Het geheimzinnige teelten. Dinsdag 8 Februari 1910 Zesde Jaargang. BUITENLAND. FEUILLETON. BINNENLAND. No. 17 Mijnl eiken MAANDAG-, WOENSDAG- tn VMIOMIO. UIT DE PERS. „Ebd volk wordt vroeger of later een prooi der omstandigheden en het is dui delijk, dat dit gevaar Van Heeckeren, en allen, die denken zeoals hjj, ernstig bezig houdt." Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes fO.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers contant - 0.05 Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 'g namiddags. Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoortstraat C 209e GOES. Reclameberiehten 25 Ct, p. r. Bij abonnement speciale prijs, Advertentiën van 15 regels f O.50; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x nerefcend. Dienstaanbiedingen 5 regels toot 25 ct A contant. FRAltHBEJK. De overstrooming te Par ij s. Een Matin-redacteur vertelt enkele staal tjes van zelfverloochening en moed der matrozen die ten getale van 40U uit de verschillende havensteden naar de hoofdstad zijn ontboden, om bij het reddingswerk behulpzaam te zjjn Wie heeft hen niet aan het werk gezien, schrijft hjj, de broek tot boven de knieën opgeslagen, bedaard door de straten plassend om doer het water opgesloten menschen uit hun huizen te redden! Rustig gingen zy hun gang zonder te mopperen, maar ook zonder pochente weinig heeft men dezer dagen recht laten wedervaren aan hetgeen die matroosjes, uit verre havensteden naar het groote Parijs gekomen, tot stand heb ben gebracht. Een hoornblazer van de „Arquebuse" bleef gedurende zes uur in het water, zjjn broek vroor vast aan zijn lichaam, maar onverstoorbaar boeg hg telkens weder op nieuw de sterke schouders onder den last van een geredde, en zette hem veilig op den beganen grond. Ten slotte moest hg het opgevenhg werd in het hospitaal opgeaomen met een bevroren been. Een bottelier sprong op de place Maubert te water en redde twee personen, die op het punt waren te verdrinken. Een korpo raal bracht geheel alleen achtereenvolgens zestien menschen op het droge. Een kwartiermeester werd te hulp ge roepen doer een vrouw die tevergeefs getracht had in haar huis te komen, waar haar vijf kinderen door het water bedreigd werden. Door het inslaan van eea venater verschafte hg zich toegang, kleedde de kleuterB een voor een aan en bracht ze in een bootje. Met het jongste, een wicht van een jaar wist de ruwe zeeman eerst geen raadtoen, ras besloten greep hjj een groote broodmand en pakte daar het lnidkeels schreeuwende kind in. En zoo noemt de journalist nog eenige heldendaden op, die hg zag verrichtten of opving uit den mond dier eenvoudige zeelui zeil', die meenden slechts hun plicht gedaan te hebben. Waarom staat de Katholieke Kerk buiten de Wet? De bisschop Van La Rochelle heeft onder dit opschrilt het volgende schrijven gericht aan de „Temps dat men tevens als een waardig antwoord kan beschouwens, op de reeds gemelde sectarische rede van den procureur Bussnt, eergisteren voor het gerechtshof te Reims gehouden bij de behandeling van 't proces tegeu kardinaal Lu?on. „Gij zegt, zoo schrijft de bisschop, dat de wettelgke vereenigingen voor den eere- dienst zijn afgewezen, zonder dat vooraf een proef er mede genomen is, zooals een groot deel van de bisschoppen heeft aan geraden. Waarom moesten wij een proef nemen met vereenigingen, die, hoewel zjj aan alle canonieke voorwaarden zouden voldoen, beslist elk wetteigk karakter 45 „Maar Cevanci zal haar zeker niet van die vreeselijke misdaad verdenken „Stellig niet 1 Deed hij 't wel, dan zou hij nooit haar adres verraden hebbeD, zelfs al kon hij daarmee het leven van een onschul dig meisje redden." „Gaat u dezen nacht nog naar de Haver- Stock-AIIee?" „Natuurlijk 1 Maar vooraf moet ik nog