Het Enquêtevraagstuk van den Middenstand Uit den Goeschen Raad. Wij herinneren, dat de lijd van aangifte is van 1 tot 15 Februari. Wie daarna komt, krijgt onder geen voorwaarde meer liet kiesrecht. Formulieren van aanvraag zijn kosteloos verkrijgbaar ter secretarie. Om kiezer voor den Gemeenteraad te zijn, moet ge bovendien gemeentebelasting betalen. in de Algemeene Vergadering van ..Handelsbelangen" te Goes. Donderdagavond te 8 uur waren een dertigtal personen op de bovenzaal van „Caié Boudeling" aan de Groote Markt te Goes aanwezig, om het vraagstuk der Middenstandsenquète te hoeren toelich ten door den Weledelgestrenge!! heer Mr. 1'. Dieleman, advocaat te Middelburg en enquêteur van den middenstand aldaar Laten wij aanstonds zeggen, dat ook hier weer het woord bewaarheid werd, wat zoo dikwijls na eene vergadering moet worden gesproken: „les absents ont tort", „de afwezigen hebben ongelijk." Daar hadden in stede van 30, driehonderd en meer aanwezigen moeten zijn, wijt daar woorden zijn gesproken, die voor iederen middenstander en hoevelen telt het nijvere Goes er niet! van het allerhoog ste gewicht waren. Het is treurig te moe ten erkennen, dat do oude sleur, het voortsukkelen op den weg van grootvader en overgrootvader, zich bijzonder hij onze burgers schijnt te uiten in eene volmaakte onverschilligheid voor het verenigingsle ven en een wegblijven an ergaderingen, zelfs van die, waarop hunne levensbe langen behandeld worden. De Voorzitter van de vereniging „Han delsbelangen" de heer F. Q. den Hol lander opende in welgekozen bewoordin gen de bijeenkomst en wees er op hoe deze vergadering hel uitvloeisel was van de verlangens en wensehen, uitgedrukt op de vergadering dei' vereniging, gehou den den 28en October 190!) waarin een motie was aangenomen, strekkende, om de middenstandsenquète, speciaal wat be trof het invullen der lijsten te doen be spreken dooi' den enquêteur van Goes, Mr. J. Stieger en hel geheele vraagstuk te laten toelichten door het woord van een vreemden spreker, die de vereni ging ten slotte had gevonden in den persoon van Mr. Dieleman, enquêteur van Middelburg, dien hij bij dezen hel wel kom toeriep. Daarop nam het woord Mr. .1. Stie ger, enquêteur voor Goes. Hij begon met te constateeren, dat de enquêteurs op deze vergadering van Handelsbelangen ge heel en al beslag legden, door de agenda van dezen avond voor hunne rekening te nemen. De aanwezigen zegde hij dank voor hunne tegenwoordigheid, de verte genwoordigers der pers voor hunne be reidwilligheid en de vereeniging Handels belangen voor de gelegenheid hem en zijn collega den heer Dieleman geboden om het enquêtevraagstuk toe te lichten. Hij hoopte, dat bijaldien de enquête hier te Goes zou slagen, daarvan voor een niet gering gedeelte aan „Handelsbelan gen" de eer zou kunnen worden gegeven. Daarna het punt in kwestie aanvattende, verklaarde de heer Stieger, dat de er varing hem had doen terugkomen van zijn oorspronkelijk optimistisch oordeel als zou de taak van enquêteur niet zwaar zijn in tegenstelling met hetgeen Dr. Xou we ns ,hem hij zijne installatie op het raadhuis had toegevoegd. Vele midden standers weten niets van de enquête af, of alleen dal er indertijd op het raadhuis een plechtigheid heeft plaats gehad, waarbij hij, de spreker, werd geïnstal leerd. En dan vragen zij soms verbaasd of die enquête nog altijd duurt. De vra genlijsten door hem (Mr. Stieger) rond gestuurd, nadat hij zich eerst goed van zijn taak had op de hoogte gesteld, kwa men gewoonweg niet terug. De