No. 128 Zaterdag 30 October 1909 Vijfde Jaargang. Mijnt eiken MMHOAG-JfW- in VIUDAGAÏOND. Dit nnflimer bestaat uit 8 Mzijden. EERSTE BLAD. UIT ZEELAND Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Gees f 0.75, daarbuiten f0.95 Afzonderlijke nummers contant -0.05 Adrertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor v. d. Administratie: Ganxepoorfsfraaf C 209, GOES. Reclameberiehten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs, Adrertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x nerefcend. Dienstaanbiedingen 5 regel» voer 25 Ct, h contant Wegens den Feestdag van ALLERHEILIGEN zal de Nieuwe Zeeuwsche Courant in plaats van Maandag 1 November, DINSDAG 2 NOVEMBER a.s. verschijnen. Heeren Correspondenten gelie ven hiermede rekening te hou den. DE REDACTIE. Nog eens Ferrer. Al wat socialistisch denkt en voelt, al wat ongeloovig is, al wat zioh vijandig stelt tegenover de .Katholieke Kerk, heeft in Ferrer den „martelaar" gehuldigd, ge vallen door sluipimoordenaarshanidenx) van „Jezuïeten en inquisitieknechten" en een internationale beweging jverd op touw gezet omi door betoogingen, meetings, op tochten den onschuldig gevallene te ver heerlijken en tegen de gewelddaad van Maura c. s. te protesteeren. Natuurlijk stond het als een paal hoven water, dat Ferrer onschuldig was veroor deeld. Maar zie, nu in Spanje het mini sterie Maura is gevallen en een, libe raal kabinet aan het bewind is gekomen, heeft de minister van Buitenlandsohe Za ken een geheel anderen kijk op de zaak gegeven. Ferrer, zeide hij, is streng, maar vol komen naar de .wet berecht, en, die strengheid was noodig tot verdediging der maatschappij. Deze minister heeft al- zoo Ferrer's terechtstelling niet alleen for meel wettelijk, maar ook beleidvol ger noemd. Niet anders heeft zich uitgelaten de minister van porlog. Deze minister is zoo mogelijk nog iets verder gegaan. Tegen, een medewerker van de Parijsche Figaro verklaarde hij, dat Feiirer naar wet en recht was behandeld, hem voor den bur gerlijken rechter brengen, zou onmogelijk geweest zijn, zeide hij niet alleen omdat de wet op de rechtspraak, waarvan ik zelf de ontwerper ben, de misdrijven, tegen het leger naai' den krijgsraad ver wijst, maar daar bovendien de algemeene Spaansche strafwet de, daden van. opstand aan de krijgswet onderwerpt. Ook het verleenen yan gratie aan Fer rer zou de minister van oorlog een onge- oorl oofden ui tzonderingsmaatregeb hebben geacht, waar er ook andere veroordeelden, waren terechtgesteld. Integendeel, de mi nister meent, dat de conservatieve re- geering aan Ferrer pog meer gelegenheid heeft gegeven tot het voeren van, zijn verdediging dan zij eigenlijk had mogen doen. Zij had Fetrrer na kort geding moe ten terechtstellen. Haar talmen, heeft de tegengestelde uitwerking gehad op de openbare mieening in Europa, dan die zij er van verwachtte. Een zaak-Ferner, zeide minister Luque ten slotte, bestaat er in Spanje niet. Zullen na deze ronde verklaringen de Ferrerverheerlijkers niet in hun schuLp kruipen? Als het hun werkelijk om, Fer rer en de rechtvaardigheid te doen was geweest, wie weet. Maai- thans, nu Fer rer slechts een aanleiding is om godsdienst en gezag aan te randen en hunne revolu tionaire lusten bot .te vieren, storen zij zich aan niets. Ja zelfs, indien Ferrer uit zijn graf kon verrijzen, en den be- toogeirs zöu modedeelen, dat hun muit- zieik optreden hem onaangenaam is en niet weinig tot zijn spoedige terechtstelling heeft bijgedragen, dan zouden, die betoo- gels, die nu den mond vol hebben van Ferrer, dienzelfden Ferrer uitjouwen en ongestoord, hun bedrijf vervolgen. Want de revolutiegeest, eenmaal wakker geroe pen, kent geen eerlijkheid, geen rechtvaar digheid! Wanorde vraagt hij, beroering, oproer en de opstootjes te Parijs heb ben het bewezen moord en brand 1 l) „Geen vonni s is hier ui tge- sp'roken, geen moord zelfs ge pleegd, maar een pluipmoord", oorden gesproken door Mr. P. J. Trael- stra, tijdens