mim. IE DUIF lNTELS mim. No. U. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 25 Juni 1010. SEME;HSD NIEUWS Magazijii „Bitter" Lange Vorststraat C 237-238, Goes. T WEL. FEUILLETON. j. piazier. A. L. van Melle. J. Jj. HÜIJSSEN. KEIJZER, Tandarts, infelmagazijn bal C 32. MIDDELBURG. pecialiteit in I o u s e n >ctoire Rokken ostuum- en Inderrokken He Costuums o rsette n. iale afdeeling voor IAATWERK. Oude Jenever. LIJDER Ie Goes. Schapenhouders geroepen ïfsche Wagens, P. MEIJLER, ELSA. Vertrouwd en voordeelig adres voor Uitsluitend soliede kwaliteiten. Voortdurend in alle artikelen groote voorraad en keuze. de Herstemming op I beveelt de Chr. Hist, jiging ten zeerste aan en |iet merk r» Dinsdag te GOES te con. 1 ten huize van W. Gr. v. SVELD, Lange Kerkstraat 10—41/,, uur. gesorteerd en meest nmeerd Manfelmagazijn. Dames en Kinderen. ite coupe, fijne afwerking. leefd aanbevelend, Jen bij den Heer s. DINSDAG 28 JUNI [ir iu Café Centraal t« Goes, aogelijkheid te bespreken om jenwol coöperatief ige Schapenhouders. biste, de fijnste en de Zeeuwsch model, verd door P. MEIJLER, op lantie. fikaat vanaf f325. Koi>ing Eduard VII Katholiek Wij ontieeneu aan de Rappel van Char leroi het volgende „Wij zijta in sta :.t om zonder vrees voor tegenspraak, vjike niet zal uitblijven, het volgende nieuws te bevestigen, waarvan de belangrijkheid voor een ieder in 't oog springt: Eduard Vil heeft op den dag van zijn overlijden een onderhoud onder vier oogen gehad met een katholiek pre laat. „Wij vernamen het van een onzer vrien den, die reeds verscheidene jaren in Lon den woonj. „Den dag na den dood des kanings zeide hem een aanzienlijk protestant, die op het paleis was ontboden uit hoofde van zijn ambt, in vertrouwen: „Weet gij, dat uw bisschop tot den koning is door gedrongen en dat hij alleen met hem ge bleven is?' „Deze woorden doelden op mgr. Vau- ghan, een broeder van den betreurden kardinaal. „Het is zeker, dat deze ijverige Pre laat geen gunstige gelegenheid om te han delen zal hebben laten ontsnappen en iedereen herinnert zich, dat Mgr. Vaughan, tijdens de ziekte des konings in den aan vang zijner regeering, gedurende de ope ratie, die de zieke moest ondergaan, het paleis niet verlaten heeft. Eduard VII katholiek? Is het de ge nade, die hij ontving te Lourdes, een maand voor zijn dood, toen hij eerbiedig het hoofd ontblootte bij het voorbijtrek ken der processie van het H. Sacrament? Of wel, zou het waar zijn wat men- schen gelooven, die wel ingelicht schij nen dat hij sedert verscheidene jaren reeds katholiek was en dat hij dit moest verhelen uit eerbied voor den „godsdienst van den Staat"? „Dit is een punt in de geschiedenis, in teressant om op te helderen". Wij kunnen hier nog aan toevoegen, dat Mgr. Vaughan in de Etudes een zeer waar- decrend artikel aan de nagedachtenis van koning Eduard wijdt en hem vooral roemt om zijn charitatieve eigenschappen. Volgens Mgr. Vaughan moet de koning millioenen aan liefdadige instellingen heb ben weggeschonken. Uit Russisch Polen. Sinds gerui- men tijd was men in Polen benieuwd naar de gevolgen, die het onderzoek van Neidhart omtrent de handelingen van ver schillende ambtenaren, bij .hetwelk zoo vele schandalen aan het licht zijn gekot- men, zou hebben en tal van hoog- en zelfs minder hooggeplaatste ambtenaren, wier geweten niet zuiver was, hebben sedert het begin van het onderzoek een hangen tijd doorleefd. Thans is eindelijk de bom gebarsten; drie hooge ambtenaren van de intendance, luitenant-generaal Loe- ba, kapitein Lyskaud en hofraad Boutsch- Bogdanowski, zijn Zondag in hechtenis genomen, en deze arrestaties zijn Maan dag gevolgd door die van den hoofdinge nieur Marsjefki, die den bouw van de derde Weichselbrug heeft geleid, en van den onderchef van het post- en telegraaf- wezen te Warschau Lielenski, allen we gens atpersing Te verwachten is, dat spoe dig nog een aantal anderen achter slot en grendel zullen worden gezet. Dat echter de toestanden ook maar