te Goes zijn GERIJ adres voor C0BHAC. de Dooven. No. 80. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUW8CHE COURANT ie Hypotheekbank Nederland, >ver£enomen. JCHIKKER Tz. f!JDER,Goes Zaterdag 9 Juli 1910. Een preek voor zichzelf ELSA. BUITENLAND, bevelen wij ons HOLLANDER. ?d te Groningen. Llljk kapitaal fl.000.000. jlden op eerste hypotheek 'oorwaarden geeft uit 4°/0 Lan den koers van 99°/„ flOOO.-, f500.-,f 100.-, [geeft voor Zeeland, behalve fb-agenten en corresponden- iLEMAN te Middelburg, com- Knk. |ctie: M BROUWER. Mr. W. SW1TTERS. F. J. BOLT. pnde maakt hiermede aan kndgenooten bekend dat hg de ^en door JAC. DAAN E 'te van een vlugge en nette pelt hjj zich ten zeerste aan. naast dhr. BOONE. Eenvoudig Huismiddel Bewerkt Een Omwenteling In Methode van Doofheidebe handeling. Volledigs Be- Beschrijving Gratis Op Aanvrage. derbare ontdekking, welke overwinning toevoegt aan iomphen door wetenschap behaald, is juist openbaar :e kan hooren t ïger behoeft de doove zich ■erschjjnen met de gedrukte nljjke uitdrukking door zijn zijn gelaat gestempeld, een voor zichzelven en tgn Niet langer behoeft hg te betalen of de pgnen te gevaarlgke heelkundige nnttelooze methoden, of laa- raten verbonden, ooroordeelen en afgezaagde en worden geheel wegge- sze wonderbare ontdekking patiënt in staat zichzelven eker in zijn eigen woning n, zonder een bezoek aan of zelfs de hulp van een ipend nummer der „Otolo- >vue" bevat een volledige 3g dezsr nieuwe behande- >de. Een exemplaar dezer al ieder iederen lezer, die reid of eenigen vorm van moge ljjden, geheel koste- iden worden, heden (een 6-cents brief- reeds voldoende), en ver een present exemplaar al- editie uitgeput is, en adres- The Aural Remedies Co., louse, (Kamer 50). Kings- onden, W. C Engeland. Uit het Franse h, naar Pierre TErmite Een burgerlijke huiskamer, na den eten. Blijkbaar h eft men haastig gegeten. Het dessert is onaangeroerd, drie servetten hangen over drie leege stoelenze zijn er blijkbaar op gegooid, terwijl de bezitters ervan zich hebben weggespoed. Alleen de heer des huizes is overgeblevenbij zii te knabbelen op een beschuitje. Da's 'n gek gevoel, zoo heel alleen na den eten. (Hij raadpleegt zijn horloge.) 't Is pas acht uur Maar mijn vrouw is altijd bang, dut zij te laat komt. En mijn kinderen ook. Dat hebben ze van hun moeder. (Hij neemt een tweede beschuitje) 't Is waar, op dit uur hoort men biecht Tenminste in mijn tijd was dat zoo Maar 't is lang geleden sinds ik (Stilte). Tja, hoe lang is het al geleden Vijf tien jaar Hoe oud is Max nu 16 jaar En hij was 3, toen hij zoo hevig de rood vonk had Dan is het twaalf jaar geleden. Ah, wat was ik toen bang voor m'n jongen Hij was pas drie jaar en zoo'n lekkere krullebol. (Weer een beschuitje), Gex, dat mijn vronw me nooit 'ns wat zegt. Nooit 'n enkel woord. Wel houdt ze mij in de gatenze kan me soms minu ten lang zitten aankijken. En ze blijft 's ochtends langer in de kerk dan gewoon, Maar ze Iaat mij vrij Wat zou ze van mij denken Och, ze weet, dat ik, als 'ter op aankomt, niet aarzelen zal. Op mijn sterfbed een priester, daar zal ik voor zorgen. Nu heb ik nog den tijd Pas twee-en-veertig Nog tijd tot (Stilte. Hij steekt de band uit om nog een beschuitje te nemen). Tijd totHè, geen beschuitjes meer. Ik heb alles opgegeten, zonder bet te merkenNiets anders voor me om op te knabbelen? Neen. (Hij staat op en wandelt door de kamer terwijl hij z'n servet opvouwt.) Tja, zulke