Actie te te ik Road" tisico. Hel geheimzinnige teeken. Zaterdag 6 November 1909 Vijfde Jaargang. ath. Sociale Actie. No. lei Vlissingen. lang wachten goede uitvoe- NIEUW! kerkstraat. sn dans. A MP. NIEUW! et welbegrepen eigen- n iederen deelnemer ederlandsche Staats- iedt het aanschaffen op langen termijn, olgens het nieuwste Ibindt men zich slechts loterij. p schriftelijk verzoek idres van L0T1S1C0, Stolbergplein No. ïl venhage, worden pro- in met bijbehoorende en gratis en franco verzonden. Co., Opril Markt B 65, Goes. Verschijnt tlktn MUIIM-. WIENSIAC- en VBIIDAMVOHD. TWEEDE BLAD. FERRER. FEUILLETON. Een merkwaardig Beleg. stende", des avonds YGS, Redacteur van ^ver het onderwerp: owel als Mannen. HET COMITÉ. is men 90 jaar oud. tiling of kermis, o. a. pud en jong. inlichtingen ■loofd-Vertegenwoordigers NIEUWE ZEEUWSCHE URMI Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers A contant -0.05 Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóéjT half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. Administratie: Gan;epoorfstraat C 209, GOES. Reclamebeiiehten 25 Ct, p. r. Bij abonnement special® prjjs, Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X cereftónd, Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct, A contant. De officieele tekst van het doodvennis. Onder ide processtukken, die thans over de Ferrerzaak gepubliceerd worden, komt ook voor |de tekst van het vonnis, zoo als het idoor den krijgsraad is geveld. Dezen tekst, ,uit het Spaansch vertaald, drukt de „Vingtième Siècle" af in zijn nummer van 23 November j.l. In het Nederlandsch luidt hij aldus: Barcelona, 9 October 1909. De gewone krijgsraad der stad, bijeen gekomen, om deze zaak te onderzoeken en te oordeelen, na rapport, te hebben doen uitbrengen door den Rechter van Instructie over jhet dossier, terwijl! de be schuldigde tegenwoordig was en zoowel beschuldiging als verdediging was ge hoord, in overeenstemming met het ad vies yan het Openbaar Ministerie, zoo verklaart de krijgsraad met algemefi ne s ternjm ein:1) Dat de handelingen, waartegen in deze zaak eene vervolging is ingesteld, het delict vormen van militaire re bel lije, zooals Ihet wordt omschreven in artikel 237 van het Wetboek van Mi litair Strafrecht, wegens het aanwezig zijin der conditiën 3 en 4 van hetzelfde ar tikel. (De krijgsraad) beschouwt als voor dit feit verantwoordelijk in zijne kwaliteit van bewerker en aanvoer der rebellie den gevangene Francisco Ferrer Guardia, met de verzwarende omstandigheden, in artikel 173 van hetzelfde Wetboek om schreven. En, uithoofde van zijn bevoegdheid, veroordeelt hem dezelfde krijgsraad in gevolge artikel 238 (van hetzelfde Wet boek) tot de straffe des doods en bijaldien hij wordt begenadigd, verklaart (dezelfde krijgsraad) hem voor altijd ver vallen van zijne burgerlijke rechten („de I'incapacité absolue perpétuelle".) Veroordeelt hem tevens tot vergoeding van alle schade, door brand, roof en vernieling van spoorwegen, telefonische en telegraphisehe installaties tewegge- bracht, zullende dn afwachting dat het bedrag dier schadevergoeding zal zijn vastgesteld, de goederen van Francisco Ferrer voornoemd, bestemd blijken tot delging van zijne civiele verantwoorde lijkheid in dezen. En zal hem in bovengenoemd geval van gratie de helft van zijne preventieve hech tenis worden