eenigste troost in deze zij het ook een schrale - is flat het op andere plaatsen ook niet wil vlotten, lil Zierikzee, in Middel burg, op vele plaatsen in Noord-Brabant en Limburg klagen de enquêteurs even zeer. Dit wantrouwen bij de middenstan ders is echter misplaatst. Om hot veel gebruikte en meest voor de hand lig gende beeld te gebruiken, de midden stand is ziek, zegt men. Goed, maar wat doet nu een dokter bij een zieke? Hij maakt de diagnose op, hij gaat de ziekte verschijnselen na. en onderzoekt nauwf- keurig de geaardheid van den patient, o<m daarna de geneesmiddelen voor te schrijven die tot herstel kunnen dienen. Zoo is het ook hier. De Staat laat door middel zijner enquêteurs onderzoeken aan welke kwalen de middenstand laboreert, om daarna te zien, wat hier te doen valt om dien middenstand te helpen. Evenals, zoo ging de heer Stieger voort, de arheidsenquète van 188li geleid heeft tot verschillende wetten, als ongevallen wet, woningwet, arbeidswet enz. in het midden latende, in hoeverre al deze wetten juist en goed zijn zal ook hier de enquête, mits goed gevoerd, leiden tot zeer nuttige wetten, die den midden stand moeten opbeuren. Dan zijn er niet weinigen, zoo vervolgde de heer Stieger, die van de invulling der lijsten niets an ders verwachten dan vermeerdering van belastingen, doch die vrees is volkomen ongemotiveerd en reeds een enkele blik op de vragen (i en 7 van de vragen lijst doet zien, dat eer inperking van be lastingen dan vermeerdering uit de en quête zal voortvloeien, wijl den midden standers gevraagd wordt of zij wellicht door do een ot andere belasting niet bo venmatig gedrukt worden. Verder is vtie enquête een absoluut geheim en de in vulling der lijsten een zaak van vertrou wen, die ook als zoodanig door de en quêteurs beschouwd wordt. De lijsten be hoeven niet onderteekend te zijn en de nummers die zij dragen dienen alleen om het werk van den enquêteur te ver gemakkelijken Hierna gaf Mr. Stieger het woord aan den heer Mr. 1'. Dieleman. Deze begon niet te zeggen, dat hij kwam spreken over een zaak der prak tijk, niet over een litterair onderwerp, hetgeen (tusschen haakjes) den wolspre kenden advocaat uil Zeeland'* hoofdstad niet belette meermalen een litterarisch schoone passage in zijne rede in te vlechten, denkende zonder twijfel aan Bilderdijks woord: „Geen veld is dor, waar dichtkunst zich vertreedt Hoezeer ook hot middenstandsbegrip aldus Mr. Dieleman, eene juiste en afgebakende definitie moeilijk maakt, voelt men toch wat het zeggen wil, als men zegt middenstand. Men denkt dan aan dengene, die een zelfstan dig ambacht drijven, eene zelfstan dige nering, een eigen zaak hebben, aan handelaars en winkeliers, een noodzakelijk een gewichtig deel der maatschappij, daarbij Lafontaine aanhalende, waar hij zegt: Zoudt gij grooten ook de hulp der kleinen niet behoeven. Onder aanhaling vervolgens van De Gé- nestet's pittige verzen over de jeremj- eerders, die alles akelig, miserabel en afgrijselijk vinden en redeneeren als kip pen zonder kop, wees hij er op, hoe vele middenstanders altijd klagen, altijd staren op dien donkeren vlek aan den horizon, zonder dat zij hun schip van koers veranderen, maar altijd maar voort- loopen in den ouden sleur en hun stand juist zoo willen behouden als in groot vaders tijd, toen het hun voorouders ook goed ging, zonder dat zij1 bedenken, dat inmiddels de tijden veranderen en de middenstand zich heeft aan te jiassen aan de veranderde en gewijzigde omstan digheden in handel en bedrijf. De en