i>o. 24 Donderdag 25 Februari 19U9. Vijfde Jaargang. BUITENLAND BINNENLAND. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Verschijnt eiken MAANDAG-.JMDAG- en VRIJDAGAVOND. AUGUSTINUS JOSEPHUS CALLIER, BISSCHOP VAN HAARLEM, Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers k contant- 0.05 Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. AdministratieGanxepoorfsfraat C 209- Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 CL Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 6 regels voor 25 Ct. k contant. Rsclamebericbten 25 Ct. p. r. Bjj abonnement speciale prijs. door de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom ZALIGHEID IN DEN HEER. (Slot). Na dit alles is het' wel duidelijk B. G. dat de H. Kerk met hare vastendispensa- tiën de bedoeling niet kan hebben ons te ontslaan van die lichamelijke versterving, die wij zoozeer behoeven om de innerlijke verstorvenheid te verkrijgen en te bewa ren, en dat wij dus uit eigen belang ge houden zijn, de door haar verleende ver zachtingen op andere wijze aan te. vullen door ons zeiven vrijwillig ander genot te ontzeggen, wat wij zonder gievaar' voor onze gezondheid of onzen arbeid kunnen missen; en het is wel te betreuren, dat by zoovelen juist het tegendeel plaats heeft. Wanneer wij eens nagaan, hoeveel de H. Kerk in de laatste dertig, veertig jaren voor onz© streken de vasten- en onthoudingswetten heeft verzacht, en daar tegenoverstellen, hoezeer in „dienzelfdeji tijd onder ons genotzucht en wereldsch- gezindheid zijn ontstaan en aangegroeid, dan worden Wij gedwongen de gevolgtrek- trekking te maken van den ©enen kant, dat wij zeiven het bewijs Jeveren van de hier boven bewezen waarheidhoe n.l. de uit wendige verstervingen niet hoog genoeg to schatten hulpmiddelen zijn, om die ern stige levensbeschouwing en levenswijze te bewaren, welke passen aan leerlingen van den Gekruisten Christus; en van den ande ren kant, dat Wij alle reden hadden om by deze nieuwe verzachting u miet den meesten ernst de vermaning voor te hou den van die H. Schrift dat „de wijsheid" d. i. de deugd en de heiligheid, „niet woont „in het land dergenen, die lustig leven". Het is natuurlijk Onze bedoeling niet, dat gij u alle genoegen ontzeggen moet, evenmin als dit bedoeld werd door den Apostel Paulus, toen hij aan de christenen van zjjn tijd voortdurend Christus en Dien gekruist predikte, en te gelijk hun het voorbeeld ga,f van d© strengste zelfveir- sterving; immers Hij wekte hen tevens tot blijdschap op: „Verheugt u in den „Heer, andermaals zeg ik: verheugt u". Maai' gelijk hij opwekte tot een blijd schap in den Hieer, zoo vermanen Wij u, dat g(j u onthouden zult minstens van die genoegens, die gij bezwaarlijk inden Heer genieten kunt. Moeien Wij u nu nog zeggen, welke die genoegens zijn? Immex's neen. Gij zelf vermijdt tot dusverre althans in den Vastentijd, die al te wereldsche vermaken die wij bedoelen, omdat gij zelf gevoelt, hoe weinig zij passen in 'een tijd van boete en versterving; maar daardoor kenmerkt gij ze zeiven als bezwaarlijk te vereenigen met een verstorven leven, zooals toch het geheel® leven van. een waar Christen wezen moet. Welaan dan B. G. vullen wij in het vervolg ons minder vasten, onze gerin gere onthouding aan althans door meer dan tot dusverre, die al te wereld sche vermaken te vermijden, welke zoo weinig strooken met. een ernstige, chris telijke opvatting van onze levensbestem ming en nog bovendien menigmaal gevaar van zonde meebrengen; en laten wij ove rigens met geduld en blijde onderwerping dragen alle rampen, ziekten en tegenspoe den, die de goede God ons oplegt en alle verongelijking van den kant der menschan, die de barmhartige God toelaat, om aan te vullen wat wij zeiven aan versterving