vergoed. Alles overeenkomstig' de artikelen 173, 188, 219, 237 (en zijne (verzwarende) Omstandigheden 3o en 4o), 238, lo en 6. Een uurlater verlieten hijl en colle ga Dunning de arme Carlotta, haar aan de lieve 'Zorgen van de goedhartige over ste van het hospitaal overlatende. De moord in Leycester-Square vorm de een tijdlang de gesprekken van den dag. Carlotta ontving eene uitnoodiging om voor het gerecht verklaringen af te leggen; maar het verhoor dat zij onder ging w,as slechts van korten duur, ten eerste wegens- idien toestand waarin Zij nog verkeerde ien voorts omdat het door tusschenkonist van een tolk moest ge schieden. Zij vertelde dat haar vader beeldhouwer was, en TLat hijl voor zijne zaken dikwijls op reis moest. Gedurende de laatste drie jaren hadden zijl te Pa rijs gewoond en vóór dien tijd waren zij- in Napels woonachtig. Zijl geloofde dat haar vader naar Londen was gekomen om in opdracht van een Franschen cliënt een schilderij te koopen. Het was de eerste maal dat zijl haar vader op een reis naar het buitenland vergezeld had en zijl meende dat haar vader haar had meegenomen om haar de bezienswaardig heden van Londen te laten zien. Den naam Cevanci had zij reeds dikwerf ge hoord, daar deze reeds sedert vele ja ren met haar vader zaken deed, zoowel toen zij nog te Napels woonden als toen 242 van het Wetboek van Militair Straf recht, -artikelen, overeenkomende met de bedde Wetboeken en de Wet van 17 Ja nuari 1901. w. g. E-duardo de Aguirre. Pompeyo Marti. Sebastian Carreras-. Marcellino Dias. Manuel de Llanos. Aniceto- Garcia. Julio- Lopez. 1) Wijl spacieeren. (Redactie.) IV. Z-ierikze-e. (Vervolg1.) Omstreeks 9 uren op Maandagmorgen trokken de Watergeuzen naar de stad. Zij vormden een lange rij1 van Sinouts- kerke <tlot 's Heerhendirikskinderen en drongen op fle vesting aan. Pacheco deed ©en uitval, maar week weer tusscheu de wallen. Om 11 uren waren de Water geuzen de stad genaderd. De voorsteden en 'de zoutketen werden in brand ge stoken. De burgers sloten zich op in hun huizen, daar zij toch geen weerstand kon den bieden. Onze mannen waren nauwe lijks een half uur te voren naaT Ierseke- darp gevlucht, van waar zij1 naar Bergen- op-Zoo-m; voier-en, om -den eigen avond nog hun wedervaren te verhalen aan den Landvoogd. Naar men zei, waren vele Spaansche sol-daten, bij d-en uitval, „buiten gebleven", ook 'de bevelhebber. De stad zou wel in handen der vijanden gevallen zijn, daar men geen geschut had met toebehoo-ren. Mons. „Blicky" en nog twee van „onse bergers" dus Middelburgers eu mis schien: reis-genooten hadden de bedreig de veste niet meer kunnen of mogfen ver laten. Ook te Ierseke waren de Geuzen gekomen op- zes wagens en met paarden volk. Henriek van Bekerke en zijn cozijn waren gevangen genomen en men had ©t, volgens loffelijke gewoonte gebrand. Do overheid liep groot gevaar Zuid-Beve- land guyt te raken, en dus ook Walche ren, tenzij1 er macht van volk gezonden werd en ook schepen, m-et 'tgeen er bij- hoort. De Van Bekerke'js waren aanzienlijke Middelburgers. De pensionaris Jan van B. overleden 1570 vertegenwoor digde met twee andere heeren de hoofd stad bij de wijding te Mechelen door Kar dinaal de Granvelle van otnzen eersten Bisschop Nicolaas de Castro ap den twee den Kerstdag 1561. De burgemeester Mr. Jan van B. werd o-p 5 Oct. 1582 met eenige