quêteurs zijn geen kwakzalvers, die met lapmiddelen «aankomen, zij willen inder daad het geneesmiddel aanbieden, maar dan moet de middenstand zich ook met het volste vertrouwen aan de enquêteurs overgeven, gelijk iemand, die gekeurd Inoet worden en medisch onderzocht, zich ten volle aan 's dokters behandel ling onderwerpt. In den huidigen middenstand moet wor den opgewekt het sociaal medevoelen, zoo als dal. vroeger eeuwen in de gilden het geval was. Door onderlinge samenwerking moeten de misstanden worden opgelost. Wij moeten ons voelen als een organisch geheel in ons vaderland, niet als indivi. (inen los van elkander geplaatst. Zoo zijn ook de vragen van de vra genlijst gesteld, ii.I. objectief. De enquête heelt tol doel te weten: aan welke euve len laboreert de middenstand in zijn ge heel in ons vaderland. Daarna gaat de heer Dieleman de ver. schillende methoden na om bestaande maatschappelijke euvelen weg te nemen, zooals de parlementaire enquête die van do volksvertegenwoordiging uitgaat, het werk der staatscommissies, hij wijstop de enquête in de jaren 90 ingesteld om te zien of de arbeidswetten aanvulling noo- dig hadden en die tol de sociale wetten hebben geleid, welke in zoovele opzich ten den middenstand drukken. De enquête van den handeldrijvenden en industrieelen middenstand is het ware middel om ver betering Ie brengen, wijl ons die niet van hoven wordt opgedrongen zooals in Rusland door Vadertje Staat maar wijl wij daaraan zelfstandig kunnen medower- zken. Wij willen geen staatsslaven zijn maar de hulp van den Staat door zelf- help gaarne aanvaarden. Tengevolge van algeheele individuali- seering van handel en bedrijf is de Staat en speciaal de middenstand ontwricht Jaren lang huldigden de regooringen het systeem „laisser faire, laisser aller". Langzamerhand is men hiervan terug gekomen. Eerst is men zijn aandacht gaan wijden aan den landbouw, of daar niet iets te verbeteren viel, toen aan de arbeiders, thans is hij de regeering de middenstand aan de beurt en stelt zij door middel van de enquête hare vra gen. Als vanzelf splitst zich het mid denstandsvraagstuk in tweeën, in een am- baehtsvraagstuk en een handelsvraag stuk. Beiden kleven groote misstanden aan. Bijl het eerste zien wij hoe men- schen, die niets van een zeker ambacht verstaan, toch door hun geld anderen hel ambacht laten uitoefenen. Dan de groote magazijnen, de groote winkels die de voortbrengselen van het ambacht goed. koop van de hand doen, de vennoot schappen, do zaken die onderscheidene bedrijven in één hand vereenigen, de too- meloozc concurrentie, welke het in prak tijk brengen van oneerlijke middelen (slechte waar, vervalschingen enz.) in de hand werkt. Al die misstanden berusten in de vragen, welke op de vragenlijsten der enquête voorkomen. Juist op de eer. lijko beantwoording wacht de regeering om de middelen te beramen welke die misstanden kunnen wegnemen. Deze zul len vooral moeten worden gezocht in het herstel der vakvereenigingen, die wette lijk bevestigd, do proletariseering van don middenstand zullen beletten en ma ken, dat do middenstand blijft de rugge- graat der maatschappij, de stengel van de plant van het volksleven. Het is een dwaling te denken, dat men in do vakvereeniging zijn rijheid inboet. Men boet zijn vrijheid daar niet in, wel zijn losbandigheid, maar dat in juist een zegen voor den middenstand. Zoo was het vroeger ook in de gilden, waar men niet zelfstandig optrad alvorens zijn proef, stuk Ie hebben afgeleverd. Een deugdelijke opleiding van den