtEn van alle godsdiens
ten staat de katholieke mij het best aan
trouwens ik noem mij nog steeds katholiek
(Hij herneemt zijn wandeling)
Donders, wat haal ik mij in 't hoofd
Muizenissen Neen, dit jaar nog niet.
(Hij staat weer stil)
Maar toch is 't heel juist, wat ik daar
straks met mezelf redeneerde.
(Hij gaat weer zitten.)
Ja, ik ben katholiek. Maar ik doe er
niet naar. Eigenlijk is mijn toestand
niet logisch Een vrijmetselaar is een
vrijmetselaar, een jood een jood, een pro
testant een protestant ik ben katholiek
en niet katholiek
Want een katholiek, die zijn Paschen
niet boudt, is als een kerk zonder altaar.
(Hij staat plotseling op.)
Eigenlijk ben ik een idioot Een zeer
gezien man voor de wereld, met 'n lintje
in zijn knoopsgat, maar een, die ten slotte
heel weinig logisch leeft.
(En dan, heel ernstig):
Zou ik nog bang zijn bovendien Voor
de wereld, voor mgn vrienden? Heb ik
vroeger niit gelachen om Petrus, die bang
w»s voor de keukenmeid van Csïphas V
En zou ik nu z»'f bang zjjn Dat ware
erg. Jongen, dan zou je je moeten schamen.
(Na een oogenblik denkena)
Toch is 't wel een beetje waai. Ik ben
heusch een beetje bang. Maar dan moet
ik dadelijk de koe bij de horens vatten.
Hoe meer ik er over denk, hoe duidelijker
mij de zaak wordt.. Ja, ik zal werkeljjk
een beetje gegeneerd zgn, als ik ga biech
ten Mijn twee jongens, dat is wat anders.
Die zgn van den nieuwen tiju. Maar ik
ben nog van den tjjd van Gambetta.
(Hg loopt op en neer. Slaat een mug
van de lamp af. Legt de servetten van de
stoelen op tafel. Opent eindelijk de deur
en trekt zijn jaB aan. Jan schiet toe om
te helpen).
Gaat mijnheer nog uit
Ja, en als mevrouw eerder thuis
komt dan ik, zeg haar dan dat zij niet
ODgerust behoeft te zgn, want ik ben gaan
biechten
Hó
(Hg, de stoep afgaande) Jongen, dat
werd tjjd. Het heeft me werkelijk moeite
gekost, om dit aan Jan te zeggen.
(Een uur later. Mevrouw komt terug
en vindt de huiskamer leeg).
Mjjnheer niet bier
Mjjnheer is uit.
Niet gezegd, wanneer hg terug zou
komen
Neen.
Niets gezegd?
Jawelmaar
Wat maar? Ik begrijp er niets van.
Ik ook niet(gerucht in de gang),
maar ik geloof, dat ik mjjnheer hoor.Ja,
hg is het.
(Mjjnheer komt binnen)Neen, Jan,
bljjft nog even Vrouw, ik moet je wat
vertellen Ik heb gebiecht.
En daar Jan hem met groote oogen
staat aan te kjjken, pakt hg hem plotseling
bjj de beide schouders.
Ja, ouio jongen, dat was twaalf jaar
geleden
En met jou, hoelang is met jou geleden
Met mg
(Jan plukt aan zgn schort).
MgnheerEnfin, je weet het nu, het
hek is van den dam (Ctr
AMERIKA.
De gevolgen van de boks-niatli
tusschen Jeffries en Joihnson.
De lejzcr kent de kwestiede neger John
son overwon den sterksten blanken vech
tersbaas Jeffries in ©ene volgens alle rege
len opgezette vechtpartij.
Twintigduizend personen woonden den
akeligen strijd bij, die onder de' stralen
van een warm zonnetje werd gestreden.
hg zich zeer aardig, iets wat hij zelden
de moeite waard, achttemaar hg was in
zoover onoprecht, dat hg wel begreep, dat
de bespoediging zjjner plannen door Carlo's
verlangen naar Elsa winnen moest. De
laatste Zondag in Maart voor Carlo's
afreis was aangebroken.
Na het eten wees Elsa op de lachende
voorjaarszon en op den glinsterenden toren
van St. Petrus.
„Hoe zoudt ge het vinden, al» we eens
een tochtj» naar den Saléve maakten
Ze vonden het denkbeeld goed, geljjk
alles wat Elsa wilde.