andere heeren door de stedelijke ziji dn Parijs waren. Daarom scheen het haar -ook -heel natuurlijk dat haar vader do gastvrijheid van zijn handelsvriend en landgenoot had aanvaard en bij hem met zjj'n dochter gedurende zijn verblijf te London intrek had genomen. Toen zijl echter over den moord zelf werd ondervraagd, brak zij' in tranen uit. Zij1 wist er niets van te vertellen, noch wist zij1 wat er eigenlijk was gebeurd. Vermoeid van de reis wa'ren zij 's avonds aangekomen en 's nachts had zijl zóó vast geslapen geen geluid had haren slaap gestoord. De vrees-elijtoe misdaad w-erd eerst in den voormiddag ontdekt, doordat zij', daar haar vader zich nog' niet ver toond had, aan diens kamerdeur was gaan kloppen. Daar zij -echter geen ant. woord kreeg, was zij' de kamer binnen* gegaan en had zij hem toen levenloos op den grond zien liggenEerst eenige uren later had zij vernomen dat haar vader door -een dolksteek was vermoord. Cevanci leglde -oen begrijpelijke en ge loofwaardige verklaring af. Hij sprak vloeiend Engelsch, zijn antwoorden gaf hij rustig, zon-der aarzelen; op de rech ters maakte hij een zeer gunstigen in druk. Zooals zijne boeken uitwezen^ stond bij reeds langer dan tien jaar met den verslagene in 'relatie. Hij had Stefan© Garcia in dien tijd vier of vijf maal te Parijs opgezocht om zaken met hem af te sluiten; -maar deze omgang had tot geen persoonlijke vriendschap geleid. Toen Garcia hem schreef voornemens te z'ijh eenige dagen te Londen te komen door regeering gemachtigd, o-m te Antwerpen van den Prins van Oranje een huis in de Langedelft te gaan koopen. Hij was dus d<e nieuwe richting gevolgd. Van Hen- riek van B. en zijn ongenoemden neef weet ik niets bizo-nders mee te deelen, terwijl Blicky, of eigenlijk de Blicquy, een aanzienlijk man was, zooals trouwens reeds uit den titel van monseigneur viel af te leiden. We zullen hem weldra zien optreden als vic-e-admiraal van 's Konings vloot en als ko-mmandant van het schip „De Olifant". De bo-ttelyr, de camerlink en hun ge zellen hadden het meeste van hooren zeg gen en dus pleit het niet tegen hun waar heidsliefde, als het blijkt, dat hun be richt hier en daar overdreven was. De Vlissingers bezitten het Sloe met twee groote hulken, voorts elf heudent en veel andere schuiten d-e G-oescbie regeering schreef van omstreeks 50 sche pen te zamen. Zij! waren meester van de kust van Saaftingen tot Neuzen en aan de noordzij' te Reimerswaal, St. Maartensdijk en Wolfertsdijk, toen nog een afzonderlijk eiland, door het Sehen. gen' van Zuid- en de Zuidvliet van N. Beveland -geschieden. Tssraarts was met twee stukken geschut geland dn naar d-e stad 'Opgetrokken. In een dorp bijl Goes had de vijand een schildwacht doodge slagen ,maar de -soldaten waren het ont komen. Metten noen stonden d-e Water geuzen den 28en voor Goes. Tegen dien avond zijn ze evenwel afgetrokken en te Baariand weer scheep gegaan. Na-hun vertrek was het zoo goed als ondoenlijk het eiland te verlaten. Te Iersebe-dam werden al de schepen -op 2, 3 en 4 Aug. verbrand. Goes hoopte, dat don Ere derik van ,uit Antwerpen de stad zou komen ontzetten. .Meer succes hadden de Watergeuzlea op Schouwen. De brieven der Watergeuzen bleven z'onder uitwerking en werden een voudig naar den hertog van Alva ge zonden. Thans ging men, de bedreiging volvoerend, met geweid, optreden. De