No. U9 Zaterdag 18 December 1909 Vijfde Jaargang. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Dit nufflmer bestaat uit 8 bladzijden. EERSTE BLAD. 0 N H AND IG. BINNENLAND. (ZIE LAATSTE BERICHTEN.) Sfafen-Generaal. Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers contant-0.05 Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór l»alf drie en Vrjjdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor v. d. Administratie: Ganzepoorfstraat C 209, GOES. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjs. Advertentiën van 1—5 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Cl Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x nerefcend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Cl contant. Koning Leopold II is overleden. Wij lezen in een vrijzinnig te dezer stede verschijnend nieuwsblad (no. 148 van den loopenden jaargang) het vol gende Grappige tegenstellingen. Van kerkelijke zijde, zoowel Room- sche als Protestantscjhe, zijn hier meer malen openbare vermakelijkheden te gengewerkt. In de „N. R. Ct." 2e blad A van heden is melding gemaakt van: le. Een voorstelling van „Adam in Ballingschap" op Zondag 19 dezer te Antwerpen door Roayaards" Xooneel, op verzoek van een comité waarvan verscheidene priesters deel uitmaken, terwijl men verwacht dat kardinaal Mercier de voorstelling bijl za,l wonen; 2e. Een gisteren te Stamford Bridge gehouden football match tusschen een elftal dominé's en een elftal tooneel- spelers. De predikanten wonnen met 71. Het wil ons voorkomen, dat de schrij ver van dat stukje voor zoover het ons, Katholieken, betreft, eene groote onhan digheid begaat. Eerst wanneer bewezen was, dat de Katholieke Kerk alle publieke verma kelijkheden veroordeelt, e 1 k tooneelspel uit den booze ,acht, alle sport wraakt, zou de hier in het licht gestelde tegen stelling iets beteekenen. Nu is juist het tegendeel hel geval. Of zou de redactie van het vrijzinnig orgaan, dat boven aangehaald stukje plaat ste, de schunnige producten van de la Mar's tooneel op ééne lijn durven stel len met Vondel's „Ada,m in Ballingschap", Speenhofs liedjes met de Beizangen van den Prins onzer dichters? Waar het tooneel aan zijn doel be antwoordt, n.l. om in het menschelij'k hart met de liefde voor het schoone de edele gevoelens wakker te roepen, die aan sporen tot vaderlandsliefde, heldenmoed, deugdzaamheid enz., daar legt de Kerk aan de beoefening der tooneelkunst al lerminst hinderpalen in den weg, noch be let zij ons van de voortbrengselen dier kunst naar hartelust te genieten. De tra gediën van Sophocles, Shakespeare's groote drama's, de meesterwerken van Racine, Corneille, Calderon, Schiller's drama's (met inachtneming van eenige historische onjuistheden.) „La fille de Ro land" van Henri de Barnier, Francois Coppée's „Pater" en nog vele andere der gelijke tooneelwerken hebben steeds en met volle goedkeuring der ,Kerk ook on der Katholieke kunstrechters en kunstlief hebbers geestdriftige bewonderaars ge vonden. Ten slotte geven de talrijke treur spelen, door onzen grooten Vondel deels uit bij'belsche, deels uit profane onder werpen gemaakt, het beste bewijs voor de door de Katholieke Kerk nimmer aange vochten stelling, dat de dramatische, de tooneelpoëzie in zich allesbehalve ver werpelijk is. Daarom kon Dr. Schaep- man, toen hij Vondel als dramaticus be zong, spreken van„de Engel van het treurspel", daarmede op dichterlijke wijze Vondel's geniaal talent voor het drama verzinnebeeldende. Maar waar het tooneel dienstbaar wordt