DE ROOS No. U2 Dinsdag 1 December 1908. Vierde Jaargang. rERE TEKENDE KNIERIEM. de goede ïar Spanje verzoek geleefd zijn iten op fiddei; verkrijgbaar: ETTERS en PELBOLLEN. COLAAS met amandelen G. ECKHARDT, LIKEUREN. 4 OER, Goes KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. De Linie verlegd? Uit het Justitie-debat. BUITENLAND. 8 li i/orststr. C 136 GOES. DE COLOGNE per |ent. HOLLANDSCHE LELIËN MELKZEEP ÉOUITSCHE 35 cent. \an at 10 cent. KAR- l cent per stuk. BOL- COLOGNE, alsmede IHVIOOLTJES, MEI- <JES, FIJNE ZEEPEN per stuk TAND- lAR- en KLEERBOR- VIOLET-, CHERRY-, DL-, PEPERMUNT-, pOEOEPS, SCHEER- 75 c'. per pot. EN, SCHEERPOEDER |nt. HAARGROEIMIDDEL icon. HAARKLEUR t. Bruin en Blond Icon. C0MEST1QUE. R-, CREOLIN ZEEP. IMBUKZALF, ZAM- 1JTERHANDENZALF 3DIJSIR00P. KLOOS- KIESPIJNTINCTUUR it per flacon. KIES- ffele VERKOUDHEID- MOEDER LEIGEL'S ROZENHONINGTA- SEL1NE. FIETSLAK. CARBID per bus |anbevelend, Aanbevelend, Goes. Wielrijders 5 soorten iaf 30 cent tot fl.90. 2 soorten ana fl.25 tot f9.75. 10 soorten anaf f 1.tot f2.50. jtalen voetpompsiang, reken is onmogelijk, stukvoor handpomp ukper Meter 35 cent O cent voor handpomp, ■oestvrije spaken, per gros f 1.35. eefd aanbevelend, IVAN BUEL, jen Reparatie-inrichting 1 E X E L. rijgbaar bij 3 Abonnementsprijs p. 3 Tnaajiden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers k contant-0.05 Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór Half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 CL Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, w-ordi 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant. Reclameberichten 25 Gt p. r. Bij abonnement speciale prjjs. Niet zon,der verbazing namen ito kennis van een hoofdartikel in d e S t a n d a a r d van Zaterdagavond, waarin wordt gecon stateerd dat na de Memoriei van Antwoord het Kabinet „de linie hieeft, verlegd", in. a w. van front is veranderd, en in welk arti kel, aan het slot, het volgende geschre ven is „Tot 10 Nov. bleef het een open vraag, of een der drie Rechtsche groe pen zich niet op haar eigen linie zou moeten terugtrekken; iets wat voor het Kabinet buiten allen twijfel op een nederlaag bij de stembus zou zijn uit- geloopen. En zoo ons niet alles bedriegt, is d i t gevaar thans afgewend 1" Hier wordt dus uitgesproken, dat indien het Kabinet-Heemskerk de linie niet ver legd hadde, het een open vraag hleef, of een der Rechtsche groepen zich niet op haar eigen linie zou (hebben) moeten te rugtrekken. Hetgeen weer zeggen wildat de a n t i- levolutionairo partij, hadde het mimsteflio- Heemskerk zich niet homogeen verklaard met het ministerie-Ruyper, zich mogelijk nit de coalitie zou hebben, teruggetrokken, aldus het ministerie-Heemskerk in den, steek latend, om aan de vrijzinnigen |de| overwinning te bezorgen! Na deze verklaring in d S t a n d a a r d gelooven we, dat nog wel anderein .daft wij verbaasd zullen staan kijken. Zelfs anti-revolutionairen. Van Katholieke zijde is men alge meen van meening geweest, dat het mini sterie-Heemskerk van af den beginne ho mogeen was met het ministerie 1901 1905. Niets hoegenaamd is met grond als be wijs aan te voeren, dat er geen homogeni teit tusschen beide Kabinetten bestond. Wel diende metn rekening te houden (met do abnormale omstandigheid, dat door de gebleken impotentie der vrijzinnige partij en, het ministerie-Heemskerk optrad, moest optreden met een minderheid in de Kamer. Op