da socialistische betooging in het Concertgebouw te Amsterdam op Woensdag 27 October j.l. MUZIEK. CONCERT VAN HET G0ESCHE MANNENKOOR op Woensdag 27 October 1909 te Goes. Het pleit '-oor den ondernemingsgeest van den heer O. Lies, dat hij met zgne beperkte krachten een concert als dat van Woensdag avond heeft aangedurfd, want koorwerken als „Egill" van Gouvy en de liederen van Grieg vragen een degelijke studie en meer dan gewone muzikale begaafdheden. Met dit alles voor oogen, mag de concert avond van Woensdag in alle opzichten wel geslaagd heeten. En nu wjj hier toch den naam van den heer Lies genoemd hebben, willen wg er aanstonds bijvoegen, dat het succes van den avond voor een zetr groot deel is te danken aan zgne kranige directie, die inderdaad bezielend op de koristen warkte. Als oen veldheer in de hitte van het gevecht, zoo stond bjj voor zrjne lingers en wist van het vuur. dat hem bezielde, in hen over te storten, waardoor de verschillende stukken niet alleen muzikaal goed werden ten ge- boore gebracht, maar ook zóó, dat uien daar uit de verschillende motieven kon proeven, door dichter en componist erin neergelegd. Met die torsche, talentvolle leiding wist de heer Lies dan ook sommige liederen te doen uitvoeren „main de maïtre", o O, herzige Anne, Btill en de Bröl- lopsmarsch. Wjj houden ons overtuigd, dat de kleine vlekken, die thans nog de vertolking der grootere stukken ontsierden èu wat de uitspraak der woorden èn wat de inachtneming der muzikale teekens he- treft bij een volgende gelegenheid zullen verdwenen zijn. Mej. D. Fr. v. d. P. zal het ons niet euvel duiden, wanneer wg haar gelukwenschen met haar maunelgk spel, dat het forsche karakter van Gouvy's „Egil" des te beter deed uitkomen en waardoor zjj zich deed kennen als eene musicienne, die haar instru ment volkomen meester is. Ook het opzet van het Bestuur van het Goesche Mannenkoor om door het engageeren van twee solisten uit den vreemde aan den avond een bijzonder cachet te geven en den hoorders een paar aargename uren te ver schaffen, is met succes bekroond. De heeren Phlippeau (tenor) en Brands (bariton) heb ben inderdaad zeer veel fraais ten gehoore gebracht. Sterren van de allereerste grootte aan den zangershemel zgn zij niet; wij ge- looven, dat de beide heeren bescheiden genoeg zijn, om zulks te beamen Zelfs zou men van den heer Pnlippeau kunnen zeggen, dat hg in zgn zaugersloopbaan reeds „au déclin de l age" is, zooals de Franscheu zeggen. Maar nog eens, beiden hebben gewoekerd met hunne talenten en ons door hun zang gebtreeld en geboeid. Mocht de heer Phlip peau een oogenblik vóór de pauze in het „Elmor, Wache Auf!onze verwachting hebben geschokt, na de pauze nam hij revanche. De liederen van Cath. van Hennes gaf hg weer met zeer veel gevoel en in het „Heure du soir" boeide hg ons door het stout overwinnen der muzikale klippen en de correcte pronunciatie van den tekst. Hoewel 's heeren Phlippeau's stemgeluid niet van dien omvang is om Grieg met de daartoe vereischte kracht te vertolkeu, over trof hg nochtans zich zeiven zoowel in „Das Nordlandvolk" als in het „Königslied" en wist hij door eene gelukkige voordracht aan zgn niet sterk maar sympathiek geluid eene eigenaardige bekoorlijkheid by te zetten, die weldadig aandeed. De heer Brands zong zyne liederen cor rect, zonder bigkbare moeite in het over winnen der muzikale struikelblokken. Hg maakte op ons ech.er den indruk, alsof hij een gedeelte van zgn stem achterhield, ons niet gaf, wat die stem aan volume, aan sonoriteit bezit. Een klassieke stelregel luidtPectus est quod disertos facit", „het gevoel maakt wel sprekend". Dit geldt ook van den solozang. Het vuur der begeestering, opgewekt door het toonwerk, moet tintelen en klinken in destem, en juist het breede, machtige geluid, dat de geschoolde baryton vermag te ont wikkelen, kaü dan niet zelden onder adem- looze stilte in de zaal weerklinken met een kracht en majesteit, die de hoorders als