LERS. ^gazijnen. Wijk bij Heden. HAVE, ANTËLS, IMS, LOKKEN. No 76 Woensdag 29 Juni 1910 Zesde Jaargang, Oanies ETHEOL" FEUILLETON olfaartsdijk bbendijke. nde Telef. No. 10. sterdam, LA ZIEK, Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- tn VBUDAGAÏOHD. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Spanje en de Kerkelijke kwestie. UIT DE PERS. BUITENLAND, ging te Goes be- de heeren eigt van vrijzinnigen tuur: W. B. A. Mulder "Willemsen de Jager Donner. open, wordt u h ier inde soort J)) rke, leverbare- strui- KAPELLE bij GOES. K. Verzekert u dus bij de zich neemt. De verzekering KOOPMANSGOEDEREN, aanvrage JVER, Kade GOES. ig haar op aangezicht en irdt direct voor goed ver lor gebruik van alechta een ieheel onschadelijk. Streng ico toezending na ontvangst issel o£ postzegels 5 cent) iboratorium „Eureka", DEN HAAG. erkrijgbaar bij FKADE BOES. arnesh, Carbolineum, Teer en Koolteer, per Liter en per Vat.) 2NS VOORHANDEN: Carbolballen, Carbol- arbolpoeder, Creolin enz. Aanbevelend, J. PLAZIER. Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrjjdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoorfstraat C 209, GOES. Reclameberiehten 25 Ct, p. r. Bij abonnement speciale prjjs. Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x nerefcend, Dienstaanbiedingen 5 regels voor 26 CL k contant. Zij, die zich met I Juli a.s. op de Nieuwe Zeeuwsche Crt. willen abonneeren kunnen voor zoover in Zeeuwsch-Vlaanderen woon achtig, zich daartoe bij de volgende personen aanmelden Voor Oostburg en omstreken bij dhr. CH. BUIJCK, Violetstraat. Voor IJzsendijke en omstreken bij MICH. GROOSMAN-BOERJAN, Rozemarijn- straat. Voor Hoofdplaat en omstreken bij dhr. F. F. HAMELIJNCK-BOONE. Kerk straat. De Spaansche kwestie geeft aan de bui- tenlandsche, vooral katholieke bladen veel stof tot berichteD en ernstige beschou wingen. In een dezer telegramngbn wordt geklaagd over het feit, dat de grbote agentschappen een onjuiste voorstelling geven van de zaak waarover 't gaat. Die zaak is deze: in 1902 werd tusschen de Spaansche Regeering en den H. Stoel onderhandeld over een modus vivendi,die uit twee bepalingen zou bestaan. De eerste hield in, dat de Congregaties zich zouden doen inschrjjven in de hoofdstad der pro vincie en dan terstond worden erkend. Over de tweede echter kon men 't niet eeDS worden en de,.besprekingen daarom trent werden opgeschort totdat ze met Canalejas werden hervat. Terwijl nu de nieuwe onderhandelingen gaande waren, werd plotseling de geheele modus vivendi als vastgesteld openbaar De Spaansche katholieken, ook de bis schoppen, dachten eerst, dat aldus het re sultaat der onderhandelingen was, maar vernamen uit Rome de ware toedracht der zaak en protesteerden. De regeering trachtte hen te kalmeeren, verklarend, dat niets tegen den godsdienst werd ondernomen, en dat men met den H. Stoel tot overeen stemming trachtte te komen. Maar tegelijk verscheen het decreet over de an-Tere be lijdenissen, waardoor het Concordaat ge schonden werd. Ook niet juist is het met ij ver verspreide bericht, dat de laatste nota van den H. Stoel zoo scherp van toon zou wezen. De Spaansche dagbladen verzekeren, dat de nota niet enkel een protest behelst tegen het regeeringsbesluit, waarbij aan niet- katholieken wordt toegestaan, aan hun kerken uiterlijke kenteekenen van hun «eredienst aan te brengen, maar ook de diepe droefheid van den Paus uitdrukt over de politiek vau het Hadridsche kabinet ten aanzien van den godsdienst. In de nota wordt de hoop geuit, dat de regeering den zin van artikel 11 van de ELSA. 8) I Hoogerop stegen beiden tot daar, waar onder dicht loover een kleine beek mur melend en kabbelend heenvloeit en aan een smallen weg eene eenvoudige bank staat, waar het jeugdige, teere groen zich