ift. p. m No. 45 Zaterdag' 16 April 1910 Zesde Jaargang. Mijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- in MUM. 8 EERSTE BLAD. Statenverkiezing te Hulst. Terug tot de Moederkerk. UIT ZEEL A N D.~ Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 10.75, daarbuiten 10.95 Afzonderlijke nummers A contant-0.05 Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoortstraat C 209, GOES. Reclameberichten 25 Ct, p. r. Bij abonnement speciale prjjg, Advertentiën van 15 regels 10.50; iedere regel meer 10 Cl Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X oereiend, Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Cl A contant. Vóór den slag van Trafalgar seinde Nelson naar al zijne schepen „Engeland verwacht heden, dit eenieder ZIJN PLICHT doet". Dit woord geldt bijzonder voor onze geest verwanten in het district Hulst, die binnen een paar dagen door hun stem zullen moeten aanwijzen, wie den vacanten Statenzetel zal gaan innemen. Hun plicht toch kan geen andere zijn dan dien candidaat te steunen, die door de bestaande wettige organisatie op wettige wijze is gesteld. Door dien plicht gestand te doen bewaren zij de EENHEID in hunne gelederen, den TROUW aan den bondgenoot en den GOEOEN NAAM der Katholieke partij. De plichtgetrouwe katholiek stemme daarom op (Slot.) In het najaar van 1908 las prol Al- bert Von Ruville eene aankondiging van het boek, getiteld: Der alte und der neueGlauben. „Hetoude en het nieu- we geloof" en gevloeid uit de pen van prof. Reinholdt, een Oostenrijksch godge leerde. Von Ruville schafte zich het boek aan en las het van begin tot einde met steeds klimmende belangstelling. „Ik las en las", zoo schrijft hij, „en kon van mjjne verbazing niet bekomen. Voor de eerste maal ontving ik van de Katholieke Kerk een juistbeelden er kende ik duidelijk, dat ik van mijne jeugd af geheel valsch over deze Kerk onder richt wasIk kwam tot de over tuiging, dat leeiaars, predikanten en theo logen, van welken ik mijne kennis had ontvangen, niets van bet Katholicisme hadden verstaan, hetgeen hen toch niet belet had, het op> ide kraste wijze te veroordeelen, ja dikwijls hun sarcasme daarover uit te gieten." De vrucht dezer lezing was, dat de Hallesche hoogleer-aar het als zijn plicht beschouwde, aan het Katholicisme eene strenge, onpartijdige studie te wijden. Ook stelde hij zich met Katholieke ver wanten en met den schrijver van „Der alte und der neue Glauhen" in verbin ding, teneinde van hen opheldering pveï eenige duistere punten te verkrijgen, zelfs ondernam hij daarvoor 'eene reis naar Weenen. Wel vond hij bij die Katholieken een vriendelijke ontvangst, maar bemerkte tevens, dat zij op het punt van twist gesprekken over geloofszaken zich eer terughoudend dan toeschietelijk betoon den. Deze bejegening was hem een be wijs, dat prose) ietenmakerij en zieltjes- vangerij iets wat der Roomsche Kerk zoo gaarne verweten wordt den Katho lieken vreemd is. Alleen één hinderpaal deed zich lan gen tijd voor hem op, n.l. het geloof aan het Heilig Altaarsacrament, of beter gezegd aan de waarachtige tegenwoordig heid des Heeren onder broodsgejdaante. En dit is niet te verwonderen, want reeds onder Christus' toehoorders eu leerlin gen waren er, die deze leer „te hard" vonden, zooals wij bij Joannes (VI 61) lezen. Het Heilig Altaargeheim wordt niet bediscussieerd, het wordt geloofd of niet geloofd; het eischt de volledige onderwer ping van 's menschen verstand, denk wijze en opvatting aan Gods wijsheid en almacht, overeenkomstig de zinrijke woor den van St. Thomas van Aquine: „Quod non capis, quod non vides Animosa firmat fides Praeter rerum ordinem" „Wat gij niet bevatten, niet zien kunt, bevestigt U het bezielend geloof', al gaat wat gij gelooft ook de ;natuurlijke (orde te boven". Doch ook deze hinderpaal werd door de lezing van Möller's „Symbohk opge lost. „Geheel de hoogheid en diepzinnig heid", zoo bekent hij