mid denstand zal een tweede krachtig mid del zijn om de hoven gesignaleerde mis standen op te heffen. Het kan de regee ring weinig schelen of blijkens de vra genlijsten mijnheer A ol mijnheer X niet lezen cl schrijven kan, maar de Staat heeft er groot belang hij te weten, of de Middenstand in zijn geheel al dan niet ontwikkeld is, wil hij zijn diagnose goed doen en liet juiste geneesmiddel aangeven. Ook het verbod van uitoefe nen van ambacht zonder grondige ken nis, liet nemen van maatregelen tegen de groote bazaars en den leurhandel, de oprichting van kamers van bedrijven, die de regeering bij het maken van wetten en verordeningen voorlichten somde de heer Dieleman op als vruchtbare, mid delen tegen misstanden in den ambacht- voorenden middenstand. Ook in hot Handelsvraagstuk stuit men op misstanden. De groothandel, het groot kapitaal. de wnrenbeurzen, die de prijzen dwingen, de warenhuizen nekken den winkelier, den kleinhandelaar. Ook hier is organisatie het groote mid del en kan men door samenwerking, door coöperatie, door gezamenlijk oprichten van bazaars de excessen van het grootbedrijf beteugelen. Speciaal over bazaars en wa renhuizen is veel gesproken en gedacht door allen die den middenstan I willen opheffen, doch het blijkt meer en meer, dal de actie in deze juist van den mid denstand moet uitgaan. Ook credict-coö- peratie acht spreker een hoogst nuttige instelling, wijl zij den middenstanders, de zenuw van den oorlog, de ziel van de negotie, het geld verschaft. lil een schitterende peroratie onder aan haling van ecnige selioone regelen van Longfellow, sprak Mr. Dieleman de hoop uit. dat Europa Wederom met bewonde ring zou mogen staren op ons kleine land, dat onder het bestuur onzer ge liefde Koningin zou hebben weten tot stand tjé brengen de herleving en we deropbloei van den handeldrijvenden en industrieeion middenstand. De keurig gestyleerde niet dichterlijke aanhalingen, ook van I)r. Sehaepman b.v. rijk gestoffeerde rede, nagenoeg voor de vuist gesproken, en waarbij de sierlijk heid van de dictie zieli paarde aan de de gelijkheid van inhoud, werd met de groot ste belangstelling aanhoord en op het einde levendig toegejuicht De heer Mr. Stieger was do tolk al ler aanwezigen, toen hij Mr. Dieleman hartelijk dankte voor zijne leerzame en boeiende rode, daarbij het misschien (•enigszins banaal klinkende, maar toch ware gezegde gebruikende, dat Mr. Die leman aller verwachtingen verre had overtroffen. Hij verklaarde verder dat de aanwezigen hun dank niet beter konden bewijzen dan door hunne afwezige mid denstanders aan te sporen de lijsten in te vullen en de nummers, als zij het wil len, af te knippen en ze zelf in te vullen. Hij had van de 300 verzonden lijsten nog maar 38 terug, hij hoopte onder den invloed van de aansporing van dezen avond zo alle in zijn bezit te krijgen en wel vóór 15 Februari a.s. wijl van hoogerhand op spoed was aangedrongen. Ten slotte dankte do heer Den Hol lander den spreker en den inleider van den avond, constateerde op welke uit muntende wijze de hoeren enquêteurs be slag gelogd hadden op de vergadering van „Handelsbelangen" van hedenavond en hoopte dal de heer Mr. Stieger aan het einde van zijn arbeid als enquêteur mag zeggen geen zware taak te hebben gehad, dank zij de bereidwillige mede werking dor Goesehe middenstanders. X. li. Het gemeenteraadsverslag, mede in dit nummer op te nemen noodzaakte ons dit verslag hier en daar te bekorten. De Redactie. Goes. In de gemeenteraadsvergadering van Donderdag onder