bevallig omheen windt. De lucht was met geuren vervuld, die de jonge bladeren en knoppen verspreidden en welke op stegen van de aarde, waarop gras en mos een frisch tapijt weefden. De zon neigde naar de kimmen en heur stralen kleurden den hemel met die tooverpracht, welke den avond in het zuiden zéó wonderschoon maakt, dat niets hem evenaart. Kleurschakeeringen ziet men, die niet te benoemen zijn. Met rood en geel doorweven spelen ze dooreen en maken van den horizon een golvende zee van gloed en licht, die langzamerhand overgaat in een .doorzichtig, helder schjjn- sel, waarin witte "wolkjes zweven, die den nacht schijnen te willen verlichten. Elsa zat op de bank en Carlo stomj voor haar. Zij droeg een hoed met groote, jvitto veeren, die haar gezicht verborg. constitutie zal herstellen en elke bepaling betreffende de godsdienstige genootschappen zal uitstellen tot na afloop der onderhan delingen. Canalejas daarentegen stelt zieh op een hoog standpunt „In haar antwoord op de nota van een Vaticaan, zal de regeering aantoonen, dat het regeeringsbesluit betreffende art. 11 buiten het concordaat valt en zal zij het recht van de wereldlijke macht om maatregelen te nemen, welke zjj nuttig acht, staande houden." Dat is tóón. Maarberichten uit Madrid aan de „Croix" meldeD, dat de zetel van den heer Canalejas staat te wankelen. In de kringen der regeering moet men reeds de vaste overtuiging hebben, dat de politiek der laatste weken den vai van het Kabinet noodwendig ten gevolge moet hebben en dat het den premier, met het oog op zijn liberale reputatie er alleen om te doen is, zoo opzienbarend mogeljjk heen te gaan. Ja, zulk een reclamedaad ligt juist in de ljjn dezer lawaai-politiek. Gaat hij heeD, dan is dat aan den krach- tigen weerstand der katholieken te danken. Over het geheele land heeft men zich beslist uitgesproken. En het episcopaat heeft tot twee maleD toe bij de Regeering een „uiteenzetting ingediend, de eerste den 30 Mei, de laatste de vorige week. Deze vangt aldus aan ..Het episcopaat, steeds vol eerbied voor het geaiClde gezag, vriend van den vrede, voorstander en krachtig verdediger der openbare rust, vjjand van alle inneming in de burger lijke zaken van het Rijk, meent, terwijl het zich wacht, eenige moeilijkheid te veroorzaken, niet van zijnij traditie af te wijken, wanneer het thans by het ministerie een allerkrachtigst protest indient. Ons stilzwijgen zou in de huidigeiomstandig- heden gelijk staan neet medepl chtigheid". De bisschoppen wijzen dan op de bewe ging onder het volk, ontstaan door de regeeringsbesluiten, omdat het te vreezeh is, dat deze slechts het begin zijn van een reeks uitingen van een gezindheid, weinig gnnstig voor de Katholieke Kerk. Het volk wil vrede en brood en kan met anti-clericalisme niet worden gevoed. En bij de liefde voor het vaderland smeeken de bisschoppen de regeering, om rekening te houden met den wil des volks, waarvan zij zich de tolken maken. „Aan het einde van den weg zoo be sluiten de bisschoppen die de rogeering wil inslaan, zjjn afgronden, die een patriot niet kan beschouwen zonder dat de tranen in de oogen komen". Men kan hieruit zien, waaruit het fana tieke en inquisitoriale bestaat, waarover de liberale pers het, in verband met het Spaansche Episcopraat, zoo druk heeft. („Centrum.") t) modus vivendi wil zeggenwijze van leven, of wijze van handelen (ten opzichte van de uitvoering van een tractaat oi overeenkomst). Voorzichtig nam hij haar hoed af, en bekeek, als in gedachten verzonken, de blonde lokken, waar 't windeke zachtkens in begon te spelen. Elsa voelde, dat Carlo iets op het hart lag, dat ze nog niet kende en ze ge voelde zich angstig te moede. De gedachte aan het naderende schei den, ;was het eerste verdriet, dat haar kinderlijken vrede