1
an Amsterdam
Katholieke Kiezers, denkt er om a.s. Dinsdag: RECHTS HOUDEN!
Ie Staten.
Zaterdag 11 Juni 1910
Zesde Jaargang.
No. 68
iesvereemgingen
ardstraat),
1 ure,
ijk voor leden van
IJD VOOR DE CHR.
inten, die daartoe
(aftredend)
(aftredend)
olfaartsdijk, -g
vrabbendijke,
LE kiesvereeni-
tredend Lid.
edend Lid.
iilfaartsdijk.
rabbendijke.
KOOP:
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRI1DAGAV0HD.
Dit it bestaat uit 8 bladzijden.
EERSTE BLAD.
Statenverkiezing.
UIT DE PERS
BINNENLAND,
Katholieke Kiezer!
Welk weder zullen wij hebben
UIT ZEELAND.
|d e r a m e n
VEER Gz., Voorzitter.
^KER, Penningmeester.
SS.
R.
tMAN, Secretaris.
rereenigmg in
steld voor de (9
i
w
O
0
01
UI
[bevolen.
Bes
Oi
3
00
UI
[EN DRIES Pz.
LAM, Secret.
stemmen candidaat
en 5 uur, de heeren
van land en volk
DE JAGER.
BUIJSE.
WILLEMSEN, Secretaris.
edehof" bestaande uit:
fis, Schuur, Wagenhuis,
Varkenshok met Erf,
Bouw- en
i Weilanden
ute Kats, in den Oud-Noord-
:r, samen groot 60 H A. 25 A.
pi jachtvrjj en by na geheel
(ndrente, bewoond door de
Wed. P. VehhdlstRade-
te bekomen bg den Notaris
Goes.
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten i 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent,; dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: Gangepoorfsfraat C 209, GOES.
Reclamebeiiehten 25 CL p. r. Bij abonnement special» prjfs,
Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x oerekend,
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct, A contant.
Voor de stemming op aanstaanden Dins
dag bevelen wij den kiezers, die het ware
belang van land en gewest begrijpen,
dringend aan de navolgende heeren en
wel in het district
Middelburg;
BLUM, J. H. (aftredend lid.)
LOUWERSE. S.
DE VEER. Mr. A. A. (aftredend lid.)
V1 i s s i n g e n:
GERLACH v. SINT JOOSLAND, H.
J. E.
VAN DE PUTTE, G. (aftredend lid.)
Goes;
DE JONGE Jz., M. (aftredend lid.)
LUCASSE, Mr. C. (aftredend lid.)
VAN OEVEREN, W.
VOGELAAR, O. P.
T h o 1 e n
IIOLLESTELLE, A. (aftredend lid.)
TICHELMAN, H. J. (aftredend lid.)
Zierikzee:
TIMMERMAN, A., Cz.,
Hulst:
DUMOLEfJN, E. B.
MOERDIJK, A.
VAN ROMPU, J. J.
VAN WAESBERGHE, J. F. A. M.
(Alle 4 aftredende leden.)
Sluis:
VAN BORTEL, Mr. P. J.
HENDRIKSE, A. JE.
Over linksche verdraagzaamheid.
Daarover heeft do kroniekschrijver ia de
„Nieuwe Prov. Grjn. Ct." het deze week.
Ook naar aanleiding van de nieuwste
Pauseljjke encycliek, die, naar onze lezers
weten, der vrgziunigheid zulk een hevige
smart heeft bezorgt. Na van den inhoud
van het Pauselijk stuk te hebben melding
gemaakt, zegt de kroniekschrijver
Nu komen de liberalen en zeggen
kgk nn eens aan, Protestanten! Zoo
oordeelt de Paus over Calvijn en
Luther hoe vindt jullie dat Smaakt
het naar meer
Wat zeggen de Calvinistische vrien
den van deze woorden
Men moet het toestemmen, dat deze
encycliek juist op tjjd kwam Vlak
voor een verkiezing. Om van te
smullen
En nu ziet meu de bijzondere zorg
van de liberalen en soc.-dem. voor het
Protestantisme, voor ons, Calvinisten.
Wij zijn zoo dom, zoo achterlijk, dat
we niet weten hoe Rome over ons
denkt. Als we 't maar goed weten,
zullen we nooit meer op een Roomsche
stemmen
Hoe goed toch, dat men zulke ware
Vrienden heeft.