ditzelfde standpunt plaatste zich mede de C h r i s t e 1 ij k-h istorische partij. En die der anti-revolutionai ren? In de Kamer stond deze partij aan de zijde van het Kabinet. In haar pers werden nu en dan w,el eenjge klanken vprnomen, die ©en meer cordaat optreden verlangden; die in uit drukking van gedachte en woordenkeus het meer militante- van dr. Kuyper terug wenschten. Maar principieel vei'zet tegen het mini sterie-Heemskerk werd niet, zoover jvij weten, gevoerd door de an ti-revolutionaii'e pers. Hoogstens werd er te velde getrokken tegen „n e ve len". En dan .nog waren het „nevelen", die |niet het ministerie, maar die persi zelve had te voorschijn geroepen. Terecht sprak dan ook minister Heemskerk de woorden„het schip, dat in nevelen vaart, heeft die nevelen niet zelf gemaakt". Dat er nog anti-revolutionairen pui;- s a n g zijn, die in deze precies dezelfde meening zijn toegedaan, als de Katholie ken en Christel ijk-Historisehen, daarvoor vinden wij nog een bewijs in de rede over „de(n) politreke(n) toestand", nu pas 27 November j.l. te Amsterdam gehouden door het anti rev. Tweede Kamerlid J. .van der Molen. Volgens het verslag dier rede in 'de N. R. Crt. zei deze anti-rev. afgevaardigde o. a. dit; „Een rechtsch kabinet kwam aan 't bewind, en arbeidde tot dusver naar genoegen, ook van de linksche partijen totdat het kabinet verklaarde dat het homogeen was met de negeering van 1901. Alsof dat al niet reeds nit de samenstelling van dit ministerie was gebleken, en uit verklaring bij de aan vaarding der regeering!" Juist I De laatste zin, die We hebben doen spa tieeren, toont aan, dat dezei anti-rev. afge vaardigde staat op hetzelfde standpunt, ingenomen door de twee overige Riechtsehe partijen, en niet op dat van de Stan daard. We zullen ons niet verder in deze hoo- gere politieke luchten wagen. Het wordt daar nevelig. i Te meer, waar d e S t a n d a a r d in het zelfde artikel, waaruit bovenstaand eerste citaat genomen is, de verklaring liet voor afgaan, dat dr. Kuyper, stel, hij had de leiding op zich willen: nemen in plaats van mr. Heemskerk, onder gelijke, abnor male omstandigheden, niet anders zou gehandeld hebben, dan de zelfde minister Heemskerk! Hoe dan een mogelijke uittreding dor anti-revolutionaire partij uit de Coalitie to verklaren Ten slotte: zou het niet meer in het belang zijn der Rechterzijde, ook met 't oog op de komende stembus, de jievelenl nu maar te laten wat ze zijn, te weten: dampen, die vervluchtigen En zou het niet veel meer zijn aan te bevelen, nu ,,dit(?) gevaar", volgens de Stand, „thans is afgewend", met beide beenen te betreden den vlakken .grond, waar geen nevelen zijn, en waarop1, hopen We, in 1909 „de verdrietig sterkei coalitie" haar zegevierende vaan zal kun nen ontplooien. Bij het justitie-debat in de Twieede Ka mer is een onderwerp ter sprake gebracht, nj. den aard van het strafrecht ten op zichte van misdadigers, dezer al of niet; toerekenbaarheid, waarbij zich twee rich tingen lieten kennen, de oude, die „straf" vordert voor de misdaad, eu de. moderne, welke schuld bij den misdadi ger ontkennend slechts beveiliging wil der maatschappij. Nu is een strafrecht, dat gebouwd is op de loochening van den vrijen, wil een a n t i-c h r i s t 1 ij k e wetgeving. De deterministen redeneeren aldusde misdadiger heeft geen vrijen Wil; hij is abnormaal van aanleg, ontoerekenbaar en is bijgevolg niet voor zijn daad verant woordelijk. Straf