verstoorde; ze be greep, dat dit niet het eenige zou blij ven, (maar wist nog geen andere reden iojpt te geven, als een voorgevoel, dat ze niet kon verklaren. Carlo was steeds open hartig geweest; nooit had ze er aan ge dacht, (lat hij iets voor haar verborg. Nu kwam het in haar op, dat degene, die |daar voor haar stond, een vreemde voor haar was; dat de broeder, die alles voor haar was geweest, slechts een droom beeld ,was. „Elsa, ik heb u veel te vertellen, „klonk het eindelek na lang zwijgen van Carlo's lippen op een toon, die Elsa vreemd scheen. Zijn stem klonk koel; zij verried zijn vast .besluit ernstig met haar te spre ken. „Spreek! Carlo," smeekte ze toonloos, (Én meer werktuigelijk dan bewust sprak h(j: Een bezadigd woord. De ^Standaard' "begint haar overzicht van de Vrijdag gehouden Kamerzitting met eenige korte beschouwingen, die al leszins de aandacht verdienen. Het anti-revolutionair orgaan schrijft Het voornaamste punt, dat giste ren nog op de agenda der Kamer stond, was wel |de interpellatie over de jongste pauselijke encycliek. Wie deze encycliek onbevangen leest, zon der de vooropgezette meening, da.t de paus bedoeld heeft, de protestan ten, hunne vorsten en volken te tref fen, zal moeilijk met eenige zeker heid tot de conclusie kunnen komen, dat beleediging van dezen in 'spau-, sen bedoeling gelegen heeft. Zeer veel is er in de encycliek, dat (door ieder g e l o o v i g protestant kan beaamd worden. Wel spreekt het vanzelf, dat er meen'ingen in uitge sproken worden, die van protestant- sche zijde geenszins aanvaard, ja zeer afgekeurd moeten worden, maar in zoover de strijd erin aangebonden wordt tegen modernisme en vrijden kerij, tegen neutraliteit van het on derwijs, verwildering der zeden, af val van het geloof aan God, en wat dies meer zij, kan ieder protestantsch geloovige zich er mee vereenigen. Zeer opvallend is het, dat de paus op het oog heeft iu de eerste plaats landen als Spanje en Frankrijk en andere, waar het katholicisme moei lijke dagen doormaakt. Tot de overtuiging, dat het 's pau sen intentie niet was het protestan tisme te beleedigen of den naam der hervormers te bekladden, komt men nog meer, wanneer men de möeite neemt, de levensberichten van Ka- rel Borromeus na te slaan. Dan zal men toch bemerken, dat deze man wel-is-waar s,trijd voerde tegen het protestantisme, maar allermeest in direct, door inwendige hervorming van de Roovnsche kerk. Na hierover in enkele hizonderheden te zijn getreden vervolgt het blad: Het ligt dus ten eenenmalo voor de hand, dat de Paus in zijn ency cliek in de eerste plaats het oog heeft op de toestanden van thans, die min of meer overeenkomen met de toestanden van toen, waartegen Borromeus te velde trok, en op zijn hoogst slechts „nebensachlich" de hervormers, wier pamen bij alle ge loovige protestanten, ook in onzen lande, in hoog aanzien staan, heeft willen bestrijden. We geven gaarne toe, dat de paus ontactisch te werk is gegaan. Het ligt echter niet op onzen weg, de encycliek te verdedigen of te ver- oordeelen. We hebben het boven staande alleen vermeld, omdat het ons voorkomt, dat de overdreven drukte, zoo hier als in het buiten- „Elsa, gij zijt mijne zuster niet!" Zij staarde hem verbaasd met wijd geopende oogen aan. Die woorden begreep ze niet; ze dacht, dat alles om haar draaide. „Ik ben uw zuster niet! Een bedelaars kind! Waar vondt ge mij"? Zeg het gauw!" riep ze driftig. „Elsa! Elsa!" Zij' lette daar niet op. „Pijnig me toch niet zoo wreed 1 Wat ben ik? Wie ben ik?" „Mij en ons allen zijt en blijft ge Elsa. Zóó noemde ik u, toen ge bij' ons kwaamt om mij.i leven te veraangena men, dat zonder u eenzaam en droevig zou gebleven zijn; het oude huis kreeg door u alleen gezelligheid; gij werdt de vreugde en het geluk van