dingen gebeuren Ver leden week abbé Ragon, die me nog 't Grieksch geleerd heeft Vorig jaar mijn broer te BordeauxEigenlijk loop ik dezelfde kans zoo gezond, zoo dood En als ik logisch doordacht en deed (Hij legt zijn servet op tafel en denkt na). Neen, dit jaar niet. (Starende met de oogen). Neen, ik ben niet heelemaal zeker te veel twijfelingen te veel tegenwerpingen (Hij steekt beide handen in de broek zakken en staat stil) -. Wat 'n berg van tegenwerpingen tegen den godsdienst bestaat er. Kolossaal (Hij zoekt) De Inquisitie, Galilei och, eigenlijk zijn die oud» histories al honderdmaal weerlegd. Maar er zijn toch nieuwe ook Maar welke? (Hij begint weer op en neer te loopen) De wetenschap Och, die wetenschap. Kan ze ons zeggen, waar we vandaan komen en waarheen we gaan na dit leven Hebben de dokters iets kunnen doen tegen den dood r Loisy? Ik heb van hem wat gelezen. Een nieuwe uitgave van Renan. Al dat gepeuter met die bijbelteksten! Zag die man mijn koopmansboeken, bij ontdekte er bepaald valscho teksten of misschien wel valsche cijfers in. Neen, dat maakt geen indruk op me. Daar heb ik trouwens ook tn weinig verstand van. (Hij gaat tegen den muur staan, de han den in de broekzakken, de oogen zoe kende) .Kijk, zóó stel ik mij de dingen voor. Er moet een God zijn. Wat ik ook doe, ik moet aan Hem geloovenAls ik een tandenstoker in de woestijn vind, dan zeg ikbier is iemand uit de beschaafde wereld voorbij gekomen. Geen gevolg zonder oorzaak. Geen leven zonder oorsprong, zondej onderhouder En dan, ik heb een ziel, ik voel het, te weerga, want ik vecht tegen haar Men vecht niet alleen, maar 12.) Ademloos luisterden zjj. Zjj meenden, dat Elsa's spel nog nooit zoo heerljjk verrukkend had geklonkenzjj dachten daarin hare ziel te ontdekken, die smette loos en veiheven in het hoogste opging. Clinton vergat in dit geval de terug houding van den „self-made man" zoo zeer, dat hg een bezoek aflegde in het ouderljjk huis van zijn ingenieur om dezen zjjne vreugde over de talmend gegeven toestem ming uit te drukken. Zjjn schoone voor slagen waren misschien voor de eerste maal zóó aangenomen en dit verhoogde Carlo's waarde. „Ik begrijp u", sprak hg bij het scheiden, terwjjl hg zjjne hand met bjjna pjjnljjken greep drukte. „Van zulk iemand te scheiden, gelijk uw bruid, ia niet gemakkelijk. Jammer, dat mjjn plan nog te zeer in wording is, om hare overkomst te veroorloven." Ten volle zei Benjamin Clinton zjjne tigenljjke meening niet. Tegen Carlo toonde met z'n tweeën Tusschen God en de ziel bestaat een verhouding, die men godsdienst noemtEn van alle godsdiens ten staat de katholieke mij het best aan trouwens ik noem mij nog steeds katholiek (Hij herneemt zijn wandeling) Donders, wat haal ik mij in 't hoofd Muizenissen Neen, dit jaar nog niet. (Hij staat weer stil) Maar toch is 't heel juist, wat ik daar straks met mezelf redeneerde. (Hij gaat weer zitten.) Ja, ik ben katholiek. Maar ik doe er niet naar. Eigenlijk is mijn toestand niet logisch Een vrijmetselaar is een vrijmetselaar, een jood een jood, een pro testant een protestant ik ben katholiek en niet katholiek Want een katholiek, die zijn Paschen niet boudt, is als een kerk zonder altaar. (Hij staat plotseling op.) Eigenlijk ben ik een idioot Een zeer gezien man voor de wereld, met 'n lintje in zijn knoopsgat, maar een, die ten slotte heel weinig logisch leeft. (En dan, heel ernstig): Zou ik nog bang zijn bovendien Voor