verdient hij dus niet. Toch blijft de man gevaarlijk voor d« maatschappij. En om de maatschappij te beveiligen moeten dns maatregelen tegen dien man genomen worden, moet de man niet gestraft, maar behandeld Worden in daartoe in te' richten huizen. De Katholieke Kamerleden Van W. ij n- bergen en Itegout bestreden deze moderne theorieën. We laten iets volgen uit dia- rede vau mr. van W ij n b e r g n. „De straf heeft naai- mijn opvatting", aldus baron van Wijnbergen, „een vergeldend karakter, omdat straf nu eenmaal straf moet zijn. Doch daarnaast erken ik tevens ,dat del straf, eenmaal dat karakter hebbende, ook dient tot afschrik king en tot verbetering, dient tot hand having der rechtsorde en tot sociale be veiliging. Wenscht de geachte afgevaar digde uit den Haag een tegenstelling tus schen de oude en de moderne school ge bracht te hebben onder één woord, dan! zou ik zeggen; de oude en de moderns school kunnen tegenover elkander gesteld) worden in deze twee woorden: straf of behandeling. De oude school kan vasthouden aan de straf, de moderne school kan eenvoudig nooit komen tot straf, zij kan slechts be handelen. i Ik kom thans tot den1 heer Hugenholtz. Ik zal niet ingaan op alles wat de heer Hugenholtz gezegd heeft, maar slechts twee punten uit zijn betoog aanroeren. Hij zeide: het gaat niet aan te zeggen, dat de modernen zich vaak zoo onoprecht aan dienen, niet rondweg zeggen wat zij wil len en waarheen zij1 willen, want (zulks is niet waar; en in de tweede plaats heeft hij daarin gevolgd door den ge- achten afgevaardigde uit den Haag aangevoerd: gij hebt de moderne straf - rechtsleer uiteengezet, maar dat was de moderne leer in haar uiterste consequen tie toegepast. Wat misschien door eenige zeer ver gaande menschen wordt voorop gesteld mag men hier niet aandienen als de moderne strafrechtsleer. Dat waren de twee voornaamste grieven door dien ge achte afgevaardigde aangevoerd. Nu had ik toch gedacht, dat de heer Hugenholtz zijn 'laatste stelling met be wijzen zon hebben gestaafd. Ik heb hem meegedeeld hoe ik tot mijn meening was gekomen, o. a. door aan te toonen dat men zich op de congressen te Amster dam en te Turijn op het door mij ge schetste standpunt had geplaatst, dat' men daar nl. gezegd hadwij nemen niet aan een vrijen wil, doch ontkenniein hem ook niet; wij laten die quaestie ter zijde; en dat men daar ook openlijk heeft toegege ven, dat eigenlijk van straf geen sprake meer wezen kon. Deze uitspraak is nn niet een uiterste, integendeel; zij is gedaan door tal van gezaghebbende namen, op de wetenschap pelijke congressen, als in leidende mo derne tijdschriften, en indien nu de heer Hugenholtz een andere meening heeft van de moderne strafrechtsleer, had hij de tegenbewijzen moeten Jevieren, welke ik echter nog niet van hem gehoord heb. Daarom houd ik mijn stelling, dat de door mij gegeven omschrijving inhoudt het ware karakter der moderne strafrechtsleer, vol. Die leer erkent niet een vrijen wil, ver werpt dns de zedelijke verantwoor- woordelijkheid en daarmede schuld en straf. Zij stelt daarvoor in de plaats maatschappelijke verantwoordelijk heid, op grond waarvan meu' zich gerech tigd acht bepaalde personen, die anti-soci ale daden plegen, te behandelen. En dit is ook niet alleen (verkondigd door Lombroso, dien men nu ter zijde stelt als behootende tot dieni uitersten lin kervleugel ware zulks wel het geval, ook dan nog zou het woord van