in het geringst zullen verbeteren, gelooft niemand in Polen, zegt de berichtgever van het „Berl. Tageblatt". Maar toch is de revisie een groot voordeel voor een aantal openbare aangelegenheden, bijv. voor den bouw van de derde Weichsel brug, die wegens „geldgebrek" de v.oor handen geldmiddelen werden met buiten gewonen spoed gestolen niet kon wor den voortgezet, voor de opera, wier voort bestaan weder verzekerd is, daar zij thans aan den Staat overgaat, en voor andere. En toch is er ontevredenheid gewekt, want tal van kooplieden lijden' groote schade, nu zij zullen moeten leveren op voorwaarden, die hij de aannem'ng wel 6.) Ruggiero en Louisa vernamen de zaak eerst-, toen ze afgedaan was, en spraken, wel niet rechtstreeks afkeurend, maar toch verwonderd, over het zelfbewust optreden der huidige jeugd. De professor was ontevreden. Elsa was eene leerlinge, waarmede hij schitteren kon, en ze gaf hem geen afdoende reden, waarom ze het aanbod afsloeg. Het waarom kwam niemand te weten, het bleef een geheim tusschen haar en Carlo, Hij was nu achttien jaren en zijn levens plan was gevormd. Het machinewezen had hem altijd aangetrokken: in oudheden stelde hij, tot droefheid van zijn vader en Elsa, geen belang. Wat er in Génève tot zijne ontwikkeling kon gedaan worden, was gedaan. De tijd naderde, dat hij, hetzij in Zurich, Duitsch- land of Frankrijk, eene werktuigkundige school moest bezoeken. Het kostte strijd voor Elsa het inzag „Hoor eens, Carlo", weerstreefde ze, „hoe verstandig en beerljjk zou het zijn, als we gesteld waren, maar waaraan men zich van geen van beide zijden dacht te hou den. Want het zwendelsyst-eem van 'de intendance had het geheele zakenleven vergiftigd. Het spoorwegongeluk b ij V i 1- 1 e p r e u x. Het ministerie van publieke werken heeft een lijst van achttien slachtoffers gepubliceerd. Acht lijken verkeeren in zulk een toestand, dat zij onkenbaar zijn. De herkenning zal zoo niet onmogelijk, toch uiterst moeilijk zijn. Te Villepreux komen nog voortdurend familie en vrienden aan van personen, die naar men vermoedt zich in den trein hebben bevonden, om inlichtingen omtrent hen in te winnen. Ongelukkig zijn de over blijfselen van vele lijken beslist onken baar geworden, en moet men uit een of ander voorwerp of kleedingstuk de iden titeit trachten vast te .stellen. Zoo werd het lijk van den heer Hellard uit Saint- Remysur-Ave herkend aan 'n ring, dien men in de puinhoopen vond. Vrienden van dr. Baumany hebben hem meenen te herkennen aan zijn hoed. Alle voorwerpen, die op 'de plaats van het ongeluk worden gevonden, zijn in een afzonderlijke zaal neergelegd. Al de lijken en de overblijfselen der lijken zijn Zon dagavond gekist. De kisten zijn in een loods geplaatst, die in een rouwkapel is veranderd. Zij worden door gendarmen bewaakt. Een meisje van 14 jaar, dat bij'na ge heel verkoold was, werd herkend aan haar schoenen, die onbeschadigd waren gebleven en aan een ring, die ijlen op de overblijfselen terugvond. Een ander her kende zijn vrouw slechts aan een sleu telbos, die op een verschrikkelijke massa van gebroken houtwerk werd terugge vonden. Ontzettende tooneelen spelen zie-h voort durend af op het station en in de zalen waar de verschillende overblijfselen be waard worden. Een jonge vrouw, die wel dra moeder zou worden, is plotseling krankzinnig geworden. Maandagmorgen om vijf uur heeft men nog twee lijken gevonden, die eveneens verkoold onder de machine van den ex press lagen. Een ooggetuige van het spoorwegon geluk te Villepreux, de spoorweg ambtenaar Paty, heeft daarvan de vol gende schildering gegeven: „Ik ben een der eersten geweest, die 15 jaar geleden in den brandenden weldadigheidsbazaar in de rue St. Goujon te Parijs binnen drongen om hulp te verleenen, maar welken afgrijselijken indruk het gebeur de van destijds ook bij mij heeft achter gelaten, wat ik gisteren heb gezien, was oneindig akeliger en veel sterker dan de stoutste fantasie zou kunnen verzin nen. Ik heb zeven