Het geheim van Gabriëi.
No. 149
Donderdag 17 December 1908.
Vierde Jaargang.
Verschijnt eiken MAANDAG-JfOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Hoe doen ze zelf!
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers A contant-0.05
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Bureau LANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant.
Reclameberichten 25 CL p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Zij, die zich met 1 Januari a.s. op
dit blad abonneeren, 'ontvangen de tot
dien datuin verschijnende nummers
gratis.
De sociaal-democraten ijveren voor be
lastingen met sterke progressie.
Een minder-bedeelde moet weinig beta
len, maar een meier-bedeelde moet veel
belasting opbrengen.
Het geld moet gehaald worden, waar
het „te halen" is, zeggen de sociaal<l©mlo-
craben, en daarom wenschen zij percents
gewijze de rijken veel zwaarder te be
lasten dan de mindergegoeden.
Daartegenover werd meer dan eenmaal
opgemerkt, dat de rijken, die huns inziens
te zwaar worden belast, eenvoudig als
het hun moede wordt de steden verlaten;
of anders het land uittrekken.
Maar de sociaal-democraten storen zich
naar het schijnt te dien opzichte aan geen
practisohe bezwaren.
Tenzij het him eigen instellingen aan
gaat.
Zooals men weet, bestaat de Amster-
damsche Diamantbewerkersbond voor het
overgroote deel uit sociaal-democraten.
De bond is machtig aan invloed en
aan geld.
Hoe komt dit geld bijeen?
De „N. Rott. Crt." bevatte dezer dagen
een correspondentie uit Amsterdam, waar
in zulks werd uiteengezet.
De leden van den Amsterdamschen
Bond van Diamantbewerkers betalen vol
gens deze opgave aan contributie:
bij weekloon van f 10.— 4 °/o
-14. - 5.351
Dit geldt dus de kleinere inkomens.
Doch, reusachtige verdiensten, somtijds
van f5000.per jaar, waren onder de
diamantbewerkers geen zeldzaamheid.
Met het oog daarop is het vervolg van
het lijstje leerzaam
bij weekloon van f 30.5
- 40.3.7o
- oO. 3 ,f
n t> d0. 2l/2
j> loo. i/2 >i
Degenen, die het. meest verdienen, wor
den dus het minst belast.
Waarom?
Volkomen terecht schrijft <le Amster-
damsche correspondent van ide „N. H.
Crt."„De groote en mloeilijke kunst voor
den diamantbewerkersbond is niet geweest
de menschen met betrekkelijk kleine ver
diensten aan de organisatie te binden,
maar de beter gesitueerden, die hooge
loonen plegen te trekken, de „hoeren"
van, het vak; want die hebben den bond
niet noodig, gelooven dit althans (mis
schien ten onrechte), gelooven dit in hun
onafhankelijkheidspractjjk, in hun zeker
heidsgevoel, dat bij ieder individu allicht
voortspruit uit ruime verdiensten en een
zeker bezit".
En, vraagt de „Rott.", wat zouden deze
heeren diamantbewerkers doen, als men
(Door ons vrij bewerkt naar het Engelsch).
12.
Toen Gabriëi de naam van hun dorpje
noemde, was er diepe ontroering op het
gelaat van vader Paulus zichtbaar, doch
^ogenblikkelijk was hij zijn aandoening
weer meester; hij boog het hoofd, ten
teeken dat Gabriëi zou voortgaan met zijn
verhaal, sloeg zijn bevende handen in el
kander, alsof hij bad, en hield zijn oogem
op hiet ivoren kruis gericht. Hij keek geen
oogenblik op onder het ontzettende ver
haal.
Doch toen Gabriëi van zijn onderzoek
aan de Koopmanstafel begon te spreken
en van het gedrag zijnsi vaders vertelde ha
idien tijd, toen hij den priester vroeg of
hij, ondanks den schijn, nog het recht had
om te twijfelen of zijn vader inderdaad
de misdaad had bedreven, toen legde
vader Paulus hem nogmaals de hand op
den schouder en zei op den weemoedigen
loon, die hem eigen was: „Wiees bedaard
hen zivare contributie wilde doen betalen
Hoor het antwoord„Indien men ze
maar hun Imeening te zwaar belastte,
zij het ook ten behoeve der gemeenschap
in haar geheel, hun sociaal democratisch
gemoed zou het niet verkroppen en de
mogelijkheid ware geenszins uitgesloten,
dat ze den Bond den rug toekeerden.
