Ambtenaren of... Kwajongens?
Het geheimzinnige tseken.
No. 147
Dinsdag lé December 1909
Vijfde Jaargang.
f EUiLLETQft
BUITENLAND,
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers h contant- 0.05
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
RecJameberiehtcn 25 C't. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 1—5 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x oerefcend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. 5 contant.
Niet alleen in landbouw/kringen, maai'
door het g-eheele land is de afgetreden
directeur-generaal van .den Landbouw, de
heer Lo-vink, bij zijn vertrek uit oils vader
land met warmte gehuldigd en is zijn
heengaan uit den Haag oprecht betreurd.
Algemeen is met groote waardeering ge
sproken over dezen ambtenaar, die door
zijne activiteit, zijn talenten, zij'n krachtig
en toch welwillend optreden aan ons land
in het algemeen, aan den Nederlandschen
Landbouw in het bijzonder, onschatbare
diensten heeft bewezen en nog dezer da
gen deden wij het in ons Kameroverzicht
uitkomen, hoe in 's Lands vergaderzaal
door alle politieke partijen, ook door de
sociaal-democraten 's heeren Lovinks ver
diensten werden erkend en gewaardeerd.
Nu, zo-u men toch dienken, dat men in
Nederlandsch Indië opgetogen is over de
komst van zulk een man en vol van de
schoonste verwachtingen over de resul
taten, die de arbeid van den heer Lovink
voor den landbouw in InsuLinde zal af
werpen.
Maar wie zoo denkt, kent onze ambte
naren aan het landbouwdepartement te
Batavia niet.
Deze heeren leien onder de koesterende
stralen van het tropisch zonnetje, met
vette, zeer vette, misschien wel te vette
tractementen en in het vooruitzicht van
een rijk pensioen als in het land van Co-
canje. „Haast u langzaam" is hun de
vies. Eerst uitrusten en da,n, ja, dan eens
gaan zien of wij ook wat zullen werken.
Voor zulke menschen is de komst van,
den heer Lovink als „de kneppel in het
hoenderhok gesmeten" zooais vader Von
del zegt.
Die ambtenaren zijn -opgeschrikt uit hun
rustige rust en nu zijn ze b,oos 1 Nu,
dat is menschelijk. En nu luchten zij
hun boosheid in de courant. Nu, dat is
begrijpelijk, dat doen er wel meer. Maar
wat minder begrijpelijk' is, d-at is de
wijze waarop die heeren hun boesheid
luchten en wanneer de lezer liet onder
staande heeft gelezen, zal hij zich ver
baasd en geërgerd met ons afvragen:
Zijn dat ambtenaren of wel kwajongens.
Doch oordeelt zelf en leest!
In „De Tijd" van 9 December j.l. komt
onder binnenland het navolgende stuk
voor:
,DE HEER LOVINK IN INDIË.
„Het Nieuws van den Dag van Ned.
Indië" schrijft
Een al byteonder onaangenaam en
compromitant enfant terrible is deze
week in de „Javabode" aan het woord
geweest o-ver de benoeming des hee
ren Lovink tot chef van het land-
bouw-departement.
Ik laat hier enkele zinsneden van
dit vriendelijk kijkje achter de scher.
meh volgen, ën veroorloof mij, door
spatieeren, hier en daar wat nadruk
te leggen.
„Men vleit zich gaarne met ver
wachtingen, welker verwezenlijking
men zoozeer wenscht. De den heer
20
„Ja, als ik maar wist, wat hij gehoord
of gezien heeft," bromide de Griek tus-
schen de tanden. „Naar ik ho-or, is hij
doctor, -maar 't komt mij' waarschijnlijker
voor, dat hij tot de geheime politie be
hoort. Vanwaar anders die argwaan, toen
je hem vanmorgen volgdet?"
„Ja, dat weet ik niet. Maar ik zal 't
hem wel betaald zetten I" siste de vrouw,
met gloeiemden haat en onbeschrijfelijke
woede in de stem.
„Ja", mompelde Zanakis, „de Engel"
laat geen rekening o-nbetaald
„Heb je anders niets ontdekt, Zana
kis heelemaal niets?"
„Niets anders", antwoordde hij, „dan
dat hij woont in een huis naast nummer
vijf."
„Ha, zoo I" zeide de vrouw. „En wat
besluit je daaruit?"
„Dat nummer vijf moet worden be
waakt!" antwoordde de Griek.
