Zaterdag 1 Januari 1910 Zesde Jaargang. DERDE BLAD. INICUS JR. No. 1 Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- in VRUDAfiAVOHD. GEMENGD NIEUWS. iscken aan. familie, stigers in 1910. IEPONDT, edipl. Hoefsmid. nschen aan familie, istigers in 1910. JONKERS, Schoenmaker. nschen aan familie, nstigers in 1910. GEUS, ;r en Schilder». nschen aan familie, nstigers in 1910. I0ENE, Café. enschen aan familie, instigers in .1910. iMPKNS, Klompenmaker. enschen aan familie, instigers in 1910. E JONGE, Slager. 'enschen aan familie, unstigers in 1910. DE JONGE, Handel in Loten. 'enschen aan familie, unstigers. in 1910. JONGE Fz., liger Firma .Wilking. venschen aan familie, ;unstigers in 1910. JONGE Pz., Café. e, Lange \Veegtje. KEIJZER, Hoofd der School. Z. N. wenschen aan familie, gunstigers in 1910. MOREAUX, Planter en Snoeier. wenschen aan familie, igunstigers in 1910. AGELKERKE, Vrachtrijder, ie. wenschen aan familie, ïgunstigers in 1910. PEEÏERS, Aannemer, ne. wenschen aan familie, eguns tigers in 1910. POORTVLIET, Koopman. en voorspoed in 1910. .1. RAVEN, Particulier. Kwadendamme. wenschen aan familie, >egunstigers in 1910. A. REM1JN, Koopman, ime. wenschen aan familie, regunstigers in 1910. C. REMIJN, Bakker, une. wenschen aan familie, "begunstigers in 1910. VAN T1CHGELEN, jjwielen en Naaimachines, nme. G. VERBEEK Sr. urne. Z, N. wenschen aan familie, begunstigers in 1910. VERBEEM, aker en Fruithandelaar, nme. 'EN WESTDORP, eermaker en Barbier, pnme. Z. N. rijdende vrienden in 1910 toege- Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers k contant-0.05 Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor v. d. Administratie: Gangepoortsfraat C 209. GOES. Reclameberiehten 25 Ct, p. r. Bij abonnement speciale prjjs, Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x nerekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct, contant. (Zie verder Derde Blad.) UIT DE PEltS. Lourdes en de vrijzinnige pers. Odeman, de geestige causeur, die in de „Java-Post," het Kath. Weekblad van Ned. Indië zijn „Fantasieën bij de thee" schrijft, heeft het ditmaal over boven genoemd onderwerp. Wat hiji in de Indi sche liberale bladen hekelt kan voor onze Nederlandsche in gelijke mate gelden. Hij schrijft De gruwelijke hitte had ons een ge dwongen V-acantie bezorgd. Alle thee struiken in den omtrek waren dor en verschrompeld. De grond hard ingedroogd. Aan gieten viel gewoonweg niet te den ken; er was geen water meer. Zoo zaten wij dan bij elkaar, een clubje puffende theeboeren. Puffend, ofschoon we in slaapbroek en kabaaj in onze lange stoelen lagen in de koelste kamer van mijn gastvrijen buurman-theeboer. Het was om te smeltenI Dubbel-Indisch heet! Hoe hoog do thermometer wel stond, wis ten we niet; we waren te lui om1 te kijl ken; want het moet op zijn minst kook punt zijn geweest. Je pijp beweerde er een gaat vanzelf aan. We dronken heete thee pm wat op te frisschen en meenden dat het nu de gulden sprookjes- tijd was van rondvliegende gebraden pa trijsjes. Alzoo, we lagen te puffen met ons viertjes, te puffen, alle stembanden sche nen verkoold, alle ideeën verdampt. En anders konden we disputeeren met woorden en met vuisten. Disputeeren is het eigenlijke woord niet hameren is juister. Want de een was liberaal, een ander atheist, een derde socialist en ik katholiek. Een gekke combinatie, zult u zeggen. Och, we 'Izijn in Indië, en buurtschap maakt vriendschap. We lagen dus nu doodstil. Je hoorde