Precies zooals de rijke belastingschuldigen
het de gemeente plegen tedoen, als de
belastingschroef wordt aangezet en met
sterke progressie".
Het is goed, dat deze Am'sterdamsche
correspondent eens op hiet verschil tus-
schen de socialistische loer en de socia
listische praktijk heeft gewezen.
Als het eene gemeente geldt, roepen
de socialisten om sterke progressie.
Maar in den overwegend socialistischen
diamantbewerkersbond ziet men hoe ze
zelf doen, in ©en organisatie die zij vol
komen beheerschen.
Oorlog 7
De twee Nederlandsch© oorlogsschepen
zijn in de Venezolaansche wateren opge
treden met het beslagleggen op twee regse-
ringsschepen va,n Venezuela, terwijl zij
nu bezig zijn den ©enigen torpedojager
op te sporen en aan den haak te slaan.
Men noemt, dat représaille-maatregelen,
of maatregelen van weerwraak, die wel
geen oorlogsverklaring beduiden, maar
toch zeer gemakkelijk een oorlog na zich
kunnen sleepen.
'tls de vraag maar, hoe men in Vene
zuela dat opbrengen van schepen, waar
door het ammunitie-vervoer daar onge
veer onmogelijk wordt gemaakt, verstaat.
En, naar luid der laatste berichten, moet
de ontstemming bij de Venezolaansche
regeering groot zijn.
Maar met ontstemming alleen kan men
geen oorlog voeren. Daarvoor heeft men
in de Caraïbische wateren oorlogssche
pen noodig. En de vloot van Venezuela
is niet sterk en bestaat uit minderwaar
dige schepen.
Wacht Venezuela nu totdat onze slag
schepen, het grooitere deel van zijn vloot
hebben in beslag genomen en het schijnt
in die richting te gaan zoo is verder
elke ernstige tegenstand nutteloos.
We zijn van oordeel, dat bet optreden
onzer schepen Venezuela van houding
zal doen veranderen, zooidat genoegdoe
ning aan Nederland niet uit zal blijven.
Met of zondier oorlog, op den duur zal
Venezuela toch moeten toegeven; en dan
kiest het de wijste partij het nu te doen,
te meer als de hardnekkige geruchten,
waarheid bevatten,dat. in het binnenland
de revolutie is uitgebroken.
Gister is ons pantserschip „de Ruyter"
naar de West vertrokken; binnenkort volgt
nog „de Utrecht".
De vrouw en de Katholieke
Sociale Actie.
(Ingezonden).
Meermalen bleek ons uit de houding
van 't Centraal Bureau der Kath. Soc.
Actie te Leiden, dat 't ook aan de vrou-
en zie mij aan. Ik kan voor altijd pan.
,uw twijfel een einde te maken. Gabriëi,
uw vader is schuldig aan het plegen van
de daaddochhet slachtoffer van de
misdaad leeft en ik kan het bewijzen".
Gabriel's hart klopte hevig en ©en koude
rilling liep hem door de aderen, toen hij
zag dat vader Paulus zijn priesterkleed
aan den hals losmaakte. Langzaam en
met bevend© vingers ontblootte de priester
hals en nek, zuchtte diep1 en wees Gabriëi
op het litteeken eener diepe sneed© aan
den eenen kant van zijn keel.
Gabriëi wankelde, maar voelde een arm
om zich heen slaan om hem te ondersteu
nen, en' itoen was alles 'donker om
hem heen, hij zag en hoorde niets meer.
Toen Gabtriël zijn bewustzijn herkreeg,
was hij nog altijd in de kajuit; de man,
op wiens leven zijh vader het had toege
legd, boog zich over henn heen en bespren
kelde hem met water.
„Zie mij aan en vrees niet", zeid© de
priester. „Ik wil geen kwaad met kwaad
vergeldfen, zie op en luister! Ik bel) u
vreemde dingen te zeggen; ik heb, voor
dat de avond er is, een heilige roeping
te Veilvullen en gij moet mijn gids zijn".
Gabriëi wilde voor den priester neer
wen een plaats in zijne rijen wil toe
kennen.
Van de vrouw hangt gmotendeels da
hernieuwing van het christelijk familie
leven af. Bij de sociale, zedelijke en gods
dienstige verheffing der familie vervult de
vrouw de hoofdrol.
Wie het conservatieve element in de
vrouw kent, die begrijpt hoe hoogst moei
lijk het is, de vrouw te winnen tot deel
name aan eene beweging, die de meeste
vrouwen nog geheel nieuw toeschijnt.