Lovink hier wachtende taak is zoo
zwaar, zoo veelomvattend, dat wij,
vooral indien bewaarheid mocht wor
den, hetgeen uit Nederland gemeld
is, dat hiji slechts vijf jaren hier zal
blijven, meenen te moeten betwijfe
len i»f het oogmerk, dat, naar de
redactie van_,,De Locomotief" meent,
met zijne uitzending bedoeld werd,
wel bereikt zal worden. Al te licht
stelt, naar onze meening, het blad
de v-oor dezen niet-Indischman te
overwinnen moeilijkheden zich voor,
v.ooral, wanneer men daar Vijl bedenkt,
hetgeen -o-ns van welingelichte zijde
bekend, en trouwens een publiek ge
heim is, dat de plaatsing aan het
hoofd van het landbouw-departement
van den nagenoeg uitsluitend door
de practijk gevormden heer Lovink,
geenszins de onverdeelde
instemming heeft van dege
nen, die in de eerst® plaats
hem in de vervulling van
zijnarbeid moeten b ij s t a a n."
Dit is allerliefst. En merk alsje
blieft -op, dat het in de officieuze,
gaarne vergoelijkende, de kerk-in-'t-
midden.latende „Javabode" staat.
Het is dus „een publiek geheim",
dat de heeren van het landbouw
departement niet gaarne een man van
de practijk- boven zich zien; en de
toespelling, dat zij, die hem' in de
eerste plaats en de vervulling van
zijn arbeid moeten bijstaan, zijne be
noeming „niet met onverdeelde in
stemming zagen", is een vrij duide
lijke vingerwijzing. Ma,ar het wordt
nog onomwondener gezegd.
„Terecht" zoo gaat de „Java
bode" voort „wees dan ook de
,,-N. Rott. Crt." erop, dat hij hier
komt in eene hem vreemde en
zouden wij er willen bijvoegen
hem althans in den eersten
tijd in zijn streven niet naar
den eisch behulpzame om
geving, waar dus onder geheel ge
heel andere -omstandigheden te wer.
ken valt dan die in Nederland wo-r.
den aangetroffen en van "jongsaf hem
bekend zijn. Zonder volledige
medewerking en krach tigen
steun van de onder hem dienende,
z-oowel wetenschappelijk onderlegde
als niet academisch gevormde amb
tenaren, zal, welk een energieke per.
soonlijkheid de heer Lovink ook moge
wezen, hij zijn doel niet bereiken
en zullen de van hem gekoesterde
verwachtingen niet in vervulling ko
men."
Och ko-m! En kunnen schavuiten,
die, in nu voor een alleszins behoor
lijk salaris den chef, wiens benoe
ming niet naar hun zin is, tijdelijk
en daadwerkelijk tegenwerken, kan
zulk pak niet voor schelm wegge
jaagd worden?
Waarom zo.u dat niet kunnen?
Maar het volgende bezwaar doet
de deur toe.
„Daar komt nog bij; dat onze in.
gewikkelde Indische administratie
men vergete piet, dat in meerdere of
mindere mate er contact bestaat tus.
„Maar hij kan niet valsch zijn!" fluis
terde zij.
„Neen, dat bedoel ik ook niet, maar
hij is misschien niet voorzichtig genoeg
geweest -en heeft mogelijk iets gedaanj,
wat hem verdacht maakte en waarom
hiji bespiunneerd wordt."
„Acht je dam onzen toestand gevaar
lijk?"
„Dat lijdt geen twijfel. Maar ik zal
toch vandaag nog niets aan de anderen
zeggen; dat zou de zaak maar verergeren!:
wij- m-oeteu eerst njog meer weten."
„Zanakis, hij verdenkt jo-u stellig. Daar
om kwam hij- ook vandaag in dsn win
kel. Je moet -er op voorbereid gijin, om
elk oogenblik te kun'nen vluchten."
„Daarop moeten wij allen voorbereid
zijin, Angelina. Maar wij winnen er niets
mee, als we te haastig en daardoor mis
schien onnoodig alarm slaan. Farrari zal
Cevanc.i van avond bewaken, tot hiji naar
huis -gaat. Zorg jij,, dat je morgen vroeg
po-st vat voor het huis van den. doctor
en verlies hem geen oogenblik uit het
oog, als hij uitgaat. Ik zelf ga maar de
menschen, waar het meisje in huis is.
