nieuwe 2eeuwsche couraht inkel 5 en 61 udding Het geheim van Gabriël. ran [■en innen )calen nten, a/s: [aies ;kers isndoozen 3doozen UN SN sn enz. enz. N. E. SE. OORN". I-Costumes, mantels en idschoenen, Middelburg. BIJVOEGSEL FEUlllETOH BINNENLAND GEMENGD NIEUWS, Lfpen i. enz. 5 CLocolaadletters, de Harsepain, St. Nicolaas in Gelei. ir, Cuisinier, Glacier. STALS, co reid met SUIKEtt en Bil behoorende bij de van Zaterdag 28 November 1908. FRIS KKIJ li Waar waren ze, vraagt een ooggetuige in den ..Univers", nadat hij in het hotel de Condé te Parijs een coDgres had bijgewoond. Waar bleven ze nu, de mannen, die met zooveel zelfbe wustzijn weten te spreken over „de" weten schap en haar onfeilbare uitspraken, over volksdomheid en priesterbedrog, over licht schuwheid en vrees voor 't vrije onderzoek Waar waren ze gebleven, waarom kwamen ze niet op het congres der Miraculé's Want al was de bijeenkomst in de eerste plaats bedoeld als een belijdenis van dank baarheid van hen of haar die te Lourdes van ernstige kwalen genez ng hebben ge vonden, gaarne zouden allen toegelaten zijn, die zich hadden willen overtuigen, dat rich werkelijk die genezenen bestaan, dat zo gewone menschen zijn, dat ze meerendeels nog de lidteekemen dragen van de ziekte, die hen aan den rand van het graf heeft gebracht. Dr. B o i s s a r i e zat vóór, omgeven door een staf van artsen. En een voor een kwamen de genezenen naar voren, vertel lend van bun lijden en van de wijze waarop daaraan te Lourdes een zoo wonderbaar gelukkig einde kwam. Er werd ook geapplaudiseerd, maar op nog sterker wijze uitte zich de indruk er werd gezucht, er werd van dankbare aan doening geschreid. De vrienden echter van het vrije onder zoek, het volle licht en de geconstateerde waarheid bleven afwezig. Een overwinning. In een dorp van het departement der Maas was een dame ziek zij begeerde, voor dat zij ging sterven, den bijstand van een pries ter en haar zoon ging nn naar een naburige parochie om dien priester te roepen Deze kwam, diende aan de stervende de H.H. Sacramenten toe en deze ging met chris telijke gevoelens ter eeuwigheid. Zóó is Frankrijk nog riet gevallen, dat zulk een feit iets ongewoons zou wogen heeten. Maar nu het bijzondere, het zeer bij zondere. De plaats waar voor enkele dagen deze gebeurtenis geschiedde, was het dorp Culey. Men herinnert zich misschien nog dien naam: Ouley was een der eerste en weinige pa rochiën, waar volgeDS de scheidingswet een cultuelle werd gevestigd, waar de Kerk zich tot slavin van den Staat verklaarde en de pastoor van Culey, de abbé H u t i n was een der weinigen, die liever ambtenaar van de geloofsvervolgende regeering dan dienaar van Gods Kerk wilde zijn Welnu, diezelfde abbé H u t i n was de zoon, die enkele dagen geleden den naast bijwonenden rechtmatigen priester ging roepen sm zijn stervende moeder te be dienen Ware hij zelf in doodsgevaar gekomen, wellicht zou hij zich nog tegen de genade hebben verzet, maar nu zijn moeder vroeg om een veilig geleide naar Gods troon, nu dorst hij zichzelven niet als zoodanig aan bieden, nu riep hij een pastoor die met zijn bisschop en zijn Paus in rechte verhouding staat. Het is een heerlijke victorie, die de Waarheid op de verblinding heeft behaald, het is een prachtige overwinning ook, waartoe de afgedwaalde abbé zichzelven dwong. Jaurès beweert in de Humanité. dat het Crédit Poncier door ontduiking van de wet bij het verstrekken