Wanneer men spreekt van de vrouw en
de Ka.th. Soc. Actie, dan hoort men al
dadelijk de opmerking: „Dat de vrouw
maar bij hare kinderen en haar kookpot
blijve, 'die heeft niets met. die actie te
maken".
Maar zij, die zoo spreken, begrijpen de
bedoelingen der Kath. Soc. Actie niet'.
Welk standpunt de vrouw ten opzichte
der katholiek© sociale actie behoort in
te nemen, en omgekeerd de katholieke
sociale actie ten opzichte der vrouw, kun
nen wij niet beter verduidelijken dan door
te verwijzen naar Duitschland, waar de
katholieke vrouw reeds verschillende ja
ren aan de Kath. Soc. Actie deelneemt;
en waar de „Volksverein für das Kathor-
lische Deutschland" dat streven ten krach
tigste steunt.
Nu eens doet de „Volksverein" dit door
een uitgebreide litteraire en prac-tiscbe
propaganda voor de verheffing der sociale
positie en der intellectueele ontwikkeling
der vrouwen, dan weer geeft de vereeni-
ging aan de meer ontwikkelde vrouwen
gelegenheid, zich tot de medewerking aan
den socialen arbeid voor te bereiden.
Daarmede heeft de „Volksverein" den
weg ingeslagen, langs welken grooten-
deels de sociale en intellectueele verhef
fing des volks bereikt zal moeten worden.
Vooreerst heeft de „Volksverein" voor
zijne leden „familieavonden" georgani
seerd. Hier worden de vrouwen opgeleid
voor hare taak in 't openbare leven. Naast
toofneel- en zangstukken worden, hier voor
drachten gehouden over algemeeae vraag
stukken der volkswelvaart en volksontwik
keling, over bepaalde punten der opvoe
ding en der gezondheidsleer, over het
sociale leven en over de rechten en plich
ten van de vrouw in de maatschappij.
Zulke avonden zijn zeer geschikt pm de
vrouwen tot medewerking aan te sporen.
Naast deze practische ontwikkelings
methode heeft de „Volksverein" een reeks
boeken, brochures en vlugschriften uit
gegeven, die alle ten doel hebben, de meis
jes en vrouwen o,p de verhoogde levens-
eischen voor te bereiden en de, openbare
meening voor de oprichting van instel
lingen voor „huishoudelijke" opleiding der-
meisjes te winnen.
Zooeven verscheen bijvoorbeeld in
goede volgorde voor kinderen het boekje
„de Huishoudschool", dat in duizenden
exemplaren aan schoolkinderen, huis
houdscholen en pensionaten, vrouwen- en
meisjesvereenigingen, geestelijken en on
derwijzers, stalls- en schoolbesturen ver
kocht wend.
Dit boekje vormt den grondslag der
huishoudkunde.
Vervolgens is dan de „Wegwijzer to,t
het huiselijk geluk" een practische leid-
knielen en hem die hand kussen, doch
vader Paulus weerhield hem, zeggende:
„Kniel niet voor mij, uw medesterveling
en uw vriend, want uw1 vriend wil ik zijn,
Gabriëi ik géloof dat Gods genade het
zoo gewild heeft".
„En luister nu naar mij1, ging hij voort
op zachten toon, „wat ik' u te zeggen heb
moet ik nu zeggen; het werk, waarbij
gij mij tot gids moet strekken, moet vóór-
do dag ten einde is, zijn afgeloopen".
Gabriëi luisterde en vader Paulus her
nam: „Ik geloof, dat de bekentenis van
uw grootvader, welke hij u vóór! zijn dood
deed, woord voor woord waar is. Op den
avond, waarvan hij u sprak, kwam1 ik aan
het huisje van uw vader om een nacht
verblijf te vragen. Ik hadi in dien tijd hard
gewerkt om mij bekwaam te maken voor
het heilige beroep, dat ik nu uitoefen,
en toen mijn studies voltooid waren, had
ik mij de uitspanning vergund van een
voetreis door Bretagne, ten einde den tijd,
eer ik priester zou zijn, aangenaam en
onschuldig door te brengen. Toen ik uw
vader om nachtverblijf verzocht, was ik
verdwaald; ik had uren lang geloopen
en was blij eindelijk e©n| onderkomen voor
dón nacht te vinden, al was dat nog zoo
draad voor 't huishoudohderwijs van
jonge meisjes. Dit boekje, dat in zijin
nieuwe oplage (2001220.000) belangrijk
werd uitgebreid, vormt Iden grondslag voor
de leer aan vele huishoudscholen en cur
sussen.
