Denkt er om bij de herstemming op 28 dezer: RECHTS HOUDEN!
No. 72
Dinsdag 21 Juni 1910
Zesde Jaargang
FEUILLETON
BUITEMLflND,
Mijn! eiken MAANDAG-, WOEHSD/tG- in VRIJOAGAÏOND.
W. VAN OEVEJUN.
C. F. VOGELAAR.
E. B. DUMOLEVN.
A. MOERDIJK.
J. A. v. ROMFU.
J. F. A. M. v. V/AESBERGHE.
E L S A.
NIEUWE ZEEUWSCHE COIMNT
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrjjdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoortsfraat C 209, GOES.
Reclanieberiehten 25 Ct, p. r. Bij abonnement speciale prjjs,
Advertentiën van 15 regels f 0 50iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelide advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X Gerekend,
Dienstaanbiedingen 6 regels voor 26 Ctj contant.
j £33?" Zij die zich met ingang van I juli
a.s. op ons blad abonneeren, ontvangen de
tot dien datum verschijnende nummers gratis.
R Voor de herstemming op Dinsdag
|28 Juni bevelen \vg dringend aan:
V oor Goes de heereu
Voor Hulst de hetren
Het levensbrood.
„In de politiek is bet anti-cleri-
calisme het levensbrood van de libe
ralen". Aldus de socialistische schnjvar
Van der Goes in het „Weekblad".
Katholieke kiezers, onthoud dit alt ij d,
maarvooral in verkiezingsdagen!
Dan toch plegen de liberalen bun onschul
digste gezicht, hun liefste manieren te
toonen. Maar hun waren aard afleggen
vermogen zij niet. Zoodia het er op aan
gaat komen, vergeten zij al hun mooie
beloften en laten de Katholieke kiezers
aan hun lot over. En dat kan ook niet
anders. Want ten slotte komen de liberalen,
hoe onderling ook verdeeld, daarin overeen
dat zij front maken tegen de christelijke
staatkundige beginselen en de iupraktijk-
brenging daarvan, zoodat het van hen
onmogelijk te vorderen is, dat zij de pleit
bezorgers zouden kunnen zijn van hen,
die de christelijke beginselen aanhangen.
V Ze zijn zoo knap!
Dat is het wat voortdurend van de
liberale candidaten wordt rondgebazuind
„ze zijn zoo knap". Natuurlijk: de knap
heid, het talent, de ontwikkeling behooren
nu eenmaal bij de liberalen, domheid en
bekrompenheid zijn kwaliteiten, die alleen
bij de kerkelijken worden aangetroffen.
Dit fabeltje restante uit de dagen
van Cappeijne, toen de heeren liberalen
zich „het denkend deel der natie" betitel
den behoort zoo spoedig mogelijk te
verdwijnen.
„Maar is dan mijnheer E. geen knappe
vent, mijnheer K. geen bekwame man r"
test mogelijk Maar wij betwisten op grond
der feiten den liberalen het recht om
„het intellect", „de kunde", „de ontwikke
ling" voor zich op te eischen als een
monopolie, als uitsluitend bezit.
Ook de aanhangers eener christelijke
staatkunde mogen wijzen op t a 1 mannen,
die zoowel in de bestuurslichamen als in
„Ik zou Zoud,ags overkomen!" Dit
woord moest Elsa's twijfel oplossen. Zij
lachte: „Neen, neen! wij blijven bij el
kaar; altijd, altijd, niet waar Carlo?"
De knaiap keek haar peinzend aan
„Als ik kan; als ik niet weg moet om
geld te verdienen. Wie weet of ik het
in Génèv.e zal vinden?"
Elsa werd stil; terwijl ze op Carlo
leunend met den anderen rondwandelde.
„Moet ge uw brood verdienen Carlo?'"
hernam ze beangstigd.
Het klonk zoo koddig, dat Louisa
lachte. Elsa hield er niet van uitgelachen
te (werden. „Lach niet tante", riep ze
verdrietig uit. „Ik wil viool leeren spe
len; als Carlo zijn brood moet verdienen,
zal ik hem daarbij helpen".