van hypothecaire lee ningen den PraDSchen fiscus voor 21 milli- oen frs. heeft bedrogen. Jaurès hoopt, dat de minister van financiën in de Kamer verklaringen over deze zaak en bepaalde voorstellen om haar in orde te brengen, zal doen. (Door ons vrij bewerkt naar het. Engelsch). „Hij sprak van een misdaad, door een ander bedreven, en altijd door ,hem ge heim gehouden", antwoordde Gabriël lang zaam, „en vanmorgen heeft hij zijn woor den weer ingetrokken. Als hij van nacht de waarheid heeft gesproken „De waarheid", herhaalde Francois, „welke waarheid Hij zweeg, sloeg zijn oogen neer en wendde ze toen weder op den doo.de. Eenige minuten bleef hij er strak op sta len, haalde snel adem, en wreef met de hand over zijn voorhoofd. Toen keek hij nogmaals naar zijn zoon. In dat oogen blik was hij, uiterlijk, een ander- man geworden, stem, manieren, alles was ver anderd. „De hemel vergeve mij 1" ging hij voort, De burgerlijke doop. De maire van Ivry heeft als concurrent van. het. christelijk doopsel een burgerlijk doopsel ingesteld. Z.Ed.A. is de toediener er van, en hoewel de groote meerderheid zich vroolijk maakt over den. vindingrijken, maire en bedienaar va,n een, nieuwen ©ere dienst, neemt tie maire zelf de zaak heel ernstig op. Aan een journalist, die hein is gaan, interviewen vertelde hij: „Ja, ik heb hun te Ivry het burgerlijk doopsel toegediend, en het zaakje loopt best, opperbest van stapel. „Kijk, op den eersten Zondag van iedere maand doe ik mijn burgemeesters-sjerp en mijn sjerp van afgevaardigde om, en omringd van de gemeenteraadsleden, dien ik het burgerlijk doopsel toe. „Net als in de kerk krijgt d;e kleine burger of burgeres een peter en een meter. Tot de laatsten hoiul ik een kleine toe spraak, waarin ik met zooveel welspre kendheid als mij ten dienste staat de' deugden van de solidariteit verhef. Ik leg uit dat de nieuwgeborene het mikpunt zijn zal van al de onzekerheden van het leven; want ge knnt wel denken, dat hét- niet de burgerij is, die haai- kroost naar mijn burgerfeest brengt. Ik wijs er op, dat het kind opgroeien zal zonder steun en dat vader en moeder versleten van het harde werk zullen sterven. „Daarna krijg je muziek. Ja, ja! ik doe de kerk stevig concurrentie aanDe pas toors weten dat ,ook wel. En daarom ma ken ze mijn plechtigheid belachelijk. „Gaat maar naar het stadhuis, gaat maar op d© madilie dansen, gaat naar den groo- len Jules, den keizer van Ivry!" Zoo spreekt de nieuwe opperpriester tot den reporter, die zich goed houdt zoolang hij' tegenover den maire slaat. Modern Onderwijs! Op de openbare scholen in Frankrijk wordt alles gedaan om, waar het slechts mogelijk is, den godsdienstzin uit de har ten der kleinen weg te rukken. Een tref fend staaltje hiervan geeft ons het vol gende tooneeltje, dat zich dezer dagen in een school van het zestiende arron dissement te Parijs heeft afgespeeld. Een schooljuffrouw had bij een der kinderen een catechismus ontdekt. Woest scheurde ze het boekje in stukken en riep op eeln schoolmeestersfcoon „Gij kooit naa,r de school om te wer ken on niet otn (den catechismus te lezen. Die dommigheden moet ge maar in de kerk doen Commentaar overbodig. H'OliKV. Pruisisch! Pruisen gaat voort verschillende Poolsche streken te gerroaniseeren. Dezer dagen heeft in het arrondissement Gesen, de onteige- ningscimmissie in zestien parochies aan meer dan tien duizend Polen hun huis en land ontnomen en aan Duitsche