Op de bloemenmarkt van Genève, den
Molard, die in dezen modernen tgd zgn
middeneeuwsch uitzien nog bewaart, namen
ze de tram.
Het vrjje veld met zgn buitens, zijn
groote tuinen, zgn schaduwrijke lanen, zijn
wijnbergen en akkers volgen op de straten
der stad. Chênes met zijn kleine hnizen,
boerenhofsteden, zijn stoffige straat, waarop
de meuschen in Zondagschen dos wandelen
en kinderen speelden, reden ze door. In
Etrambières, dat Fransche dorp, wachtten
de ezels op de ZondagsruitersstoudeD de
boerinnen in de huisdeuren, kakelden de
kippen en blaften de bonden tegen de
aankomende tram. Hier begint de Crémaillèr,
Men sloot weddenschappen 2 tegen 1,
dat He' blanke zou winnen.
De beide mannen waren zeer vroolijk,
vooral de neger, die voortdurend lachte
en schertste.
Johnson, die het eerst versoheen, kreeg
een ovatie. Jeffries kwam drie minuten
later en werd eveneens toegejuicht.
Toen in de 15de ronde Jeffries, die nog
nooit een wedstrijd heeft verloren, bui
ten gevecht was gesteld, bleek het pu
bliek zeer teleurgesteld. De strijd was
niet eens spannend, daar in elke ronde
de tegenstander ver de baas bleek.
De vrouw van den neger woonde den
strijd bij, terwijl mevr. Jeffries door mid
del van de telepho.on op de hoogte Werd
gehouden.
In de vijfde ronde sloeg1 de neger zijn
tegenstander een oog dicht. In de vol
gende ronden was Jeffries gelaat met
bloed bedekt.
In de vijftiende ronde besloot de neger
blijkbaar er een eind aan te maken. Jef
fries viel tegen de touwen, stond toen
op doch werd weer neergeslagen, niet
in staat den strijd voort te zetten.
En de gevolgen?
Vijftien personen gedood, meer dan vijf
honderd gewond, waarvan minstons een
derde ernstig, de hospitalen en zieken
huizen in verschillende steden vol met
gewonde negers en blanken, opstootjes
bijna in iedere stad en ieder dorp' der
Unie ziedaar het beeld dat Amerika
bood, den dag na den „grooten" boks
wedstrijd.
Het talrijkst zijn de opstootjes en vecht
partijen geweest in het zuid-oosten des
lands waar de neger-bevolking de meer
derheid heeft, en nogal gevreesd is maar
ook in de groote steden van het Noorden
en het Oosten zijn straatgevechten ge
leverd met zulk een woede, alsof het
een vijand gold dien men tot iederen
prijs vernietigen moest. Over 't algemeen
hebben de negers de onlusten uitgelokt.
Het was reeds meer dan voldoende om
de blanke bevolking te verbitteren, dat
de negers in groepen door de straten
trokken en hoera's uitbrachten op hun
„held" Johnson. Maar daarbij bleef het
natuurlijk niet. In de. meeste gevallen
werd de blanke bevolking getart, uitge
scholden en met minachting bejegend, als
of het feit, dat een bepaalde noger-John-
son, een bepaalden blanke-Jeffries had
overwonnen, nu tevens een bewijs was
van de physieke minderwaardigheid van
het blanke ras tegenover het zwarte.
In Mounds (Illinois) werden twee ne
gers gelyncht zoo maar gewoon aan
den openbaren weg aan een lantaarn
paal en een politie-,officier die inet
eenige manschappen de orde wilde her
stellen werd vlakweg doodgeschoten. Een
niets kwaads vermoedende neger die een
herberg verliet werd op den drempel van
het huis gedood.
Drie negers en twee blanken werden
gedood bij een opstootje te Ulvadia bij
Galveston, terwijl het aantal gewonden
zoo groot was dat een dertigtal naar het
militair hospitaal te Galveston moesten
vervoerd worden, omdat te Ulvadia zelf
geen plaats meer was. In een stadje in
den Staat Georgia kwam het zelfs tot
een uitbarsting tusschen de negers on
derling. Een clubje negers dat het waag
de zijn misnoegen over 'bokswedstrijden in
bet algemeen uit te spreken, werd door
een aantaldweepzieke vereerders van
Johnson „afgetuigd" met het gevolg dat
er vier mannen op het slagveld dood
bleven liggen en een twintigtal gewon
den door de autoriteiten moest verzorgd
worden.
