Het geheim van Gabriel. feuilleton. No. 143 Donderdag 3 December 1908. Vierde Jaargang. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Persoon en Beginsel. NIH MUHSCHE MP Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers k contant- 0.05 Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór iialf drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, w-ordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant. Reclameberichten 25 Gt. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Een St. Vincentius-Vereeniging van onzen Tijd. (Ingezonden). Eenigen tijd geleden ontving ik van den President van den Bijzonderen Raad deir St. Vincentius-Vereeniging te het vol gende schrijven: „In de afdeeling der St. Vincentius vereeniging alhier kwam dezer dagen de wenschelijkheid ter sprake om op krach tiger wijze dan op heden| (verspreiding Ivan het tijdschrift Sobriëtas) samenwerking tot stand te brengen tusschen onze vereerd - ging en de georganiseerde drankbestrij ding. Daar vaste denkbeelden ontbraken hoe daartoe te geraken, werd mij opgedragen mij met UEw. in verbinding te stellen, ten einde zoo mogelijk nadere aanwijzing Ie ontvangen die ons zonde kunnen hel pen bij het bereiken van ons doel". Ik zond het volgende antwoord le. Zorg, dat uwe leden zooveel mo gelijk allen georganiseerd drankbestrijder Worden. Daar komt het vooral op aan: dit is m. i. een, der' voornaamste middelen tot het te bereiken doel. 2e. Stel u in verbinding met de drank- weer te plaatse. Uit onderlinge bespre kingen zal spoedig blijken, hoe hel Kt'uis- verbond en de Vincentiusvereeniging naar plaatselijke omstandigheden elkaar het best in de hand kunnen werken en wat door overleg en samenwerking bereikt kan worden. 3e. Verspreid lectuur. Onwetendheid is een der grootste oorzaken van het heden- daagsche drankgebruik. Wij moeten den wolf zijn schaapvacht afrukken. Behalve het algemeen propaganda-blad voor de Diocesen Utrecht, 's Bosch, Haarlem len Roermond, noemde ik: „Do G'eesel der Eeuw", „Dr. Ariëns aan het. woord", het vlugschrift der Kath. Soc. Actie „Drankbe strijding". „Wat de Katholieke Drankbe strijding eigenlijk inheeft" of „wie is tde vijand?", de liehtkogels van Sobriëtas, den Sobiiëtas-almanak. 4e Maak propaganda voor het Dr. Ariënsfonds. Wat dit laatste betreft, gaf ik het vol gende idee. Zoudt ge in' den loop van den a. s. winter niet eens in overleg met de Elisabethvereeniging, Kiuisverbond en Ma- riavereeniging een groote avond-vergadei- ïing kunnen organiseeren, waarin door een spreker van naam de sociale beteeke- nis van het dr. Ariënsfonds wordt uiteen gezet? Ik voegde er da reden bij. Met het Dr. Ariënsfonds, zooals men weet wordt bedoeld een fonds (te stichten, waarvan de rente geheel of gedeeltelijk kan dienen tot financieel© hulp bij de verple ging van min- of onvermogende R. K. drankzuchtigen in herstellingsoorden of andere ziekenhuizen, en waaruit, met vet|- loop van tijd een eigenj R. K. Nedeirlandseh Sanatorium tot genezing van drankzuch tigen kan worden gebouwd. Welnu, de drankzucht is oorzaak van onnoemlijk veel geestelijk en lichamelijk lijden. De Vincentius-vereeniging en dergelijke hebben er dus alle belang bij1, dat de gelden voor het dr. A'riënfonds rijkelijk blijven toestroomen. Daarbij, wanneer deze actie uitgaat van oen Vincentius vereeniging bestaat er meer kansl van sla gen. Dan geeft het heter den indruk van (Door ons vrij bewerkt naar het Engelsch) 7. Daarop liet Gabriël de hoogte achter zich en zette zijn eigen weg voort. Als die man zijn vader geweest was, waarom zou hij dan eerst besloten zijn maar het dorp te gaan, nadat hij tweemaal den. weg naar de Koopmanstafel was opge- loopen? Zou hij daarheen hebben willen gaan? Zou hij verstaan hebben wat de oude man in zijn laatste oogemblikken gezegd had En ontbrak hem1 nu de moed om zich voor ontdekking te vrijwaren, door het weghalen van Die laatste vraag was te afschuwelijk