Rijk -en Rollé hielden de stad ingeslo ten en maakten alle passage naar Bra bant, Holland en Walcheren onmogelijk, terwijl de vrijbuiters zich reeds vroeger van Brouwershaven hadden meester ge maakt. Adxiaan van Reinax, de bevel hebber van -de uit 2 vendels bestaande W-aalsche bezetting, verkeerde in een moeilijke positie. Zij zaten daar ,,ge. lïjck een muys dn de valle". Vele bur gers waren reeds verdwen-an met vrou wen en kinderen, sommigen naar den vijhnid, anderen naar elders en de g'oed. gezinden werden allengs onwillig. De baljuw Simo-n Goesman was- nu al sinds zes wëken afwezig to-t groot schandaal van de gemeente en tot nadoel van de wettige -overheid. Reinax poogde de stedelijke regaering brengen, had .hij hem gevraagd bij hem et komen logeereai. Hij1 vond dat leien gewonen beleefdheidsvorm tegenover zijn landgenoot, -die in Londen volmaakt on bekend wlas. De komst van signoria Gar cia daarentegen had hijl een pijnljjk© ver rassing gevonden, wJaardoor zijn huishou ding om zoo te zeggeu onderste boven kwjam te staan. Op haar komst was bijl niet voorbereid geweest. De voor haar vader bestemde kamer w-erd nu v-oor de jongedame ingericht, aan. Garcia stond, Cevanci zijn eigen slaapkamer af, en hij, Cevanci, zou zich voor die paar dagen op een zolderkamertje behelpen, dat an ders leeg stond en dat p.u dus goed© diensten z-ou bewijzen. Cevanci had Idien nacht dus eene var. dieping hooger geslapen dan zijne gas ten. Nadat hiji zich ter ruste had be geven, was hiji niet door het minste ge- ruisch in zijn slaap gestoord; en daar hij gewoon was tamelijk laat naar bed te gaan, stond hij ook piet erg vroeg op. Hij sliep nog, toen de door merg en heen gaande gillen van signorina Gar cia het huis op stelteu zetten en hem uit zijn slaap deden opschrikken. Niet het minste vermoeden ook' had hij voor de aanleiding tot den moord; de eenige veronderstelling die hij' mar ken kon was, dat de moordenaar of de moordenaars hadden ingebroken om te stelen. Hijl nam aan, dat Garcia tenge volge van het daardoor ontstane ge- ruisch was wakker geworden en de in brekers had verrast, voordat deze hun plan hadden kunnen volvoeren. De oude te bewegen to-t hardnekkig verzet, maar de heeren waren niet van zins de hun nen -en hun bezittingen in gevaar te brengen ter liefde van hem! Er restte dus niet anders dan -onderhandelingen te openen met (d-e Rijk, di© tot ©en over. een'komst leidden. De bezetting zon on gehinderd aftrekken, na alvorens de wa pens neergelegd te hebben. Buiten de vesting gekomen, zouden de krijgslieden de wapens terug bekortten. Vier regieie- ringspersonen stelden zich borg voor de richtige uitvoering. De wapens echter werden geroofd en de gijzelaars wisten zich uit -de voeten te maken. Dit get- schiedde -op een dor- eerste dag-en van Aug., volgens Nuyens- den 3en, maar dit moet een vergissing zijn, want in een brief van den 4en heette het nog, dat de Zierikzeeënaars gee,n g-enteenschap meer hadden met de buitenwereld, als een muis in de val opgesloten waren. Alva's 'krijgsvolk was nu eenmaal de schrik der burgerij', evengoed als d-e Wa tergeuzen, maar fir was tevens bepaald, geestelijken en -wereldlijken ook de- schutters, gilden, enz. zouden blij'- ven in -hun oude privilegiën, preëminen. tiën en gerechtigheden; -dat geen kerke-n of kloosters beschadigd zonden