De boekjes „Het huiselijk geluk" en
„De Opvoedkunst der Moeder" zijn einde
lijk de onontbeerlijke raadgevers der huis
vrouwen.
De reeks dezer vrouwenboekjes zal nog
worden aangevuld door het werkje „De
Gezondheid", hetvrelk in den loo.p dezer
maand verschijnt, ien ook voor 't school
onderricht geschikt is, benevens door een
„Handboek voor hst Huishoudoniderwijs",
ten dienste vap onderwijzeressen. Door
de hierboven genoemde boekjes heeft de
„Volksverein" een grondslag gelegd voor
die ontwikkeling van 't sociale familieleven
door de vrouw.
Tevens zorgt de „Volksverein" voor een
voortdurende aansporing der vrouwen tot
vooruitgang op elk gebied des levens.
Nu eens verschijnt een vlugschrift, zoo
als „Waar moeten oinze dochters huishou
den keren", dan weer een broehurelje bij
voorbeeld: „Het vraagstuk der Ontwikke
ling van t vrouwelijk geslacht", of wel
bet orgaan van de „Volksverein" wijdt eep
afzonderlijk nummer aan de vrouwen, aan
de jeugd of aan de o-pvoeding, waardoor
de vrouwen steeds weer opgewekt worden
tot socialen arbeid en waaruit zij' de in
stellingen tot verheffing van haar geslacht
leerep kennen.
Moge het voorbeeld, dat de Duitsebe
„Volksverein" op dit gebied geeft, een
aansporing wezen, ,om de vrouwen tot
deelname aan onze Katholieke Sociale
Actie op te wekken. De uitgaven van een
„vlugschrift" over „De Vrouw en de
Katholieke Sociale Actie", door 't centraal
bestuur te Leiden, zou wellicht aan deze
beweging een machtigen stoot kunnen
geven.
ITALIË.
De zaligverklaring van Jeanne d'Arc.
Het decieet tot zaligverklaring van Jeanne
d'Arc, verhaalt de levensgeschiedenis der
Maagd van Orleans en maakt melding van
drie mirakelen, welke door haar voorspraak
werden verkregen en door de congregatie
der Riten en Z. H. deD Paus als zoodanig
zjjn erkend. Het eerste wonder gebeurde
in 1900 te Orleans waar, na aauroeping
van Jeanne d'Arc, Zuster Theresia van de
Orde der Augustinessen plotseling en vol
komen genezen werd van een maagzweer
het tweede in 1893 te Faverolles, waar
Zuster Julia Authier plotseling en volkomen
genas van borstkanker, en het derde in
1891 te Fruges, waar de Maagd van Or
leans Zuster Joanna Marie Sagnier genas
van tering.
Na de voorlezing van het decreet nam
Mgr. Touchet het woord ter verheerlijking,
en kardinaal Ferrata ter verdediging der
zaligverklaring van Jeanne d'Arc. De Paus
antwoordde in het Italiaansch. Het slot
zijner toespraak luidde aldus:
eenvoudig. Ik behoef u niet (e bedroeven
door een verhaal van hetgeen el' gebeurde,
nadat ik het huis van uw vader was
binnengetreden. Ik herinner mij niets
van den tijd sedert ik bij het vuur in
slaap was gevallen en dien, waarop ik
mijn bewustzijn herkreeg op de- plaals
welke gij „de Koopmanstafel" noemt. Mijn
eerste gevoel was, dat men mij in die
koude lucht had gebracht; toen ik mijn
oogen opsloeg zag ik de groote steenen
der bouwvallen boven mijn hool'di en twee
mannen aan weerskanten naast mij, die
mijn zakken plunderden. Zij vonden er
niets in wat waarde had, en wilden mij
laten liggen, waar ik lag, loen ik om hulp
smeekte, gebruik makende van hun heb
zucht. Ik bezat toen geld genoeg en kon
hun een rijke belooning aanbieden, indien
zij mij ergens brengen wilden, waar ik
geneeskundige hulp verkrijgen kon. Ik ver
onderstel dat zij uit mijn toon van spre
ken en misschien: uit het fijn linnen dat
ik droeg begrepen, dat ik tot de hoogste
klasse der maatschappij behoorde, on
danks mijn eenvoudige overkleaderen, en
dat ik hun dus winst bezorgen kon.