Maar het is eigenaardig, dat de
zorg der liberalen nog verder gaat.
Nadat men ons opgezet heeft tegen de
Roomschen, ons zoo kwaad heeft ge
maakt, dat we met pleizier een Room
schen candidaat een blauwoog zouden
slaan... gaan deze onze vrienden, de
liberalen, naar de Roomsch-Katholieken
en zeggen Hoe kan je toch stemmen
op een anti-revolutionair Hoe kan je
toch met die menschen samenwerken
Wacht eens hier heb je den
Heidelbergschen Catechismus. Wjj
zullen julie eens voorlezen, wat daarin
staat van de Paapsche mis. Nou, wat
zeg je er van?
En nu zullen we ook nog eeDS je
laten genieten van wat Calvgn schreef
aan 't adres van de Roomsch-Katboliebe
kerk en van den Paus, en wat Dr.
Kuyper vroeger schreef.
Natuurlijk worden de Roomschen
vreeselijk kwaad op ons en zullen ze
met genoegen iederen anti-revolutio
nairen candidaat eeo blauw oog slaan.
En dan, zoo gaat de schrijver voort:
En dan gaat de verdraagzame libe
raal naar huis, wrijft zich van pret
de handen en zegt: Al die kerkelgke
geschillen verdeelen ons volk maar.
Waarom zijn de menschen toch niet
meer verdraagzaam verdraagzaam
bjjv. zooals ik Geloofsstrijd verdeelt
een volk maar.
Er moet eenheid zijn, en in elk
geval moeten de menschen, die als ik
voor de verdraagzaamheid werken, het
land regeeren
Stel u nu eens voor, dat de Roomsch-
Katholieken en anti revolutonairen zoo
woedend op elkander blgven, dat de
politie ze nauwelijks van elkaar kan
houden, dat ze elkander overal tegen
werken dan wint het liberalisme
het weer.
En dan jubelt heel de vrijzinnige
pers: „eindelijk heeft de verdraag
zaamheid toch weer getriomfeerd. Ein
delijk heeft het „bekrompen kerkisme",
dat hangen aan allerlei kerkelijke ge
schillen, het volkomen afgelegd."
't Is toch een weldaad voor ons land,
dat de vrijzinnigheid zoo door en door ver
draagzaam isdenk het u in, dat we haar
niet hadden, dan zou er zeker zooveel
niet over verdraagzaamheid worden ge
schreven. (St.)
Dat leutert er maar op los!
De heer J. ter Laan, socialistische candi
daat voor de Provinciale Staten in Rotterdam
V, schrijft in het „Volksweekblad" een
artikel over de aanstaande verkiezingen.
In dit stuk vindt men o.a. deze zinenede
„De Kamer zit zonder werk Er is niets
gereedEn het laat zich aanzien, dat het
eeijige voldragen beestje t an dit ministerie
zal zjjn een paradepaardje voor 1913.
Nu zou men toch vragen: zijn zulke
schrijvers gansch eu al vreemdelingen in
Jeruzalem?
Als zjj niet op de hoogte zijn met het
chapitre, waarover zg scbrjjven, leuteren
zjj er dan maar op los?
Denken zjj somstegen een stembus
komt het er niet zoo nauw op aan wat
men beweert
Immers om slechts iets te noemen het
wetsontwerp inzake de banken van leening
wordt deze week behandeld.
De octrooiwet ligt ter behandeling gereed.
Evenzoo het ontwerp betreffende den
bakkersnachtarbeid en de bakkersraden.
Is er voorts geen armenwet ingediend?
Is er niet een wetsontwerp ingekomen
in zake ie naanalooze vennootschappen
Is er geen ontwerp tot regeling van de
postitie van vrouwelijke Rijksambtenaren
en onderwijzeressen bg bet openbaar lager
onderwijs, die in het huwelijk treden
Aan dit alles kan en moet de Kamer
haar krachten besteden.
Wat bazelt dan een candidaat voor de
Provinciale Staten met te zeggen „de
Kamer zit zonder werk"?
Terwijl zij, als zjj alles wilde afwerken
wat er ligt, allicht nog maanden achtereen
zou moeten vergaderen. (Rott.)
Liberale „truc".