te kort schietendan mogen wjj vertrou wen, althans op die wijze naar het woord van Christus ons kruis te dragen en Hem na te voigen en aldus Zijner waardig te zjjn. De aanstaande Vasten, waarin wij meer dan anders herinnerd worden aan bet lijden, dat Christus ons ter liefde heeft verduurd, is een geschikte tyd, om dit alles nog eens goed te overwegen, om ons te doordringen van de noodzakelijk heid ider versterving en tevens cms zeiven te onderzoeken, hoeveel wy daarin zijn te kort geschoten, en om dan door het be schouwen van het gevaar, waaraan wjj ons door gebrek aan versterving bloot stellen, maar ook van de opofferende liefde, welke Jesus in Zijn lijden en ster ven ons heeft betoond, ons op te wekken tot liefde voor het kruis en de navolging des Hoeren, en om met aandrang en vu righeid Hem ide genade te vragen, dat wij met kracht en moed door de zelfverster- ving Hem op zijn Kruisweg tot het einde van ons leven mogen volgen. Bidt ook vooral in dien aangenamen tijd van boete bidt veel en vurig voor alle de behoeften en nooden van de H. Kerk en van ons Vaderland, bidt voor al uw geestelijke en wereldlijke overheden, en thans in bet bijzonder voor H. M. onze geliefde Koningin, niet alleen op de Zon en Feestdagen, waarop wij-dit reeds heb ben voorgeschreven, maar zoo dikwijls gij waardoor dan ook herinnerd wordt aan de blijde gebeurtenis, die Zij en wij met Haar verwachten, opdat God Haar beware en de vervulling schenk© van Hare en ons aller vurige wenschon. En zal dit ons herderlijk schrijven op den Zondag Quinquagesima in alle tot ons Bisdom behooiende kerken, als mede in de kapellen waarover een Rec tor is aangesteld, op de gebruikelijke wijze ivorden voorgelezen. Gegeven te Haarlem, den 6den Fe bruari 1909. f AUGUSTINUS JOSEPHUS, Bisschop van Haarlem. Op last van Z. D. Hoogwaardigheid, M. P. J. M 11 mann, Secretaris. De nieuwe lichting 1909. „De Katholieke Militair" be spreekt de in .werking tredende verande ring: winter- en zomerploeg, de eer ste opgeroepen van 115 Maart, de twee- do lt>30 Sept. terwijl de viiermaan- deot's vooiioopig nog bestaan blijven en in Mei opkomen, de bereden wapenen in October. Het blad heeft zich de vraag gesteld, of de nieuwe maatregel in het godsdien stig en zedelijk belang van den militair is en het gelooft dit wel; want al is het waar, dat „hoe meer zielen, hoe meer vreugde" geeft, die vreugde in oen groot gezelschap is al te dikwijls vermengd met het bederf der zonde. Het opkomen dei' lichting wordt thans gehalveerd en zoo komen er dus minder soldaten tegelijk onder de wapenen, wat op godsdienstig en zedelijk gebied op den duur ten goede zal werken. Maar in dit jaar' van over gang treft de zomerploeg het groot© blij vend gedeelte van vier- en achtmaanders der vorige lichting nog aan, en die niet vast in de schoenen staan, komen door velen uit dit groote gezelschap zeker in zware verleiding. Daarom dus: alle hens op dekl De Kath. Militair richt zich dan ook tot de ouders met het woord van Mgr. van de VenRust niet tot uw zo on, uw schat, in deze r e ri ding s a r k voor goed geborgen zij. Die reddingsark is: de militaire ver- ©eniging. Dan spreekt het blad een woord tot heeren pastoors, opdat zij de jongelingen, alvorens zij van hel stille dorp naai' net garnizoen gaan, bij zich ombieden, en een brief mede geven voor den directeur der militaire vereeniging. Hierdoor wordt een hechte band gelegd, welk© den jon geling voor afwijkingen zal behoeden en door allen, op lateren leeftijd, vooral naar waarde zal geschat worden. Wel geen zieleherder zal zich aan dien moreelen plicht onttrekken en wij hopen, dat vooral de ouders niet rusten zullen, alvorens zij weten en verzekerd zijn, dat hunne zonen zich gesteld hebben onder de schutse dier