„Alles op zijn tijd", zei Huggiero en
om het gesprek eene andere richting te
geven, maakte hij hen op rijke magazijnen
in Montreux opmerkzaam. Zijn voorslag
om iets als aandenken te koopen, vond
bij Elsa beslist verzet,
de takken van wetenschap en kunst
uitmuntend zijn
Ten slottebij deze Statenverkiezing
gaat het niet enkel en alleen over de
knapheid van de candidaten. Dit zou
misschien het geval kunnen zijn, als de
Provinciale Staten zuiver en alleen admi
nistratieve lichamen waren. Maar,
wijl dat zoo niet is, wijl de Provinciale
Staten hebben samen te stellen Je het
Gedeputeerd College, dat waakt
over de naleving der wetten en toeziet op
den arbeid der gemeentebesturen, 2e de
Eerste Kamer, dat gewichtige regee
ringslichaam, daarom hebben de kiezers
zich niet alleen af te vragen of de candi-
daat voor de Provinciale Staten knap is,
maar ook, of hij, gekozen zijnde, zal hande
len volgens de richting en de begin
selen, die zij zijn toegedaan. Daarom
heeft bij ons een candidaat der rechter
zijde de voorkeur. Wij vragen niet alleen
knapheid, wij vragen ook begin
selen.
V' Ongeteekende strooibiljetten.
Katholieke Kiezers I Weigert elk strooi
biljet, elke circulaire, elk blaadje, dat on
derteekend is door „Een Katholiek", „Een
Kiezer", „Het Comité" en meer dergelijke
algemeenheden.
Al dergelijke onderteekenaars behooren
tot die helden van de pen, die zich
achter een algemeenen naam verschuilen
om zoodoende ongestraft de giftige pijl
tjes van hun hatelijke kritiek te kunnen
afschieten en verwarring te stichteu.
Weigert dergelijke persprullen uw ver
trouwen, verscheurt ze of werpt ze weg.
Alleen die verkiezingslectuur, waarvan
wij weten, dat zij afkomstig is van onze
leiders, van do voormannen onzer orga
nisatie of van bekende en geachte parlijge-
nooten hebbe ons vertrouwen!
Hoezeer het gemis aan beginsel
vastheid bij velen onzer Katholieke
kiezers de goede zaak booze parten kan
spelen, blijkt te Hulst.
Ook de plaatselijke organen aldaar er
kennen zulks.
Zeer juist schrijft o.i. de Z e e u w sc h e
Koerier over den uitslag der verkie
zing van 14 Juni het volgende:
„Wij hebben te onderzoeken de oor
zaak van den onbevredigenden uitslag.
De voornaamste reden daarvan is het
slechte doorzicht van ve!e kiezers. Uit
verschillende plaatsen ontvingen we be
richt, dat stemmen „drie Katholieke can
didaten en van Dalsum" volstrekt geen
zeldzaamheid waren.
Grooter onzin is niet denkbaar.
Men, vereenigt toch geen water en vuur.
Juist om de katholieke partij te on
dermijnen, om ide katholieke zaak zooveel
mogelijk te schaden, is de heer van Dal
sum candidaat.
„Ziet, de Dent du Midi heeft zijn slaap
muts opgezet", riep Elsa verrukt, „o hoe
grappig ziet hij er uit".
Een eenvoudige, kleine rooiboot lag aan
den oever. Elsa smeekte zoo lang om
er mee te varen, dat Ituggiero teestemde.
Vanuit het meer, zoo dicht hij zijn spie
gel, schenen de hoogten nog reusachtiger,
de wouden nog dichter en donkerder-, de
villa's, hotels en andere gebouwen nog
sierlijker.
Daar lag het vriendelijk Cana; beval
lige huizen, als speelgoed er uitziend, la
gen tegen de bergen verspreid: ginds St.
Gingolph en Bouveret; daarachter Chilian,
dat 'fier en trotsch, als uit den vloed,
scheen op te reizen: eene menigte van
schoonheden, zooals geen tweede streek
op aarde ze kau aanwijzen.
Om den gondel was het water zeo hel
der, dat ieder steentje op den bodem zicht
baar was; dat kiezels en mosselen voor
het oprapen schenen.