niet idftn een in vier tonen smartelijk uit blazen pufffen het ritselen van groote couranten-lijnen, ais men 'ze om vouwde om gemakkelijker te lezen. Want ieder had zij'n lijfscourant genomen, een voudig om den tijd te dooden, een gewoon gebruik vau vele Indische cou ranten. Opeens viel er een uit met „mille mil lions de tonnerres! „wat is dat vermept heet!" Ik vroeg dan: „wel? Nog nieuws ge lezen?" „Ja," klonk het kortaf. Blériot is neer- getuimeld; een dokter vermoord; een kalf overreden door een auto; de Australiërs hebben Birmingham geklopt met 203 en 5 innings." „Paulhan 133 kilometers gevlogen; Lathan 154; Farman 180. Wat praat jijl van wonderen, Odéman, dat noem ik wonderen." „Ja, dat is prachtig, dat is ook een wonder van 's menschen vernuft. Maar wat moet God dan niet oneindig groot zijn, die de zonnen en de sterren door het heelal laat vliegen, zonder motor en zonder de minste onregelmatigheid, eeu wen en eeuwen lang." „'Laat er je God nu maar asjeblieft buiten." „Zoo? denk je werkelijk, dat de helden van de Rheimsweek zonder God zouden gevlogen hebben? Doch van won deren gesproken, staat er van dat frap pante wonder van Lourdes niets in de kranten „Dat is nu eens een wonder alsof God heeft willen 'zeggen: Ik heb nu al zoo veel honderden wonderen gewrocht te Jmurdes, en toch zijn er nog steeds die ze niet willen gelooven, nu zal Ik eens een wonder verrichten dat ze kunnen voe len en tasten, dat allen twijfel onmoge lijk maakt." ,,'tZal wat zijnNou vertel eens pp." ,,De genezene is een jonge man, dus geen hysterisch vrouwtje. Hij heet Fer dinand Delahaye. Sinds tien jaar leed hij aan een onge neeslijke kwaal in het linker djjbeen, met twee groote fistelwonden, 10 c.M. diep, herhaaldelijk door ^bekwame dokters on derzocht ven behandeld. Niets had ge baat, geen geneesmiddelen, ook niet zijn lste bedevaart naar Lourdes in 1905. Den 21sten Augustus onlangs, ten tijde van de groote nationale fransche bede vaart te Lourdes, na een bad in de pis cine, 'wordt op het bureau der genezingen bevonden dat een der twee wonden mi- rakuleus genezen en gesloten is, doch dat de andere wond blijft doorettoren. Twee dagen daarna, den 23sten Aug., scheidt de tweede wonde al minder et ter af. Des morgens wordt de wonde door vele aanwezigen, meest bekwame geneesheeren zorgvuldig onderzocht o.a, door Dr. Ockynzie, chef der klinieken van Parijs en andere niet minder beroemde chirurgen, waaronder materialisten en atheistcn. Zij' maken hunne rapporten op tusschen 11 en half 12. En luistert nu eventjes aandachtig voor het oog dezer wetenschappelijke rechtbankl beeft de volkomen genezing geleidelijk plaats in drie kwartier tijds, tusschen half 12 en kwart over 12 zóó langzaam dat honderden doktersoogen het wonderproces kunnen volgen, stap voor stap. Zij hebben tijd om te zien, te den ken, te redeneeren, te twijfelen, zich op allerlei wijze te overtuigen en zich voor. het wonder gewonnen te geven. Men pho. tographeert begrijpt eensmen pho- tographeert zelfs de stadiën van het won der. Kwart over twaalven is alles ge schied. De wonde is gesloten, opgedroogd, met huid overtrokken, hot litteeken is er zelfs bijwijze van verzegeling. God deed thans zijn wonder „zoo lang. zaam" dat men het zou kunnen zien en voelen en erkennen, e|n toch „zoo vlug", dat iedereen ,Gods wonderbare tusschen- ko'mst erkennen moest. En staat daar niets van in jullie kran ten? Neen, niets, maar zou het wel waar zijn? Waarom niet waar? Omdat