gemaakt aan de verbreiding van onge loof en onzedelijkheid, waar de toeschou wers vergast worden op stukken, die n; t op 's menschen nobele gevoelens, maar op zijne bestiale lusten inwerken, hem doen verzwakken in zijn eerbied voor godsdienst, moraliteit en gezag, daar en terecht I grijlpt de Kerk in, daar moet ziji ingrijpen, wil zij niet ontrouw worden aan haar dmirsten plichthare kinderen verre te houden van de geva ren, die hun godsdienstig leven met den ondergang bedreigen! Dat <dus kardinaal Mercier de opvoering van Vondel's „Adam in Ballingschap" J) gaat bijwonen, dat verschillende priesters zich daarvoor interesseeren, is niets on gewoons. De Jezuïeten oefenen sinds eeuwen in hunne colleges hunne leerlin gen in het tooneelspel, gedachtig aan het geen Vondel in het voorbericht van zijn „Lucifer" zegt: „Scholieren, en, opluiken- de jonkheid worden door het tooneelspel in talen, welsprekendheid, wijsheid, tucht en goede zeden en manieren geoefend en dit zet in de teère gemoeden en zinnen een plooi van welgevoegelijkheid en ge schiktheid, die hun tot in den ouderdom toe bijblijven en aanhangen". Pilaarbijters of lichtschuwe dompers, naargeestige menschen, of sombere we reldverachters wil de Kerk niet van ons maken. Onze vijanden beweren dit wel, maar wij wijzen het steeds als groven laster af. Ontspanning en vermaak, zij gunt het ons van harte. Of werd niet, voor een paar jaar nog, voor het pauselijk hof een groot gymnastiekfeest gegeven, waarbij Pius X de gymnasten prees en aanmoe digde? Maar die ontspanningen en ver maken, die den geest benevelen, de ener gie doqden, den wil tot het goede ver- zlwakken en het lichaam benadeelen, hoe verlokkend zij er ook mogen uitzien, zie daar, waarvoor de Katholieke Kerk ons waarschuwt. Wel hem, die zich naar hare vermaningen richt. Hij dankt er èn zijn lichamelijk èn zijn geestelijk welzijn aan, zonder zijn liefde en begeestering voor de Kunst in het minst gekortwiekt te zien. Wij mogen niet veronderstellen dat de redactie van het Goesche vrijzinnig orgaan het stukje „Grappige tegenstellingen" plaatste uit onkunde aangaande de Ka tholieke leer omtrent tooneel en spel. Nog minder durven wij aan kwade trouw den ken. Blijft alzoo niets over dan in die plaatsing eene onhandigheid te zien, waar van wij hopen, dat de redactie voortaan hare lezers zal verschoonen. „Manet su per omnia Veritas", de waarheid moet boven alles gaan, ook voor eene vrijzinnige nieuwsblad-redactie. D Door Vondel zelf genoemd„der treurspelen treurspel". In de Woensdag gehouden zitting is, Da nog eeuig debat, de begrooting van Financiën aangenomen. Daarna werd aangevangen met de be handeling der begrooting van Binnenland, sche zaken. De heer Snoeck Henkemans betoogde de urgentie van een ingrijpende wijziging der armenwet De heer Van Nispen (Rheden) bepleitte een wijziging der drankwet in het belang der weduwen en kinderen van vergunning houders en in het belang van de pachters van de stationsbuffetten. Daarbij verzocht bjj in ieder geval uitstel van den fatalen termjjn van 1 Mei voor de wachtkamers. De heer Vorsterman sloot zich hierbij aan. Over Water en Waterleiding. Vergadering van Donderdag Over de qualiteit van het drinkwater ten plattelande valt in het algemeen weinig goeds te zeggen. Wanneer men bedenkt, dat er nog steeds 983 gemeenten zijn de groote meerderheid dus met ver over de drie millioen inwoners, die de hygiënische levensvoorwaarde der stede lingen een behoorlijke drinkwaterleiding, niet kennen, dan heeft men niet veel