In Houston (Texas) sneed een blanke
een neger de keel af in ©en tramwagen,
waarop de moordenaar kloor een troep ne
gers half dood geslagen werd, voordat
de politie hem kon arresteeren. Driehon
derd matrozen der Amerikaansche vloot
die in Norfolk (Virginia) met veel be
langstelling de inkomende berichten van
den strijd gevolgd hadden, hielden, tpt
het resultaat bekend was, een razzia door
de straten waarbij zij twee negers dood-
die naar den Saléve voert.
Door woud en bosch wendt de trein
zich omhoogdoor afgronden en langs
hellingen stijgt hg dikwjjls schgnt hij
nog slechts aan den berg te hangen, terwjjl
naast hem de diepte gaaptDij iedere
klimming ontrolt zich een ander tafereel,
wisselen water en woud, land en wijn
bergen met ontelbare verspreid liggende
of tot dorpjes geroepeerde huizeneen
renzenkaleidoskoop, door feeweging van den
waarnemer gevormd.
De laatste tocht met Carlo in twee lange
jaren,
In Zfirich was hij nog in de aabjjheid
gebleven; nu zouden zee en landen kern
van zgne bruid scheiden. Een plotselinge
angst maakte zich van haar meester. De
twee jaren schenen haar nu eindeloos;
wat kon er al niet gebeuren in dien tgd I
Zou zjj het offer niet kunnen brengen
Hem bewegen zgn woord terug te nemen
Neen, zij gevoelde schaamte, dat zulk een
gedachte in haar opkwamzjj dacht aan
Jephta's dochter en aan de heerljjke woor
den, die Byrons genie haar in den mond
legt„Ik glimlachte, toen ik stierf."
Elsa lachte met zich zelf. Niet sterven
zou ze, Blechts een scheiding, welker dagen
ze tellen kon, kalm verdragen.
sloegen. In Washington waren het de ne
gers die overal onlusten verwekten en
de blanken te lijf gingen, tengevolge waar
van drie blanken gedood werden. In deze
stad werden niet minder dan 236 perso
nen gearresteerd.
In New-York braken de onlusten éven
na middernacht uit. De neger Nelson Fur-
ner beproefde een toespraak te houden
na het bekend worden van Johnsons over
winning, maar een razende volksmenigte
viel de negers aan en maakte zich van
Furner meester. Hij werd onmiddellijk aan
een lantaarnpaal opgehangen, maar de
politie kwam nog juist bijtijds om den
ongelukkige te redden, ofschoon hij reeds
meer dood dan levend naar het hospi
taal vervoerd werd. Een andere neger
werd echter zonder veel omslag doodge
slagen. In den strijd met de politie om
Furner werden ruim honderd personen
meer of minder ernstig gekwetst.
Het beestachtigst ging het toe in het
New-Yorksch© negerdistrict de Sanjo Hill,
gelegen in de omgeving van de 8ste en
9de Avenue.
Hier duurden de onlusten den geheelen
nacht. De weinige blanken die in dit
district wonen hadden hun huizen gebarri
cadeerd of waren bijtijds gevlucht. In
iedere straat stonden 4 politieagenten,
doch dit aantal was bij lange na niet
voldoende en tegen 2 uur na middernacht
gebood de politieprefect om de geheele
reserve op te roepen. Alsof liet ide ver
overing van een belegerde stad drong deze
politiemacht bijna 3000 man bet
negerdistrict binnen en dreef de menigte
na een woedend gevecht uiteen. Vijf doo-
den en 40 gewonden waren het resultaat
van deze ontmoeting. In Baltimore werden
70 negers gearresteerd wegens ^ongeoor
loofd gedrag bij1 het vieren der overwin
ning",
Volgens de laatste telegrammen zijn er
in 't geheel 2 personen gedood, 1753 ern
stig en ongeveer 8000 licht verwond.
Is het wonder, dat er tal van stemmen
opgaan ook in de Unie om der
gelijke menschonteerend© worstelwedstrij
den voorgoed te verbieden?
SPAiVJE.
Canalejas en de- anti-kerke
lijke politiek. Een fel anti-clericaal
Belgisch blad: „l'Indépendance beige"
schreef dezer dagen: „De ideeën zijn in
Spanje sinds een jaar vooruitgegaan en
men begint zich rekenschap ervan te ge
ven dat de terechtstelling van Ferrer de
geesten krachtig heeft wakker geschud.