van zich zeiven. geheel de centrale beteekems der trans substantiatieleer was mij van het eogen- blik al, dat ik haar waren inhoud had leeren kennen en eene afdoende verkla ring ervan had ontvangen, duidelijk ge worden. Ik wist nu, dat hier het middel punt, de ziel van het Katholieke geloof dat hier het middelpunt, de ziel yan het Christendom gevonden werd Ik kende en gelooide het mysterie der H. Eucharistie. Toen alle beletselen alzoo waren weg gevallen en Von Ruville zich bij den parochie-geestelijke aanmeldde, om hem deelgenoot te maken van hetgeen er in zijln binnenste omging, werd hem be- du'd, dat eene hernieuwde grondige stu die van alle Katholieke geloofspunten door hem moest ondernomen worden, ge- paard met een nederig gebed om van den Almachtige verlichting van zijn ver stand af te islmeeken en de genade, ae Katholieke geloofswaarheid in een geest van deemoed van de Kerk te willen aan vaarden, omdat zij van de Kerx uitging. Dat Von Ruville dit gunstbewijs van Gods goedheid niet onthouden werd, blijkt uit zijne bekentenis Tegenover de protestantsche leerbe- crippen had ik s'teeds mijn zelfstandig- heid, mijn souvereiniteit van oordeel be waard, zonder ongunstige gevolgen daar van te ondervinden. Waarom ook niet, daar toch elk kerkgenootschap, elke rich ting en iedere theologant er een eigen meening op nahield. Voor de verhevene, altijd zich zelve gelijkblijvende wijsheid der Katholieke Kerk, zooals zij uit den mond van den eersten den besten een- voudigen priester vernomen wordt, zonk ik deemoedig op de knieën. Tegenover hare ervaring van tweeduizend jaren, kon mijn weten van één dag hoegenaamd niet in aanmerking komen". En zoo brak na jaren van studie en nadenken voor hem de groote dag aan van zijn terugkeer in den schoot dier Kerk, welke de heilswaarheid in haar vollen omvang en in haar volle zuiver heid den volkeren predikt en voorhoudt. In de lente des vorigen jaars deed hij zijne plechtige geloofsbelijdenis en ont ving met de gevoelens der diepste gods vrucht den God der Altaren in zijn hart. Toen gewerd hem dat onuitsprekelijk zalig gevoel van rust en vrede, dat alle bekeerlingen in de stonde van hun over gang hebben gesmaakt en hen zoo won derwel bevestigde in het nieuw verwor ven geloof. Hooren wij hem zeiven: Door mijn geloofsovergang ze.f en door de" Eerste H. Communie werden veran deringen te voorschijn geroepen, die nuj verrasten. Tot dusver had ik onder op neming in de Kerk een la.'itsto forma liteit verstaan, door welke mij de rech ten van een Katholiek en de daarmede samenhangende verplichtingen zouden op gelegd worden. De H. Communie had ik, afgezien van dogmatische verschillen, op gevat ongeveer als het protestantsche Avondmaal. Ik dacht, dat de zegen, wel ken ik ging ontvangen, juist even groot zou wezen als de godsvrucht van mijnen kant of juister, dat die zou beslaan in de gunstige werking van deze, door de heilige handeling versterkte godsvrucht op mijn innerlijk leven. Hoe geheel anders bleek de zaak in werkelijkheid 1 Dat goede wil en geloof, dat godsvrucht vereischt werden, sprak voor mij vanzelf. Maar de werking, de ontvangen genade, overlrof medemin den inzet geweldig en op onuitsprekelijke wijze Van beide verrichtingen, maar voornamelijk van de H. Communie, ging een mystieke kracht uit, die een omwen teling te weeg bracht in geheel het inner lijk wezen en de ziel ophiel tot een hoogte van geluk, welke zij tot dusver nooit gekend had en voor haar geheel onverstaanbaar was geweest. „Nu eerst begreep ik de macht der Katholieke Kerk over menschen van elke klasse, van eiken stand en van eiken trap van beschaving. Zij1 had een ge schenk uit te deelen, waarmede mets an ders op aarde kon worden ge.jjk gesteld, een geschenk, hetwelk, onafhankelijk van den graad van inzicht, van oogenblikke- lijke stemming of van verbeeldingskracht, iederen geloovige ten goede kan komen; een lichanielijk-geestelijke