Noemde Pedro ook een adres, waarheen
de wagen van het hospitaal ging?"
schen de civiele departementen onder
ling, en er zijn thans zeven, zoodat
er eene voortdurende uitgebreide
briefwisseling loopende is den heer
Lovink ongetwijfeld in den beginne
versteld z-ou doen staan, en dat bijl,
zich van alles op de hoogte willende
stellen, zijn tijd slechts ten deel»
kan besteden :aan de inlandsche cul
tures, welker opheffing zooals de „Lo
comotief" terecht 'betoogde, nummer
een -op zij'n -programma zal staan."
Co-nnu, het recept. Men zal den
armen „man van de practijk" ón
der een berg van nonsens brie\fen
trachten te begraven. Welnu, ik hoop,
dat de heer Lovink zal doe n, wat
van den nu welhaast aflredenden
gouverneur-generaal werd ver
wacht, toen deze optrad: n.I. dat
hij duchtig den bezem zal ter hand
nemen.
Alleen zou ik hem dan tegenover
de mannen van dé theorie, „die zijne
benoeming niet met volkomen instem,
ming zagen," willen aanraden om
meer -op den steel dan op den
bezem te vertrouwen.
Maar óf die heeren van het land
bouw-departement (en van de an
dere departementen) ook hart voor
hun werk, voor dit land en voor
den inlander hebbenEerst hun be
langen, alsjeblieft; dan hunne per
soonlijke gevoeligheidjes; vervolgens
hunne kwajongensachtiee intrieues en
tegenwerking van chetsen dan
als er tussclien promotie-berekenin
gen en verlof-aanvragen nog wat tijd
overschiethun wérk, waarvoor
zij ruim te ruimbetaald wor
den.
Het is de „Javabode", die dit al
les in het licht stelt. Feller is de
ambtenaarskliek nooit in een „opposi
tie"- of „schend"-blad aangevallen,
dan nu in dit bureaucratie.lievende
■orgaan. De gegalonneerden van Bo-
gor kunnen het er mee doen.
Tot zoover het stuk' in „De Tijd".
Wij houden niet van „dikke" woor
den, maar de lezing van bovenstaande
vriendelijkheden der landb-ouw-depai'te-
ment-ambtenaren in onze Oost aan het
adres van den heer Lovink ergerde ons
dermate, dat wij meenden ze den lezer
niet te mogen onthouden en geen beter
opschrift er boven konden plaatsen, dan
wat er nu als titel bovenstaat. Is het
verdiend of niet? Wij' gelooven van wel.
Bondsgenootschappelijk.
Zeer te waardeeren was van meet af
aan de toon der anti-revolutionaire pers
over Wijk bij Duurstede.
Het goed recht der katholieken op den
vacant geworden zetel wordt onomwon
den erkend en het terstond overnemen
van den Roomschen candidaat als een
daad van goed beleid aangeprezen.
Dat de beteekenis der Wijksche ver
kiezing verder gaat dan de grenzen van
het district, wordt daarbij tevens zeer
duidelijk te verstaan gegeven.
En uit geen regel blijkt, dat er nog
„Neen. Waar is zij nu?"
„In hetzelfde huis, waarheen moirgen
•de buste van Caradini moet worden ge
bracht."
„Groote God, wat beteekent dat?"
„Ik weet het niet; 'tis mij mog een
raadsel, maar morgen ,hoop ik er achter
ts 'komen. Ik zal het beeld er zelf heenj-
brengen, wat niemand vreemd zal kun
nen vinden, en dan zie ik van zelf, wat
voor menschen dat zijln."
„En hoe zal je de a™leren waarschu
wen, als het tot een, crisis komt?"
„Ik zal vandaag een bijeenkomst te
gen morgennacht vaststellen en hun zeg
gen, dat zij' zich moeten voorbereid hou
den voor een extra boodschap. Als 't
moet, kan het signaal van dringend ge
vaar in den loo-p van den voormiddag
worden gegeven. Ieder weet dan, wat
hem' te doen staat en ,wij kunnen later,
als we in Parijs zijn, de zaak wel op
helderen. Maar laat ons naar binnen
gaan."
Het volgende oogenblik waren beiden
in huis verdwenen. En bij' het schijnsel
vain het licht, dat bij' het openten der
deur naar buiten viel, kon Hamilton dui
delijk zien, 'dat Macropolo nog altijd on-
iets rest van het bekende dubbele mis
verstand, dat drie maanden geleden het
gewcnschte accoord elders verhinderde.