eenige bevelen geven. Wij moeten voor bereidingen treffen om in dat huis met geweld binnen te komen en bet van boven tot onder te doorzoeken." „Mag ik met u mee. St. John?" „Er zal misschien de heele nacht mee gemoeid zijn, waarde baron." „Dat hindert niet. Ik ben te bezorgd Over het lot van dat arme meisje, om nu naar huis te kunnen gaan. Als u het goed vindt, zeud ik een uwer beambten naar mijne vrouw, opdat die zich niet verontrust over mijn uitblijven. En dan ben ik geheel tot uw dienst." zouden ontberen Gg ontkent niet, dat om in werking te kunnen treden, die ver- eeiigiugen door den Staat aangenomen en aan den Paus op wettelgke wgze voorge steld hadden moeten worden. Dergelijke ingewikkelde vraagstukken worden niet opgelost door vrome menschen, zelfs niet door de wgste voorstellen van den bisschop, gedaan met goedkeuring van do meerderheid zijner broeders, even hoog verheven, noch door proefnemingen. Dat is niet ernstig bedoeld Ook zouden de beste vereenigingen niet alleen nooit de wettelgke goedkeuring gekregen hebben, die onontbeerlijk voor haar was om door den Paus te worden goedgekeurd, maar Brian» heeft indertjjd verklaard, dat „het gouvernement ze niet zou hebben aangenomen." Gij strgdt over de beteekenis van deze verklaring. Maar laat de context dan eenigen twjjfel Oordeel er dan over in verband met de volgende woorden. Briand voegde er nog aan toe: „Zjj, die deze bepalingen hebben opgesteld overeenkomstig de wet van 1905 hebben slechts een poging gedaan om hun goeden wil te toonen." Ten slotte, haalt gjj de woorden aan, die een weinig verder voorkosaen in de zelfde rede. „Wjj zulle» concessie na concessie doen wjj zullen alles toestaan wat de wet ver oorlooft. Wat belet u, om op de voorwaarden van de wet van 1905, vereenigizgen te vormen uitsluitend bestaande uit priesters met den bisschop aan het hoofd Wjj vragen geen concessies. Wjj eischen ons recht. De vereenigingen „bestaande alleen uit priesters met den bisschop aan het hoofd" kunnen voor een slecht inge- lichten geest eenige illussies wekken. Daar de leden van een vereeniging in beginsel geljjke rechten hebben en daar, volgens de Pransche wet, de bjjzondere voorrechten een of meerderen leden verleend, steeds door de kamer kunnen worden ingetrokken, is het duideljjk dat de hiei archie, en het gezag van den Paus en bisschappen niet voldoende zonden gewaarborgd zjjn. Bovendien zouden dergeljjke vereenig ingen, krachtens artiekel 19, paragraaf 1 van de wet van 1905, in praktjjk slechts mogeljjk zjjn in een aantal onbeteekenende parochies. De Paus is het geesteljjk opperhoofd der Katholieken van de geheele wereld. Men heeft de vergissing gemaakt dit fsit over het hoofd te zien en men heelt in Frankrijk wetten gemaakt zonder rekening te houden met dat feit, dat van het grootste belang is voor onzen godsdiest. In zoover zjj de Katholieken van Frankrjjk betreft is descheidingswet een mislukking geweest; zg moet opnieuw gemaakt worden, wanneer men werkeljjk zich wd opwerpen als kam pioen van de vrjjheid van geweten. SPANJE!. De Ferrer-scholen gesisten. Nu de kalmte in Spanje is weergekeerd, heeft Moret, de liberale premier, aan alle scholen, ook aan de z.g. vrjje, verlof ge geven om hare deuren weer te openen. St. John gaf de noodige bevelen en spoedig daarna verlieten twee rijtuigen Scotland Yard. In het eene zat de baron van Ravendale met St. John, in het andere vier sterke politiemannen in burgerkleeding. Het was vroeg in den morgen. Carlotta Garcia lag in een armoedig dakkamertje, koortsig en slapeloos op een armelijk veld bed, aan handen en voeten gebonden. Sedert uren, nadat het demonische gezicht van de „engel" zich nog eenmaal over haar had gebogen, had niemand zich om haar bekommerd. „Binnen hoogstens acht en