gave, welke het lichaam heiligde, doordien zij de ziel met hemelsch licht vervulde. „Welk een grootsche uitkomst had ik hiermede verworven! Zeker had ik ook vroeger een hoog en wezenlijk geluk ge smaakt, toen ik de christelij.ee hoofd waarheden met vaste overtuiging had aan genomen. Maar hoe spoedig was dat ge luk verduisterd, eenerzijds door vele ont goochelingen, anderzijds door het inzicht, dat het voor de groote meerderheid der menschen zoo goed a,ls niet te verkrij gen was. Daartoe was te veel nadenken en onderzoek noodig. Hier lag de zaak geheel anders. Hier kan dan ook de een voudigste zonder moeite tot een nog hoo- ger geluk opstijgen en daardoor, tezelf dertijd de bron van elk ander geluk ont sluiten, hetwelk een zekere geloofsover tuiging schenkt. Hier betrof het geen over peinzingen, maar voelbare, tastbare wer kelijkheid. Nu eerst, met mijn intrede in de Kerk door de Eerste H. Communie was ik in den vollen zin des woords Katholiek. Het mysterie had zich voor mij ontsloten." 2) Daar wordt gezegd: Het geloof in het algemeen, het Katholieke geloof in het bijzonder, is niet meer van onzen tijd, op zijn hoogst goed genoeg voor oude vrouwen en idioten. De bekeering van prof. Von Ruville brengt deze bewering den genadeslag toe. Zij toont aan, dat de Katholieke geloofs leer steeds de aandacht biijït trekken, zoowel door haat" majestueuze eenheid als door haar subliemen eenvoud, ook van den hoogbegaalden, onlwikke.den mensch en machtig genoeg blijft om steeds edele zielen te begeesteren en tot zich te trek ken. Daarom is de overgang van Von Ru ville .tot het Katholicisme een troostrijk verschijnsel in dezen modernen tijd, die zooveel verflauwing van het geloof te aanschouwen geeft. Wij meenden dan ook een korte schets van deze merkwaardige bekeeriiig onzen geloofsgenooten niet te mogen onthouden. Geen andere drijfveer spoorde ons aan. Wel dachten wij meerma en bij het schrij ven dezer regelen aan Von Ruville's edel streven, die zijn geloofssludiën ook daar om ondernam, om later ook anderen van de ongegrondheid hunner vooroordeélen tegen het Katholicisme te overtuigen, op dat daardoor de scherpe tegenstelling tusschen de positief-geloovige christe nen van verschillende belijdenis: Katho lieken en Protestanten, zoude verzachL worden en dezen zouden worden in staat gesteld, g e z am e n 1 ijk den strijd tegen ongeloof en stofvergoding te voeren. lofzang „Lauda Sion". 2) In deze en andere aanhalingen volg den wij de vertaling van „De Tijd", die onlangs aan Von Ruville's bekeering een viertal artikelen wijdde. Een incident. Eeigisteravond was de Raad van Eind hoven bijeengeroepen om de bekende schoolquaestie nog -eens te bespreken. Daarbij deed zich het volgende incident voor: Het lid Verhagen verklaarde uit bevoeg de bron vernomen te hebben, dat B. en W. doende waren, eene verbetering van het openbaar onderwijs voor te bereiden. Naar de bevoogde bron nader gevraagd, wees hij als zoodanig den gemeente-secre taris, den heer Van Vorst aan. Deze zou tevens verklaard hebben, dat hem altijd door het college van B. en W. verboden was, den Raadsleden inzage van bijzon dere stukken af te geven, die nog niet aa:n de orde waren. De burgemeester was na dit gezegde zichtbaar getroffen, en ver klaarde vol verontwaardiging, dat nimmer een dusdanig verbod yan dat college is uitgegaan en dat de secretaris thans het vertrouwen van het college van B. en W. heeft verloren. Onmiddellijk hierna vroeg het lid De Haes het woord en verklaarde, dat hij' de tolk meende te zijn van het grootste gedeelte der RaadsmeerJerheid, wanneer hij den secrelaris insgelijks het verhouwen van deze meerderheid ontzeg de. Een talrijk publiek: gaf hierna door luidruchtig applaus van zijn instemming met deze verklaringen blijk. De brief van den Duitschen keizer Men schrijft uit Den Haag aan de „Tel." Naar uit goede bron verluidt, zal het Eerste Kamerlid