Prote- stantsche families verkocht. Natuurlijk hebben de onteigenden hun land verlaten, zoodat er in Polen, dat tot nu toe geheel Katholiek was, een gemeDgde bevolkiDg komt. Hetzelfde is in de provincies Mogilno, Wongrowitz en Vreschen gebeurd. Zonder beroep op den rechter, ontneemt men der. Katholieken Polen hunne huizen en landerijen en wel tegen den prijs, die de commissie bepaalt. De koninklijke commissie verkoopt de goederen aan Pro- testantsche Duitschers, zelfs op crediet, en de Pruisische regeering geeft ook subsidies aan Protestantsche kolonisten. 't Ziet er droevig uit voor de Polen. Tweede Kamer. In de zitting van gister hieiefl de heer Loh m a n geheel teruggenomen z ij n twijfe 1 in het beleid van den ministèren schaart zich onder die leden die daarin vertrou- w en he bbe n u i t g s p ro,ken. Nederland en Venezuela. De Kölnische Zeiluug merkt op, dat Castro niets heeft gedaan, om bet geschil| „maar ik zou mijzelf kunnen uitlachen, in dit plechtige ©ogenblik, omdat ik mij' daar zoo dwaas heb aangesteld. Hij ont kende de waarheid van zijn eigen woor den, zegt gij? Die armle oude ma.nl Ik heb wel eens hooren zeggen, dat het ver sland van krankzinnigen een oogenblik voor hun dood dikwijls terugkomt. Ik moet zeggen, Gabriël, ik ben er zelf van ontsteld, en geen wonder, als ge bedenkt wat ik vannacht heb geleden, en den toestand dien ik vond, toen ik thuis kwam. Alsof gij, of iemand anders geloof zoudt slaan aan het ijlen van een stervende. Waar is Perrine? Waarom hebt. gij1 haar weggezonden? Het verwondert mij niet, dat ge nog wat ontsteld zij't, want ge hebt een moeilijken nacht gehad in alle op zichten. De oude man is door angst, ge heel in de war geweest. Ik Vind bet gek van mij zelf, Gabriël, dat ik boos ben geworden, omdat ge nog waf ontsteld waart door het raaskallen van den oulen man. Perrine! ko.m maa;r hier, als ge u daar verveelt; gij moet niet bang voor den dood zijn, en Gabriël, geef mij' ©en mot Nederland uit den weg I© ruimen. Het was andere niet de gewoonte van den romanheld o-p don presidentieelen ze tel, om zich de dingen van zelf te laten ontwikkelen. De dictator verlaat zijn landt in een tijd, dat de teekenen zich Ver- meeüidienen, dat de revolutionaire bewe ging aan la-ac.ht wint. Presidenten van Zuidamerikaansche republieken onderne men zelfs in betrekkelijk rustige lijden] een waagstuk, wanneer zij' zich buiben dei grenzen van hu.n land begeven, want zij weten nooit, of: zij niet bittere verrassingen: tijdens hun verlof beleven. Onder poli tieke verwikkelingen Venezuela als pre sident be Verlaten, staat echter gelijk met een uittarting van hiet noodlot. Er zijn twee dingen mogelijk, die den dowslag; Voor Castro's reis hebben gegeven: óf hij' is werkelijk zoo ziek, dat hem geen (andere kens blijft, om te. sterven of zijne (dictatuur: in gevaar- te brengen óf hij1 wil -zich, ondier) het voorwendsel, dat hij ziek is, een fat soenlijk heengaan verschaffen. Castro's reis. Naar aanleiding van het telegram in ons jongste blad omtrent president Castro's vertrek naar Europa, herinneren wij er aan, dat de president een week of zes geleden in een vergadering van het wetgevend lichaam plotseling ernstig on gesteld was geworden, zoodat men hem naar zijn woning had moeten vervoeren. Zoo luidden althans de berichten, die nooit een volkomen bevestiging hebben verkre gen. Thans is het weder voor hel. ee'rst, dat van Castro's gezondheidstoestand