veertig uren komen wij terug", had zij haar toegesnauwd, „en als je dan niet spreken wilt, dan zal je sterven!" Half als in een droom had Carlotta opgemerkt, dat die vreeselijke vrouw mannekleuren droeg en er als een jong arbeider uitzxg. En achter haar stond Macro polo, eveneens als werkman gekleed. „Ik kom terug," ging de „engel" voort, „en ais je intuBschen ook maar één enkelen schreeuw geeft, heeft Pedro bevel, je tot zwijgen te brengen." Kort daarop hoorde zij, dat er heel beneden een deur werd dicht geslagen. En toen kropen de urea langzaam voort, door geen enkel geluid onderbroken. Als Pedro De Ferrer-scholen bljjven daarentegen ge sleten, wjjl deze, zoo verklaarde de minister, vjjandschap en haat tegen het vaderland en verwoesting van het familieleven loeren. Wat zeggen onze liberale bladen wel van dit vennis, dat hun Spaansche partjj- noot over de „onechuldige Ferrer-schooltjes,, heeft uitgesproken 1 II t M E D I Dreigbrieven aan ministers. Eenige dagen geleden hadden alle ministers van het Roemeensche kabinet brieven ontvangen, waarin zjj met den dood be dreigd werden. Sinds dien werden de portefeuille-dragers steeds door politie agenten en detectives vergezeld, doch er gebeurde niets, tot Vrjjdag, toen twee verdachtuitziende individuen in de wandel gangen van het parlement werden opge merkt. De politie arresteerde beide personen gelukkig, want ze waren met rev <1 vers gewapend, en bleken de schjjvers van bovengenoemde brieven te zjjn. B E L li I E. Een groot park-te Antwerpen Naar de „Nieuwe Gazet" meldt heeft het Antwerpsche College van burgemeester en schepenen besloten, het uitgestrekte Park buiten de vestingen gedurende de Paasch- dagen voor het publiek open te stellen. Aldus zal de bevolking voor korten tjjd reeds over de waarde van die beboschte gronden kunnen oordeelen Na de Paaichdagen zal het opnieuw ge sloten werden. De werken om het vol komen in orde te brengen zullen twee jaar duren. BlINLAkD. Een vreeseljjke misdaad heeft zich afge speeld in het Russische dorp Porwenitsjek. Daar nam onlangs op een nacht een uit Amerika terugkeerende landverhuister in trek bjj een landbouwer, dia familie van haar was Zjj vertelde dat ze nog 2U0 roebel bezat. De boer besloot haar te dooden en te berooven. Zooals dat in kleine plaatsen in Rusland de gewoonte is, werd aan de vrouw een nachtverblijf aangewezen boven de stookplaats. De man haalde iDtusschen een bjjl. Terwjjldeman weg was, was de in de wieg liggende zuigeling beginnen te huilen en de landver huister had daarop de moeder voorgesteld voor haar bjj het kind te waken, terwjjl de vrouw des huizes zoolang de slaapge legenheid boven de stookplaats zon be trekken. Spoedig daarop trad de man met de bjjl binnen en hjj sloeg de boven de stoekplaats liggende vrouw dood. Toen bjj zjjn vergissing bemerkte, hing hjj zich uit wanhoop op. DVIÏSCHLAN I>. Geen tarievenoorlog. De tarief- haar al werkelijk bewaakte, hij deed toch geen moeite om haar te zien. Een eeuwigheid scheen er verloopen te zijn, toen zij plotseling luid hoorde kloppen. Haar hart dreigde van ontroering stil te staan. Zij luisterde. Weer werd er geklopt, maar nu nog luider en krachtiger. Daarop trad weer een pauze in. Plotseling hoorde zij een gekraak en zij was overtuigd dat de huisdeur met geweld werd verbrjjzeld. Zou men haar te bulp komen? Daarop vernam zij mannenstemmen en geloop. „Gered, gered 1" fluisterde zij, en bewusteloos viel zij op haar harde legerstede achterover. „Ik geloof, dat zij ongedeerd is," hoorde zij eindelijk iemand zeggen. Die stern klonk liefderijk en zacht, en zij meende, die reeds eerder te hebben gehoord. Hare banden waren vrij. Zij beproefde zich op te richten, Voor haar stond de baron Van Ravendale; jubelend noemde zij hem bij den naam en zij vloog in zijne armen als een kind, dat bescherming zoekt aan de borst eens vaders, „Breng u nu dat arme kirati zoo spoedig mogelijk naar huis," zeide St John. „Buiten haar en den man die zich Pedro Franzi noemt, is hier niemand in huis. Met een half uur hoop ik bij u te zijn, baron. Misschien is juffrouw Garcia dan in staat, te vertellen, wat er gebeurd is onderhandelingen tusschen Duitschland en de Ver.