de wereld, voor mgn vrienden? Heb ik vroeger niit gelachen om Petrus, die bang w»s voor de keukenmeid van Csïphas V En zou ik nu z»'f bang zjjn Dat ware erg. Jongen, dan zou je je moeten schamen. (Na een oogenblik denkena) Toch is 't wel een beetje waai. Ik ben heusch een beetje bang. Maar dan moet ik dadelijk de koe bij de horens vatten. Hoe meer ik er over denk, hoe duidelijker mij de zaak wordt.. Ja, ik zal werkeljjk een beetje gegeneerd zgn, als ik ga biech ten Mijn twee jongens, dat is wat anders. Die zgn van den nieuwen tiju. Maar ik ben nog van den tjjd van Gambetta. (Hg loopt op en neer. Slaat een mug van de lamp af. Legt de servetten van de stoelen op tafel. Opent eindelijk de deur en trekt zijn jaB aan. Jan schiet toe om te helpen). Gaat mijnheer nog uit Ja, en als mevrouw eerder thuis komt dan ik, zeg haar dan dat zij niet ODgerust behoeft te zgn, want ik ben gaan biechten Hó (Hg, de stoep afgaande) Jongen, dat werd tjjd. Het heeft me werkelijk moeite gekost, om dit aan Jan te zeggen. (Een uur later. Mevrouw komt terug en vindt de huiskamer leeg). Mjjnheer niet bier Mjjnheer is uit. Niet gezegd, wanneer hg terug zou komen Neen. Niets gezegd? Jawelmaar Wat maar? Ik begrijp er niets van. Ik ook niet(gerucht in de gang), maar ik geloof, dat ik mjjnheer hoor.Ja, hg is het. (Mjjnheer komt binnen)Neen, Jan, bljjft nog even Vrouw, ik moet je wat vertellen Ik heb gebiecht. En daar Jan hem met groote oogen staat aan te kjjken, pakt hg hem plotseling bjj de beide schouders. Ja, ouio jongen, dat was twaalf jaar geleden En met jou, hoelang is met jou geleden Met mg (Jan plukt aan zgn schort). MgnheerEnfin, je weet het nu, het hek is van den dam (Ctr AMERIKA. De gevolgen van de boks-niatli tusschen Jeffries en Joihnson. De lejzcr kent de kwestiede neger John son overwon den sterksten blanken vech tersbaas Jeffries in ©ene volgens alle rege len opgezette vechtpartij. Twintigduizend personen woonden den akeligen strijd bij, die onder de' stralen van een warm zonnetje werd gestreden. hg zich zeer aardig, iets wat hij zelden de moeite waard, achttemaar hg was in zoover onoprecht, dat hg wel begreep, dat de bespoediging zjjner plannen door Carlo's verlangen naar Elsa winnen moest. De laatste Zondag in Maart voor Carlo's afreis was aangebroken. Na het eten wees Elsa op de lachende voorjaarszon en op den glinsterenden toren van St. Petrus. „Hoe zoudt ge het vinden, al» we eens een tochtj» naar den Saléve maakten Ze vonden het denkbeeld goed, geljjk alles wat Elsa wilde. Op de bloemenmarkt van Genève, den Molard, die in dezen modernen tgd zgn middeneeuwsch uitzien nog bewaart, namen ze de tram. Het vrjje veld met zgn buitens, zijn groote tuinen, zgn schaduwrijke lanen, zijn wijnbergen en akkers volgen op de straten der stad. Chênes met zijn kleine hnizen, boerenhofsteden, zijn stoffige straat, waarop de meuschen in Zondagschen dos wandelen en kinderen speelden, reden ze door. In Etrambières, dat Fransche dorp, wachtten de ezels op de ZondagsruitersstoudeD de boerinnen in de huisdeuren, kakelden de kippen en blaften de bonden tegen de aankomende tram. Hier begint de Crémaillèr, Men sloot weddenschappen 2 tegen 1, dat He' blanke zou winnen. De beide mannen waren zeer vroolijk, vooral de neger, die voortdurend lachte en schertste. Johnson, die het eerst versoheen, kreeg een ovatie. Jeffries kwam drie minuten later en werd eveneens toegejuicht. Toen in de 15de ronde Jeffries, die nog