„De idoode Ferrer is voor het Spaansche
clericalismo veel gevaarlijker dan de le
vende het was". Juist! De tegenwoordige
anti-katholieke beweging, die als niets
haar tot staan brengt zal eindigen in
■een anti-dynastieke en in een zuiver re
volutionaire, is te beschouwen als een
voortzetting voor de maponnieke sooialisti-
sche-anarchistische campagne, die door
Ferrer en consorten in verbinding met ,de
kopstukken van de Fransche revolutio
naire beweging op touw gezet werd.
Het ministerie-Moret vormde slechts een
overgangstijdperk. Canalejas is inderdaad
het werktuig van die duistere machten,,
die slechts tijdelijk teruggedrongen, voet
voor voet het terrein herwinnen en onder
huichelachtige leuzen het geheele gebouw
der katholieke Spaansche staatsidee trach
ten te verwoesten om o>p de puinhoopen
daarvan de „Carmagnole" (een revolutie-
dans) te gaan dansen!
Is het wonder, dat, zooals wij in de
laatste berichten van ons vorig nummer
mededeelden, de bisschop van Madrid iö
den Senaat „met droefheid" sprak over
den huldigen politieken toestand.
En dan het antwoord van Canalejas 1
„Men moet", zeid© hiji „Katholiek zijn
maar moet ook een modern mensch >vezen
zonder onverdraagzaamheid".
Het is of men Briand hoort spreken 1
Doch laten we het woord van den Spaan-
schen premier eens onthouden: „men moet
katholiek zijn", en zien in hoeverre hij
zich voor het vervolg naai- dit door hem
Zij rekendeZevenhonderd en dertig
hiervan liet zich niets aftrekken. Hoe uit
gebreid zoude het dagboek worden, welks
eerste deel Carlo voor uitstekend had
verklaard, maar dat ze sedert zgn terug
keer vergeten had. En dan zouden ze het
te zamen lezen en dan was er van scheiden
geen sprake meer.
Dus zich dapper heuden Zij durfde
het hoofd niet laten hangen. Carlo was
gewis al bedroefd genoeg.
Ze begon druk te praten en de drie
deden moeite er op in te gaan, maar toch
was het een droevig gestemd klein gezel
schap, dat in Moneetier aan de koffietafel
zat, nadat de wandeling naar „dertien
boomen" (treize arbres) afgelegd was.
Carlo leidde Elsa naar het steenbaldakgn,
dat uit reusachtige rotsblokken opgebouwd,
in de hoogte stak om het heerlijkste plekje
te beschermen.
Steil gaat de berg naar beneden, huizen
en boomen in de laagte schijnen speelgoed
daar achter glinstert het meer en op den
voorgrond kronkelt zich de zilveren Aroc
door groene weiden. Zuivere, geurige
lentelucht omgaf hen op deze hoogte, onder
een hemel die uit vlekkeloos safier gevormd
scheen, zoo glanzend, zoo blauw, als was
hg de afspiegeling eener bovenaardsche,
zeiven verkondigde beginsel 'gedraagt. Een
katholieke Canalejas „modern" en
„verdraagzaam" in den geest der mach
ten, die hem voortstuwen 1 een k a t h Or
lieke Canalejas, de vriend en geestver
want van Lerroux, Perez Galdos, Pablo
Iglesias en dergelijken, het is ongeveer
als Sani onder de profeten, zegt „De Tijd".
JAPAN.
De toekomst van het Christen
dom. In het Mei-nummer van het pra-
téstantsche „Allgem. Miss. Zeitschirift"
vindt men een betoog, dat in Japan in
breede Christelijke kringen de overtuiging
heeft postgevat, dat het Christendom eerst
grondig gejapanniseerd worden moet, om
in dat land wortel te kunnen schieten.
Dr. Takagi, leeraax aan het Methodisten-
Seminarium te Tokio, verklaarde o. a. in
een voordracht, in het huis der Chr. Jon-
gelingsv-ereeniging gehouden: „Het Chris
tendom der toekomst in dit land gal een
mengeling van Oostersche en Westersche
denkbeelden zijn, bestaande uit Boeddhisti
sche, Confuciaansche en Christelijke eto
menten". Eu de hoogleeraar Ukita, die lid
eener „Christelijke Kerk' 'is, maar zich
tegelijk een Boeddhist, een volger van
Confucius en van Christus noemt, schrijft
in het veelgelezen tijdschrift „Miehi"
„Wij wenschen dat religieuze menschen
van verschillende belijdenis elkander ach
ten en over en weet in hun heilige gebou
wen hunne godsdienstoefeningen houden.