-Staten zgn geëindigd. Een ta rievenoorlog is afgewend door concessies, welke van beide zjjden werden gedaan. Onze buitenlandsche politiek. Reuter seint: „De Temps" bevat een artikel over „de buitenlandsche politiek van Nederland", waarin gezegd wordt: Frankrgk, waaraan Holland zich weinig liet gelegen liggen, heeft altgd tegenover Nederland een zeer stilzwijgende houding in acht genomen, wat evenwel niet belet, dat Frankrgk acht slaat op het feit, dat de Nederlandsche diplomatie een vaste richting mist. „Dit euvel, zegt de .Temps" laat niet na, een belangrgk deel der publieke opinie te verontrusten. Zonder nog te spreken als onlangs minister Cohen Stuart over een eventueel verbond, zal men toch moeten weten, aan wie Holland bg een mogelijke crisis het waarborgen van zgn onafhanke lijkheid en integriteit zal vragen, wanneer deze bedreigd worden. Het moet van te voren er op zgn bedacht, dat het voor zulk een alternatief zal kunnen komen te staan. Hierop laat het Katholieke hoofdorgaan „De Tijd" velgen De Fransehe bladen hebben er ons niet aan gewend, bijzonder veel waarde te hechten aan hunne artikeleH en beschou wingen. Men kan hier aan de .Temps" allicht een antwoord geven, even gewichtig als haar vraag. Dat zich „een belangrgk deel der pu blieke opinie" in Frankrjjk. verontrusten zou over Nederlands buitenlandsche politiek, zal men hier beschouwen als een zeer overdreven, om niet te zeggen fictieve voorstelling. Als men hier te lande ooit denkt om aan een vreemde mogendheid een waarborg te vragen voor onze onaf hankelijkheid, dan zjjn er zekere herinne ringen, die, al worden ze in 1913 honderd jaar oud, toch nog niet heel en al zjjn uitgewischt. En mochten er bjj een deel der Nederlanders nog eenige sympathieën hebben bestaan voor Frankrjjk, die zullen nu, door de wjjze waarop men in Frankrgk zjjn eigen huishouden bestiert, wel aan merkelijk zijn afgesleten. Het allerbest zal zjjn, wanneer men bjj ons van hetgaen sommige Fransehe bladen, meestal direct of indirect door hunne Regeering geïnspireerd, uitsluitend in hun eigen Fransehe belang, over Nederland schrijven, zoa weinig mogeljjk notitie neemt. Door belangstelling of sympathie voor Nederland worden de bedoelde artikelen allerminst ingegeven. Het bezoek van Koning Albert. Men schrjjft uit Brussel aan het „Vader land" Toen zij in het rijtuig zaten, dreng Carlotta zich dicht aan haar beschermer, maar sprak geen woord. De barones, die de terugkomst van haar man afwachtte, ontving het jonge meisje met tranen van vreugde en ontroering. In 't Fransch, de taal, die zij allen verstonden, gaf Carlotta een korte beschrijving van wat ze had door leefd, zoo goed als haar dat na de laatste vreeselijke twaalf uren mogelijk was. Daarbij kwam haar plotseling in de ge dachte, dat het adres van Hamilton in hare portemonnaie was; werktuigelijk greep zij daarnaar, maar zij vond het niet. Het was dus duidelijk dat Hamiltons verblijfplaats ver raden, en dat hij in gevaar was, want dat kostbare stukje carton was haar ontstolen. Met moederlijke bezorgdheid drong de barones er op aaa, dat Carlotta zich nu eindelijk ter ruste zou begeven, na de emoties van den dag en het grootste deel van den nacht, maar dez: zei eenvoudig, dat zij zich heel wel gevoelde, en dat zij nog iets heel gewichtigs te zeggen had. Een niet te verjagen angst om Hamilton