Lombroso groot» waande hebben als een der eerst» voormannen der moderne richting. Lom broso was nog degene die in Turijn de ope ningsrede hieid en was daar een jder meest gezaghebbende mannen. Maar Lom broso is allerminst de eenige, die ge noemde leer verkondigd heeft. Ik noem o. a. den grooten leider von Liszt, ,dita zelf laat inzien, dat in zijn stelsel van straf in den eigenlijken zin des yvoords niets overblijft. In het merkwaardige ge schrift van Birkmeijer, waarin deze heeft uiteengezet, waartoe de theorie van von Liszt leidt, wordt zulks duidelijk aange toond. In bedoeld boekje, getiteld: „Was lasst von Liszt vom Strafrecht übrig", be wijst Birkmeijer hij praat niet alleen maar, zooals de heer Hugenholtz dat de theorie van von Liszt tot niets op straf rechtsgebied leidt. Dit zou ik ook zoo gaarne willen doen opmerken aan den heer de Ridder, dat die moderne leer juist niet leidt tot de verminderde toe rekeningsvatbaarheid, maar dat het ant woord op de vraagwaartoe leidt de mo derne 'leer op slrafrechtsgebied, gegeven is en volkomen juist gegeven is door Birkmeijer, wiens gezag de heer de Rid der niet zal ontkennen, en wel in dit korte woord: „to t ni e ts". Er blijft niets van oyer. In het moderne strafrecht, consequent doorgevoerd, past straf beslist niet. De geachte afgevaardigde vraagt: heeft von Liszt dit toegegeven? Niet slechts von Liszt, maar ook bekende moderne crimina listen hier te lande erkennen volmondig, dat van straf, in den zin zooals die thans Wordt opgevat, bij doorvoering der mo derne leer, geen plaals meer is. Prof. Simons heeft in zijn bekend G i d s-artikel ook gezegd, dat wij de erkenning Van, den vrijen wil niet noodig hebben. Erken nende, dat als wij den vrijen |wil niet hebben, de zedelijke verantwoordelijkheid wegvalt, zegt hij, dat wij in de maat schappelijke verantwoordelijkheid vol doenden grond hebben om ons strafstel sel op te bouwen. Ook prof. van Hamel zegt in den tweeden druk van zijnI n- leiding tot de studie van het NederlandscheStrafrecht: „Voor de nieuwe criminalogi© ligt een in alles bevredigende oplossing van deze, misschien voor het menschelijk kennen onoplosbare strijdvraag. Zeker niet aan het begin van de studiën, die zij beoogt". Op grond van de maatschappelijke ver antwoordelijkheid is ook hij van oordeel het strafstelsel te kunnen opbouwen. Ook door hem wordt erkend, dat bij doorvoe ring van Üe moderne leer van straf in den zin zooals we die nu verstaan, geen strake zal kunnen zijn. Dit alles dus wordt gezegd en erkend niet uitsluitend door den uitersten vleu gel, maar door verreweg de meeste weten schappelijke mannen die de moderne leer kennen en aanvaarden". Een beoordeeling. In een liberaal orgaan, de Nieuwe Courant, treffen we aan een merkwaar dig getuigenis over het ministerie-Heems kerk. Het blad. is niet zoo buitengewoon in genomen met den politieleen toestand ge lijk die zich in Maart van dit jaar heeft gevestigd, en met het thans aan 't be wind zijnde ministerie. Maar het vraagt, wat we voor het ministerie-Heemskerk in de plaats zullen krijgen. „Een tweede kabinet-De Meester, aldus gaat het blad voort, wenschen wij- niet; wij vragen, wie in het land dat eigenlijk wèl wenscht, al kunnen wij ons moeilijk voorstellen welk ander resultaat van een stembusoverwinning der geconcentreerde linkerzijde door haar voorstanders ver wacht wordt. Een „zaken-kabinet"? de radicalen zouden u zien aankomen„E'&n „gemengd" kabinet? gij' zoudt, rechts, kloppen aan doovemans deur! Zoo houden wij' voorshands het mini sterie Heemskerk, gelijk het zich tot nu toe heeft getoond, voor het meest ge schikte om du de bestaande omstandig heden het land te besturen. In persoon lijke hoedanigheden staan zijn leden, over 't geheel, bij hun voorgangers niet achter. Om het moeilijke werk der Grondwetsher ziening aan de regeeringstafel te leiden, schijnt Heemskerk, om velerlei redenen, de rechte man". Tegen de verkiezingen zullen we )io,g wel eens aan deze uitspraak van, een lib©- raai hoofdorgaan herinneren. ITALIË. Nederland op de tentoonstelling in het Vaticaan. De „Osservatore Romano" bevat een zeer uitvoerige beschrijving van de ten toonstelling van kerksieraden in het Va ticaan Daar aan al de inzendingen een bespreking wordt gewijd, kan deze voor elk der landen afzonderlek uit den aard der zaak slechts kort zijn. Omtrent Neder land schrijft het blad het volgende „En zoo komen wij dan aan de inzending van Nederland, welke een groot gvlcelte van de geheele tentoonstelling in beslag neemt; de Nederlandsche Katholieken, ofschoon in hun vaderland slechts een klein gedeelte der bevolking vormende, hebben in een edelen wedijver van liefde een groote menigte kerkelijke sieraden en voorwerpen gezonden. Vooral vallen te vermelden de draagbare altaren voor missionarissen meer dan een dozijn. Het is niet mogelyk op te sommen de koorhemden, kasuifels, koorkappen en andere paramenten even als de heilige vaten, gezonden door de vereenigingen van Rotterdam, Amster dam, 's CiraveDhage, Leiden, Haarlem, Utrecht, Tilburg, Njjmegen, Helmond, Breda en Roermond. Vermeld dienen te worden de geschenken der uit haar vaderland verdreven Fransche Zusters, geschenken bestaande in rijke alben en altaardwalen. Ook de verafgelegen Hol- landsche koloniën, zooals het Apostolisch Vicariaat van Batavia, de Zusters Ursulinen van Malang en het Apostolisch Vicariaat van Suriname, zonden tal van rjjke ge schenken in paramenten. De zusters Ursu linen van Eysden gaven een groote menigte kandelaars van allerlei afmeting en tal van kelken en pyxides van verzilverd of verguld metaal. Zeer schoon zjjn verder een vijftigtal ostensoria en een menigte kelken eu missalen, gezonden door de ver schillende Hollandsche diocesen Zooals men ziet, maakt het katholieke Nederland op deze tentoonstelling van liefdegaven aan den jubileerenden Paus, ten bate van arme kerken en van de missio narissen, een alleszins waardig figuur. Particuliere audiëntie bij Z. H. den Paus. Men schrijft uit Rome aan „De Tijd" „Dinsdagochtend hadden Mgr. Diepen, directeur der bisschoppelijke kweekschool en inspecteur van het R. K. Bjjzonder Onderwjjs, alsmede pastoor Prinzen, van St. Jacob te's Hertogen osch, het voorrecht door Z H. den Paus in bijzondere audiëntie te worden ontvangen Mgr. Diepen bood den H. Vader een fraai album aan, namens de vereeniging „Voor eer en Deugd", wier leden eigenhandig op een adres van hulde en gelukwensch ter eere van 's Pausen jubelfeest hadden geteekend. en vroeg een specialen zegen niet slechts voor deze Vereeniging en hare leden maar, ook voor al degenen, die onder zijn leiding eu toe zicht zich wijden aan het onderwijs. Pastoor Prinzen, lid van het diocesane Comité voor de Sociale Actie in het bisdom 's Herto genbosch, vroeg eveneens den zegen voor al zijne medewerkers op katholiek-sociaal gebied. De H. Vader toonde levendige