voorzitterschap van den heer Burgemeester was de heer Fran sen v. d. Putte met kennisgeving afwezig. Do voorzitter spreekt een welkomst woord en uit zijn beste wensehen voor de raadsleden, den secretaris en de amb tenaren. Ingekomen zijn: diverse berichten van aanneming der benoemingen gedaan in den Raad van 20 Dec. j.l. bericht van F. Duijnhouwer dat het perceel grond aan den Westhavendijk door hem niet in erfpacht kan worden aan vaard, dank zij de medewerking van S. Boone verslag Woningwet over 1909; goedkeuring raadsbesluiten tot uitgifte van grond in erfpacht af- en overschrijving van posten op de begroeting der gemeente over 1909, en tot vastelling van liet 2e suppl. kohier H. 0. over 1909 verleende machtiging bedoeld hij art. 121 der gemeentewet inzake de drinkwa terleiding rekening over 1909 van de omnibus- dienst-onderneming Goes-Wolfaartsdijk- sche voer. Alles wordt voor kennisgeving aange nomen. Vastgesteld werden de suppletoire ko hieren schoolgeld A en Meisjesschool, resp. f 12.02 en f57.50. Aan don heer Lozanne wordt f 2 teruggegeven voor te voel betaalde hondenbelasting. li. en W. stellen voor de rooilijn te wijzigen voor te bouwen woningen aan den straatweg naar Kloetinge. Eckardt zou 1.25 M. voor de rooilijn van 1908 komen, doch wil 1.25 M. terug, indien ook de volgende woningen dan aan die lijn blijven. Een voorstel van B. en W. in dien geest wordt aangenomen. Op linn verzoek wordt aan M. Schrij1- ver en A. Jacobs vergund een hek te plaatsen voor hun huizen aan de Piet Heinstraat en M. A. de Ruvterlaan, en Wel in 't midden der gedempte sloot. Aan .1. Brouwer wordt in erfpacht af gestaan vcor den tijd van 25 jaren te gen betaling van I I per jaar 5 e.A. ge meentegrond. De Raad besluit wederom voor 5 jaren vrijstelling l.e vragen aan Ged. Staten van de nakoming van het voorschrift ver vat in art. 3 le lid tetter 1 der Woning wet-voor bestaande woningen: hechtheid van fundamenten, muren, vloeren, trap pen, zolderingen en dak. Aan de orde komt 't voorstel van B. en W. lot wijziging der instructie voor de hoofden en onderwijzers der O. L. Scholen. De heer Dekker vraagt een inlichting. Xu i|n art. 4 niet meer sprake is van 'I, geven van onderwijs maar van 't vol brengen hunner taak, vraagt spr. of het de bedoeling is, dat het nu het hoofd vrij staat al of niet een klasse te heb ben, en zoo dit niet de bedoeling is, waar die taak dan is omschreven. Spr. meent dat door die verandering, schoon noodig geworden doordat het hoofd van schooi li ambulant is geworden, de om schrijving van de taak der hooiden is weggevallen. De hec-r de Witt Hamer zegt dat dit nie't. ik,an. Immers wet en verordening omschreven die taak. Ieder onderwijzer heeft een klas: en als 't hoofd niet am bulant is, is hij verplicht les te geven. Het is niet anders op te vatten. De heer Dekker is niet heelemaal over tuigd dal. er geen quaestie uit kan voort vloeien, doch legt zich hij1 de toelichting neer. Do hoer Runner geeft in overweging om de vage uitdrukking „zoo spoedig mo gelijk" te vervangen door „dadelijk". Het is de Commissie t. W. v. S. gebleken, dat de hier bedoelde kennisgeving aan de ouders soms veel te laat plaats heeft. Xa nog eenige discussie geelt de heer Pilaar in overweging de formule „op den- zelfden dag" Deze wijziging nemen B. en W. over. De gewijzigde verordening wordt hier op zonder hoofdelijke stemming vastge steld. De X. V. Centraal kleediugmagazijn F. O den Hollander vraagt wegens ver- houwing een gelegenheid op de Groote Markt tol. 