het in geen van jullie bladen staat? Een feit, door zooveel ooggetuigen, w. o. godloo chenaars, erkendeen feitchronome- trisch opgenomen, een feitgephoto- grapheerd. Je zoudt het wonder nu ki- nematographisch kunen vertoonen. Als dat niet waar is, geloof je dan aan de ramp van Messina? of in de vlieg week van Rheims? En toch, de Javabode, het Nieuws, het Bat. Nieuwsblad, de Locomotief, het Soerab. Handelsblad geen enkele onzer voorname couranten heeft er iets over geschreven. Och ja, dat is het gewone deun tje. Die bladen staan dikwijls vol met snertnieuwtjes; doch 'berichten als dit wonder van Lourdes, of als het laatste Eucharistisch congres van Keulen of de geniepige godsdienstvernietiging in Frank rijk, zaken, die de gansche wereld kunnen doen schokkenDoodzwij1 gen, is het parool, „op den Index der PersHet zou kunnen gebeuren, dat bij publiceering van dergelijke uitin gen |van Gods almacht, van christelijk heldengeloof of van duivelschen haat, de menschheid de oogen ten Hemel zou rich ten of de handen vouwen tot een gebed. Alle couranten en illustraties staan vol met lof, zwaaien wierooksvaten voor de helden der vliegmachines. Ik heb er niet tegen; maar even wijzen op God, don Eeuwigen motor van 'tAl; .op! God, die als 't ware spelend, het motje en den arend zoowel als zonnen en sterren doet vliegen; op God, die den mensch met verstand begiftigt om heel in de verte, als een pas beginnend kind, de daden van zij'n Grooten Vader na te volgen aan God denken, nu we kunnen vliegen, nu we aan spiritisme, materialisme, enz. enz. do-en,kom, goed voor dompers God ligt allang op den rommelzolder! „Doodzwijgen"Alles wat tot God leidt staat op den Pers-Index! Ja zeker, IndexJullie protesteert zoo dikwijls tegen onzen Index en ge zijt zelf de meest gedweeë schapen voor jullie Index. Domme, onnoozele schapen, want onze 'Index brengt ons tot God, jullie Index houdt van God terug. Dat jullie niet gelooft in God kan ik in dezen tijd en in dit land, wel niet vergoelijken, maar toch verklaren. Doch dat jullie, vrijdenkers! je Iaat muilban den door de Pers, dat jullie, heel een zijdig, niets meer hooren wilt van God, niets toeer lezen wilt van Zij'n kerk, stijf koppig alles negeert wat 1900 jaren lang door millioenen heiligen en geleerden is g'eloofd en onderhouden, dat jullie niet wilt, vind ik dom, simpel, dwaas, krank zinnig. Temeer daar wij' toch wel eens gelijk konden hebben. We hebben zóó veel eeuwen met zooveel genieën ach ter ons. En in jullie domheid Wordt je nog ge stijfd door een Pers, die angstvallig al les doodzwijgt wat je misschien op be ter gedachten kon brengen. Wij zullen er wel komen, in spijt van alle doodzwij'gerijwant Gods werk spreekt luider dan een dagblad, maar of jullie er komen, als je Zoo doorgaat? Wat hadden ze me lang aan het woord gela.ten! Een beetje verdacht. Ik keek dus eens rónd of ze niet-allemaal ingedut waren. Maar neen. Ze zaten me allen met open oogen aan te staren. Maar Odeman. Zou dat nu werkelijk waar zijn Daar. lees het zelf. Het staat uit voerig in dé Java-Post. Java-Post? Java-Post? Wat is dat voor een courant? Zie je, da's weer een bewijs van wat ik straks zei. Dit is nu het eenige katholieke blad in Indië, en jullie weet niet eens dat het bestaat. Het staat voor jullie op den Index, omdat het behalve over de gewone couranten-onderwerpen ook over God en godsdienst handelt. Ik ken bladen met zulke pakkende ru brieken alsDingen van den Dag, Ups en Downs, Zigzags, onze