vader en tante; gij waart een geschenk van God, waarvoor we Hem dagelijks danken!Door aandoe ning overmeesterd h eld hij opElsa bleef sprakeloos. De maan stond, als een goede herder, te midden zijner wolk-lammeren, toen Car lo en Elsa naar huis keerden. Zij spie gelde zich zoo vrooilijk in hot water, als lachte ze er over, wederom een geheim het eerst te kennen. By' het licht der lamp onderzocht Louisa angstig Elsa's ge laatstrekken. Deze schenen haar vroolijk en opgeruimd. Wonderlijk! bij het aan land van protestantsche zijde gemaakt naar aanleiding van de encycliek, vol komen ongemotiveerd is. Dat de vrij zinnigheid aan die drukte heftig mee doet, kan ten volle daaruit verklaard worden, dat ide paus het ongeloof met zijn uitvindselen van schoolneu- traliteit als anderszins piet zeer zacht zinnig behandelt, maar hét forsch aanpakt Deze beschouwingen getuigen niet slechts van kloekheid en van durf, maar ook voor een ieder die zien w i 1, van juist inzicht, wat de bedoeling des Pau sen betreft. i De „Standaard" zet hier weer eens recht, wat onder het gerei der anti-pa- pisten, ook in 't oog van vele geloovige protestanten scheef is komen te staan Wij hebben reeds vroeger de opmerking gemaakt, dat betwijfeld mag worden of zij, die zich laten mee sleepen door het tumult over de encycliek, of daaraan zelf meedoen, den inhoud van dat pauselijk stuk wel kennen. Bij het vele opgeworpen stof worden de oogen licht verblind. Nuchter en zakelijk legt de „Standaard" den nadruk op datgene, wat tastbaar 's Pausen oogmerk was, en doet zij uit komen, dat er ook in deze encycliek zeer veel is, dat door iederen geloo- v i g e n protestant kan worden beaamd» Het zijn de modernisten, de heel- en half-ongeioovigen, die bij de overdre ven envolk omenongemotiveer- d e drukte over dezen omzendbrief be lang hebben en deze mede om po litieke redenen stelselmatig aanj- wakkeren. De „Standaard" deed een goed werk, met dit voor hare lezers nog eens in het juiste licht te stellen. (Centrum.) FRANKRIJK. Een 3 pion gearresteerd. Eenigen tijd geleden trachtte een vreemdeling, waar schijnlijk een Duitsch kapitein, van een sergeant der artillerie te Laon inlichtingen te verkrijgen aangaande de Fransehe be wapeningen en speciaal aangaande de constructie van de nieuwere kanonnen. De sergeant waarschuwde dadelijk zijn kolonel, die, na overleg met andere militaire autoriteiten, besloot, dat men den spion want dit was ongetwijfeld de vreemdeling - een strik zou spannen. Op last van den kolonel stelde de sergeant zich opnieuw in verbinding met den vreem deling, en hij nam hem nu Zaterdag caee naar de kazerne van Laon. De spion, die een photografie Kestel bij zich had, nam eenige kiekjes en begaf zich vervolgens, vergezeld van den sergeant, naar de onder- oflicierenkamer, waar hij den aanwezigen sergeants champange aanbood. Op het oogenblik, dat hij de deur uit ging, versperde hem een kapitein den weg en vroeg hem of hij officier was. De vreem- staande vertrek en de zoo even zeker plaats gehad hebbende openbaring! Ruggiero trad uit den pas gesloten win kel binnen. „Ik heb vandaag goede zaken gemaakt; de oude kruik heb ik wonder genoeg verkocht. Hier Elsal hebt. ge het vijfde deel, dat ik u beloofde, ingeval het me gelukte ze te verknopen. Die Engelschen met hunne vermeende geleerdheid vergis sen zich soms deerlijk en blijven dan hard nekkig hun meening volhouden". Ruggiero was een uitstekend kenner en had een edel karakter. Ook nu had hij ronduit verklaard, dat het aardewerk ©en namaaksel was. De kooper meende het beter te weten en was verrukt een zoo goedkoopen handel gesloten te hebben en hield de anderen voor bedrogen. Elsa beschouwde onverschillig de groote vijffrankstukken, die Ruggiero voor haar neer legde. „Voor u,we reis", zei