dan dat Gabriël er over durfde denken, hij smoorde haar in zijn hart, terwijl hij verder ging. Hij kwam aan die oude bouwvallen, zon der iemand te ontmoeten. De zon ging een liefdadig doel. En dat heeft over bet algemeen de sympathie, daar heeft men gauw iets voor over. Terwijl, wanneer1 de drankbestrijders de zaak op touw zet ten, het gevaar volstrekt niet denkbeeldig is, dat velen zullen worden afgeschrikt, in de meening dat hun het offer van per soonlijke onthouding, hetzij gedeeltelijke of geheele zal worden gevraagd. Ein delijk, indien de Vincentius-vereeniging bet initiatief neemt, kan zoon avond onge merkt de heerlijkste vruchten afwierpen voor de drankbestrijding. Het ligt immers in den aard der zaak, dat eenie zakelijke uiteenzetting der sociale beteekenis van het. Dr. Ariënsfonds er veel toe zat bij dragen, dat het werk der drankbestrijding meer wordt gewaardeerd. Velen onder die standen, op wier hulp en medewerking wij' nog altijd tevergeefs zitten te wachten, gaan dan onwillekeurig wat meer voor drankbestrijding voelen, en zoo wo'rden langzamerhand ook uit de rijen der ont wikkelden en meer gegoeden moer en meer blauwe strijders gerecruteerd. Sedert ik mijn antwoord inzond, heeft de bedoelde Vincentiusvereeniging nader over dit punt vergaderd. Er was veel be langstelling onder de leden, schrijft de President mij'. Er werd voorloopig beslo ten, dat eene commissie een samwispre- king zou vragen met het bestuur dier plaatselijke afdeeling van het Kruisver band, ten einde tot blijvende samenwer king te geraken. Ook werd besloten tot het doen vervaardigen van aantrekkelijke wandkaarten ter versiering der woningen van onze gezinnen, op welke kaarten waarschuwingen tegen drankmisbruik, en toepasselijke spreuken zullen prijken. Nog werd bepaald, dat de eerste algemeenia vergadering van Vincentianen zou wor den gewijd aan een uitvoerige bespreking van 'het belang der drankbestrijding met voorafgaand woord van een ter zake wel ingelichte inleider. Alsdan zouden de le den worden aangespoord om „als Vincen tianen" het drankmisbruik te bestrijden, geen sterken drank moei" te' schenken' voor bewezen loon- en andere diensten! en der gelijke meer. Ten slotte werd bepaald, dal. de conferenties, voor zooverre zij het nog niet deden, maandelijksch het alge meen propagandablad in de bezochte ge zinnen zullen verspreidien, en dat 'n aan tal exemplaren van het baekjel „Pater Ma- thew" zullenl wördeln aangekocht ter ver spreiding. Moge het voorbeeld dezer Vincentius vereeniging toch overal navolging vinden I Andere tijden, andere gevaren, maar ook andere wijze van werken. „Bestaat er vier hand tusschen alcoholisme, criminaliteit en armoede, dan moeten zij vooral strij den tegen het alcoholisme, die den plicht hebben of zich geroepen gevoelen te wier ken aan de oplossing der sociale quaiesti© wat haar godsdienstige en ecomische zijde betreft, zooalsde Vincentiusvereeni- gingen en dergelijke". (Stelling van .de 2e Sociale Week). Brleda. P. fr. Ildefonsus, 0. ff. min. Gap. Onder dit opschrift geeft de Tij d. een beschouwing, die vrijwel overeenkomt met betgeen wij schreven in ons vorig artikel: „de Linie verlegd?" op en zware wolken vlogen woest door de lucht, maar de storm was in een fris- schien wind veranderd. Toen Gabriël omkeek, zag hij hoe schit terend schoon de dag beloofde te wor den, en hij beefde voor het. onderzoek, da.t, hij ging ondernemen. De aanblik van den helderen dag, was akelig in strijld met het vermoeden van een lagen moord, dat aan zijn hart knaagde. Doch hij wist dat hij zijn onderzoek moest doen, en sprak zich zelf moed in, hij wilde niet naar huis terugkeeren, voor bet geheim was opgelost. De Koopmanstafel was gevormd door drie groote steenen, die horizontaal op drie andere lagen. In de onrustige tijden van meer dan een eeuw geleden, kwamen er geen reizigers voor hun genoegen, die oude overblijfselen in Bretagne bezoeken, en de ingang