Deze houding der anti-revolutionnaire
organen is op zichzelve reeds uitermate
geschikt om den coalitie-band te verster
ken en het bondgenootschappelijk gevoel
zoo onmisbaar bij politieke samen
werking te bevestigen.
En zoo belooft Wijk bij Duurstede de
plooi te zullen gladstrijken, welke Breu.
kelen, naar de hoop en de voorstelling
der oppositie, in de Rechtsche coalitie
gebracht had. (Centrum.)
if BE PE Rb,
Wij' lezen in D e T ij d over godsdienst,
oefeningen aan boord van onze schepen:
In de a-r. pers is heel wat te doen
over den preekenbundel daarbij op die
schepen in gebruik. D-ie preakenbundel
is protestantsch-modern. De anti-revolu
tionairen verlangen een bundel van pro-
testautsch-geloovigen inhoud. D e T ij- d
kan hun in deze zaak allerminst bijvallen.
Men telt o-nder de bemanning onzer
oorlogschepen betrekkelijk weinig katho
lieken; 'zóó weinig meent „De Standaard"
dat deze, als het ,o-p de practijk aan
komt, geheel buiten aanmerking kunnen
blijven. Een statistiek hieromtrent be
zitten wij' niet, maar wel weten wij, dat
veel of weinig er. Katholieken on
der 't marinepersoneel gevonden worden.
Er moet dus wel degelijk met de aan
wezigheid, althans met de mogelijkheid
der aanwezigheid van Katholieken aan
boord vaa 's lands schepen van oorlog
rekening worden gehouden; zooals er
ook in 't -algemeen rekening moet wor
den gehouden -met de mogelijkheid, ja,
waarschijnlijkheid, dat zich aan boord
van een -oorlogschip personen bevinden,
van zeer uiteenloopend godsdienstige- en
levenso-pva.tting.
Het ware zeker wenschelijlk, indien dat
gedeelte der bemanning, hetwelk zich
veerplicht acht en daaraan behoefte ge
voelt. aan boord onzer schepen gere
geld des Zondags godsdienstoefening jkon
bijwonen. Maar daartoe zou men „voor
gangers" aan b-öord of althans op de
vloot moeten hebben van verschillende
gezindte en richting.
Dit nu is, bepaaldelijk bij -onze marine,
niet mogelijk.
De bemanning van één enkel schip is
te klein (o-nze grootste oorlogsschepen tel
len 300 a 400 koppen) om voer elk schip
afzonderlijk een katholiek priester, een
orthodox en een modern protestantsch
deminee en misschien nog aMere ooo-
dig geachte „voorgangers" te kunnen aan
stellen.
Blijft men het nu wenschelijk ach
ten, dat des Zondags aan het zeer ge
mengde gezelschap, hetwelk de beman
ning vormt, iets v-an stichtelijken aard
worde voorgelezen, dan kan het niet an
ders, of dit zal zich tot algemeenheden
en tot de oppervlakte moeten bepalen.
Diepere, veel bestreden geloofswaarhe
den zullen daarin zelf niet megen aan
geroerd worden. Groot nut dan ook ver-
gemaskerd was. Hij' had geep tijd om
er over na te denken, wat dat beduidde.
Het scheein wel dat de Griek de bijee'nf
ko-mst der verbondeneen bijwoonde, zon
der de voorzorgsmaatregelen te nemen,
die de anderen niet verzuimden: n.I. zijn
gezicht onkenbaar te -maken. Nog voor
dat het leven, veroorzaakt door ketting
en grendel der deur, was weggestorven,
verliet Hamilton still-eljes zijn schuilhoek
en ging den tuin uit.
Hij slaakte een zucht van verlichting
toen hij ziich op straat bevond. Hij had
veel gehoord, maar het vaornaamste was
toch, dat men iniog g»en vermoeden had
van Cevanci's vlucht en dat men hem
in elk geval tot den volgenden morgen
met rust z-o-u laten, en hij: dus van de
scherpe oogem van die hatelijke vrouw
geen last zo-u hebben.
„De Engel", had Macropolo haar ge
noemd. „De engel laat geen rekening on
betaald" hij herinnerde zich deze
w-oorden, die de Griek had gezegd. En
hij' wist |nu -ook, dat fiem -eene schrikke
lijke toekomst w,achtte, wanneer niet
spoedig de gansch-e benlds, de vrouw in.
gesloten, ia hand-en der politie viel.
wachten wij van zulke lezingen gods
dienstoefeningen kan men ze bezwaar
lijk noemen in den regel niet.