De liberalen doen ook bg deze Staten
verkiezing hun best, om althans de chris-
historischen van de coalitie te vervreemden.
Ze volgen daarbij onder meer de taktiek
om, waar eenige leden van Rechts aftreden,
de christelgk-historische candidaturen onbe
streden te laten en enkel tegenover de
katholieken en anti revolutionairen candi-
daten te stellGn.
Zoo handelen ze bijvoorbeeld in het
district Amersfoort.
De aftredende christelgk-historische
candidaat bljjft ongemoeid, maar de beide
katholieken en de anti-revolutionair moeten
het ontgelden.
Voor de Rechtsche parijen mag deze
liberale „truc" een aansporing temeer zjjn,
om goed eensgezind te blijven en door
geen onderling gekibbel of lauwheid aan
den tegenstander een kansje te geven.
Die tegenstander in het land vér in
de minderheid kan het alleen winnen,
als wij fouten bagaan.
Waarop hij dan ook speculeert.
Tweede Kamer.
Woensdag was aan de orde het wets
ontwerp tot wijziging der Indische mijnwet,
beoogen o. m. om den gouverneur-generaal
in staat te stellen contracten aan te gaan
met particulieren betreffende opsporingen
en ontginningen door dezen in bepaalde
streken te verrichten.
Daarnaast blijft de bevoegdheid van het
gouvernement om zelf opsporingen en ont
ginningen te bewerkstelligen.
Het lid Vliegen oordeelde, dat alleen
consessie moest worden verleend voor
terreinen door den Staat zelf geëxploreerd,
anders is de Staat allerminst verzekerd, dat
het een behoorlijk winstaandeel ontvangt.
Het lid Colijn verdedigde het ontwerp,
betoogende dat in de praktjjk voor Indië
van Staatsexploitatie alleen weinig te ver
wachten is.
De minister van koloniën ontkende, dat
door de voorgestelde wijziging de grond
slagen der mijDwet werden aangetast.
Na replieken werd het ontwerp aange
nomen, alsmede eenige koloniale wetsont
werpen.
Bij de behandeling voor het ontwerp tot
wijziging van art. 374b van het Rurgeriijk
wetboek, dat slechts herstel van een zeifont-
beoegde, beantwoordde de heer E. Regout
voor het eerst als minister van Justitie in
eene door de Kamer aandachtig toegehoorde
rede den heer Snoeck Henckemans, die
een amendement had ingediend volgens
hetwelk ook bij ontzetting, evenals thans
bij verzoek om ontheffing uit de ouder-
J» „Geef Uw stem aan den socialist", J
zoo roept men U toe, want alleen het
S socialisme kan de maatschappij red
3 den.' Geloof het niet! Om als
redder op te treden, mist het socia-
lisme twee voorname eigenschappen
Eerlijkheid en goede trouw.
w
lijke macht, zou moeten worden aangewezen
op welke wijze in de ouderlijke macht of
voogdg moet worden voorzien. De minister
betoogde dat dit amendement eigenlijk
kuiten het kader van dit wetsontwerp
viel. Hij toonde zich echter bereid te over
wegen om aan de voogdijraden een schrijven
te richten, om hunne verzoeken tot ontzet
ting zooveel mogelijk te doen vergezeld
gaan van een voogdijvoordracht.
Dit is natuurlijk iets geheel anders, dan
de dwingende bepaling, die deheerönoeck
Henckemans vroeg; en 't zal zeer zeker
heilzaam kunnen werken. De heer Snoeck
trok dan ook amendement in en het ontwerp
ging er zonder stemming door.
Ten slotto is men nog aangevangen met
de discussies over het ontwerp van wet tot
regeling van de banken van leening.
In hare zitting van Donderdag heeft de
Kamer met 46 tegen 31 stemmen aange
nomen het de vorige week behandeld,
ontwerp betreflende de subsidieregeling voor
scholen van m. u. 1. o. V an links stemde
alleen de heer Verheg voor.
Daarna werd voortgezet de behandeling
van het ontwerp, regelende de banken van
leening.
Uitvoerig werd gedebatteerd over Scha-
per's amendement om gemeenten met 10.000
inwoners en met 5000 in de bebouwde kom,
te verplichten een gemeentelijke bank op
richten, met bevoegdheid voor God. Staten
telkens voor 5 jaren vrijstelling te verleenen,
indien in de behoefte is voerzien.