tijd noodig om tot de conclusie te komen, dat in dezen inderdaad nog heel wat te ver richten valt. Gelukkig wordt dit in vele der betrokken genreenten in den laatsten tijd zeer wel ingezienin verschillende deelen van ons (o a. in Noord-Brabant en Noord- en Zuid-Beveland) zijn plannen voor den aanleg van drinkwaterleidingen in voorbereiding. Intusschen laat de financieele draagkracht dezer gemeenten in het alge meen niet toe, dat er aanzienlijke sommen worden uitgegeven voor een voorbereidend onderzoek, welks resultaten niet altijd met volkomen zekerheid te voorspellen vallen. Het is met het oog hierop, dat de be grooting een som van f15,000 is uitge trokken. Daaruit kan zoo noodig gemeenten en vereenigingen steun worden verleend, tegemoet worden gekomen in de uitgaven van bodemonderzoek, plaatselijke opmetin gen enz. Bovendien ligt het in de bedoeling, om indien zulks uitermate gewenseht mocht blijken ook drinkwaterleidingen, die reeds in exploitatie zjjn, door finan- cieelen stean door de eerste moeilijke jaren Maar dergelijke steun zal hooge uitzonde ring behooren te blijven, en de regeering is niet voornemens daartoe over te gaan dan na een speciale wet te hebben uit gelokt. Verschillende Kamerleden hebben giste ren deze voornemens der regeering bespro ken en over 't geheel op zeer weiwillenden toon. In 't bijzonder de heer Bos meent, dat langs dezen weg zeer veel goeds te bereiken valt, vooral als de regeering zorg draagt, dat er een adviseerend coHege wordt ingesteld, hetwelk richting en raad kan geven en krachtenversnippering en geld verkwisting zooveel mogelijk zal tracbteD te voorkomen. Voor zoo'n commissie van advies, waarvan de heer Van Vuuren het grootste nut nog niet zoo terstond inzag, voelt blijkbaar ook den minister Heems kerk veel. Ook in een andGr opzicht trok de minister met den afgevaardigde voor Winschoten één lijn. Diens meeniug, dat de samen werking van een aantal kleine gemeenten het best verzekerd zou worden, als men overging tot de oprichting van naamlooze vennootschappen, waarvan de gemeenten de eenige aandeelhouders waren, werd bljjkbaar door den heer Heemskerk gedeeld Weliswaar gaf hij den heer Van de Velde toe, dat somwijlen met de regeling krachtens artikel 121 der Gemeentewet zou kunnen worden volstaan, maar van de voorliefde van den heer Van de Velde voor een aldus geregelde samenwerking der gemeenten viel bij den minister niets te bespeuren Integendeel 1 De heer De Savornin Lohman keeft voor zichtigheid bij eventueelen regeeringssteun aanbevelen. Trouwens, wanneer eenmaal zoo'n wa erleiding is aangelegd, bedruipt zij binnen eenige jaren zichzelf, ook in figuurlijken zin, om met den heer Bos te spreken. Mocht iu de eerste moeilijke jaren regeeringshulp niet kunnen gemist worden, dan behoort ongetwijfeld bij het verleenen daarvan groote omzichtigheid en behoedzaamheid te worden in acht genomen. Wellicht verdient in dat geval het denk beeld van den heer Lohman rente- garantie gedurende eenige jaren en tot een maximum bedrag aanbeveling. „N. R. Ct." De decoratie-kwestie. Mr. P. J. Troelstra heeft gisteravond in een vergadering te Tiel meegedeeld, dat de indiening van het voorstel om een par lementaire enquête in de lintjeszaak te ope^ nen, deze of de volgende week kan worden tegemoet gezien. De Burgemeester van Groningen. Een deputatie uit den gemeenteraad van Groningen heeft namens vrijwel alle leden den burgemeester, jhr. mr. E. Tjaarda van Starkenborgh Stachouwer, verwacht de be neming tot lid van Gedeputeerde