Plotseling boog Elsa over don rand der
boot; Carlo gilde en trachtte haar te grij
pen; het kleed ontglipte hem en ze dreef
op 't water rond.
In een oogenhlik had hij zijn buis uit
en was haai' nagesprongen. Hij was een
stoutmoedig zwemmer en buitengewoon
Men behoeft om de waarheid daarvan
te onderzoeken niet ver te kijken. Hier en
elders ziet men dat zij, die al lang met
kerk en wat naar kerk zweemt gebroken
hebben, haantje-de-voorste zijn om van
Dalsum's candidatuur aan te prijzen.
En wat met den heer van Dalsum
na het verschijnen van zijn eigen blad
gebeurde, bewijst ten volle dat hij
in lijnrechten strijd staat met de Room-
sche beginselen.
Hoe kan men dan hem stemmen en
tevens katholieke candidaten?
'tls de grootste inconsequentie.
Wil men hem per se nemen, wil men
beslist de belangen onzer partij benadee-
len, het zij zoo, maar laat dan als-jo-
belieft de namen der katholieke candi
daten rusten.
Die passen niet bij den naam van Dal
sum. l
Voelt men daarentegen nog iets voer
de zaak, die ook eenmaal den heer van
Dalsum lief was, voelt men dat wij nog
iets anders te doen hebben dan het dak
boven ons eigen hoofd en den vloer on
der onze eigen voeten weg te breken,
stemme men dan uitsluitend katholieke
candidaten.
En a 1 onze candidaten.
Hierop kan niet genoeg gewezen wor
den. i
Niemand weglaten om deze of gene
reden, maar ze zonder uitzondering alle
maal stemmen.
Daar schuilt onze kracht.
Het stemmental onzer candidaten mag
geen 10 schelen.
Eensgezind moeten we oprukken.
En hiertoe doen we een krachtig be
roep op al onze mannen. Van stonde
aan beseffe ieder zijn plicht. Werkt met
aaaaaasaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa
V
a De bevestiging van het ministerie- a
a Heemskerk, het vertrouwen in onze a
V
Christelijke regeeringsmannen, de ver-
3 sterking van het Christelijk bewind
J in ons land't Zijn alle evenzooveie 3
dringende redenen voor ons, Katno-
a lieken, zoowel als voor onze Coalitie- a
to
a genooten om ook in de Provinciale
3 Staten mannen van reclits 3
3 af te vaardigen. 3
a a
aaaaaaaaaeaaeaaaaeaaaaaaaaaa
uw woord, overal en waar ge kunt, wij
zullen het met de pen doen. Helpt met
onsi de kiezers overtuigen van het gewich
tige der taak, Voor welker vervulling zij
op 28 dezer geplaatst worden.
Hier is te voeren een strijd, erger en
ernstiger dan tegen liberalisme eu socia
lisme, hier is te voeren een strijd tegen
verkankering in eigen boezem.
Dien vijand te verpletteren sta in o>ns
aller wapenspreuk gegrift!
Op, mannen 1"
sterk voor zijne dertien jaren.
Toen Elsa boven water kwam, pakte hij
ze met koortsigen greep, sloeg de eene
hand ander den schouder der bewuste-
looze en zwom met de andere naar den
tegemoet schietenden gondel.
Toen ook hij bewusteloos werd, haalde
men heiden in de boot en landde bij het
naaste huis. Lang hieven de pogingen om
de drenkelingen tot het leven terug te
roepen vruchteloos, ofschoon twee in de
haast geroepen geneesheeren zich met de
kinderen bezig hielden.
Toen. Elsa het bewustzijn herkregen had,
scheen Carlo nog levenloos. Haar blik
viel ,op hem; in hartverscheurende, zwak
ke jammerkreten riep ze zijn naam.
Had hare stem tooverkracht?
Carlo's lange, zwarte wimpers, die on
beweeglijk op het marmerbleek gezicht
lagen, vertrokken zich onmerkbaar; hij
begon ite ademen, de borst bewoog zich:
hij was goed, hoewel zwakker dan Elsa,
wier krachten snel weerkeerden. Dien
nacht bleven ze allen in Montreux. Den
anderen morgen hadden de kinderen vrees
en zwakte uitgeslapen en zaten in den
warmen zonneschijn op de kade.