't plaatsen van een loods, groot circa 200 vierkante meter. 15. en W. stellen voor het verzoek in te willigen tegen betaling van f 000 voor een tijd van 3 maanden en f 50 moer per week of gedeelte daarvan voor het geval het gebouw langer dan 3 maanden zou blij ven staan. lie financieele commissie erkent de hit. lijkheid van een tariefverlaging voor een zóó buitengewoon langdurigon termijn en zou van dat standpunt de door B. en W. voorgestelde bedragen wel willen onder steunen. Maar de verordening laat naar haar meening geen afwijking van het ta rief. Voorts verdient het naar haar mee- ning aanbeveling om een eindterinijn, li v. van vier maanden voor te schrijven. De voorzitter zegt dat het ilagelijksch bestuur en de financieele commissie hier verschillen Eaalstgenoemde wil 't geval doen slaan op de verordening op het plaatsen van kramen, enz. B. en W. wil len de aanvraag beschouwd zien als 'n op zichzelf staand geval huilen verband mot genoemde verordening. De heer Pilaar vraagt: met welke dan? De voorzitter leest een artikel der ver ordening 8(i, waaruit blijkt dat de te houwen loods er niet onder vallen kan. I)e heer Pilaar meent, (lat het een „kraam" zal zijn; een sierlijke kraam. De heer rle Witt Hamer acht het hier een exceptioneel geval, dat niet onder deze. verordening kan gebracht worden. Gee,n stal of tent of kraam is bedoeld, maar een winkel van een medeburger. Viel het onder deze verordening dan zou het volle geld moeten betaald worden, want dan is 't een belasting op welke de Grond wet, ,'ift. 175 geen privilege toestaat. Het is hier eenvoudig een aanvraag om tij delijk te mogen in gebruik nemen een openhaar terrein voor een daar te plaat sen winkel. He heer Pilaar zegt dat B. en W. door in haar advies de verordening aan te halen, verwarring brachten. Beter ware geweest die niet te noemen. Want juist daardoor kwam de financieele commis sie or toe om voor te stellen de heele som te vorderen volgens door B. en W. zolven aan de verordening ontleende ta rieven. Want hoe gaarne wij ook een medeburger willen helpen, van een ver ordening mag niet worden afgeweken. De heer Temperman onderschrijft dit. De lieer Dekker vraagt ook of 't wel mag. De heer Hamer meent van wel omdat liet hier een geval geldt dat bij de vast stelling der verordening niet is voorzien. De heer Ronner ondersteunt het voor stel van B. en W. De aanvrager heeft toch al groote kosten. lie heer Hollmann wit eenvoudig het verzoek inwilligen zonder verband met eenige verordeningot des noods in erf pacht geven. De heer Pilaar acht dit onmogelijk met het oog op den eisch an onttrekken aan. den publieken dienst; en ook onwensche- lijk, want dan kan men wel elk oogenblik de verordening op zij zetten. De heer Riscli zegt dat men deze aan vraag. van een ingezetene niet mag ver. gelijken met (lie van een uitlandschen spullebaas. De heer Dekker zegt den indruk go- kregen te hebben dat, zoo R. en W.' niet van de verordening gesproken had den, niemand quaestie zou hebben ge maakt. Spr. meent dat men (ie aanvraag eenvoudig beschouwen moet als een nieuw feit. Daarmede motiveert hij zijn stem voor 't voorstel van I! en W. De voorzitter zegt dat R. en W. het voorstel der linancieelo commissie over nemen om het verzoek voor ten hoogste vier maanden toe te staan. Het voorstel van de financieele com missie om de verordening toe te passen wordt met 10 tegen 2 stemmen verwor pen. Voor stemden de héér Pilaar en Temperman. Aan de orde is nu de wijziging der verordening op liet houden en slachten van vee, alsmede op liet