worden; dat geen wereldlijk -of geestelijk persoon eenigen -onlast zou te lijden hebben; dat een ieder zou mogen blijven in dia oud© Katholieke religie, waarvan de uitoefe ning -o-p geenerlei wij'ze gestoord zou worden. Geen gevaar- dus voor den eeu wenouden St. (Lievensmonster m-ct het kapittel van Kanunniken, voor het begijn hof, de kapellen v-an St. Rochus, St. Ja cobus en St. Antonius, het klooster de H. Driekoningen, waar adellijke jonkvrou wen den weg der volmaaktheid bewan delden; geen gevaar d-e Minderbroeders en de Predikheeren, misschien ook d© Carmelieten en Ide B-ernadit-en te zullen verliezen; geen gevaar /lat men, hoe wel hot -oude geloof blijvend, van post of bediening ontzet zou worden, zou den er onder de reg-eerimgsfede-n ge weest zijn, die inderdaad geloofden, dat dit alles werkelijkheid worden zou? D-e uit stad -en land gebannen Lieven Jansz. Keersenmaker koerd© als hevel hebber terug -met een volmacht van dien Prins, die reeds bijl voorbaat geteekgnd was. Er bestond al dadelijk groote be hoefte aan krijgsvoorraad en om hier in te voorzien ging jnen ;>de onnoodige kerkegoederen" tie gelde makten. Noodig achtte men alleen een gebouw vier naakte muren en een dak m-et een predikstoel en een voldoend aantal zit plaatsen. Al het andere wast overbodig, jaschadelijk -en in strijd met „Gods woord." Het -Huis des Heeren werd een vergaderzaal, waar iemand het hoefde volstrekt niet een gestudeerd persoon te zijh, „uitlegging" gaf van bijbeltek. curiositeiten-handelaar gaf toe, dat hijl steeds groote sommen gelds in huis- placht te bewaren; dien dag echter had hij zijn 'kas mee naar boven genomen,, naar het zolderkamertje, en aan zijn eigendom ontbrak -dan ook niet het minste. De politie nam eveneens aan, dat het een inbraak gold, welke -door het op treden van Garcia tot een veel erger misdaad was geworden. D'e misdadigers waren van den tuin uit door een ij'ze- ren hek heengedrongen, hetwelk naar den kelder voerde. Het h-ek was uit zijn ver roeste hengsels genomen en het kelder venster ingedrukt. Als bewijs daarvoor go-Men de duidelijk zichtbare sporen, die aan een ernaast liggend stuk ij'zer te zien waren. Voorts vonjd men in den; winkel een groen-wollen z'ak, welken dfi inbrekers bij- hun vlucht hadden verge ten. Deze zak was het eenige voorwerp, idat op het spoor van de moordenaars kon leiden. Het verslag van (dr. Dunning, den po. litie-idokter, luidde kort en bondigd;e vermoorde was gestorven tengevolge van inwendige verbloeding. De wond was door een lang, dun, scherp instrument, ver moedelijk door een dolk, toegebracht. De persoon, welke den -doodelijkcin steek had gegeven, moest tamelijk sterk zijn ge weest, want het moordwapen had de horst tot (den rug toe doorboord. Van een strijd van het slachtoffer met den moordenaar was Iniet het geringste spoor te onderkennen; (de dood moiest oogen- blikkelijk zijn ingetreden. Den arts werd niet gevraagd naar bi sten met een toepassing op het dage- lijksch leven en waar men ter afwisse ling id© „vertaalde" psalmen zong. Zoo ging het overal met „de onnoodige kerkegoederen". Don 28en Juli (1572) liet Anidries van Arlet, die zich den com missaris noemt van ides Prinsen opper sten luitenant in Gelderland, graaf Willem van den Berg, aan zijn gunstige vrien den, de kerkmeesters van Ep-e en Va- sen, weten, dat ziji maar Elburg