personen, die vree- selijk .verminkt waren, onder de stuk ken van de wagens vandaan gehaald, een kind van vier jaren is in mijn ar men overleden. Alle gewonden smacht ten naar water. Er was echter te wei nig water aan het station." Daarna vertelde hij nog eenige bijzon derheden omtrent den toestand van de gevonden slachtoffers, die echter zoo griezelig zijn, dat we ze onzen lezers liever besparen. D-evorstderhoteldievenvoor 't gerecht. Dezer dagen is voor het hof van gezwo renen te Bozen het hoofdproces tegen de grootste van alle tot dusverre bestaan hebbende internationale hoteldievenben den begonnen, n.l. tegen het Hornschuh- genootschap, dat sedert 10 jaren bestond en zoo uitnemend georganiseerd was, dat gewikste leden der benden op elk gege ven oogenblik juist daar konden optre den, waar een „goede slag" te slaan viel. Aan het hoofd der bende stond de thans 34-jarige, uit Bathal in 't hertogdom Gotha geboortige ex-schoorsteenveger Al- bert Hornschuh. Geen hotelkamer was voor hem veilig. Hij klom aan bliksem afleiders, regenpijpen en dakgooten op en hier alle samen konden blijven, en dat gij in oudheden handeldet gelijk onze vader en onze grootvader. Daartoe behoort studie, het is gewis een belangrijk vak. De machines zijn dom, wat hebt ge er aan?" Ze schreide, toen Carlo standvastig bleef. Ze maakte zich evenwel niet boos op hem, maar gaf den tijd de schuld, die alles inspan de om kalme en tevredene menscheu, gelijk vader, tante Louise en zij zelve waren, te verontrusten. „Eskalada, eskalada(Beklimming), jubelde een fantastisch gekleede, kleine persoon, die zich met welgevallen in den tot den vloer-reikenden rococospiegel, welke zich in de gezellige, groote huiskamer bevond beschouwde In verschillende stijlen gemeu. bileerd, met bloemen versierd en aangenaam warm had dit vertrek een recht huiselijk aanzien. Wie was toch die sierlijke verschijning? „Egyptische", zou Elsa aanstonds geant woord hebben, en 't was ook inderdaad zoo. De roode, korte rok met gouden hierolyphen bezaaid, het zwart fluweelen lijfje over de witte zijden blouse, de keten van kostbare oude munten onderscheidden haar als een Zigeuner-prinses I maar de gouden tiaar met afhangenden sluier, die zoo sierlijk op het neer, als waren het de mooiste ladders. Gedurende de laatste jaren had de bende zeer veel nut van een nichtje van Horn schuh genaamd. Deze had iu opdracht, als bevallige en „interessante" jonge dame do hotelgasten in de eetzaal om zich heen le verzamelen en aan de praat te houden, terwijl het mannelijk deel der bende ondertusschen in de kamers „werk te". Zij en andere vrouwelijke leden loer den ook de goede gelegenheid af. De bende had, deftig, een secretaris in een zekeren Willi Starte, die meestentijds te Parijs woonde, en vandaar door een drukke cor respondentie, 't verband tusschen de af zonderlijke deelen van het dievengenoot- schap bevorderde. De bende, die ongeveer 220 leden telde heeft ongeveer, voor zoo ver althans te bewijzen is, voor 3 millioen mark buitgemaakt aan geld, juweelen enz. Zij bezocht alle groote steden, vooral ook badplaatsen. De dieven en hunne dames reisden steeds zeer voornaam en benut ten reeds hun reis, pan. achter „goede zaken" te komen. Het arresteeren der bende, is voor een groot deel te danken aan de Berlijnsche recherche. Eenige le den, die reeds lang in voorarrest zaten, zijn al veroordeeld. Het hoofdproces te Bozen, waarvoor voorloopig 4 dagen zijn bestemd, heeft alleen betrekking op de inbraken en diefstallen, die in Oosten rijk en Zwitserland zijn gepleegd. Gevecht met meis j e s r o o ve rp. Eén neergeschoten. In liet bosch van Reckem hielden zich drie kerels, die door de politie opgezocht werden, ver scholen. Een meisje uit de gemeente werd door hen aangevallen en in een koren veld gesleept. Het kind kon echter om hulp roepen en dadelijk kwam het volk van alle kan ten toegesneld, waarop de schelmen de vlucht namen in een ander korenveld, van waar zij op hunne achtervolgers