ze, ter wijl zij ze naar Carlo schoof. ;,Ge zijt een verstandig kind", begon Ruggiero, „dat ge Ze viel 'hem in de rede: „Vader, tante, nu eerst ken ik u goed". Over de tafel heen gaf ze hun de hand „Ge hebt me bemind, zooals mien zijn eigen kind nauwelijks lief heeft". Ruggiero was getroffen; maai*toch poog- Welk weder zullen wij hebben Verwachting tot aan den avond van 29 Juni Matige tot krachtigen, Zuid-Westelijke tot westelijken wind, betrokken lucht, regenbuien, weinig verandering van temperatuur. deling kon niet uit zijn woorden komen en werd zoo wit als krijt. Oogenblikkelijk werd hy gearresteerd. Dadedelijk heeft men een onderzoek in gesteld naar 'smans indentiteit en plannen, maar tot nog toe zonder resultaat. De hertog van Alengonziek- Op zijn kasteel te Belmont bij Wimbedon, een voorstad van Londen, ligt de bekende hertog van Alengon ernstig ziek. Zaterdag heeft de hertog de laatste H. Sacramenten ontvangen, in tegenwoordig heid van den hertog en de hertogin van Vendöme, van den prins en de prinses van Beieren, de twee prinsessen ven Orleans enz., De hertog werd 12 Juli 1844 te Neuilly geborenhij huwde prinses Sophie, hertogin van Beieren, die bij den brand in de Bazar de la Charité omkwam. Botsingen tusschen arbeiders en politie. Vele arbeidersorganisatie e waren Zondag te Parijs vertegenwoordigd bij de begrafenis van den schrijnwerker, die bij en botsing tusschen politie en arbeiders de vorige week gedood werd. Op het oogenblik, dat de begrafenisstoet gisterenmiddag de Faubourg Saint-Antoine passeerde, werden op de daar opgestelde politieagenten vijf revolverschoten gelost. Eén agent werd licht gewond. Er ontstond toen een geregeld gevecht tusschen de politie en de ordeverstoorders. De ruiten van een politiebureau werden ingegooid en de menigte maakte zich meester van 'n houtwerf, waaruit zij de politie bestookte. Deze voerde verschillende cherges uit. Verscheidene personen werden gewond, waaronder twee vrouwen. Een groot aantai betoogers werden gearresteerd. (Reeds in het kort onder de laatste berichten in ons vorig nummer vermeld). BELGIË Gaan Woeste en Beernaert heen? Tegen November worden in België groote politieke gebeurtenissen verwacht. Meldde het „Handelsbl. v. Antw." voor eenige dagen, dat een belangrijke wjjziging in het zittend ministerie te verwachten was, thans komt de „Métropole" met de primeur, dat Woeste en Beernaert waarschynlyk in dien tijd, of misschien al vroeger, uit het poli tieke leven zullen heengaan. Het zijn twee van onze leiders, zoo schryft het Antwerpsche blad, die 40 jaar op de bres hebben gestaan, die aan de gevechten deelnamen, en iederen dag zonder rust hebben gestreden voor de verdediging van onze beginselen. In de eerste plaats de heer Woeste, die niettegenstaande zijn zwakke gezondheid in de hij' een vroolijken .toon aan te slaan. „En dat blijft zoo, mijne dochter. Eigen lijk houden we nog meer van u, dan van Carlo, maar hij gunt het u". „Van harte", bevestigde deze. En al hare wilskracht verzamelende, ging ze dapper voort: „Maar nu, wij, wij,vindt gij het goed, dat ik Carlo's vrouw word?" De beide oudjes staarden elkaar sprake loos aan; deze snelle, voldongen oplossing ging hun bevattingsvermogen te boven. Louisa kwam het eerst tot bezinning,,'t Is wat mooismaar kind, wie weet uit welke vorstelijke of grafelijke familie ge stamt en wat het leven u nog biedt!' „Ik ben tevreden", onderbrak Ruggiero zijne zuster, „maar met dat huwelijk is het tijd genoeg". „Eenige jaren, ja zeker", bevestigde Elsa, „verloofd zijn we echter en dat is genoeg, als gij er mee tevreden zijt". „Geheel en al", sprak Ruggiero plech tig; „maar, als ge eens van gedachte ver andert?" „Ik? Nooit! En Carlo evenmini" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 1