wordt gewaagd. In hoeverre men hier met een blinde uiting van het noodlot te doein heeft, die den dictator dwong op een oogenblik, dat zijn vaderland hem het slechtst missen kon naar den vreemde te gaan, dan wel men in dit alles althans in hoofdzaak een voorwendsel heeft lo zien, waarvan gebruik weidt gemaakt om het groote struikelblok tot het voeren van doeltref fende onderhandelingen lijdelijk uit den weg geruimd te krijgen, zullen wij niet trachten te raden. De gegevens daartoe ontbreken ons ten eenenmaJe. Een andere vraag is echter: Bezit, de regeering zulke gegevens, welke haar, juist in het thans zich voordoende geval, in staat moeten stellen richting te houden? Dat de reis van president Castro, de bijlegging van het geschil zou kunnen ver gemakkelijken, is mogelijk. Maar zekerheid bestaat daarvan allerminst zij kan die ook helpen versohuiven. Zoo kan die reis aanleiding geven Lot het winnen van tijd door Venezuela,, het in de verleiding brengen van Nederland om met doortasten te wachten, de zaak op de lange baan to schuiven. En met de mogelijkheid oener dergelijke „speculatie" van de zijde van Castro,die Nederland's zwakke punten natuurlijk kent, is wel de gelijk rekening te houden. Waar een op de lange baan schuiven van de afrekening in Venezuela's voordeel zou wezen, zou het daarentegen groot materieel nadeel aan Curacao, toebrengen, dat o,p de herroeping van de beruchte Mei-deer eten wacht. Castro's .afwezigheid zal, zoo hopen en vertrouwen wij, onze regeering geen. aan leiding geven om in haar houding tegen over Venezuela te verslappen. Dr. A. Kuyper. Men heeft dr. Kuyper verweten, dat hij, juist toen de biegroolingsdebatten in de Tweedie Kamer zouden, aanvangen, naar Berlijn vertrok. In de Standaard wordt nu medel- gedeehl, dat dr. Kuyper zich reeds het vorig jaar, op advies van dr. Roessingh, genoodzaakt zag in Nauheim genezing voor een hartkwaal te zioeken, doch zon der hel giewtenschte gevolg. Thans heeft hij zich onder behandeling gesteld vanj prof. dr. Martin Mendelssohn te Berlijn. Arbeidscontract. Men meldt ons: B. Kon. Besl. van 21 Oct. 1908 (St.blad no. 324) is bepaald, dat de Wet op de Arbeidsovereenkomst van den 13 Juli 1907 (St.blad no. 193) in werking zal treden op den len Februari 1909. Volgens de overgangsbepalingen zul len de nieuwe bepalingen va,n het oogen blik dat de Wet in werking treedt, (op bestaande arbeidsovereenkomsten van toe passing zijn. hand, laat. ons vrede sluiten en over het. gebeurde niet meel- spreken. Wilt gij: nog niet, nog steeds boos, nu ge zult wel wijzer zijn als ik terug ben, kom binnen, Perrine, wij hebben geen geheimen meer" „Waar gaal gij heen?" vroeg Gabriël, toen hij zag dat zijn vader de deur uit. wilde gaan. „11; ga den pastoor zeggen dat groot vader plotseling gestorven is, en hel aan geven". Dat zeggende, liep hij1 haastig weg Gabriël haalde vrijer adem en was min der gedrukt naar geest en lichaam, zoo dra zijn vader weggegaan was. Was het gedrag van zijn vader met diens onschuld bestaanbaar? Kon het. verwarde herroe pen van den ouden man opwegen tegen de volledige bekentenis in de afwezigheid van zijn zoon gedaan? Dat, was een ontzettende vraag, welke Gabriël niet uit de gedachten wilde gaan, en die hij ook niet durfde beantwoorlen; de oplossing dier vraag zou over het wel en wee van zijn toekomst beslissen, en hij zou en moest naar die oplossing Het is met liet oog hierop van groot