scho ten, zoodat niemand het eerst durfde wa gen in het korenveld te gaan. Een jongeling, gewapend met een revol ver, vuurde nu in de richting van waar de revolverschoten schenen voort te ko men en een der schelmen werd neergeveld. Daarop sprong het volk in het koren veld en hield er een tweeden schurk aan, die aan een boom gebonden werd, in af wachting der aankomst van do gendarme- die hem, later naar de gevangenis van Moescron overbracht. Een tocht met hindernissen. De 620-kilometer wedstrijd per auto van Bazel naar Kleef werd Zondag to Kleef beëindigd. Twee en zestig renners hadden er aan deelgenomen en, zooals gewoonlijk, liep ook deze tocht niet zonder ongelukken af. Bjj Bonn viel een der racers met zoo'n smak van zijn auto, dat hij bewusteloos bleet liggen. Weer bijgekomen, zette hij den tocht voort, viel opnieuw en brak zijn arm. Voor Keulen en Bonn waren op den weg nagels gestrooid, waardoor vele automobielen averij opliepen en wegens delect der rijtuigen achterbleven. Een uur voor .den verwachten tijd re den de eerste aankomers Kleef reeds bin nen en zaten zoo dicht opeen, dat men meende, dat den eersten in de rij een ongeluk zou overkomen. Gelukkig l ep al les met een lichte verwonding af. Een aanvaring. Volgens een be richt uit Holyhead heeft nabij Holyhead een aanvaring plaats gehad tusschen de stoomboot „La Roebelle van Bayonne, komende van Bilbao en de Iersche stoom boot „Zews". De „La Rochelle" is gezonken met 10 man, waaronder de kapitein. Negen an deren konden zich in een bootje redden en werden te Holyhead door de stoom boot „Panmure", die ze in zee oppikte, aan wal gezet. Een der passagiers van de „La Ro chelle' 'werd zoo erg gekwetst, dat hij' stierf in het bootje dat hem vervoerde. De botsing gebeurde in een zoo dichten aardige hoofdje stond en het blonde haar, dat er onder glinsterde, getuigen tegen de Egyptische. Dit costuum beviel Elsa bijzon der de anderen vonden het verrukkend na zich in den spiegel bewonderd te hebben danste ze met haar sierlijke laarsjes de kamer op en neer, zacht zingend en kleppend met castagnetten (kleppers). Een zilverreine bel klonk van uit de deur er tusschen. De schoonste roover, in zwart en rood en goud, met al den smaak gekleed, zooals het tooneel of de maskerade dien eerbiedwaardigen stand te zien geeft, stond tegen den deurstijl. Het was dien avond maskerade in Genève. Geen alledaagsche, zooals men die ook elders ziet; neen, de historische, die alleen deze stad bezitde geliefkoosde en beroemde Eskalade! Voor driehonderd jaar ongeveer in den nacht van den 12en December voeren de Savoyaarden in alle stilte de Rhóne op, ontscheepten zich, plaatsten ladders tegen de oude stadsmuren om ze te beklimmen Maar de burgers waren op hun hoede. Overal werd 't levendig op de pleinen en in de straten't geschut verpletterde de stormen den, de ladders werden omvergeworpen en de overval mislukte deerlijk. In den loop der jaren werd deze eskalade (beklimming) niet vergetenbewaard bleef ook het mist, dat men onmogelijk van 'teene eind van 't schip naar 't andere kon zien. De Kroningseed en deEcht- soheiding in Engeland. De „English church Union", vertegenwoor digend het meest intelligent gedeelte der Aoglikaansche Kerk, houdt thans hier ïtregeld zittingen, em alle voorname vraagstukken, betrekking hebbende op godsdienst en moraal, te bespreken. Lord Halifax als president, gaf Vrijdag zijn opinie over den Kroningseed en over de wet, die de echtscheidingen regelt. Het is de moeite waard om te lezen, wat deze protestantsche edelman denkt over deze twee vraagstukken, die hier thans erg en drufc worden besproken. Wat den kroningseed betreft, zoo heeft AEquith beloofd, dien te zullen veranderen, en dit heeft natuurlijk de ultraprotestant- sche partij aangevuurd, om meetingen te houden eu te protesteeren tegen eenige verandering in de beleefigende woorden, door den vorst te gabruiken bij de eerste gelegenheil, dat hij zijn parlement begroet. Wat de echtscheidingsivet