De Minister bestreed het amendement
waartegen ook de heeren De bisseren Van
Idsinga bezwaren opperden. De heer Bos
verdedigde het.
De heer De Visser stelde bij amendement
voor te bepalen dat elke gemeente, waarin
aan een gemeentelijke bank genoegzaam be
hoefte bestaat, zoodanige bank moet worden
ingericht.
Voorts dat Ged. Staten, den raad gehoord,
nalatige gemeenten kunnen verplichten en
dat een raadsbesluit tot opheffing eener ge
meentelijke bank de goedkeuring van Ged.
Staten behoeft.
Na uitvoerige discussie werd het amende
ment-Schaper verworpen met 39 tegen 29
stemmen en het amendement-De Visser
aangenomen met 52 tegen 16 stemmen
De Kamer zal Donderdag 16 en Vrijdag
17 Juni in sectie onderzoek gaan, o. a voor
de armenwet, en waarschijnlijk 21 Juni
voor de regeling der naamlooze vennoot
schappen.
Aan de agenda zijn toegevoegd eenige
wetontwerpen, o.a. dat van de octrooiwet.
Een voorstel van den heer Duymaer van
Twist om ook nog, en wel voor de octrooi
wet, de bakkerswet te behandelen, werd
verworpen met 42 tegen 23 stemmen.
Gisteren werden goedgekeurd onderschei
dene wetsontwerpen o. a. de wijziging der
Indische mijnwet. Daarna werd in behan
deling genomen de regeling ran de banken
van leening.
De Openbare vergadering van den Raad
van State, afdeeling voor de geschillen van
bestuur, zal op Woensdag 15 dezer des
voormiddags te 11 uur gehouden worden.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden
vertrekt Vrijdagochtend naar Schwerin, om
aldaar op Zaterdag den doop van den zoon
van den groothertog van Mecklenburg bij
te wonen. Z. K. H. zal vergezeld zijn van
Zijn adjudant, den kapitein jhr. Van Such-
telen van de Haarne.
De Prins is voornemens Maandagmorgen
op het Leo terug te keereu.
Het adres der Nederlandsche Kamerleden
aan de Doema
De tekst van het adreB aan de Doema
luidde als volgt
Aan den Voorzitter en de Leden
der Doema
De ondergeteekenden, leden van de Twee
de Kamer der Staton-Genaraal van het
Koninkrgk der Nederlanden, behoorende
tot verscbiliende in dat Staatslichaam ver
tegenwoordigde politieke partgen, kennis
genomen hebbende van de wetsvoorstellen
der Russische Regeering, strekkende om
het Groothertogdom Finland rechten te
ontnemen, die aan zijn bevolking zjjn
gewaarborgd en door haar gedurende een
lang tjjdperk zjjn bezeten
richten zich eerbiedig tot Uwe Hooge
Vergadering, teneinde te kennen te geven,
hoezeer zjj het zouden betreuren, indien de
onafhankelijke vertegenwoordiging van het
Russische volk hare toestemming zou ver
leenen aan wettelijke maatregelen tot het
besnoeien van de vr jjhedeu en het zelfbestuur
van het Finsche volk.
Den Haag 19 Mei 1910.
Wjj kunnen hieraan toevoegen, dat het
adres onderteekend was door 52 leden der
Tweede Kamer, van alle partjjen behalve
de Katholieken. („N. Ct.")
De opmerking, die de „Nieuwe Courant"
aan de vermelding van het adres toevoegt,
zou den indruk kuDnen vestigen alsof' de
de Katholieke Kamerleden collectief zouden
geweigerd hebben hun handteekening onder
het Btuk te plaatsen
Naar onze Haagsche correspondent echter
uit vertrouwbare informaties ons verzekert,
is zulke voorstelling vau de zaak bezjjden
de waarheid. Het adres is slechts aan
enkele Katholieke Kamerleden aangeboden
en verschillende andere wisten zelfs van
de gebeele zaak niets af. Van gemeen
overleg tusschen de Katholieke Kamerleden
is derhalve absoluut geen sprake.
(„Msbode.")
Naar de bladen berichten heeft een
afgevaardigde in de Doema namens de
Commissie voor ingekomen adressen boven
staand adres in stukken gescheurd en
gezegd dat de Doema het adres van een
land, alleen bekend door visch en kaas,
niet behandelt.