tot de holte onder de stee nen, die later door zoo menigen vreem deling werd bekeken, was in dien tijd ontoegankelijk geworden door distels en onkruid, die er omheen groeiden. Bij den eersten oogopslag dacht Ga- Dat men bij die bestrijding van den poli- tieken tegenstander den persoon en het beginsel dient te onderscheiden, is eene bekende waarheid, maar eene waalheid, wielke in die practijk dikwijls vergeten wordt, schrijft dan de Tijd. Eene andere onbetwistbare waarheid, welke eveneens niet zelden wordt voorbij gezien, is deze: bij' het steunen van den politieleen medestander' mag de trouw' aan diens leidende beginselen nooit ontaarden in eene blinde peisoonsverheerlijking. Der gelijke oncritische vereiering van een groot man is in vele gevallen onschuldig; maar zij kan ook gievaar opleveren, en zij wordt bepaald gevaarlijk, wanneer men zijnie persoonlijke eigenaardigheden gaat indentificeeren met den wezenlijken in houd der beg'nselen, welke hij voorstaat. In dit geval zal men er gemakkelijker toe komen om, bij persoonsverwisseling in Kamer of Kabinet, den opvolger van den oncritisch bewonderden leider daarom needs voor minderwaardig, voor minder principieel ein „echt" te houden, omdat zijne persoonlijke hoedanigheden, bijgevolg zijne wijze van optieden en spreken, „anders" zijn dan die van zijn grooten, voorganger. Wat op rekening moet gezet worden van karakter- en temperament, geldt in de oog,en dezer blinde bewonder aars als iets inhaenents in en als iets onafscheidelijks van het beginsel. De strijd nu over de vraag, of het Mi nisterie-Heemskerk een „Kuyperiaansch" Kabiniet. kan genoemd worden, is een be wijs, dat het zoowel bij1 een deel der Chris- telijken als bij de vrijzinnigen ontbreekt aan een juist© onderscheiding van hetgeen in een christelijk Ministerie als wezenlijk ©n als onwezenlijk moet gelden. In plaats van te onderzoeken, of de b e- g i n s ie 1 n van Minister Heemskerk die van, dr. Kuyper zijn en op de resultaten van dat onderzoek zijn oordeel over de homogeniteit van deze Regeering met die van 19011905 te gronden, hebben som migen aan den opvolger van den grooten Anti-iievolutionair den eïsch gesteld, dat de eerste in al zijn ministerieel doen en laten een Iron We copie zij van den tweede. Deze eisch is onredelijk èn omdat hij de persoonlijkheid wegcijfert èn wijl bij geen rekening houdt met Icliei zeer verschil lende omstandigheden, waarin het Kabi- net-Heemsk rk en bet Kabinet-Ivuyper zijn opgetreden. Men kan zeer wel toegeven, dal er tus schen het temperament en de wijze van optreden dezer twee hoogstaande mannen verschil is, zonder aan e,en van de beide Ministeries afbreuk te doen of' ontrouw te worden. Wie het warm opneemt voor het Kabinet-Heemskerk, behoeft dr. Kuyper volstrekt niet te verloochenen. In andere woorden wordt dit ook be toogd in bet laatste artikel van dr. No- lens in de „Nieuwe Venloosche Couran t", waarvan wij het slot. hier met instemming overnemen. „Een Kabinet kan zich niet in den strijd om en over leen persoon mengen. Maar ook mag len zal dei rechterzijde niet vergeten, wat ze aan mannen als Kuyper, Schaepman en Lohman te danken heeft. Zoo er al misgrepen zijn len waar zijn die niet zij 'wor den gaarne vergeven. Om bij dr. Kuyper te blijven, ook hij briël, dat. daar1 in geen jaren een levend wezen had kunnen inkomen. Hij baande zich een weg door de strui ken en knielde bij den ingang der holte neer. Zijn hart klopte, de adem begaf hem bijna, doch hij dwong zic.h ©enige voe ten 'diep naar de holte te da,len, en tastte toen met de handen op den grond om zich been. Daar raakte hij iets aanHij hield het, hoewel vol afschuw en rillende, stevig in zijn hand geklemd. Hij keerde naai de open lucht, in den zonneschijn terug. Was het een menschenbee.n Neen, hij had zich door eigen angst laten misleiden, het was niets anders dan een droog stuk hout. Hij schaamde zich over zijn vergissing, en wilde het hout