Geschieden ze door een officier, die
door houding en stem blijk geelt van on
verschilligheid of 'minachting, dan kan
zelfs groote onstichting veroorzaakt wor
den.
Wij voor ons 'zbuden daarom afschaf
fing van de tegenwoordige Zondags-plech
tigheid aan boord onzer oorlogsschepen
volstrekt niet te betreuren achten. Voor-al
niet, indien -gelijktijdig met die afschaf
fing -k-on worden ingevoerd, dat aan groe
pen der bemanning, wel'ke daarom ver
zochten, behoorlijk tijd en gelegenheid aan
boord werd gegeven, om des Zondags
dezamenlijk een uur, des noods een half
uur, -op stichtende wijze door te brengen.
Wijl ge'i en het denkbeeld in overweging
aan wie het aangaat. Pogingen tot in
voering van een Calvinistischen preek'em
'bundel zouden ook hij ons bestrijding
vinden. De minister Wentholt deed bij
het gehouden debat zijln best, om als
minister in een rechtsch Kabinet een goed
figuur t!e maken, en om zijn vrienden
aan de rechterzijde, zooveel hij kon, ge
noegen te geven. Zijn wil en bedoelin
gen daarbij waren -ongetwijfeld te prijzen.
Laat hij echter zorg dragen, daarkij niet
uit het -oog ,te verliezen, dat de rech
terzijde -ook nog ja,ndere fractiën telt dan
de -antirevolutionaire alleen.
Alles wat strek-ken kan, om zedelijk
heid en -o-prechten godsdienstzin bijl de
bemanning van -o-nze vloot aan te kwee
ken en te 'bevorderen, kan op onze warme
sympathie rekenendaarentegen z-o-uden
wij' ons tot krachtig protest genoodzaakt
zien, indien ooit gepoogd zou worden
den eenen of anderen bepaalden vorm
van Protestantisme als Staatsgodsdienst'
op onze vloot in te voeren.
DVIÏÜCDLAND.
Uit den Ryksdag. In den stamp-
vollen Ryksdag heeft de rijkskanselier
gisteren gezegd, dat de begrooting voor
1910 wel voldoende zal zyn ter dekking
van alle eischen voor de in-staDd-houding
van 's Ryksweermaeht. Het rijk een dege
lijk financieel beheer te verzekeren is de
eerste taak der regeering, en daarom moeten
alle partijen medewerken.
De Duitsche regeering kan nimmer een
party regeering zijn. Het volk verlangt
geen politieke sensatie, mr ar wil een stand
vastige en vaste staatkunde.
De minister van financiën Werinuth
zeide dat de leening van 520 millioen
mark een gevolg is van het tekort van 't
vorig jaar.
By het debat spraken verscheidene rede
naars hun voldocm'ng uit over het sluiten
van het Marokkaansch verdrag. Verder
werd de nadruk erop gelegd dat het Drie
voudig Verbond den Éuropeeschen vrede
heeft verzekerd. Het dreigend gevaar van
oorlog week, zoodra het duidelijk werd,
dat Duitschland Oostenryks party koos.
Men acht het gewenscht dat ook de be-
Derti-einde Hoofdstuk.
lm ide troostrijke overtuiging, dat hij
althans voorloopig bevirijd zou zijn. van
spiomnlage, begaf Hamilton zich onmid
dellijk naar Scotland Yauxl, het hoofd
bureau der geheime politie, 't Was niet
moeielijk, om tot -een onderhoud met een
der tehefs te warden toegelaten. Maar wat
hem wel moeilijk voorkwam was, om den
opmerkzaam luisterenden chef met het
intelligente gezicht, die naast hem aan
tafel zat ectn kort en zakelijk verhaal te
doon, van. wat hij wist. Het scheen hem
toe, dat zijne meiedcelingen erg ver
ward waren, dat hij' 'feit-en en vermoedens
dooreen haspelde. ,En hoe meer moeite
hij' zich getroostte, om niet verward ta
verhalen, hoe moeilijker hij het vond om
zijln verhaal geloofwaardig te maken. En
het was een lange geschiedenis, die hij'
te vertellen hadalles wat hem was,
wedervaren van de lijkschouwing van Ste-
phano Garcia af, tot op het oogenblik,
■dat hij' had staan luisteren in den don
keren tuin.
(Wordt vervolgd.)