belangstelling in den arbeid der beide hoogst verdienstelijke priesters en willigde hun verzoek van ganscher harte in". PRAAKRMK. De zaak-Steinheil. Een groot zeienschandaal en een rechter lijk schandaal is de moordzaak-Steinheil te Parijs 1 Onze lezers weten in hoofdzaak reeds waarin zij bestaat. Doch er dient hier ter plaatse nader op terruggekomen, daar het thans opschemerende licht ervan een aller droevigst stemmenden blik veroorlooft in de geheimen der Fransche rechtspleging en in den modderpoel der Fransche bin- neDlandsche politiek. Neem ter hand het eerste het beste Fransche dagblad, van welke richting ook en ge zult er niet slechts in vinden uitingen van ziedende verontwaardiging tegen het vrouwmensch Steinheil, doch ook tegen den rechter van instructie Leydet en den direct, van den openb. veiligheidsdienst Hamard welke bei den men beschuldigt de zaak in de doofpot te hebben willen stoppen en die men open- ljjk qualificeert als „medeplichtigen". Medeplichtigen en dat is het ergste vermoeden hetwelk wordt uitgesproken op bevel 1 Op bevel van invloedrijke, hoog geplaatste politieke personen. En dan wordt helaas! de herinnering wakker ge schud aan den altjjd nog ietwat geheim zinnig gebleven dood van Fèlix Faure, den voorganger van Loubet, tot wien mevr. Steinheil in ongeoorloofde betrekking stond en die, naar men vrij algemeen beweert, om het leven zou zjjn gekomen door vergif. „Indien het waar is", schrijft de „Libre Parole", dat mevrouw Steinheil voor dat zij haren man en hare moeder uit den weg liet ruimen, president Félix Faure vergif tigd heeft, dan kan zij bij dit politieke misdrijf slechts een werktuig geweest zijn. Doch wiens werktuig? Men zal het moeten weten De zaak van Steinheil is nog niet geëindigd, zij is pas begonnen", en de „Action Francaise" laat zich aldus uit „De buitengewone vertrouwelijke verstand houding van Félix Faure en mevrouw Steinheil waren een publiek geheim. Men kon vermoeden, dat er bezwarende papieren, brieven met onthullingen betreffende het historisch geheim van den dood ran den president in het Ronsinstraatje waren. Men kon weten dat een van de twee slachtoffers getuige eD misschien het werktuig bjj dien dood was geweest Wat er van zjjma dame Steinheil heeft de justitiemaai denlang van 31 Mei 1.1., den dag van den moord af misleid door een reeks leugenachtige voorstellingen, door verzinsels, die achteraf zóó tastbaar blijken, dat men zich a.vraagt hoe het mogelijk is geweest dat de rechter van instructie Leydet daaraan geloof heeft kunnen hechten. Leydet beeft bereids uit eigen beweging ontslag genomen als rechter van instructie. RLSLANtt Voor de katholieken in Rusland kan het nu beter worden. De eeredienst-commissie van de Doema heeft zich in beginsel verklaard voor vrijen overgang van de eene gezindte tot deandere. De bekeerlingen moeten den leeftijd hebben bereikt, waarop zij volgens de wet een huwelijk mogen aangaan, d. i. van 18jaar voor dv mannen en 16 jaar voor de vrouwen. Het voorstel vau de synode om hen, die tot een ander geloof willen overgaan, gedurende 40 dagen door den pope te laten vermanen werd verworpen, maar wel werd bepaald, dat tusschen de aangifte van overgang en den overgang zeiven een tjjd van 40 dagen moet verloopen. AMERIKA. Schrikkelijke Cijfers. Het Amerikaansche bevolkingsbureau heeft een statistiek openbaar gemaakt, waar-

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1908 | | pagina 1