betreft, zoo is hier al sedert geruimen tijd een commissie bezig, om die zoo te veranderen, dat het gemakkelijker zal worden gemaakt, om eene echtscheiding te verkrijgen en dat de gerechtskosten lager zullen worden gesteld voor het publiek. Wat den kroningseed aanging, zoo zei lord Halifax „De inhoud en de bewoordingen van den kroningseed zijn niet te verdedigen, en om logisch te zijn, zijn wjj verplicht deze in den tegenwoordigen vorm geheel af te schaffen „Den Koning te dwingen, de woorden thans vervat in den Kroningseed, uit te spreken, is een beleediging, noodeloos aangedaan aan millioenen loyale onder danen van den sonverein, ia eene belee diging aaQ het gezond verstand der natie, om nog niet te spreken van den theolo- gischen onzin, vervat in de bewoordingen. De eed is verder een skbaDdvlek op de christelijke liefde, ja, een schandvlek op den Koning zelf, zoodra de woorden over zjjn lippen waren. „Waarom zou de koning niet kunnen wordon behandeld als een „gentleman" voor wien het gegeven woord voldoende was „Indien ik zou staan in de plaats van den koning, zou ik weigeren de woorden uit te spreken, en dan wilde ik wel eens zien of het land mij zou ondersteunen, of zoude meegaan met een kleine groep van onwetende fanatieken, wier godsdienst bestaat uit onwetend vooroordeel, en gemis aan christelijke liefde". Lord Halifax eindigde met den wensch uit te spreken, dat de kroningseed, in welken vorm ook, geheel zou worden afgeschaft. Naar aanleiding der nieuwe seheidings wetten zei dezellde spreker het volgende: „Wij zjjn van meening, dat de echt scheiding tusschen wettig getrouwde per sonen niet mag bestaan. Als Christenen, zinden wij het leven met een anderen man of met eene andere vrouw, door een per soon, die nog een andere vrouw of een andere man bezit, onzedelijk. „Het gerechtshof, waar scheidingspro cessen werden uitgesproken, was het wel bekende middelpunt van vnlsche eeden en geheime afspraken. „Als een bewijs van de gevolgen van het gemakkelijker en goedkooper maken van echtscheidingen, wil ik Roosevelt aan halen, toen hij over dit punt sprak met betrekking tot Amerika. De oud-president was de overtuiging toegedaan, dat de echt.cheiding een ernstig gevaar werd voor de beschaafde samenleving." Het is heel opvallend om een dergelijke opinie te hooren over de wetten, die de ontbinding van het huwelijk tot doel hebben, en het is zeker eene groote voldoening voor de Katholieke Kerk, die altijd heeft gepredikt, dat het huwelijk onontbindbaar is. Nu beginnen andersdenkenden reeds naar haar toe te komen, en geven Haar ook op dit punt gelijk, en bewonderen Haar in stilte, want het is een genot in deze aandenken aan Mère Royaume, die vader landslievende burgeres, die den voor het wasehfeest gekookten reuzenketel soep den vijanden kokend heet op den kop goot. Sedert dien nacht van 'tjaar 1603 werd het gebruikelijk den llen en 12en December 's avonds maskerades in de straten te houden en zag men voor de ramen der banket bakkers nabootsingen van den soepketel en der krijgswerktuigen uitgestald. In den ouden tijd wandelden de burgers slechts met gekeerde pelsen en mutsen rond en vertoonden zich alleen zeer eenvoudige maskersmaar met de jaren steeg de weelde Alle standen en iedere leeftijd namens allengs aan de pret deel. In de Rues Basses en de breede Corratie bewoog zich de menschenzee in het electrisohe lichtuit- gelezene costumes en volksdrachten ver toonden zich naast komisch uitgedosten en gestalten met dierenkoppen. De trams stoptenrijen van kinderen, als vlinders gekleed, versperden de straten mannelijke en vrouwelijke hansworsten dansten rondkuchende, oude boeren-paart- jes; burgers en burgereasen uit het verleden drentelden achter den trotsch stappenden globe trotter (iemand, die de wereld door reist) of den nagebootsten Engelschman; hier en daar zag men een ridder, landsknecht tijden van geloofs- en zedenverslapping naar een rechter te kunnen gaan, die altijd consequent bljjft, en