het ware fascineert en hen doen uitbarsten in een donderend applaus. Ons nu klonk de partij van „Armiu" uit den mond van den heer Brands ietwat ge voileerd, ietwat mat en het heerlyke „Hier gefunden sind die Griinde" met te weinig emphase, te weinig kleur. Wy zgn echter overtuigd dat de heer Brands bij een dieper doordringen van den zin der compositie gemakkelijk die volmaakt heid in den solozang zal bereiken, welke zgn vele talenten doen vermoeden. Aan het bestuur van het Mannenkoor een bescheiden vraag: Waarom moest het programma hoofdzakelijk uit Duitsche stuk ken bestaan Is Nederland zoo arm aan liederen 't Was een genot, toen mijnheer Phlippeau de „Lentegroet" van Cath. v. Rennes aanhief. Wg hoorden weer eens Nederlandsch! In allen gevalle zou de directie aan zeer velen een grooten dienst bewgzen door de tekst van de omvangrijke composities, zooals „Egil" van eene vertaling en ceae ophel derende aanteekening te doen vergezeld gaan. Nu keken verschillenden in hun tekst boekjes rond als een kat in een vreemd pakhuis Doch wg willeu hier niet den Nurks spelen. Hulde aan het Goesche mannenkoor, dat door zijn zijn concertavond van Woens dag j.l. bewezen heeft nog met jeugdig vuur de Kunst te dienen Wij roepen het met Virgilius toe: „Macte nova virtute puer, sic itur ad astra". „Geluk met dit nieuw bewys van uw moed, dit is de weg tot den roem Onze Vroede Vaderen. Goes. ,,Oü peut-on être mieux„waar kan men beier zijn, dan hij zijn. beste vrienden", zongen |de Zwitsersche offi cieren up het hoffeest van Lodewijk en Marie-Antoinette en ak neuriede het zacht jes na, toen ik Dinsdagavond onze raads zitting bijwoonde. ,Wat was 't er gezel lig I Onze vroede vaderen begrepen de gemeentebelangen niet heler te kunnen dienen, dan er nu en dan eens een kwink slag door te gooien. En hierin bestond een ware wedijver onder de heeren I Daar was er b.v. een, zijn naam is mij ontschoten, maar twee vervaarlijke brilglazen doen hem van verre kennen, jdie op allerkoddigste wijze over den sproeiwagen en de hondjes sprak, zoodat /zelfs Cocadorus het tegen hem zou moeten afleggen en esn home risch gelach (dan ook de zaal deed da veren. En dan die eene wethouder, die, hoewel hij aan 's Burgemeesters linker, hand zit, toch diens rechterhand schijnt te zijn, want voortdurend fluistert hij hem woorden van wijsheid dn, als/: „stem men", „wacht nog even", „laat maar pas- seeren", ondanks al zijn deftigheid kon hiji zich niet weerhouden een opmerking van den iheer Hollmann over de zwem plaats met het Attisch zout zijner geestigheid te besprenkelen. Kortom, het was een kruisvuur van geestigheden. En 'dat nog (wel, terwijl een zoo ernstige agenda ter behandeling gereed lag. Im mers het gold de vaststelling der ge- meentebegrooting en daar maakt men zich zoo maar ,met geen kwinkslag van af! Nu, toen het eenmaal zoover gekomen was, kreeg [ie ernst weer de overhand, d'. Wi. z. dn zoover het moppen tappen ach terwege bleef, want leen© ernstige behan. kieling der begrooting 't is treurig, maar waar! wer jdslechts door 2 der 10 leden van. onze vroedschap Onderno men. Slechts twee heeren hunne na men dienen met /eere vermeld Dek ker en Van Ide Ven hebben getoond de ware vertegenwoordigers te zijn der bur gerij. Waar het wederom een nieuwe verhooging der belasting betrof, hebben zij pal gestaan en gezegd Laten wij eerst zien of niet liier en daar eene niet strikt noodzakelijke uitgave kaai wor den gemist, teneinde de verhooging van den hoofdelijken omslag met f 1000 niet te behoeven in te voeren. Het gezonde, degelijke zuinigheidsprinciep, dat in iede re huishouding, ook in die van staat, provincie of gemeente dient te heerschen, en door den heer Dekker met bet be kende spreekwioord„de tering naar de nering zettefn'werd aangeduid, werd door deze twee heeren hoog1 gehou den. Oos 'zij houden van secretarieën met moderne roldeuren, vau sierlijk geverfde lantarenpalen, van een keurig geschil derd raadhuis, natuurlijk, waarom