Verwachting tot den avond van II Juni:
Meest zwakke wind. Afwisselende be
wolking. Onweerachtig. Dezelfde temperatuur.
Het leven van ons Prinsesje.
Wij lezen in de „Telegraaf":
Een opmerkelijk verschijnsel in deze
feestdagen is de buitengewone populariteit,
waarin ons Prinsesje zich reeds nu mag
verheugen.
Waar Juliaantje ook heengaat, overal
volgen haar de belangstelling, de bewon
dering, de teederheid van 't publiek. Een
snoesje van een kind, een schatje, bizonder
verstandig voor haar ééne jaar, dat zijn
de uitdrukkingen, die men telkenmale hoort.
Al wat het Prinsesje doet, haar kleinste
bewegingen, haar minste uitingen interes
seeren de aan het Oranjehuis verknochte
burgers. Een begrijpelijke en vriendelijke
belangstelling, waaraan wij meenden te
gemoet te moeten komen door eens iets
mede te deelen van het Prinsesje, gedu
rende haar verblijf in onze stad. Wij gingen
dus op onderzoek uit en kunnen thans,
zonder indiscreet te worden, het volgende
vertellen
Voor het welzijn van Prinses Juliana
wordt op bizonder zorgvuldige wijze ge
waakt. Jonkvrouwe Van de Poll, aan wie
haar opvoeding in het bizonder is toever
trouwd, is dag sn nacht in haar nabijheid,
's Nachts slaapt ze in de kamer van de
Prinses en nooit gaat ze dineeren, zonder
door zuster Marting, de kinderjuffrouw, te
zijn aigelost.
Bovendien dineert jkvr. Van de Poli
altijd afzonderlijk, in haar zitkamer, die
zich in de onmiddellijke nabijheid van de
Van Speykzaal bevindt, opdat ze ook tijdens
haar maaltijd nog toezicht kan houden.
Zuster MartiDg is eveneens voortdurend
bij de hand en slaapt ook in de nabijheid
van de Prinses.
Te half zeven gaat het Prinsesje naar
bed, in den regel wordt het door jkvr. Van
de Poll naar bed gebracht. Somtijds is
Hare Majesteit tegenwoordig en kust Haar
Kindje goedennacht.
De zoogenaamde Van Speykzaal, in den
zuidelijken vleugel van het Paleis, is zoo
goed en zoo kwaad als dat ging, want degroute
zaal leent er zich natuurlijk niet al te best
voor, tot slaapkamer voor het Prinsesje en
jkvr. Van de Pol ingericht.
Jkvr. Van de Poll is, zooals wjj reeds
zeiden, altijd in de nabijheid, zoodat zij
onmiddellijk bij de hand is, als het Prinsesje
haar noodig heeft.
Prinses Juliana schijnt 's nacht nogal last
te hebb' n gehad van het feestrumoer rond
het Paleis, dat zeer hinderljjk schijnt te
zijn. AlthaDS den eersten nacht werd ze om
streeks één uur wakker; en het duurde wel
een uur, alvorens ze weer in slaap was.
Moge dit voor het publiek een reden
zijn, om den slaap van het Prinsesje niet
door te veel lawaai in de buurt van hot
Paleis te verstoren.
Van «enigermate geslaagde pogingen om
te praten is bij Prinses Juliana nog geen
sprake. De klanken, welke zij stamelt,
zijn nog enkel voor haar naaste omgeving
verstaanbaar.
Tot loopen is het natuurlijk bij ons
Prinsesje ook nog niet gekomen. Maar toch
doet zij reeds krachtige pogingen, om op
de been te komen Zij trekt zich met beide
handen op tegen wat maar eenig houvast
geeft en probeert te gaan staan. Vermelden
wij ten slotte nog, dat de haren van freule
Van de Poll en Zuster Marting nog al
eens moeten ervaren, dat ons Prinsesje in
de belangwekkende grijpperiode is en wij
meenen h-t onze gedaan te hebben, om de
belangstelling van het publiek eenigszins
tevreden te stellen.
Goes. Vergadering, gehouden ap Woens
dag 8 Juni j.l., 's avonds 8 uur in „De
Prins van Oranje" alhier.
Rekening en verantwoording der ont
vangsten en uitgaven van het gehouden