nieuwtjes, wat ons voorbijgaat zou dat wonder van Lourdes nu onder geen dier hoofden een plaats kunnen vinden? Toch zeker bij1 het laatste wel. Jk ken nog een blad, dat eens per halfjaar iets over katholicisme heeft, doch de redacteur moet daarom wel honderd maal in datzelfde halfjaar hooren dat hij' den pastoor in den zak kruipt. Dood zwijgen, en die nog een kik geeft doodtrappen De Redacteurs zeggen; we volgen den wensch van het lezend publiek. Welnu! Doen jullie dan je mond open en zegt: we willen pok het andere weten! Jullie hebt toch geen twee oogen en twee ooren, om alleen naar links te zien en te hoo ren? Ik keek nog eens schuins op. Jawel hoor. Geen een sliep. Allemaal lagen ze me klaarwakker aan te kijken. Of ze -voortaan de Java-Post zullen lezen? Je kunt nooit weten. Ze noemen zich vrijdenkers, liberaal. Het Enquête-voorstel. „De Rotterdammer", een Anti-revol. dagblad, bespreekt het enquête-voorstel van Troelstra in zake de lintjeskwestie volgenid-erwij'ze Precies als hondjes! Op een boerenerf krijgt de hond wol eens een lekkeren kluif. Dan gaat het beest heerlijk aan het smullen, totdat het heen schier kaal is. Daarop trekt de hond met zijn been naar het land, en laat het daar in een afgelegen hoekje tusschen het gras lig gen, of begraaft het somtijds. Doch begeert dep volgende dag de hon denmaag weer een delicatesse, dan zoekt of graaft het dier .zijn lekkernij' weer op, en smult het bij .vernieuwing, alsof er nog vleesch in overvloed aanzat. Of wil men een ander beeld. Dan het beeld van den Duitscher, die drie wen schen mocht uitspreken- Als eersten wensch sprak: hij' uit: ge noeg bier Als tweeden wenschgenoeg geld Als derden wensch dan nog maar een beetje bier! In denzelfden trant zal nu weer op treden de liberale en socialistische pers inzake de decoratie-quaestie. Het Kamer-debat is nu achter den rug, derhalve wordt het kluifje genaamd „lint jes-zaak" weer opgezocht. Wat zullen de bladen nu weer gaan „hoornen" over het vraagstuk: .„eereraad of enquête". Reeds schrijft het liberale Handels blad een heel artikel, waarin het o. na zegt: „Voor velen zal een beslissing over de wenschelij'kheid van een .commissie van enquête zeer moeilijk zij'n, .vóór zij weten onder welke omstandigheden en op welke wijze die eereraad zal worden samenge steld". Waarover maakt men zich al niet druk 1 Eerst in Februari wordt het enquête- voorstel van mr. Troelstra in de afdeelin- gen der Kamer onderzocht. Nog ruim een maand ligt er tusschen. Kunnen de heeren dan niet een poosje geduld hebben Maar ochhet kluifje vinden zij toch zoo lekker! Als hij niets anders weet, roept de Duit scher „dan nog maar een beetje bier" Het Onderwijs in het „Donkere Zuiden Lange jaren heette het, dat in het Zuiden zooveel meer misdaden voorkwamen dan in het Noordener werd al gesproken van het „misdadige Zuiden". Maar met deze beschuldiging is voor goed afgerekend in de Tweede Kamerenkel in Amsterdam worden per jaar meer misda den niet vervolgd, dan in het geheele Zuiden (ressort den Bosch) strafvonnnissen uitgesproken wordem Maar ook het onderwijs moest het ontgelden. Van dat katholieke onderwijs in het Zuiüen deugde ook al zoo weinig. Maar nu komt de heer Oosterbaan, (anti-revolLid van de Tweede Kamer en Schoolopziener, in de vergadering der Tweede Kamer van 21 December j.l. ver tellen, dat de Kweeeksehool der Broeders te Maastricht, wat de inrichting en de „leermiddelen betreft, aan de hoogste eischen, welke