nooit een wedstrijd heeft verloren, bui ten gevecht was gesteld, bleek het pu bliek zeer teleurgesteld. De strijd was niet eens spannend, daar in elke ronde de tegenstander ver de baas bleek. De vrouw van den neger woonde den strijd bij, terwijl mevr. Jeffries door mid del van de telepho.on op de hoogte Werd gehouden. In de vijfde ronde sloeg1 de neger zijn tegenstander een oog dicht. In de vol gende ronden was Jeffries gelaat met bloed bedekt. In de vijftiende ronde besloot de neger blijkbaar er een eind aan te maken. Jef fries viel tegen de touwen, stond toen op doch werd weer neergeslagen, niet in staat den strijd voort te zetten. En de gevolgen? Vijftien personen gedood, meer dan vijf honderd gewond, waarvan minstons een derde ernstig, de hospitalen en zieken huizen in verschillende steden vol met gewonde negers en blanken, opstootjes bijna in iedere stad en ieder dorp' der Unie ziedaar het beeld dat Amerika bood, den dag na den „grooten" boks wedstrijd. Het talrijkst zijn de opstootjes en vecht partijen geweest in het zuid-oosten des lands waar de neger-bevolking de meer derheid heeft, en nogal gevreesd is maar ook in de groote steden van het Noorden en het Oosten zijn straatgevechten ge leverd met zulk een woede, alsof het een vijand gold dien men tot iederen prijs vernietigen moest. Over 't algemeen hebben de negers de onlusten uitgelokt. Het was reeds meer dan voldoende om de blanke bevolking te verbitteren, dat de negers in groepen door de straten trokken en hoera's uitbrachten op hun „held" Johnson. Maar daarbij bleef het natuurlijk niet. In de. meeste gevallen werd de blanke bevolking getart, uitge scholden en met minachting bejegend, als of het feit, dat een bepaalde noger-John- son, een bepaalden blanke-Jeffries had overwonnen, nu tevens een bewijs was van de physieke minderwaardigheid van het blanke ras tegenover het zwarte. In Mounds (Illinois) werden twee ne gers gelyncht zoo maar gewoon aan den openbaren weg aan een lantaarn paal en een politie-,officier die inet eenige manschappen de orde wilde her stellen werd vlakweg doodgeschoten. Een niets kwaads vermoedende neger die een herberg verliet werd op den drempel van het huis gedood. Drie negers en twee blanken werden gedood bij een opstootje te Ulvadia bij Galveston, terwijl het aantal gewonden zoo groot was dat een dertigtal naar het militair hospitaal te Galveston moesten vervoerd worden, omdat te Ulvadia zelf geen plaats meer was. In een stadje in den Staat Georgia kwam het zelfs tot een uitbarsting tusschen de negers on derling. Een clubje negers dat het waag de zijn misnoegen over 'bokswedstrijden in bet algemeen uit te spreken, werd door een aantaldweepzieke vereerders van Johnson „afgetuigd" met het gevolg dat er vier mannen op het slagveld dood bleven liggen en een twintigtal gewon den door de autoriteiten moest verzorgd worden. In Houston (Texas) sneed een blanke een neger de keel af in ©en tramwagen, waarop de moordenaar kloor een troep ne gers half dood geslagen werd, voordat de politie hem kon arresteeren. Driehon derd matrozen der Amerikaansche vloot die in Norfolk (Virginia) met veel be langstelling de inkomende berichten van den strijd gevolgd hadden, hielden, tpt het resultaat bekend was, een razzia door de straten waarbij zij twee negers dood- die naar den Saléve voert. Door woud en bosch wendt de trein zich omhoogdoor afgronden en langs hellingen stijgt hg dikwjjls schgnt hij nog