R. K. militairen vereeniging en die ook trouw bezoeken, waardoor zy van zelf voor veel verleiding en onnoe melijk kwaad behoed worden. Verregaande Onkunde. Op welke uiterst lichtzinnige wijze re dacties van vrijzinnig© bladen schrijven over aangelegenheden het Katholiek ge loof rakende, moge blijken uit het vol gende Een zekere generaal-majoor van het In dische leger, de heer G. Christan, heeft onlangs eervol ontslag gekregen. In ze kere klingen heerscht pu de meening, dat d© heer Christan binnenkort als Ka tholiek afgevaardigde de Tweede Kamer zal binnentreden. Ziehier wat het Soer. Hbl. er van zegt: „Men verwacht, groote dingen van dezen nog betrekkelijk jongen man en neemt bijna voor zeker aan, dat hij binnen niet al te langen tijd in de Tweede Kamer zal zitten. Zooals men weet, is generaal Christan katholiek; het ligt voor de hand, dat hij zich in de Kamer aan de zijde der cteri- calen zal scharen. Generaal Christan is iemand met oen eigen meening, iemand die Indië werkelijk kent en do puntjes op de „i" weet te zetten. Aan zijn candidatuur staat echter iets in den weg. Generaal Christan, is ©en oprecht katholiek, doch geen vroom Katholiek; hij zal er moei lijk toe te krijgen zijn, om b.v. te biechten. Biechten vindt hij, als po litiek persoon, zonder meer „gevaar lijk". Generaal Christan vindt biechten „ge vaarlijk". Maar dan is generaal Christan nóch vroom Katholiek, nóch oprecht Katho liek hij is heelemaai niet Katholiek. Inderdaad zal er aan zijn eventueels candidatuur „iets" in den weg staan! Maar bewijst niet het feit, dat een vrij zinnig blad iemand, die biechten „gevaar lijk" vindt, toch oprecht Katholiek noemt, de verbijsterende onkunde onzer tegen standers in zake het Katholicisme? Men kent n i e t s van de Katholieke ge loofsleer, maar toch schrijft men er maar op los Spraakzaamheid. Er zijn in den lande ©enige gemeenten, die een zekere reputatie genieten van wege de bijeenkomsten harer vroede va deren. 'tZyn in den regel kleinere dorpenj, welker vroedschap zekere vermaardheid bezit. Daar wordt het debat veelal beheerscht door persoonlijke quaeslies, door oude veeten, vooringenomenheid en nog aller lei dingen meer, die een onpartijdige, za kelijke discussie in den weg staan. Het gemeentebelang kan door dit alles niet worden gediend. Het moet op den achtergrond raken. Er zijn gemeenteraadsleden in die klei nere plaatsen, die niet ter vergadering gaan, om de belangen hunner gemeente voor te staan, maar wel, om in de eer ste plaats hun mederaadsleden, die 'tbij hen verkorven hebben, eens „hun vet te geven". Zoo kan het in, enkele gemeenteraden: Spaansch toegaan. We kennen een dorp op W a 1 c h e r e n. en een dito op Z u i d-B e v e 1 a n d, waar de raadsvergaderingen zich kenmerken door ongeveer alles, wat in een ordelyk© vergadering niet thuis hoort. Over de meest onbeteekenende zaken wordt geredeneerd en gefulmineerd alsof Holland in nood was; waarbij nog komt, dat de verhevene gedachtenwisseling vaak in 't vaarwater van het persoonlijke ver zeild raakt. Zou er aan dit euvel nu niets te ver beteren vallen. Ons dunkt van wel. En wel door middel van de pers. Indien er in de pers van de verschil lende richtingen nu eens zooveel solida riteitsgevoel aanwezig was, dat zij kon besluiten slechts beknopte, zake lijke gemeenteraadsverslagen op te ne men van die paar dorpen, welke in deze eenige faam hebben, da.n zou o. i. al veel zjjn bereikt. Nu wordt aan een gemeenteraadsverslag van een onbeduidend dorp niet zelden twee kolom druks geofferd. Do „sprekers" worden te veel gekend. Zou men nu niet meenen, dat indien de pers al öe rhetorica van enkele vroede vaderen, die spreken voor de buiten wacht, negeerde, dezelfde vroede vade ren zich op den duur in hun woorden zou