W ij zouden gaarne Amen's en Hallelujah's
den Boeddhistischen monniken in den
mond leggen en wilden gaarne de Christen
nen leeren in de Boeddhistische tempels
te bidden. De ongerijmde gedachte, die goo
lang de landen van het westen beheersch-
te, dat alleen de Christenen beschaafd
en verlicht en dat alle niet-Christelijke
volken niet beter dan barbaren zijn, is
eens en voor altijd weg".
Men ziet, voor 't echte Christendom, dat
den weg tot de waarheid en fiet leven
wijst, gevoelt men al zeer weinig in Japan,
wat bij den oppervlakkigen en haovaardi-
gen geestestoestand ook niet te verwon
deren valt. (C,)
Koloniën.
Het vergaan van de „Gouverneur van Heerdt"
te Curapao:
Men meldt ons uit Curapao:
Weer heeft de zee negen slachtoffers
geëischt. Men treurt nog om de negen
zonen van Curapao, die vergaan zgn op de
„Prins Willem II" en zie, nu wéér een
noodlottige schipbreuk.
Zondag, 12 Juni, verliet de „Van Heerdt"
des avonds om 10 uur Bonaire met bestem
ming naar Curapao. Veertien personen
bevonden zich aan boord. Onder dozen
was als passagier de heer A. E. J. v. d.
Brandhof, gezaghebber van Bonaire met
twee dienstboden, alsook de marechaussee
Vos, de heer Jan Debrot bensvens twee
vrouwen; eene dezer was Martha Inias,
meid van den pastoor van Rincon op
Bonaire.
's Nachts om 1 uur woei het verschrik
kelijk. De stuurman aan het roer wekte
den kapitein, Gesrge Marchena, die besloot
zelf het roer te nemen, daar de zee woest
was en er verraderlijke rukwinden bliezen,
terwgl de nacht stikdonker was.
Eenklaps, omtrent twee uur, voelde men,
dat de wilde zee de „Van Heerdt" opeen
klip wierp. De zee liep weg, maar de
schoener bleef op de klip zitten en brak
in tweeën. Bij den eersten stoot liepen
eenigen naar den voorstevenanderen
klommen in de masten; maar aanstonds
vielen de masten omlaag en in een oogen
blik werd het heele schip aan stukken
geslagen, 't Was in den donkeren nacht
een akelig oogenblik. De zinkende men
schen riepen den hemel aan en baden om
barmhartigheid en genade.
De heer Jan Debrot, die onder in de
kajuit sliep, is gered, 't Is niet den eersten
keer, dat hij schipbreuk ljjdt; maar altjjd
brengt hg het er goed af. Ook nu kon
achter hem verborgen heerlijkheid.
„Zeg het me nog, indien het je te
zwaar valt", smeekte Carlo in overstelpende
smart.
„Carlo, schat me niet zoo gering". Elsa
glimlachte even, maar het ingehouden
weenen verstikte bgna haar stem. En zich
geweld aandoende ging ze verder
„Niet te vergeefs hebt ge je zooveel
moeite gegeven voor de ontwikkeling uwer
kleinzuster. Zjj weet goed, dat Schillers
woorden, „de man moet zich vormen in
het bedrjjvige leven", nu zoowel als
vroeger waar zjjn".
Het zware afscheid was voorbjj en Carlo
was ditmaal de troostende geweest.
"Egypte is toch maar een kattensprong
verwijderd, als men bedenkt, hoe snel een
schip vaart. De geheele zaak bestaat enkel
in de gedachteer zgn wezenljjk geen
afstanden meer.
„Wordt ge ziek dan kom ik bjj je", zei
Elsa „anders zal ik rustig big ven wachten".
Reeds in de eerste dagen na Carlo's
vertrek verzocht Ruggiero Louisa en Elsa
aan eene ernstige beraadslaging te willen
deelnemen en om beider toestemming tot
een weloverwogen besluit.
„Zonder Carlo?" vroeg Elsa twijfelend.
(Wordt vervolgd,.)