slechts aan den berg te hangen, terwjjl naast hem de diepte gaaptDij iedere klimming ontrolt zich een ander tafereel, wisselen water en woud, land en wijn bergen met ontelbare verspreid liggende of tot dorpjes geroepeerde huizeneen renzenkaleidoskoop, door feeweging van den waarnemer gevormd. De laatste tocht met Carlo in twee lange jaren, In Zfirich was hij nog in de aabjjheid gebleven; nu zouden zee en landen kern van zgne bruid scheiden. Een plotselinge angst maakte zich van haar meester. De twee jaren schenen haar nu eindeloos; wat kon er al niet gebeuren in dien tgd I Zou zjj het offer niet kunnen brengen Hem bewegen zgn woord terug te nemen Neen, zij gevoelde schaamte, dat zulk een gedachte in haar opkwamzjj dacht aan Jephta's dochter en aan de heerljjke woor den, die Byrons genie haar in den mond legt„Ik glimlachte, toen ik stierf." Elsa lachte met zich zelf. Niet sterven zou ze, Blechts een scheiding, welker dagen ze tellen kon, kalm verdragen. sloegen. In Washington waren het de ne gers die overal onlusten verwekten en de blanken te lijf gingen, tengevolge waar van drie blanken gedood werden. In deze stad werden niet minder dan 236 perso nen gearresteerd. In New-York braken de onlusten éven na middernacht uit. De neger Nelson Fur- ner beproefde een toespraak te houden na het bekend worden van Johnsons over winning, maar een razende volksmenigte viel de negers aan en maakte zich van Furner meester. Hij werd onmiddellijk aan een lantaarnpaal opgehangen, maar de politie kwam nog juist bijtijds om den ongelukkige te redden, ofschoon hij reeds meer dood dan levend naar het hospi taal vervoerd werd. Een andere neger werd echter zonder veel omslag doodge slagen. In den strijd met de politie om Furner werden ruim honderd personen meer of minder ernstig gekwetst. Het beestachtigst ging het toe in het New-Yorksch© negerdistrict de Sanjo Hill, gelegen in de omgeving van de 8ste en 9de Avenue. Hier duurden de onlusten den geheelen nacht. De weinige blanken die in dit district wonen hadden hun huizen gebarri cadeerd of waren bijtijds gevlucht. In iedere straat stonden 4 politieagenten, doch dit aantal was bij lange na niet voldoende en tegen 2 uur na middernacht gebood de politieprefect om de geheele reserve op te roepen. Alsof liet ide ver overing van een belegerde stad drong deze politiemacht bijna 3000 man bet negerdistrict binnen en dreef de menigte na een woedend gevecht uiteen. Vijf doo- den en 40 gewonden waren het resultaat van deze ontmoeting. In Baltimore werden 70 negers gearresteerd wegens ^ongeoor loofd gedrag bij1 het vieren der overwin ning", Volgens de laatste telegrammen zijn er in 't geheel 2 personen gedood, 1753 ern stig en ongeveer 8000 licht verwond. Is het wonder, dat er tal van stemmen opgaan ook in de Unie om der gelijke menschonteerend© worstelwedstrij den voorgoed te verbieden? SPAiVJE. Canalejas en de- anti-kerke lijke politiek. Een fel anti-clericaal Belgisch blad: „l'Indépendance beige" schreef dezer dagen: „De ideeën zijn in Spanje sinds een jaar vooruitgegaan en men begint zich rekenschap ervan te ge ven dat de terechtstelling van Ferrer de geesten krachtig heeft wakker geschud. „De idoode Ferrer is voor het Spaansche clericalismo veel gevaarlijker dan de le vende het was". Juist! De tegenwoordige anti-katholieke beweging, die als niets haar tot staan brengt zal eindigen in ■een anti-dynastieke en in een zuiver re volutionaire, is te beschouwen