Carlo keek huiverend naar het water.
„Elsa, te denken, dat gij" door aan
DIIITSOHLAXI).
De Encycliek.
Het is volkomen juist, dat, gelijk de
„Köln. Volksztg." zegt, èn door de Prui
sische regeering èn door den H. Stoel alles
is gedaan wat met inachtneming der waar
heid, gedaan worden kon om de beweging,
die deels spontaan, grootendeels kunstma,-
tig, maar in elk geval totaal onverwacht
over de encycliek was ontstaan, tot be
daren te brengen.
De protestanten kunnen niet klagen, zegt
het Centrumsblad, over den heer V o n
Bethmann H oil weg, die een nota
opstelde, scherper dan gewoonlijk in di
plomatieke stukken aangetroffen wordt, en
het feit dat door den Paus aan de Duit-
sche bisschoppen werd bericht, dat de
encycliek niet afgekondigd moest wor
den, is een apart in de geschiedenis staand
geval.
Alleen in Bamberg is zij in het dioce
saan blad afgedrukt, vermoedelijk een ge
volg van technische omstandigheden,
waardoor zoo.vaak met publicaties iets
gebeurt, wat het publiek maar niet ver
mag te verstaan.
De aartsbisschop zelf was bovendien af
wezig.
Maandag heeft de Curie een door den
kardinaal-staatssecretaris onderteekende
nota aan den gezant overhandigd, waar
in deze gezegd heeft, dat de Heilige Stoel
van meening is, dat de oorsprang dezer
opgewondenheid gelegen is in het feit,
dat het doel, waarop de encycliek was
gericht, niet recht is begrepen en dat daar
door eenige van hare zinsneden in een
beteekenis zijn uitgelegd, die aan de be
doelingen van den Heiligen Vader geheel
vreemd is.
Daarom stelt de kardinaal er prijs op
te verklaren, dat Zijne Heiligheid met op
recht leedwezen het bericht van zulk een
groote opgewondenheid heeft vernomen,
daar, zooals reeds openlijk formeel is ver
klaard, eenig oogmerk om de niet-katho-
lieken in Duitschland of de vorsten van
dit bind te krenken, volstrekt niet in zijne
bedoeling heeft gelegen.
In het Pruisische Heerenhuis is Dinsdag
ook over de encycliek te doen geweest.
Graaf Zieten Schwerin protesteerde hier.
De katholieke afgevaardigde baron Lands
berg antwoordde hem echter, dat hij niet
kon toegeven, dat de encycliek een kren
king der evangelische bevolking inhoudt.
Ik begrijp, zeide hij', aan den anderen kant
wel, dat de encycliek de evangelische be
volking heeft ontstemd. Ik sluit mij aan
bij de hoop, door den vorigen spreker uit
gesproken, dat de confessianeele vrede
daardoor niet verstoord zal worden.
De „Osservatore Romano' 'deelt de vol
gende nota, mee:
Op de voorstellingen door den Pruisi-
schen gezant aan de Curie gedaan, naar
doening overmeesterd hield hij op.
Het was hem verboden om Elsa over
hare verhouding tot de familie te spre
ken; Huggiero en Louisa hielden het voor
beter haar vooreerst nog in de meening
te laten, dat ze gelijk Carlo, een kind
des huizes was. 's Namiddags keerden zo
huiswaartsde kinderen lieten elkaar niet
los; het water had nog zijn verschrikkin
gen voor beiden.
„Zijt ge erg boos op me?" vroeg Elsa
voor 'tnaar bed gaan, terwijl ze tot Hug
giero opzag.
Hij zette haar op zijn knieën, zeggende
„Boos op u zijn, dat is onmogelijk, maar
wees in het vervolg wat voorzichtiger,
mijn kindl"
Carlo moest vandaag ook aanstonds ter
ruste gaan en haar niet met een liedje
of eene dichterlijke muzikale improvisa
tie in slaap zingen, beval Elsa na de
bekomen vergeving.
In het magazijn bevonden zich eenige
oude violen, üp goed geluk pf zocht hij
er drie uit om ze den zangleeraar zijner
school te laten onderzoaken.