kunnen gesteld worden, voldoet, en dat zij de heer Oosterbaan kan het uit eigen ervaring zeggen met haar kweekelingen op de examens een zeer goed figuur maakt. En van de bijzondere kweekschool voor meisjes te Tilburg kon dezelfde heer getuigen, dat zij onder zeer uitnemende leiding staat. Het belangrijkste, en wat wel eens mag gehoord en gelezen worden, door degenen, die soms met eenige minachting op het onderwijs van Zusters en Broeders neerzien, halen wij letterlijk aan, wat wij in de Handelingen vermeld vinden Men heeft in de laatste jaren in en buiten de Kamer herhaaldelijk ge fabeld over het donkere Zuidenwelnu ik ben in de laatste jaren herhaaldelijk in Brabant en Limburg geweest om af te nemen de examens voor de hulpakte en die voor de hoofdakte ik heb daarbij van nabij kennis gemaakt met de in richtingen en resultaten van deze, en ik kan dan ook uit volle overtuiging zeggen, dat, wat de opleiding van onder wijzers en onderwijzeressen betreft, dat „donkere Zuiden" niet anders dan een fabel is, waaraan men hier en daar waarschijnlijk vasthoudt uit berekenin gen, welkik thans niet wil beoor- deelen en waarbij de een den ander vaak napraat, zonder ooit een in staat geweest te zijn, zijn voorstelling aan de werkelijkheid te doen con rloeeren. Als lid der examencommissie heb ik het bij de laatst gehouden examens te 's Hertogenbosch bijgewoond, dat een gebeele ploeg van 8 vrouwelijke candi- daten slaagde, een geval te zeldzamer, omdat alle 8 afkomstig waren van de kweekschool van zusters daar ter plaatsezij slaagden niet zoo even langs het kantje af, maar met een puntenlijst, die in elk opzicht kon gezien worden. Onthouden we het goeddat het Zuiden „donker" is, is niet anders dan een „fabel" („Nieuwe Koerier"). Zonderlinge testamenten Jean Conaxa, een vermogend ingeze tene van Antwerpen, had zijn beide doch ters uitgehuwelijkt aan twee van de rijk ste heeren dier stad. Niet tevreden metj de aanzienlijke huwelijksgift, die zij had den ontvangen, konden dezen de begeerte niet wederstaan zich het geheele vermo gen van hun schoonvader too te eigenen. Zijl verstonden zich daarom met hunne- vrouwen, om den ouden man te bewegen, te hunnen behoeve een volledigen afstand van al zij'n bezittingen te doen, hetgeen; door kracht van liefkozingen en Vleierij' eindelijk gelukte. Weinige dagen waren na dezen afstand verloopen, of de voor komendheid die Conaxa had ondervonden, begon te verminderen, en weldra zag hijl duidelijk in dat hij voor zijn kinderen niets 'meer Was geworden dan een last post. Zoodra, hjj' dit bespeurde, vatte hij het voornemen op om hun een duchtige les te lezen. Hij' begaf zich daarom, tot een ban kier, met wien hijl bevriend was. „Doe mill het genoegen, mijn waarde," sprak hij tot hem, „mij voor niet langer dan drie uren vijftienhonderd kronen te leenen. Ge moet ze mij' morgenochtend zenden, en als ik met mijn familie aan tafel zit, moet gij mij door een uwer bedienden doen vragen om de bewuste som gelds en doen aanhouden dat ik ze hem ter hand stelle." Toen de vriend dit verzoek had inge willigd en beloofd had zich volgens het verlangen van Conaxa te gedragen, noa- digde deze zij'n beide schoonzoons voor den volgenden dag bijl zich te gast. De uitnoodiging Werd aangenomen, hoe wel -ongaarne; men had immers niets meer van den ouden mail te verwachten, en den volgenden dag begaven zijl zich met hunne vrouwen naar het huis van Conaxa. Terwijl zij aan tafel zaten, werd er aan de huisdeur