weer wegwerpen, toen hem een andere gedachte inviel. Hoe wel er door een paar spleten eanig licht in de holte drong, was bet toch te don ker, dan dat hij iets zou kunnen onder scheiden. Toen Gabriël dat bedacht, nam hij zijn heeft „les défauts des 'ses qualités" en hij zal zelf de eerste zijn om de mogelijkheid van bet bestaan dier ge breken te erkennen; laat ik er bijvoe gen: zelfs in verhouding tot de voor treffelijkheid der hoedanigheden. Hij waardeert waarschijnlijk meer die ciït'ek zijner medestanders dan de onhandigheid van sommige bewonder aars, In ieder geval is hij voor die laatste niet aansprakelijk. Van links schijnt men van het Ka binet verwacht te hebbenverlooche ning van dr. Kuyper en wegdoezeling van de grenzen tusschen rechts en links. Een onmogelijke eisch, een verlan gen dat niet bevredigd kon worden. Heeft men zich links met die hoop gevleid men heeft het aan zich- zelven te wijten, dat teleurstelling is gevolgd. Het Kabinlet-Heemskerk is niet het Kabinet-Kuyper. Alleen needs hierom, omdat Heems kerk niet Kuyper is. Natuurlijk komt het verschil niet aan één enkele zijde ten. goede, i. Maar de beginselen, waarover het te doen is, zijn dezelfde bij het Kabi net-Heemskerk als bij het Kabinet- Kuypier". Die conclusie, dat de teleurstelling van den tegenstander niet het gevolg is van „frontverandering", ligt voor de hand. Vrijhandel en Scheepsbouw. De Tariefvereeniging schrijft ons Dat vrijihandelaars op oeconomisch ge bied wieinig-betrouwbare profeten zijn, toonden wij herhaaldelijk aan, ook o. a. in onze Uitgave No. 6 getiteld „Bescherming en Export" met betrekking tot Duitsch- land, waaromtrent in 1879, toen het den protecttónisfiséhen weg insloeg, door onze toongevende vrijhandelareii voorspeld werd, dat die handelspolitiek een af schrikkend voorbeeld zou blijken te zijn voor die andere natiën, dat Duitschland zou verarmen, dat de Duitsehers den „Wandierstab" lier hand zouden moeten nemen om elders werk te zoeken, jdat Duitsifliland nooit een hooge plaats in de rijrd'er natiën zon kunnen; innemen. Nu het laten bouwen van' groote stoom schepen in Groot-Brittannië veelvuldig voorkomt en die kwestie van bet doen bouwen der stoombooten van de M a a t- schappij Zeeland zeer actueel is, kan het misschien zijn nut. hebben een nieuw staaltje te geven van de onbetrouwbaar heid dier- vrijhandels-voorspellingen. Het zij ons daarom vergund; het volgen de te ontleenen aan een. boekje „Vrijhandel of Bescherming" in 1883 verschenen, van de hand van den heer J. J. Speie, oud ambtenaar der Directe Belastingen, In- en Uitvoerrechten en Accijnzen. Wij lezen daar op bladzijde 12: Dat die meeste stoombooten,jli© op onze groote lijnen in de vaart zijn gebracht, uit Engeland worden betrokken, is ongeluk kiger wijze waar, maar dit feit geeft, als Vragen des Tijds 1879 „Onze Han delspolitiek", bldz. 315321. vuursteen en tondeldoos, die ieder inwo ner dier streek gewoonlijk bij zich had, en besloot het droge stuk hout als fak kel te gebruiken, waarmede hij goed dei geheele ruimte zou kunnen verlichten. Het droge hout vatte gemakkelijk vlam, alsof het een stuk papier geweest ware, en Gabriël ging nogmaals in bet hol en onderzocht alles tot in de uiterste hoeken. Hij bleef er zoolang, tot het hout bijna was opgebrand, en toen hij wederom in de open lucht terugkwam, gloeide zijn ge laat, en schitterden zijn oogen. Hij sprong met groote stappen over de heide, op hetzelfde pad dat hij zoo juist met looden schreden had bewandeld, en telkens riep hij uit: „Ik kan Perrine trouwen met een zuiver geweten, ik ben de zoon van een eerlijk man; er leeft in Bretagne geen eerlijker I" Hij had de holte aan alle kanten nauw keurig onderzocht, en niet het geringste teeken gevonden dat ooit een menschelijk lichaam onder de Koopmanstafel verbor gen was geweest. „Ik mag Perrine trouwen m-et een zui- zoodanig ook een beschamend antwoord op de venvachtingen, die> bij gelegenheid