Mr. C. baron Van Heecke- ren van Keil in een nota, aan de Eerste Kamer gericht, nadere gegevens mededee- len betreffende den fameusen brief, dien de Duitsche keizer in 1901 aan onze Ko ningin zou geschreven hebben. Wellicht zal deze nota bij de Eerste Kamer inge diend worden vóór haar eerstvolgende samenkomst, die begin Mei kan verwacht worden. Goes. Woensdagnamiddag had in te genwoordigheid van verschillenue genoo- digden, als: de inspecteur van uen land bouw dr. K. H. M. v. d. Zande, jde commissie van toezicht, de waarnemende voorzitter van de Zeeuwsche Maatschappij' van Landbouw, de voorzitter der ver- eeniging „Oud-Leerlingen", de directeur en de leeraren der school, de heer Cam- man, Kijks-Tuinbouwleeraar, en tal van ouders en belangstellenden, de uitreiking der diploma's plaats aan onze Rijks-Lanü- bouw-vvinterschool en wel aan de leer lingen die den tweejarigen cursus hadden doorloopen. Aan alten (twaalf in getal) viel dit geluk te beurt. De Rijfcslandbouwleeraar, dr. K. H. M. van der Zande, die bij deze plechtigheid voorzat, betuigde dan ook zijne groote voldoening aan al de leerlingen van het 2e studiejaar de diploma's te kunnen uit reiken. Hij hoopte, dat zij deze school verlatende steeds indachtig zouden blij ven, dat er voor hen nog veel te leeren valt en dat zij met de hier opgedane kennissen steeds in hun kring zouden streven naar verbetering en op die wijze voorgangers en toonaangevers zouden we zen.. Hierop werden de diploma's uitgereikt aan: L. J. Klompe, Zierikzee, H. G. v. d. Zande, Nieuwertcerk, J. Klompe, Zierikzee, J. C. Liiidenbergh, Wemeidinge, A. D'. Bakker, Middelburg, A. M. Boot, Rilland, F. C. Bouman, 'Nieuwerkerk, J. J. Mol, Waarde, C. A. v. Damme, Heinkenszand, B. A. Steendijk, Nieuwerkerk, M. C. Steen- djj'k, id., en C. de Wolff, Oud-Sabbiuge. Dr. v. d. Zande wenschte hierop de jon gelui geluk en dankte de aanwezigen voor hunne belangstelling. Inzonderheid nam hij hartelijk afscheid van den leeraar Ter Haai', wien hij1 alle goeds toewensch.e in zijn nieuwen werkkring. De directeur de heer I. G. J. Kakebeeke sloot zich hierbij aan. Hij wijdde een wooid aan den afgetreden, inspecteur van 't landbouwonderwijs den heer P. v. Hoek, en richtte een liartedjk welkom tot diens opvolger, den wensch en de verwachting uitsprekende dat de Goesche Winterschool evenveel en even groote medewerking van dr. v. d. Zande als van diens voor ganger zou mogen ondervinden. Spr. prees de jongelui van dezen cursus die over 't algemeen met zoo grooten lust hadden gewerkt; en met zoo goed resultaat; moge in de praktijk en in de toekomst dit verder blijken. Spr. raadde de jonge lui aan zich aan te sluiten bijl de verT eeniging „Oud-Leerlingen" en door studie zich verder te bekwamen in hun vak. -Spreker wenschte den heer Ter Haai', met wien hij en het bestuur gedurende 17 jaren zoo. aangenaam samenwerkte het beste toe in zijn nieuwen werkkring te Maastricht. Ook constateerde hij met genoegen de aanwezigheid van den waarnemend voor zitter der Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw, daaruit besluitende tot de groote belangstelling der Maatschappij! in deze school. De heer Hanken, voorzitter van de com missie van toezicht op 't landbouwonder wijs, wenschte ook de jongelui geluk, en constateerde tot zijn genoegen, dat ^ij tot de beste klassen behooren, die aan deze school eindexamen deden. Hij gaf hun voorts velerlei wenken mee voor de praktijk. Spr. dankt de verschillende ge- noodigden, en autoriteiten voor hun aan wezigheid en belangstelling en hoopt dat elk in zijn kring, de belangstelling voor deze school moge helpen wekken of ver sterken. De heer Welleman, voorzitter van „Oud- Leerlingen" spreekt de jongelui aan als collega's en noodigt hen uit lid te wor den van die vereeniging. Hij spreekt den wensch uit dat niet alleen zij maar ook de praktijk de vruchten van hun onderwijs zullen plukken. De