geklopt. De knecht ging zien wie er was en kwam spoedig terug met de boodschap, dat men de duizend kronen kwam halen, die zijn meester be loofd had ;aan den bankier M. ter leen te geven. „Zeg dat ik gezelschap heb", antwoordde Conaxa, „en dat ik mij niet met zaken kan inlaten, men moet la ter maai' eens terugkomen." De bediende van den bankier hield ech ter aan, en beweerde, dat zij'n patroon, dringend verlegen was -om het geld. Co naxa begaf zich daarna al pruttelende naar zij'n kantoor, dat aan de eetzaal grensde; hij telde met veel gerucht kro nen ,af, en kwam daarna zeer bedaard zijn plaats aan de tafel hernemen. Maar welk een verandering had, er op ge laatstrekken van zijn gasten plaats ge vonden; de ijlskoude stroefheid van een oogenblik te voren was verdwenen en vervangen door een gullen glimlach. De grijsaard hield zich alsof hij niets van deze plotselinge verandering bespeurde. Zijin schoonzoons, die meenden, dat hij verborgen schatten bezat, overstelpten hem met betuigingen van hartelijkheid, die h'iji ,als goede 'munt scheen aan te nemen. Van dit -oogenblik en gedurende Zijn overige levensjaren, zag Conaxa zich het voorwerp van de teederste zorg. Toen hij ziek werd, gaf hij zijn schoonzoons te kennen, dat degene, die hem de me-este oplettendheid zou bewijzen, in zijn tes tament het beste bedacht zou worden. Beiden wedijverden dus wie bij den ouden man de meeste n,achten zou waken. Eindelijk gaf men hem zeer voorzich tig den 'wensch te kennen, da.t hijl zijn testament zou maken. Hijl antwoordde, dat dit reeds verricht was, en gaf be vel, da,t men zijn geldkist met drie slo ten, die in zij'n kantoor stond en die bijzonder zwaar was, voor zijn bed zou brengen. Daarop deed Conaxa den prior van het Antwerpsche Jacobijhenklooster verzoeken bij hem 'te komen, en dezen tot zijn testamen tairen executeur benoemende, stelde hij hem een der sleutels van zijn geldkist ter hand, terWij'l hij de beide andere sleutels aan zij'n schoonzoons toe vertrouwde, aan ieder een. Veertig da gen na zijn begrafenis zou zijn testa ment geopend worden. „Kinderen," sprak daarop Conaxa, „ik verlang vóór mijin dood, tot het heil mij ner 'ziel, eenige goede werken te verrich ten. Daarom verzoek ik u thans, in eens af, aan ieder der kerken te Antwerpen honderd livres te betalen en tweehonderd livres aan -de kerk der Jacobij'nen, waar ik begraven wensch te worden. Zorg voor al dat ik een deftige begrafenis hebbe, overeenkomstig uw rang en den mijnen; ik Verzeker u, dat gijl er niet hij verliezen zUlt." Do schoonzoons beloofden, dat zijl de wenschen van den stervende zouden na komen. Zij keerden aanstonds, ieder voor de helft, de legaten aan de kerken uit, en kwamen toen met tranen in de oogen Conaxa om zijn zegen vragen. Zij'n begrafenis had vplaats met een luister als van iemand, die millioenen nalaat. Daarop wachtten de schoonzoons met een koortsachtig verlangen het tijd stip af, dat bepaald was tot de opening van de geldkist. Toen de veertig dagen om waren, ont ving de prior der Jacobij'nen een uitnoo diging om zich te vervoegen aan de wo ning 'v,a,n den erflater, en de drie sleutels werden in de drie sloten gesto ken. Maar hoe deerlijk zagen de begeerigen zich teleurgesteld. De kist was tot het deksel toe gevuld met oudroest en bo venop lag een knuppel met een stuk pa pier er iom gewonden, waarop de vol gende woorden waren geschreven: -

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1910 | | pagina 9