zou-den komen en meebrengenmonstransen, kel ken, cybories, fluweelein koorkappen, kasuifels -en alles wat gemaakt is van „silver -ofte van gold" 1 Bleven ze weg, (jan zo-u de 'man genoodzaakt zijn ze „met krijgsvolk te verseucken." Niet al leen -ondergeschikten, maar ide Prins zelf, die altijd geld noodig had tot het voe ren van den strijd, maakte zich mees ter van het goud eu het zilver ©n d© edelgesteenten, die isinds eeuwen door den vromen zin der vaderen in -de Gods huizen waren bijeen vergaard. „Die kerk sieraden ,ein de bezittingen der geeste lijken waren zijn goudmijnen. In Octo ber 1572 kwam1 hij! slechts voor een en kelen nacht te Kampen: van die gele genheid maakte hij gebruik, om de gees telijken te brandschattenOp don 23en December des jaars 1572 liet Oranje te Delft al bet goud en het zilver dier kerken -opschrijven en inventariseeren. Reeds vroeger, den 21en Juli ,had hij de nieuwe kerk der is!tad voor de Kal- winisten ia-ten inruimen. Wat meer is; in het volgende jaar (1573), lag hij uit zijn venster, terwijl het -opgestookte gra-uw, de St. Hippolytuskerk van Delft schond. Zooidra hij echter vernam, dat de beeld- stormers het fraaie albasten altaar, het pronkstuk idier kerk, wilden aan gruis slaan, z-oinid hij' een page, om1 dit te ver bieden. Datzelfde altaar gaf hij later ten geschenke aan zijn neef, den luthierscben graaf van Schwartzenburg. (Dr. Nuyens, Ned. Beroerten.) (VV-ordt vervolgd.) L U M E Y. Er zijn in de Geschiedenis van die personen, waaraan men liefst zoo min mogelijk denkt, wier naam men slechts met weerzin noemt. Z-oo iemand is ook Lumey, de beruchte Wlatergeus. Nu de Haagsche gemeenteraad z-oo vriendelijk is geweest te- bepalen, dat een der nieuwe straten naar Lumfiy zal worden genoemd, ds het dienstig ©ens te |doen weten, waarom die naam ieder fatsoenlijk mensch met afschuw ver vult, zelfs al idweept hij nog zoo met de Watergeuzen en de bevrijding van het Spaansche juk. Geen beter staaltje van zondere kenteekemen. Uit zichzelf gaf hiji daar -ook niets over in zijne ver- Klaring. Zoo werd ook niet gekikt van het raadselachtig teeken op d-en arm' van den verslagene, vermoedelijk nifit op bijzonder verzoek van de politie. Dr. Hamilton was tegenwoordig ge weest bij' de behandeling der zaak voor den -onderzoeksrechter. Als- arts had hij reeds lang opgemerkt, dat de jonge schoo- ne Italiaansche eene biz-o-ndere zelfbe- heersching bezat. Bij haar verhoor voor het gerecht kreeg hij de overtuiging, dat zij iets verzweeg iets dat met het verleden haars vaders moest in ver band staan -en dat misschien licht in de (duisternis z-ou kunnen brengen. Ook Cev-ancd's getuigenis- bevredigde -den dokter niet. Ofschoon Cevanci dui. delijfc en zonder aarzelen had gespro ken, -ontdekte Hamilton's geoefend oog toch een zekere zenuwachtigheid in den ouden Itali-aan, en z'ijn verhaal vond de jonge arts zelfs veel te duidelijk om- den stempel 'der overtuiging te dragen. Doctor Hamilton kon zichzelf geen ver klaring geven van ide beweegredenen, welke de heide getuigen konden leiden tot hun (manier van doen; naar hem het ■Meest voor de hand lag, waren zijl bang te veel last te krjjgen van Id-e zaak ien: daarom, meende 'hij, zeiden zij niets mieer dan de rechter hun vroeg. (Wordt vervolgd.) i l

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1909 | | pagina 5