als een voortzetting voor de maponnieke sooialisti- sche-anarchistische campagne, die door Ferrer en consorten in verbinding met ,de kopstukken van de Fransche revolutio naire beweging op touw gezet werd. Het ministerie-Moret vormde slechts een overgangstijdperk. Canalejas is inderdaad het werktuig van die duistere machten,, die slechts tijdelijk teruggedrongen, voet voor voet het terrein herwinnen en onder huichelachtige leuzen het geheele gebouw der katholieke Spaansche staatsidee trach ten te verwoesten om o>p de puinhoopen daarvan de „Carmagnole" (een revolutie- dans) te gaan dansen! Is het wonder, dat, zooals wij in de laatste berichten van ons vorig nummer mededeelden, de bisschop van Madrid iö den Senaat „met droefheid" sprak over den huldigen politieken toestand. En dan het antwoord van Canalejas 1 „Men moet", zeid© hiji „Katholiek zijn maar moet ook een modern mensch >vezen zonder onverdraagzaamheid". Het is of men Briand hoort spreken 1 Doch laten we het woord van den Spaan- schen premier eens onthouden: „men moet katholiek zijn", en zien in hoeverre hij zich voor het vervolg naai- dit door hem Zij rekendeZevenhonderd en dertig hiervan liet zich niets aftrekken. Hoe uit gebreid zoude het dagboek worden, welks eerste deel Carlo voor uitstekend had verklaard, maar dat ze sedert zgn terug keer vergeten had. En dan zouden ze het te zamen lezen en dan was er van scheiden geen sprake meer. Dus zich dapper heuden Zij durfde het hoofd niet laten hangen. Carlo was gewis al bedroefd genoeg. Ze begon druk te praten en de drie deden moeite er op in te gaan, maar toch was het een droevig gestemd klein gezel schap, dat in Moneetier aan de koffietafel zat, nadat de wandeling naar „dertien boomen" (treize arbres) afgelegd was. Carlo leidde Elsa naar het steenbaldakgn, dat uit reusachtige rotsblokken opgebouwd, in de hoogte stak om het heerlijkste plekje te beschermen. Steil gaat de berg naar beneden, huizen en boomen in de laagte schijnen speelgoed daar achter glinstert het meer en op den voorgrond kronkelt zich de zilveren Aroc door groene weiden. Zuivere, geurige lentelucht omgaf hen op deze hoogte, onder een hemel die uit vlekkeloos safier gevormd scheen, zoo glanzend, zoo blauw, als was hg de afspiegeling eener bovenaardsche, zeiven verkondigde beginsel 'gedraagt. Een katholieke Canalejas „modern" en „verdraagzaam" in den geest der mach ten, die hem voortstuwen 1 een k a t h Or lieke Canalejas, de vriend en geestver want van Lerroux, Perez Galdos, Pablo Iglesias en dergelijken, het is ongeveer als Sani onder de profeten, zegt „De Tijd". JAPAN. De toekomst van het Christen dom. In het Mei-nummer van het pra- téstantsche „Allgem. Miss. Zeitschirift" vindt men een betoog, dat in Japan in breede Christelijke kringen de overtuiging heeft postgevat, dat het Christendom eerst grondig gejapanniseerd worden moet, om in dat land wortel te kunnen schieten. Dr. Takagi, leeraax aan het Methodisten- Seminarium te Tokio, verklaarde o. a. in een voordracht, in het huis der Chr. Jon- gelingsv-ereeniging gehouden: „Het Chris tendom der toekomst in dit land gal een mengeling van Oostersche en Westersche denkbeelden zijn, bestaande uit Boeddhisti sche, Confuciaansche en Christelijke eto menten". Eu de hoogleeraar Ukita, die lid eener „Christelijke Kerk' 'is, maar zich tegelijk een Boeddhist, een volger van Confucius en van Christus noemt, schrijft in het veelgelezen tijdschrift „Miehi" „Wij