den beperken, en meer, of liever uitslui tend het algemeen belang der gemeente zouden behartigen, in plaats van te ver vallen in allerlei haarkloverijen? Door de opname van ellenlange versla gen heeft onze gewestelijk© pers o. i. al veel te lang medegewerkt om de ver houdingen in de bedoelde gemeenten te verslechteren'. ttALKAIKSTATEN. Moet er oorlog komen? Het schijnt nu tusscban Servië en Oostenrijk wel zeer gespannen te staan. De Temps verneemt uit Weenen, dat men daar; langs middellijken weg verno men heeft, dat een Servische nota zou zijn opgesteld die nogal erg „levendig" van toon is en binnenkort aan de mogend heden zal worden gezonden. Er zouden enkele aantijgingen in staan welke voor Ooslenrijk-Hongarije onverdra- gelijk zouden zijn. Uit Cettinj© wordt aan hetzelfde blad geseind, dat Montenegro zijn militaire posten aan de grens van Herzegovina aanzienlijk versterkt. Uit Belgrado verneemt d© Temp s ver der, dat oorlogscorresponden ten van Rusland, Engeland en andere landen ieeds zijn aangekomen. Ook de Engelscbe pers beschouwt met groote bezorgdheid de verwikkeling tus- schen Oostenrijk en Servië. De Z e i t ontvangt uit Lemberg het vol gende sensationeel® bericht: Nabij Prod- wolokziska, het laatste station voor de Russische grens, hebben ongewone bewe gingen van Russische troepen plaats in de richting van het Oostenrijksche ge bied. Overal worden groote troepenmassa's verzameld. Russische hoofdofficieren door reizen de grensdistricten. Aan de ge meenten worden de door hen in geval van mobilisatie te vervullen plichten jn her innering gebracht. Gouverneur-generaal Iwanof, de nieuw© opperbevelhebber van de troepen in Kiëf, inspecteert de bezettingen der versterkte plaatsen en heeft aan ,de officieren van het Krzemienioe-regiment gezegd: Gy moet gereed zijn, alsof de oorlog elk oogen- biik kan uitbreken. Te Pi'oskowrof, nabij die Oostenryksche grens, is da bezetting mat 5000 man ver sterkt. KI8LUVD De doos van Pandora. De revolulionnair Prometheus stal uit den hemel het vuur en gaf bet den men- schen. Men weet hoe Zeus hem bestrafte en hoe hij op de manschen die het vuur /hadden aangenomen, zijn wraak wilde koelen. Op zjjn last schiep Hephaestos, uit ©en mengsel van water en aarde, Pan dora, die met allerlei gaven werd over stelpt; Hermes schonk haar de taal om te kunnen misleiden en Zeus een geheim zinnige doos, waarin alle menschelijke misères waren opgesloten. Prometheus' broeder, Pandora's echtgenoot, Epi- melheus, had de onvoorzichtigheid de doos te openentoen hij den inhoud zag poogd© hij het deksel wear te sluiten, het was echter te laat. De ellende -verspreidde! zich onder de menschen en alleen de hoop bleef in de gesloten doos achter. Zulk een doos van Pandora wierd in het proces van Alexejef ter zake van de misbruiken bij de Marine geopend en er kwamen „handelsgeheimen" en andere za ken uit, die men niet weer in de donkere doos kon stoppen. Nog wijder was de opening, die in de doos kwam in de zaak Lopoechin en in de geschiedenis kwamen haast ongekende gruwelen daarbij te voorschijn. Men weet thans wat de hoofdreden was van den stryd tusschen Plehwe en zijn naaste me dewerkers uit de politie Lopoechin en Zoebatof. 