Staten niet aan te nemen, doch burgemeester te blijven. (Zie laatBte berichten). „N.Ct." Hofberichten. H. M. de Koningin is met klein gevolg Woensdag ten 12.20 uur in de Resident tie aangekomen. Zij had een welvarend en opgewekt uiterlijk en werd met da verend gejuich v,an het publiek ontvan gen. Het hoofddoel der komst was bezichti ging van den nieuwen aanbouw van de vertrekken in den achterzijde van het paleis voor Prinses Juliana. De Koningin keerde 2.15 uur terug. Het Nieuwjaars-gala-bal zal 4 Januari plaats hebben. Prins Hendrik naar Indië Er is reeds meermalen over geschre ven, dat er plannen zouden bestaan voor een bezoek van Prins Hendrik aan onze Oost-Indische koloniën, iets wat zeker den band met het Moederland nauwer zou aanhalen. In Indië schijnt men al les in het werk te zullen stellen, om den Prins tot dit bezoek over te halen en het schjjint de bedoeling te zijn zich aan stonds van de medewerking van den nieuwen gouverneur-generaal ldenhurg te verzekeren, 't Liefst zou men zien, dajt de Prins de reis maakte aan boord van het nieuwe, nog te water te laten slag schip „De Zeven Provinciën." Naar aanleiding van dit mogelijke, maar nog lang niet zekere bezoek van een lid van ons Koninklijk Huis aan Indië, zij er aan herinnerd, dat Indië tot nu toé slechts eenmaal de eer genoot, door een lid v.a.n het regeerend vorstenhuis te worden bezocht en wel in het jaar 1837, toen de zeventienjarige Prins Willem Frederik Hendrik der Nederlanden, |derde zoon van den lateren koning Willem II, als luitenant ter zee 2e klasse met het fregat Bellona in Oost-Indië 'kwam en aldaar van 9 Februari tot 29 September van dat jaar vertoefde. Den 17en Oct. 1830 was de Prins in Nieuwediep scheep gegaan aan boord van genoemd zeilschip, vergezeld van Z. M.'s brik Snelheid. De reis duurde dus 102 zeedagen. Van uit Batavia bezocht de Prins Ma kassar, Menado', Ternate, Amboina, Banda, Soerabaya, Madoera en Bezoeki en keerde na een landreis over Java naar Batavia terug. De reis door Indië had zes maanden geduurd. Den 29sten September vertrok ken de Bellona. en Snelheid voorgoed van Batavia. De Prins bezocht nog Riouw, Sin gapore en Penang en vertrok van daar naar Calcutta. Na een bezoek1 aan Britsoh- Indië werd de thuisreis „aanvaard en in Juli. 1838 in het vaderland teruggekeerd. Bij de Woensdag gehouden stemming voor een lid der Provinciale Staten van Zuid-Holland (vacature.Van Hattum van Ellewoutsdijk) werden uitgebracht 8167 geldige stemmen. Daarvan werden uitge bracht op de heeren: dr. C. Lely (U. L.) 4938, L. v,an Lier (buiten een kiesvereeni- Zeodat gekozen is de heer dr. C. Lely. ging om candidaat gesteld) 292 en K. ter Laan (S. D. A. P.) 2937 stemmen. De Volkstelling. De voorschriften tot regeling van de werkzaamheden der gemeentebesturen ten opzichte der negende algemeene tienjaar- lijlksche volkstelling, uitgegaan van 't cen traal bureau voor de statistiek, bevatten O: a. de volgende mededeelingen Het materieel, voor de volkstelling be- noodigd, bestaat uit de formulieren, waar van de modellen achter de voorschriften zijn gevoegd, te weten, modellen: A. (geel). Kaart voor 'n man (of jongen) niet in gestichten of instellingen); B. (wit.) Kaart voor 'n vrouw (of meisje) met in gestichten of instellingen; C. (blauw). Kaart voor een man (of jon gen) in gestichten of instellingen; I). (grijs). Kaart voor eene vrouw (of meisje) in gestichten of instellingen; E. (oranje). Kaart voor een tgdelijk aan wezigen man (of jongen); F. (rose). Kaart voor een tjjöelijk