snoerde haar de keel dicht en zij was besloten, te spreken. „Mijnheer de baron," begon zij zenuw achtig in 't Fransch, „ik heb u iets heel gewichtigs te zeggen. Ik neem aan, dat u Na de geruchten, die hieromtrent in de bladen de ronde doen, heb ik gemeend, geen betere inlichtingen te kunnen ver- krggen, dan mg tot het hoofd der Belgische missie, Z.Exc. staatsminister fieernaert, te wenden, die zoo juist Den Haag heeft verlaten. Z. Exc. ontving mg als steeds op de meest voorkomende wgze en was uitermate verheugd over de hartelgke ontvangst, die Z. Exc. van de zgde der Koningin ten deel was gevallen. Staatsminister Beernaert kon mg hier over niet genoeg vertellen en teneinde mg een bewgs te geven, hee belangstellend H. M. zich jegens den bejaarden staatsman tgdens zgne laatste ongesteldheid betuigd had, liet Z.Exc. mg een brief' lezen, door graaf Du Monceau uit naam der Koningin geschreven, waarin in de hartelijkste termen inlichtingen omtrent zgne gezondheidstoe stand gevraagd werden. Op mijn vraag of Z.Exc. Prinses Juliana gezien had, kreeg ik ten antwoord, dat H. H. van plan was, het prinsesje den minister voor te stellen, doch het Koninklijk dochtertje sliep zoo heerlijk na den maaltijd, dat de omgeving bevreesd was 'tkind ia haar slaap te storen. Het bezoek van koning Albert ter sprake brengend, gaf Z.Exc. mij te kennen, dat de eerste stap natuurlijk uit Brussel gedaan zal worden, doch dat deze gedurende de groote rouw niet kan geschieden. Zoodra deze verstreken zal zgn en Koning Albert zgn bezoeken aan de Europeesche hoven gaat afleggen, zoo geloof ik wel, dat een der eerste voor Neêrlands Koningin bestemd is. Het Prinsesje is Zaterdag in een geslo ten rijtuig in den omtrek van de Scheve- ningecbe Bosjes rondgereden. Een veteraan. Onder de dit jaar aftredende leden der Provinciale Staten voor het hoofdkiesdistrict Leewarden behoort de heer J. N. Witte- veen. Naar men verneemt zal hij zich, met het oog op zijn vergevorderden leefiijd in de Alei-maand hoopt hij zijn negentigste jaar in te treden niet weder verkiesbaar stellen. Hij zal dan 51 jaar lid der Staten zijn geweest. Om de genoemde reden nam hij verleden jaar zijn ontslag als lid der Gedeputeerde Staten, in welk College hij ruim 34 jaren onafgebroken zitting had gehad. (Hbl.) Die heeft de klok hooren lulden maar weet niet waar de klepel hangt. In de Prov. 's Hertog. Cour. van 4 Fe bruari le blad staat onder binnenland het volgende te lezen „Mr. P. C. J. Hennequin stelt zich niet meer beschikbaar voor eene her kiezing als lid der Prov. Staten van Zeeland eri zal ook dezen zomer als Kamerlid voor Oostburg bedanken." Heeft de redactie nooit gehoord van een weet waar doctor Hamilton aich bevindt „Ja", antwoordde de baron met een fijn lachte, „ik weet eigenlijk slechts, waar een zekere vriend van Hamilton, Middleton genaamd, zich bevindt. Ik geloof, dat die beide heeren niet ver van elkander zijn Ook u weet dat, niet waar „Ja, docter Hamilton hondt zich onder een anderen naam in 't slot Vanstone op." „Om over de beroemde graftombes der Vanstones te schrijven," lachte Ravendale. „Er is echter nog een ander daar, ging Carlotta voort op hoogt ernstigen toon en met zoo'n bevende stem, dat de glimlach op de lippen van den baron verdween. „Zijn naam is Caradini. Hij is beeldhouwer de schepper van de marmeren buste, die in 't salon staat." „Nu en wat zou dat?" „Die man is lid van het geheime genoot schap." „Ha!" riep de baruu, wiens belangstelling plotseling verhoogd werd. „En doctor Hamilton en ik koesteren de verdenking dat Caradini, zoo hij den moord op mijn armen vader zelf niet be dreef, er toch de aanstichter van is." „Wat zegt u daar? Maar hoe ter wereld kan u dat weten? (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 1