Ik hoorde den een tot. den ander zeggen
„Laat ons het wagen". Daarop namen
„Efet is niet waar, dat het martelaarschap
maar een eenvoudige daad van moed is,
verricht met het doel om den hemel te
verwervën Neen, het martelaarschap betee
kent een langdurige oefening van allo
deugden. De Maagd van Orleans gedroeg
zich steeds rein als de engelen, sterk als
een leeuw in de btproevingen en den strijd,
eenvoudig als een kind en altijd samenlevend
met God. Door God geroepen om het va
derland te verdedigen, gehoorzaamde zij
Hem door een onderneming, die geen mensch
ter wereld mogelijk achtte. Wat voor do
mensehen onmogelijk schijnt, wordt mogelijk
door de hulp van den Allerhoogsten. De
moeilijkheden zijn nauwelijks te overwinnen
voor dengene, die op zich zelf vertrouwt
terwjjl hij de hulp des hemels veracht, en
de macht van den duivel bestaat in de
zwakheid der Christenen".
Eindelijk richtte de Paus het woord tot
Mgr. Touchet:
„Als gij in Frankrijk zijt tnruggekeerd
zeg dan aan uw landgenooten, die Frankrijk
liefhebben, dat zij God moeten beminnen,
met het gelaof en hun Moeder de Kerk.
Zeg hun, dat zij zoo groot mogelijk voor
deel trekken uit het voorbeeld van den
H. Remigius, Charlemagne en den H. Lo-
dewijk, door Jeanne d'Arc gehuldigd in
de woorden „Leve Christus en den Koning
van Frankrijk".
De Paus voegde hieraan de hoop toe,
dat Frankrijk in den schoot der Kerk mogo
terugkeeren door de genade der goddelijke
Voorzienigheid en de voorspraak der nieuwe
heiligen.
FBANIiRIJIi.
Treffend.
Een treffend geval wordt uit Frankrijk
bericht
Dinsdag 8 dezer, feest van O. L. Vr.
Onbevlekt Ontvangen, stierf er te Lisieux,
de maire, op wiens bevel het beeld van
O. L. Vr. Onbevlekt Ontvangen werd ge
zaagd van het voetstuk boven dsn ingang
van het verbeurd verklaarde Klein-Semi-
narie. De begrafenis heeft plaats gehad
zonder kruis of geestelijkewant wegens
zijn deelnemen aan de kerkvervolging was
de overledene in den kerkelijken ban
Daar de meerderheid der bevolking van
Lisieux katholiek is, heeft het godlooche
nend doodsbed, juist op 8 December, de
inwoners zeer getroffen
Uit het ongelukkige Frankrijk.
„Men kan alleen datgene vernietigen,
waarvoor men iets anders in de plaats stelt
van dezen stelregel schijnen de Franscho
radicalen uit te gaan, in het bestrijden van
de Kerk, merkt de Protestantsche „Heraut
op. Nog vele FraDschen hechten er aan, dat
hunne kinderen gedoopt worde:-, en dal
hunne eehtvereeniging kerkelijk bevestig 1
wordt. Daarom achten sommige vrijdenkers
het geraden, om het doopen en trouwen ook
„civil' (burgerijjk) te doen plaats hebben
voor hes die dit begeeren. En werkelijk is
men daarmede begonnen. Maar over het
algemeen is om die poging gelachen, en in
Frankrijk geldt nog steeds het spreekwoord
le ridicule tue, d.i. men wordt
zij mij in hun annen, droegen mij naar
een boot op het strand en roeiden naar
een schip, dat voor anker lag.
Den volgenden dag droegen zij1 mij uit
het schip in het plaatsje P., waar ik dc
geneeskundige hulp ontving, waarvoor het
hoog lijd werd.
Ik vernam, door het vertrouwen dat zij
genoodzaakt waren, in mij1 (e stellen, ten
einde het mij mogelijk te maken de huil
toegezegde belooning te deen toekomen,
dat zij smokkelaars waren en gewoonlijk
het hol, waarin ik gebracht was geworden,
gebruikten tot berging hunner goederen.
Daardoor hadden zij1 mij gevonden. Wat
mijn wond betreft, de heelmeester die mij
behandelde, zeid© mij, dat zij' bijna doode-
lijk was geweest, en dat het bloedverlies
en de open lucht waarin] die mannen mij
gebracht hadden, mijn leven hadden gered.
Kortom, ik herstelde na een langdurig
ziekbed; ik keerde naar Parijs terug e i
werd spoedig daarop tot priester gewijd.
Den eersten tijd was ik genoodzaakt te
Parijs te blijven, doch ik zelf voelde mij
geroepen tot de bekeering del- zielen: in
uw provincie, en gij kunt wel gissen
waarom".
(Wordt vervolgd.)