invoeren, ver voeren, keuren en verkoopen van vee en vleesch en in verband daarmede een ver zoek van de negen varkensslagers te. Goes (Gocdbloed, Pik, v. d. Reit, Melse, Blokpoel, Schneider, Korstanjc, Daane en I. Melse) lot wijziging der regeling van het trichineonderzoek. B. en W. tot toelichting van 't voorstel herinneren aan 'den wenk der financieele commissie indertijd gegeven, om tot ver sterking dor gemeente.financiën een Keur loon te heffen voor het onderzoek op trichinen. In de raadsvergadering van 22 Januari 1907 werden overeenkomstig 's Raads verlangen twee voorstellen ter tafel gebracht inzake keuring van vee en vleeseh. In hel desbetreffend rajiport der fi nancieele commissie wordt ei op gewe zen dat het een voordeel is wanneer de gemeente afziet van heffen van keurloonen, wijl daardoor de vleeschprij. zen kunnen verminderen. Xu zal men zeggen, dat belanghebben den toch reeds voor dat trichineonder zoek f0.50 betalen per onderzoek, 't welk verplaatst wordt naar de gemeentekas en wel om de gemeentelijke inkomsten to vermeerderen en aan den keurmeester nog wat hooger belooning te geven. M aar nu door varkensslagers aan h.h. deskundigen voor liet onderzoek op tri chinen moet worden betaald, wordt het een geheel andere zaak wanneer de ge meente die keuring op zich gaat nemen en daarvoor keurloon doet heffen. En nu ziet men gebeuren dat do Baad, die eerst op advies dor fin. commissie de heffing van keurloonen uit den booze acht, een keurloon wil heffen uit zui ver winstbejag, alleen van varkensslagers voor f0.50 van trichinen, terwijl B. en \V. f0.25 hadden voorgesteld. Wenscht men dat onderzoek van den keurmeester o|) te dragen dan zou dat evenals alle vlceschkeuringen ook kos teloos moeten gebeuren, wat in dc lijn ligt rler bedoeling van de fin. commissie volgens haar voorstel in den Raad van 22 Jan. 1907, welk voorstel door den Raad werd aangenomen, en zal men den dank oogsten van de ingezetenen daar alle keurloonen hoe gering ook, van in vloed zijn oj) de vleesehprijzen, (zie raadsverslag 22 Jan, 1907). Verschillen de raadsleden hebben dat dan ook in meergenoemde vergadering getuigd. M'ordt de heffing van keurloon voor trichinen een feit, dan zal spoedig op de onbillijkheid worden gewezen door belanghebbenden, dat allo keuring kos teloos geschiedt, alleen die op trichinen, niet. Wat nu de bewering aangaat, (lal dan de keurmeester meer salaris moet heb ben, dit. salaris is reeds voldoende in verhouding tot dat van andere gemeente ambtenaren. Ook verplicht hem zijn be noemingsbesluit zich te gedragen naar eventueel nader vast te stellen instruc ties. Voorts heeft de keurmeester gevraagd kaan hein het trichineonderzoek op te dragen, aangezien dan zijn werkzaamhe den niet zooveel tijd in beslag zullen nemen. Daarbij1 komt, dat tot heden uit. de verordening werd afgeleid, dat hel vleeseh geslacht door particulieren en niet bestemd voor den verkoop, eveneens door hem moest worden gekeurd, hetgeen on juist is gebleken en zelfs verboden is. (K. B. 1 Maart 1909). Zoodat salaris verhooging B. en \V. onge motiveerd. onnoodig en ougewenscht is. B. en M'. concludeeren dat 't trichine onderzoek kan geschieden door den keur meester, doch kosteloos, evenals alle vleeschkeuring. Mocht de Raad echter on verhoopt besluiten wol keurloon te hef fen, dan is volgens B, en \V. f0.25 reeds hoog. De financieele commissie stelt ook voor de keuring te doen geschieden door den keurmeester tegen 50 cent per varken.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 6