heer Dominicus, waarnemend voor zitter der Zeeuwsche Maatschappij' van Landbouw, betuigt namens deze dank aan de C. v. T. voor haar uitnoodiging. De Maatschappij', zegt Spr., heeft nooit veel invloed op het wel of wee der school kunnen oefenen; maar de school staat bij 't hoofdbestuur hoog aange schreven. Mogen steeds meerderen hier 't onderricht komen volgen, tot meer succes voor den landbouw. Een der geslaagden, dhr. v, d. Zande, dankte in welgekozen bewoordingen den directeur en den leeraar, mede namens zij'ne medeleerlingen, voor 't genoten on derwijs, en de commissie van Toezicht en andere aanwezigen voor hunne be langstelling. Hiermede was de plechtigheid afge- loopen. Gisteren zij'n vier manden visch, bestemd voor de vischmarkt alhier, voor de consumptie afgekeurd, en onder po litietoezicht vernietigd. Middelburg Woensdagavond hield al hier de Atdeeling Middelburg van de Ne- derlandsche Vereeniging van Christelijke Kantoor en Handelsbedienden hare vijlde jaarvergadering. De Voorzitter opende de vergadering. Blijkens de daarna, voorgelezen notulen had de Atdeeling Middeiburg-Vlissingen op de voorgaande vergadering besloten over te gaan tot splitsing der Afdeeling in twee plaatselijke afdeelingen, die van Middelburg en Vlissingen. Hierna werd door den Secretaris ver slag uitgebracht van den toestand der Vereeniging over het afgeloopen vereeni- gingsjaar. Daaruit bleek, dat de Vereeni ging in dat jaar niet zonder gunstig ge volg heelt gewerkt. Een tweetal Propa- gandavergaderingen werden gehouden, waarvan een te Middelburg en een te Vlissingen, wat als vrucht zeven nieuwe leden opleverde. Voorts kon in het ver slag nög met voldoening worden gewaagd van de oprichting eener Handelsavond school, uitgaande van de Vereeniging voor Handelsonderwijs, welke op initiatief der Vereeniging tot stand kwam. Evenals vorige jaren werd ook dit jaar weder een cursus gegeven in Engelsche Handelscorrespondentie, waarvan één deelnemer met gunstig gevolg het prak tijkexamen aflegde. Uit de rekening en verantwoording van den Penningmeester bleek, dat de toe stand van de Kas in het afgeloopen jaar over het algemeen bevredigend kon wor den genoemd. Inplaats van de aftredende bestuurs leden die zich 0111 verschillende redenen niet meer herkiesbaar konden stellen werden gekozen ia.ls voorzitter de heer J. W. Kögeler, als secretaris de heer |C. A. Minderhout en als Penningmeester de heer G. Koster. Na benoeming van een afgevaardigde voor de Algemeene Vergadering en nog eenige besprekingen over zaken van huis- ho'udelij'ken aard werd de vergadering door den voorzitter geslotgn. Gisteren haid een dienstbode alhier, die vlug even per rijwiel een boodschap voor haar meesteres wilde doen, op de Balans het ongeluk van haar rijwiel te vallen en „een been te breken. In de hedenmorgen gehouden alge meene veigadtring van aandeelhouders van de Naamlooze Vennootschap Stoom tramweg „Middelburg" werd de balans en winst en verliesrekening over het afge loopen boekjaar goedgekeurd en besloten over dat ja,a:r geen dividend uit to koeren. Begrafenis F. Keulemans. Onder vele blijken van belangstelling is Woensdag j.l, het stoffelijk overschot van den heer F. Keulemans grafwaarts gedragen. Vele vereenjgingen uit de Mid- denstandsbeweging waien vertegenwoor digd, o.a. ook de vereeniging Handelsbe langen te Goes door voorzitter en vice- vooirzitter. De heer Meeusen,, voorzitter van den Middenstandsbond, bracht aan de groeve een kort woord van hulde aan den helaas, te vroeg ontslapenen ijveraar voor den middenstand. Mede spraken aan de groeve de heeren L. Dekker, namens de Melkvereeniging Samenwerking, G. J. Krijger, vice-voorzitter van „Handelsbe lang" en de heer A. S. J. Dekker, voor zitter van „Handelsbelangen" te Goes, welke laatste den banalen weg der pluim strijkerij verlatend, op het weerzien wees

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 1