die in staat is, en ge rechtigd is, de H. Schrift aan het volk uit te leggen. (Centrum) Een Dwergvolk. Onlangs is mee gedeeld, dat de door de „Britsch Ornitbo- gist's Union" uitgezonden expeditie tot onderzoek van het sneeuwgebergte op Nederlandsch Nieuw-Guinea een zeer be langwekkende ontdekking heelt gedaan. Op een hoogte van ongeveer 600 M. trof zij een dwergvolk aan, waarvan de grootte 1.27 M. bedroeg en dat waarschijnlijk tot de Negritas gerekend moet worden. Volgens de tot dusver gehuldigde opvatting bewoon den de Negritas drie ver van elkander gelegen streken: de Adammanen-eilanden in de goif van Bengalen, het Noordelijk deel van het Schiereiland Mallakka, waar zij Semangs genoemd worden en enkele deelen van de Philippijnen, in het bijzonder Luzon. In alle deze streken zijn de karak teristieke eigenschappen van het ras op vallend gelijk: er wordt bijna geen man aangetroffen, die grooter is dan 1.50 M., terwijl de vrouwen zelden grooter dan 120 M. worden. Teekenend zijn de zeer donkere huidkleur, die het meest gelijkt op een pas gepotloode kachel, de platte neus, die ongeveer even lang als breed is, en het uiterst fijne kroeshaar. De mensohen zijn wel klein, maar in geenen deele misvormd. De armen zijn naar verhouding langer dan bij de Europeanen, maar het onderscheid is niet zoo groot als tusschen Europeanen en de dwergvolken in midden-Afrika. De negritas zijn nomaden en leven uit sluitend van jacht en visscherij. Hun voor naamste wapen is pijl en boogde pijlen zijn doorgaans gedrenkt in vergiftige stoffen. Ook gebruiken zij een hoogst eigenaardige inrichting voor „automatisch schieten", een bamboespeer wordt aan een achteroverge bogen jongen boomstam zóo bevestigd, dat die het wild treft, wanneer dit een over het pad gespannen, moeilijk zichtbare draad vernielt. Opdat niet onvoorzichtige jagers daardoor getroffen worden, zijn waarschu wingsteekenen aangebracht op de plaats, waar die toestellen zijn. In tjjden van oorlog worden die waarsehuwingsteekens wegge nomen. De negritas zijn geestelijk weinig ontwikkeld; geen enkele stam kan verder dan tot drie tellen, maar alle berichtgevers zijn het er over eens, dat zij een opgewekt volkje zjjn, dat de vriendelijkste gastvrijheid betoont, wanneer men eenmaal hun ver trouwen gewonnen heeft. Zij leggen geen kannibalistische neigingen aan den dag en doen niet aan veelwijverij. VandePapoeas onderscheiden zij zich, doordat zij brachy- cephal (korthoofdig) zijn, terwijl de Papoeas dolichocephal (langhoofdig) zijn. Zij wonen op den grond met een boven hun hoofden gespannen windscherm, terwijl de Papoeas in hutten wonen, die op palen rusten. Veeren- en Kapokbedden, Kapok-, Zeegras- en Stroomatrassen, Ledikanten, Wollen-, Sitsen en Molton dekens, Kinderdekens vanaf 25 cent. Karpetten, Gemaakte en Gebreide Goederen, enorm groote keuze in Sporthemden. Kapok, Veeren en Zeegras bij het ge wicht aan de laagst mogelijke prijzen. ot page; de paarskleurige mantel der ge leerden verscheen naast de koddigsto fan- tasiekleeding. Alles Bchertste, lachte, w andelde of danste dooreen; alles kenmerkte zich door de bevalligheid en wellevendheid, den bewoner van het zuiden zoo eigen, wanneer de hartstocht hem niet overmeestert. Hier en daar werd een korte toespraak gehoudenmen riep elkaar op schertsenden toon toe, gejubel weerklonk, kleine troepen jongens marcheerden op de maat van trom of 11 uit door de straten; een lange vlas baard streek zachtkens over het gelaat van den rustig daarheen wandelendealles was lust, leven en vroolijkheid. De loover en de Egyptische werden opgemerkt. Carlo en Elsa droegen bun maskers, die hen onkenbaar maakten zonder het geheele gezicht te bedekken. „Een schoon paar! Wie het toch welzijn?" werd achter haar gefluisterd. De Egyptische drukte den arm baars begeleiders en sprak in het Duitsch hare bewondering uit over dit vroolijke leven ei die bonte menigte. (VV.ordt vbrvolgd.) I Li

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 5