'tWas jaloezie. Plehwe was jaloersch op graaf Witte. Men had bem overge bracht, dat Lopoechin en Zoebatof hun hart voor graaf Witte uitstortten en hem gesmeekt den post van Plehwie over te nemen, Rusland te redden enz. De Russische Alva ging zijn onderge schikten hatenZoebatof werd, zonder meer uit den dienst gejaagd en verbannen, Lopoechin verloor het vertrouwen van zjjn chef en hem werd zijn waarschijnlijk ont slag aangekondigd. Er wordt een geweldige stryd gestre den, ministers zijn onder de strijders. De strijd is reeds lang geleden begonnen toen de bolsing tusschen Plehwe en graaf Witte ontstond. Alles wat sedert geschied is, staat daarmee in verband. Uit haat tegen Witte, sloot zich Plehwie bij hot avontuur- Bezobrazoff (houtaankappen aan de Yaloe) aan: hij preekte den oorlog en lokte dien uit; uit haat tegen Witte onder steunde hij Koeropatkin, Alexejef, Abaza. Dezelfde haat was oorzaak, dat hij het departement van politie uit elkaar deed spatten en de taak der politieke politie in handen van provocateurs en van allerlei gespuis stelde. Er zijn onlangs „Herinneringen" ver schenen van wylen den generaal No- wiisky, laatstelijk gouverneur-generaal van Odessa en vroeger cnief der gendarmen en der Ochrana te Kref. 't Vv as m 1903. De speurhonden van Nowiisky kwamen er achter, dat men, in Kief, een aanslag tegen den gouverneur van Oefa, Cogdono- witsj, voorbereidde. In die memories vin den wij „Om 11 uur 's nachts zond ik een spoed telegram aan Plehwe, verwachtende dat ik binnen 2 a 3 uur antwoord zou kunnen krijgen en alle deelnemers tegelijk in zou kunnen rekenen. Geen antwoord. Om 3 uur ',s morgens verzond ik een tweede telegram, waarop evenmin een antwoord kwam. Toen schoot inij voor 'teerst de gedachte binnen over 'tbestaan van persoonlijke quaeslies tusschen Plehwe en Bogdonowitj, quaeslies waar- mode ik mij niet durfde te bemoeien. Ein delijk kwam het lang verbeide telegram om 10 uur 'smorgens; 'tluidde woorde lijk aldus„Wacht u iets overhaastig te ondernemen. Onderzoek voortzetten, be richten zenden en laat van 'tgeen u weet, absoluut mets merken". Oedurende één volle maand zond No- witsky gedetailleerde berichten over den gang der voorbereidselen lot den terroris- tischen aanslag. Do antwoorden luidden stereotyp„onderneem geen beslissende stappen". Drie dagen voor den moordaan slag meldt Nowitsky over het vertok der terroristen naai' Oefa en stelt do geheel© zaak in handen van Plehwe. Het resul taat is bekend. De terroristen bereikten, ongedeerd en wèl, Oefa en volbrachten hun daad (19 Mei 1903). De blijde verwachting. Uit een Haagsche correspondentie van de „Patriote": Koningin Wilhelmina gaat als een een voudige Hollandsche huismoeder persoon lijk de voorbereidende maatregelen na, welke getrolfen worden om de top .omstige appartementen van het Koninklijk kind in gereedheid te brengen. Behalve de kamers voor de hofdignita- rissen en het dienend personeel, worden tot dat doel zes vertrekken op de tweede verdieping van het Kon. paleis geheel ge moderniseerd. Op last van H. M. worden muren en plafonds van hun eeuwen-oude bepleistering ontdaan, die plaats zal ma ken voor een gemakkelijk te reinigen pleis terwerk; de vloeren en het houtwerk wor den vernieuwd en er wordt een instal latie voor stcom-verwarming aangebracht. In één woord een model „nursery" wacht de(n) 'ta-fgena(a)m(e) van het Oranje huis. Wrat in deze moderne omgeving nog aan het verleden herinnert, is de histo rische wieg der Nassau's. Sociale Week 1909. Met goedkeuring van Z. D. H. den Bis schop van 's Beitogenbosch zal dit jaar de Sociale Week worden gehouden te Nij megen, en wel, op veler verzoek, iets vroeger dan in vorige jaren, nl. van 15 tol 22 Augustus. Men lette erop. Volgens de Graafschapper is het in een der dorpen in de Graafschap Zut- phen gebeurd, dat iemand, die j.l. Maan dag op het Dorpshuis kwam, om aangifte voor de kiezerslijst te doen terug' werd gezonden. De tijd, zoo heette het, was voorbij. Zaterdag j.l. was bet de laatste dag ge weest. Een bestuurslid van de kiesvereeniging voorkwam nog, dat de man zijn kiesrecht kwijt raakte. Nóch de secretaris, nóch de waarne mende burgemeester van het dorp kende blijkbaar arl. 159 der kieswet, zegt. het blad.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1909 | | pagina 1