belang dat èn werkgevers èn werklieden zich bijtijds met de bepalingen van het Arbeidscontract op de hoogte stellen ©n nagaan in hoever hunne verhouudingan, rechten en verplichtingen nog m|et de nieuwe regeling in overeenstemming moe ten wonden gebracht. De Kamers van Arbeid te Rotterdam hebben mjet het oog op het voirens taande besloten, zoowel aan fiatröons en werk lieden, inlichtingen te verstrekken: over de toepassing van gemeld Arbeidscontract, waartoe belanghebbenden zich kunnlen wenden tot de Secretarissen dek Ka,miers, (den hoar J. E. van Riet, le Tninsingiel 17 (voor- dte Voediugs- jen Genotmiddelen), of denh eer II. de Vringer, Warande 87 (voor de Bouwbedrijven). Den molenaar C. Koppens te Vughl over kwam Maandagavond ©en ongeluk. Terwijl hij op zijn molen werkzaam was, trapte hij door een luik, dat bijna altijd gesloten is en nu toevallig openstond. Door dat luik viel hij naar beneden en werd inwen dig zwaar gekneusd opgenomen. Zijn toe stand is zeer gevaarlijk. ïussc.hen Turn hout en Moll is ©en voerman, die op de tramlijn lag te slapen, overreden. De ma chinist zag den man liggen en remde wat hij kon. 't Mocht echter niet baten, de machine greep den ongelukkige en ver morzelde hem. De storm veroorzaakte te Doorn een treurig ongeval. Van den toren van het kasteel Sterkenburg woei een ijzeren plaat, die ongelukkigerwijze op het hoofd van den aldaar werkenden metselaar T. Vink terecht kwam. Zwaar gewond werd de ongelukkige, na verbon den te zijn, per rijtuig huiswaarts gebracht. Zijn toestand is hoogst gevaarlijk. Te Scheveningen is bericht ontvangen, dat tijdens den storm de stuurman Joo'r Harte- veld, van de boni SCH. 67, door een golf zoodanig tegen het dek van het schip is geworpen, dat weldra de dood er op volgde. Een gelijk lot onderging de ma troos Plugge, varende op den logge'r SCH. 47. Beide lijken zijn te Vlaai'dingem bin nengebracht. Te Zwolle is de ©enige zoon van den heer Greven, oud-griffier der Staten van Overijsel, door gasverstik- king om het leven gekomen. De dienstbo den, opmerkzaam gemaakt door gaslucht, vonden hem dood op het bed. De heer en mevrouw Greven waren heiden afwe zig. Te EmdeU in Oost-Friesland, is de Hollamdsche smidsgezel H. Busscher in de buitenhaven van den bagger „Krebs" gevallen en daarin verdronken, zonder dat hem hulp geboden kon worden. Men scln'ijft uit Sittard Eergisteren werd een onzer oudste in gezetenen, de 87-jarige schrijnwerker Prin sen grafwaarts gebracht, nadat hij Zater dagnacht was overleden. In den namiddag was de eohtgenoote van den doodgraver Nelissen op het kerkhof met ©enige werk zaamheden bezig, toen zij 'eensklaps van het kerkhof vluchtte in de eerste nabij gelegen huizen en daar het verhaal deed, dat zij herhaald kloppen in de pas ge dolven groeve van wijlen den schrijnwer ker Prinzen gehoord had. Na haar fan tastisch verhaal viel de vrouw Nelissen in zwijm. Een viertal mannen begaven zich vervolgens naar den doodenakfcer en constateerden insgelijks het kloppen, in de nabijheid van het nieuwe graf. Dat dit bij deze mannen hevige ontsteltenis verwekt©, laat zich begrijpen, en de menigte op het kerkhof groeide steeds aan, tot zij meer dere houdenden personen, meestal vrou wen, telde. Naar den burgemeester en de politie weid met aandrang gezonden, om het graf en de kist te openen. Da burge meester met rijks- en gemeentepolitie en vergezeld van een doctor verscheen ter plaatse, de kist