„Monsieur le profes seur" vroeg lachen
de, of zijn leerling, die nooit eene bizoin-
dere voorliefde voor muziek getoond had,
LI I IJ :J:! i-.H Ll«
aanleiding van de afkondiging der ency
cliek Editse Saepe, heeft de kardinaal-
staatssecretaris dato 13 Juni geantwoord
als volgt:
(Hier volgt het bovenvermeld schrijven
van Z.Ëm. Kardinaal Merry del Val).
In den loop van den avond van 14 Juni
heeft de gezant van Pruisen, Von Muhl-
berg mondeling de volgende verklaring
afgelegd aan den kardinaal-staatssecreta-
taris
„Dat zijne regeering met voldoening ken-'
nis genomen had van de in bovenstaande
nota bevatte verklaringen en dat de Rijks
kanselier hem gelastte, aan den H. Vader
zijne hartelijkste dankbetuigingen te stu
ren, voor de waardige houding Zijner Hei
ligheid in dit geval.
De Rijkskanselier beschouwt die hou
ding als een kostbaren waarborg voor het
voortduren der vriendschappelijke betrek
kingen tusschen den H. Stoel en Pruisen".
Verandering in het Pruisi
sche ministerie. Den minister van
landbouw Von Arnim en den minister van
binnenlandsche zaken Von Moitke is hun
ontslag verleend, waarom zij verzacht
hadden. Beide ministers verkregen de
Roode Adelaar-orde met kroon en eiken
loof.
De oppefpresident der Rijnprovincie Von
Schorlemer-Alst is tot minister van land
bouw en de opperpresidont van Silezië
Von Dallwitz tot minister van binnen-
landsehe zaken benoemd.
De ongesteldheid van keizer
Wil hem. Volgens de „Neue Ereie Pres-
se" is de ongesteldheid van keizer ^Vil
helm reeds van ouden datum. Reeds "tij
dens zijn bezoek aan Londen heeU hij aan
een dergelijke opzetting in de gewrichten,
geleden.
Dpor een zeer radicale behandeling
kreeg hij echter eerst een opzetting in de
gewrichten en later in de knie.
iteaakuijh.
Treinbotsing. Bij het station Ville-
preux kwamen Zaterdag twee treinen in
hotsing. De schok was vreeselijk. Wa
gens vlogen in brand, waardoor het red
dingswerk zeer werd bemoeielijkt. Na een
arbeid van 7 uur zijn 10 dooden en 27
gewonden te voorschijn gebracht.
I..MJEI,.tAD.
De voorstanders van het stemrecht voor
vrouwen hebben een overwinning behaald,
want Vrijdag heeft de heer Shackleton,
lid van het parlement voor Lancashire,
een wet voorgesteld 0111 stemrecht voor
het parlement te geven aan die vrouwen,
die dat recht reeds bezaten voor gemeen
telijke verkiezingen.
Het wetsvoorstel werd in het parlement
goed opgenomen, en een eerste lezing ge-
de kunstenaarsloopbaan wilde kiezen.
„Niet ik, iemand met meer talent dan
ik, wenschte eene viool", antwoordde de
knaap. Dat Elsa het moest bezitten en
eene uitnemende violiste zou worden, was
voor hem een uitgemaakte zaak, wijl ze
het instrument van hem verlangde.
Professor Martin's doffe blik verhelder
de plotseling, toen hij1 de slechtst uitziende,
viool in de hand nam en haar aandachtig
beschouwde.
Hij zag, dat Carlo hem met gespannen
aandacht volgde.
„Het oude ding is niet veel waard", zei
hij onverschillig, „maar er is iets aan,
waarin ik belang stel; vraag uwen vader
naar den prijs, ik wil deze viool kooipen".
Carlo glimlachte beleefdelijk. „Dank u,
monsieur, maar Elsa moet kiezen, ik kan
niets bepalen".
„Elsa, wie is dat?" vroeg de professor,
verstoord, dat hij zijn spieren zoo weinig
beheerscht had.
„Mijne kleine zuster". En Carlo was
met zijne violen al buiten, voordat de
andere het kon verkinderen".
„Een verstandige jongen, hoe dam,
-'twas waarlijk een echte Guorneri".
(Wordt vervolgd.)