van de debatten over onze tegenwoordige scheepvaartwetten in 1850, aan scbeeps- bodw en scheepvaart werden voorgespie geld. Wil mien weten, wat de Regeering ant woordde aan een afgevaardigde nit Gro ningen, die vlees voor de toekomst onzer scheepswerven, had te kennen gegeven, als gevolg van het recht van nationaliseering van vreemd© schepen? „Naar mijn gevoelen", zeid© de Mi nister van Financiën van Bosse, „ien „dit is geenszins verzwakt door hetgeen „die geachte spreker uit Groningen heeft „in het midden gebracht, verbiedt de aard „onzer reederijen in bet algemeen, dat jnen „ernstige vrees koestere, dat hier1 te lande „vreemde schepen zouden worden aange roerd. De bijzonderheden, welke dei spre- „ker omtrent dien aanbouw van schepen „ien de bijeenbrenging van de daarvoor „benoodigde gelden hoeft vermeld, zijn „zelfs, dunkt mij' (van Bosse) een bewijs, „dat mien niet voor vreemde schepen be hoeft bevreesd te zijn. Het is niet te ver dachten, dat eien Nedarlandsch schipper „cte faciliteiten, waarvan de spreker ge daagde, in een vreemd land zal vinden, „en dat de geldschieters eii deelnemers in „dusdanige ondernemingen, die in den re gel zeiven leveranciers zijn, hun geld zou- „den geven, wanneer het schip buiten ,,'s lands gebouwd werd. Evenmin ben ik „(het is altijd nog de heer Van Bosse, die „spreekt) bevreesd voor het doen hou den buiten 'slands van groote schepen; „want gesteld, dat. men elders goedkooper „schepen bouwde dan hier, dan' nog vraag „ik, welke needier zal het wagen, buiten ,,'s lands een schip te laten bouwen? Het „is toch bekend, dat. het bouwen van een „schip ©en zaak van aanbelang is, en er „steeds grooter kapitalen voor schepen van „oen ©enigszins beduidend charter (wiei- „nig minder dan honderd duizend gulden) „vieieischt worden. Zal men nu, terwijl „men hier zoo voorzichtig in alles te werk „gaat, dat men zelfs iemand aanstelt, tem „einde de readers bij het bouwen te ver tegenwoordigen, de schepen buiten ,,'s lands zonder toezicht laten bouwen, „omdat het ©enigszins goedkooper is? Ik „geloof bet niet en ik voor mij meen „ook, dat de voorzichtigheid van onzen „landaard ons waarborg genoeg oplevert, „dat wij daarvoor geen vrees moeten heb- „ben. Wij moeten des t« minder vrees heb ben, omdat wij toch reeds zien, dat na „de verleende vrijheid in Engeland, waar „de scheepsbouw „nog duurder is dan „hier" dit ook geene plaats vindt voor „dat Rijk, dat. is, dat. buiten Engeland „voor Engelsche rekening wordt aange- „bouwd". Wat blijkt derhalve a posteriori uit de Kamerdebatten van 1850? Dat de voorstanders van de fretetraders- theorieën slechte profeten waren, en het zeer mis hadden, toen zij (van de nieuwe wet de herleving onzer scheepswerven en den bloei onzer reederijen voorspiegelden en) zich met die illusie vleiden, dat onze vlag zich als weleer in' alle zeeën zou ver- toonten, zonder leenige vrees voor mede dinging van onzen machtigen huurman, „die wel zelf bij ons zou moeten terecht komen om in de „behoefte van zijn scheep vaart tie voorzien". ver geweten". Er zijn wel streken in Frankrijk, waar men bet zeker overdreven zou vinden, wanneer een zoon in de vaste over tuiging zijnde, dat zijn vader de rechten der gastvrijheid had geschonden en een laaghartigsn moord had gepleegd zich zelf, hoewel onschuldig, onwaardig keur de om zijn uitverkoren bruid te trouwen. Doch onder de eenvoudige lieden van Bretagne, waar Gabriël woonde, was zulk een nauwgezetheid van geweten regel, en geen uitzondering. De Bretagners be schouwden den plicht der gastvrijheid al even heilig als hun godsdienst. Een vreemdeling, hij mocht arm zijn of rijk, was een heiligdom aan hun haard. Zij voelden zich voor ajles wat hem aanging aansprakelijk. Ai leden zij zelf bijna hon ger, toch waren zij bereid hun laatste brood met den vreemdeling te deelen, als ware hij hun eigen kind. (Woirdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1908 | | pagina 1