niet? Maar eerst eens zien of het lijden kan, of het niet beter is nog wat te wachten, in plaats van de burgerij, den midden stand, die het tegenwoordig toch al zoo hard heeft te verantwoorden, op nieuwe lasten te jagen. „Het is gemakkelijk riemen te snijden van eens andermans leer", !mijlnheer de voorzitter, zei die heer Van Ider Leeuw, toen hij in een op welling van oprechtheid zijn afkeuring uitte over de nieuwe roldeuren aan de kasten der secretarie. Maar denkt ge, dat het bewustzijh: „Wij zitten hier torn namens de burgerij van Goes zoo zuinig mogelijk de gemeente zaken te regelen en alles, ja alles in het werk te stellen om een opdrijving der lasten te verhinderen, zich bij een der 12 overigen, den voorzitter incluis, deed gelden? Zij! hebben alle voorstel len tot bezuiniging, door de heeren Dek ker en Van |de Ven gedaan, doen val len, hoogstanjs 2 of 3 (maal gebeurde het, 'dat een enkele den beiden heeren bijviel. En ze /hebben ze doen vallen met dien glimlach van het „superbe dédain" die eigen is aan degenen, 'die~zich iets voelen en zich bewust zijn de macht in handen te hebben. Die liberale eigen waan van: „wat [d.e heeren wijzen, zul len de gekken prijzen" „wij zijn de gemeente" zeide immers de heer Kake- beeke 'zat bij de beraadslagingen voor en daarom waren alle voorstellen van bezuiniging „contrabande", wijl zij niet uitgingen van hen, d e raadsleden bij uitnemendheid, /die |de wijsheid in pacht en de (Overmacht in handen hebben. Het begrip van collegialiteit, waar de libe ralen anders den mond vol van hebben, werd in deze raadsvergadering door hen vierkant verloochend. In plaats van col legiaal d- w. z. allen gezamenlijk de nooden en behoeften van de gemeente onder de oogen te zien en door hielr te geven en daar te nemen blijk te geven van goeden wil, zetten de libe. rale raadsleden zich schrap tegen elk voorstel, door de heeren Dekker en Van de Ven gedaan, pmdat het van hen kwam. De heer Hollmann toekende den toestand juist, toen hij1 zeide: „die daar aan den overkant". Feller en (hatelijker partijscheiding dan hier heb ik zelden in een gemeenteraad gezien. Op de 10 liberale raadsleden plus den voorzitter rust bovendien ,de verantwoor ding, dat zij giiet alleen hun gezond ver- Stand, maar ook, en dat is heel wat meer waapd, de .dubbeltjes der ingezet tenen aan hun partij'zucht hebben opge offerd. Want er kon wis en degelijk bezui nigd worden, zooaJ (niet op alle, dan toch op de taeeste der door de heeren Dekker en Van Ide Ven g/enoemde punten. Trou wens als men wil, kan men altijd, „maar met onwillige honden is 't slecht hazen- vangen", (dat hebben de heeren Dekker en Van 'de Ven ook nu ondervonden., Dat ten plotte fle beide heeren zich niet verantwoordelijk wilden stellen voor deze begrooting, was hun plicht, en het strekt hun tot /eere dat zij ondanks den spotlach hunner liberale collega's tot het laatste oogenblik hunne overtuiging heb ben gestand gedaan. Allen, die onbevooroordeeld nadenken, zullen dit in ,hen prijzen. Intusschen ide Goezenaren kunnen in hun portemonnaie tasten. Treurig, zeker, maar hun eigen schuld I Ieder land heeft de regeering die het verdient. Zoo gaat het ook met de gemeente. Zoolang die inwoners zelf de oorzaak zijin, dat op de raadszetels mannen gezeten zijn, die in .stede van de belangen der gemeente- naren te dienen, de voortreffelijkheid hunner eigen inzichten als een onaantast baar axioma doen gelden, ook daar, waar het met |de directe belangen der gemeen tenaren strijdt, zoolang zullen de inwo ners de vruchten plukken van hun eigen onnadenkendheid. Mogen de „grauwtjes" van Geeraerts eerlang neiderzien op /een aantal man nen van het beleid en doorzicht als de heeren Dekker en Van de Ven hebben betoond. Werkelijk, het zal onze stad tot eere, den ingezetenen ten voordeel zijn. De heer Donner was afwezig, wegens ziekte, zoo meldde de voorzitter. Eigen aardig, dat de mensehen altijd ziek zijn ■op het oogenblik, dat men ze het hardst noodig