wenschen dat religieuze menschen van verschillende belijdenis elkander ach ten en over en weet in hun heilige gebou wen hunne godsdienstoefeningen houden. W ij zouden gaarne Amen's en Hallelujah's den Boeddhistischen monniken in den mond leggen en wilden gaarne de Christen nen leeren in de Boeddhistische tempels te bidden. De ongerijmde gedachte, die goo lang de landen van het westen beheersch- te, dat alleen de Christenen beschaafd en verlicht en dat alle niet-Christelijke volken niet beter dan barbaren zijn, is eens en voor altijd weg". Men ziet, voor 't echte Christendom, dat den weg tot de waarheid en fiet leven wijst, gevoelt men al zeer weinig in Japan, wat bij den oppervlakkigen en haovaardi- gen geestestoestand ook niet te verwon deren valt. (C,) Koloniën. Het vergaan van de „Gouverneur van Heerdt" te Curapao: Men meldt ons uit Curapao: Weer heeft de zee negen slachtoffers geëischt. Men treurt nog om de negen zonen van Curapao, die vergaan zgn op de „Prins Willem II" en zie, nu wéér een noodlottige schipbreuk. Zondag, 12 Juni, verliet de „Van Heerdt" des avonds om 10 uur Bonaire met bestem ming naar Curapao. Veertien personen bevonden zich aan boord. Onder dozen was als passagier de heer A. E. J. v. d. Brandhof, gezaghebber van Bonaire met twee dienstboden, alsook de marechaussee Vos, de heer Jan Debrot bensvens twee vrouwen; eene dezer was Martha Inias, meid van den pastoor van Rincon op Bonaire. 's Nachts om 1 uur woei het verschrik kelijk. De stuurman aan het roer wekte den kapitein, Gesrge Marchena, die besloot zelf het roer te nemen, daar de zee woest was en er verraderlijke rukwinden bliezen, terwgl de nacht stikdonker was. Eenklaps, omtrent twee uur, voelde men, dat de wilde zee de „Van Heerdt" opeen klip wierp. De zee liep weg, maar de schoener bleef op de klip zitten en brak in tweeën. Bij den eersten stoot liepen eenigen naar den voorstevenanderen klommen in de masten; maar aanstonds vielen de masten omlaag en in een oogen blik werd het heele schip aan stukken geslagen, 't Was in den donkeren nacht een akelig oogenblik. De zinkende men schen riepen den hemel aan en baden om barmhartigheid en genade. De heer Jan Debrot, die onder in de kajuit sliep, is gered, 't Is niet den eersten keer, dat hij schipbreuk ljjdt; maar altjjd brengt hg het er goed af. Ook nu kon achter hem verborgen heerlijkheid. „Zeg het me nog, indien het je te zwaar valt", smeekte Carlo in overstelpende smart. „Carlo, schat me niet zoo gering". Elsa glimlachte even, maar het ingehouden weenen verstikte bgna haar stem. En zich geweld aandoende ging ze verder „Niet te vergeefs hebt ge je zooveel moeite gegeven voor de ontwikkeling uwer kleinzuster. Zjj weet goed, dat Schillers woorden, „de man moet zich vormen in het bedrjjvige leven", nu zoowel als vroeger waar zjjn". Het zware afscheid was voorbjj en Carlo was ditmaal de troostende geweest. "Egypte is toch maar een kattensprong verwijderd, als men bedenkt, hoe snel een schip vaart. De geheele zaak bestaat enkel in de gedachteer zgn wezenljjk geen afstanden meer. „Wordt ge ziek dan kom ik bjj je", zei Elsa „anders zal ik rustig big ven wachten". Reeds in de eerste dagen na Carlo's vertrek verzocht Ruggiero Louisa en Elsa aan eene ernstige beraadslaging te willen deelnemen en om beider toestemming tot een weloverwogen besluit. „Zonder Carlo?" vroeg Elsa twijfelend. (Wordt vervolgd,.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 5