aanwe zige vrouw (of meisje) G. verzamelkaart voor het hoofd van een gezin. H. verzamelkaart voor een afzonderlijk levend persoon; I. verzamelkaart voor bestuurders van gehouwen, gestichten of schepen. Als gehouwen, gestichten, schepen, en instellingen moeten worden beschouwd: lo. gebouwen en schepen voor militaire doeleinden, marechaussée-kazernes, inva. lidenhuizen, krankzinnigengestichten of -bewaarplaatsen, burgerlijke of militaire strafgevangenissen, huizen van bewaring, rijkswerkinrichtingen, rijksopvoedingsge stichten, tuchtscholen, en 2o. kloosters, inrichtingen van onderwijs, gestichten tot opvoeding, gestichten tot verzorging voor den ouden dag, gestichten voor doofstom men of blinden, armhuizen, woningen der Maatschappij van Weldadigheid, zie kenhuizen en passantenhuizen. Dus niet: militaire woningen buiten de kazernen, hotels, pensions, huizen van commensa len en slaapsteehouders, sociëteiten, en andere gebouwen, hierboven niet ge noemd; ontvangbewijs voor schippers; bewijs voor schippers en bewoners van woonwagens, dat zij: aan het gemeentebe stuur hunner woonplaats de noodige me dedeelingen hebben gedaan; ontvangbewijs voor bewoners van woon wagens biljet voor opgave van het aantal per sonen in gebouwen, gestichten of sche pen, vermeld in art. 1 van het Konink lijk besluit van 27 Juli (Stbl. no. 142), laatstelijk gewijzigd bij Kon. besluit van 3 October 1899 (Stbl. no. 211); register voor eiken volksteller: bevat tende tevens zijne instructie; staat van de plaatselijke indeeling (hier bij de gestichten en instellingen afzonder lijk en met name te vermelden) en van de huizen, schepen en woonwagens; Evenals bij' de vorige volkstelling is ook nu weder de 31e December geko zen als de voor de telling meest geschikte dag. Men meent dat de bevolking op dien dag meer dan op eenigen anderen dag in hare werkelijke woonplaats aan wezig is. Ten opzichte van personen, die inrich tingen van onderwijs bezoeken, is zulks echter niet het geval, daar dezen op den 31en December wegens de Kerstvacantie voor een groot deel hunne werkelijke woonplaats, d. w. z. de inrichtingen, tij delijk verlaten hebben. Ten einde de moeilijkheden, die daar- door met betrekking tot de invulling der kaarten zich kunnen bevorderen, zooveel mogelijk te voorkomen, is aanbevolen, zoo wel de besturen der inrichtingen als on derwijzend personeel en leerlingen tijdig in te lichten omtrent de bepalingen van de „Voorschriften en inlichtingen omtrent de invulling der kaarten. Tusschen 26 December 1909 en 1 Ja nuari 1910 moeten de telkaarten wor den bezorgd met de daarbij behoorende verzamelkaarten. Ter voorkoming van mogelijke over brenging van besmetting door het mate rieel der volkstelling zal het goed zij'n, dat de tellers het materieel niet brengen in woningen, voorzien van het kenmerk, ter aanduiding van een besmettelijke ziek te, vooral ingeval van pokken of rood vonk. Kunnen zij de kaarten niet inge vuld krijgen, zonder dat deze aan aan raking met smetstof worden blootgesteld, dan kunnen zij aan het hoofd van het gezin mededeelen, dat hiji, zoodra het ge vaar voor besmetting geweken is, de noodige opgaven op de secretarie der ge meente moet komen doen. De vragen betreffende de godsdienstige gezindte van de personen luiden: a. Behoort gij tot eene kerkelijke ge zindte, of tot eene vereeniging met gods dienstig doel? (met ja of neen beant woording) b. zoo ja, tot welke kerkelijke gezindte of vereeniging?

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1909 | | pagina 1