heeft. Argus II. Een Huldeblijk. Sinds lang halden de werkende leden van het Goesche Mannenkoor naar eene gelegenheid uitgezien om hun directeur, den heer O. Lies te huldigen en dit niet zoozeer als directeur zulks geschiedde reeds vroeger msar als rnenseh, om zgne vele sympathieke eigenschappen. De veertigste verjaardag, kort geleden door den heer Lies herdacht, scheen hun het juiste moment toe, doch ongesteldheid van den heer Lies belette de uitvoering hunner \oornemens. Dientengevolge hadden zy den Concert avond van Woensdagavond j.l. uitgekozen en kwamen dan ook alle zangers na afloop bijeen en boden den heer O. Lies als teeken hunner hoogachting en waardeering een portret aan waarop alle werkende leden van het Mannenkoor staan afgebeeld. De gevoelens, die allen bg deze aanbieding bezielden, werden op uitstekende wyze door den president, den heer Van Haarst ver tolkt in de kleine speech, die de aanbieding vergezelde. Het spreekt van zelf dat de heer Otto Lies door een en ander zeer getroffen was en voorzeker zal iedereen het met ons eens zgn, wanneer wg zeggen, dat een dergelyke verstandhouding tusschen directeur en leden de schoonste verwachtingen doet koesteren voor de toekomst van het Man nenkoor. (Voor het verslag van het concert van Woensdagavond zie ouder de rubriek „Muziek".) Middelburg. Tot tellers bg de 9e tienjaar- lgksche algemeene volkstelling zijn alhier benoemd de heeren J. Matzinger, A. P. Reyers, C. J. van de Kreke, B Kruze, P. J de Hamer, G. J. Lambertz, H J. de Graaff, P. J. Harts, J. Verwys, P. Zeven huizen, J. J. van der Weel, G. C. Reyers, D. J. Klaassen, P. J. M. Dierikx, J. W. Bastiaause. W. M. Hubregtse, J. Vissers, A. Melis en H. Harpe. Door den kantonrechter alhier zgn in de commissiën van aanslag voor de be lasting op bedrijfs- en andere inkomsten herbenoemd de volgende heerenvoor Middelburg tot m. A. C. Jacobse Boude- wijnse en tot plaatsvervangend lid C. Ver- hage, beiden aldaar; voor Vlissingen tot lid A. E Dudok van Heel en tot plaats vervangend lid W. L. Huson, beiden aldaar; en voor Oost- en West-bouburg, Ritthem, Grypskerke, Koudekerke, Nieuw eu St. Jooslaud, Arnemuiden, Domburg, Oost- kapelle. Westkapelle, Aagtekerke, Zoute- lande, Biggekerke, Meliskerke, Vrouwepol der, St. Laurens, Veere en Serooskerke, met standplaats Middelburg, tot lid mr. F. J. Sprenger en tot plaatsvervangend dhr. J. A. Vertregt, beiden te Middelburg. („Zeeuw".) De voorbereidende werkzaamheden voor de electriseke tram MiddelburgVlis singen zijn Woensdag tot aan het eindpunt in onze stad gevorderd. Toen zgn nl. op de Markt de palen voor de electrische gelei dingen geplaatst. Naar we vernemen, zal de tram voorloopig nog haar eindpunt hebben op het midden van de Markt Hoogstwaarschijnlijk zal de ljjn later rondom de Markt gelegd worden. De wissel in de Langeviele kan dan ver dwijnen. Op den Vlissingscheu singel, nabg de militaire slachtplaats, zal een wissel aan gelegd worden, (M. C lu de „St. Crt. no. 252 zgn opgenomen de Koninklyk goedgekeurde statuten van de „Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen, te Middelburg (gewjjzigd). Vlissingen. Het Duitsche stoomschip „Priuz Regeut" is iu de Sardyuhil aau den gruud gevaren, doch met wassend water vlot gekomen, waarna de reis naar Ant werpen werd voortgezet. Heinkenszand. Jl. Woensdagavond bracht de fanfare „Euterpe", ondanks het slechte weder en den slechten weg, eene senerade bij de Wed J. J. de JongePover onder deze gemeente, bij gelegenheid van haar SOsten geboot tedag. De muzikanten werden zeer flink onthaald, zoodat ze in opgewek theid huiswaarts keerden. Hoedekenskerke. De heer J. C. Prins, commies bij 's rijks directe-belastingen, wordt met ingang van 1 November as. gedetacheerd te Heinkenszand. 's Heer Arendskerke. Hier in deze ge meente is bij twee meisjes, van tien en twaalf jaar febris typhoidea geconstateerd, beiden in een gezin.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1909 | | pagina 1