werd geopend, waarbij' ge constateerd werd, dat de oude Prinzen nog roet gevouwen handen in denzelfden toestand in het graf lag, zooals hij er in was gelegd. Van waar dus bet kloppen, dat men gehoord had? In de in aanbouw zijnde bijzondere school met gymnasium in d© Ruijtersbaan, gelegen op ©enige mi nuten afstand van het kerkhof, was men in den namiddag bezig geweest met het leggen der planken vloeren en de echo hiervan heeft, het schrikwekkend kloppen veroorzaakt. zoeken. Was er een middel om terstond aan eiken twijfel ©sn einde te maken Ja, één; namelijk onmiddellijk, terwijl zijn vader nog afwezig was, de holte onder de Koopmanstafel te onderzoeken. Indien zijn grootvader de waarheid had gesproken, dan zouden daar 'de sporen van de misdaad nog te vinden zijnwa,nl zijn vader zou immers die plaats nooit, meer hebben durven naderen, en de been deren zouden onverteerd gebleven zijn, en tot getuigen van de misdaad kunnen dienen. Toen die gedachte bij den jonkman op kwam, bleef hij besluiteloos staan, sloeg ©en twijfelenden blik op het lijk zijns grootvaders, on weird eensklaps bezield door d© onweerstaanbare begeerte naar zekerheid. Hij zeide aan Perrine dat hij spoedig zou terugkomen, verzocht haar om bij den doode te waken en verliet de hut. Er waren twee voetpaden die op de Koopmanstafel uitliepen. Het langste was over de klippen, hol kortste dwars over D© jeugdige Hots© S., ©en flinke stoei* jongen uit Schouwerzijl dieied dezer da gen ©en wandeling langs het Reitdiep. Hij had zijn pet stijf in de oogen gedrukt want het was stormweer. Een ledndj© vanl heit dorp zag hij plotseling een baars boven het water uitschieten. Hotse schoot vastberaden toe omj de visch te grijpen. Maar op hetzelfde oogenblik zwieiepte de stormwind ©en golf ver landinwaarts. En dat ging gepaartl met zoo'n vervaarlijk geplions dat Hotse, die anders voor geen! kleintje Vervaard is, ör beduusd van wierd.i En nauwelijks kon hij zijn oogen ge- Ipoven, toen hij hij het terugloopen van het water op het land ©en visch iVan nooit geziene afmeting wild za,g sparte len. Maar Hots© had zijn tegenwoordigheid van geest gauw tjerug. Hij1 stortte zich op het hevig tekeer gaande dier, wist het, te overmannen ©n met zijn zakmes dien) hals af te snijden, waarna hij' vol trots, zijn buit van ongeveer twaalf pond op den rug torsende, dotrpwaarts toog. Hot- se's mededorpelingan waren niet weinig verbaasd over deze zonderling© visschers- tr'opee, doch vroegen, minder naair naam en herkomst van het Wonderdier, dan wel' naar zijn cullmaire waarde. En zoo ging, Hotse's buit over in het bezit van [Sen, bewoner van Schouwerzijl, die ©r miet zijnl geheel© familie wat lekker van smulde. Berst den anderen dag constateerde de dokter, na nauwkeurige beschouwing van wat overgebleven was van het twaalfpon- dige Reitdiepmonstei', dat Hotse niets meer of minder had gevangen dan ©en! verdwaalde zalm. Een oplichter. M'neer met hoogen hoed. Komt bij Van Boxtel in de Ginneken- straat te Breda binnen en vraagt naar juweelen ringen. Alstublieft mijnheer. Mijnheer zoekt er 'een stuk of wat uit, en vraagt deze te bezorgen in de Sophia- straat nummer zooveel. D© jonge van B. dadelijk op de fiets, naar de Sophiastraat gereden adres is daar onbekend. „Die heeft ons willen oplichten", zegt hij, thuiskomend. Hij heeft ons opgelicht, is 't antwoord. Twee ringen kwijl. Vlug naar de politie. En middelerwijl zelf erop uit. De oudste dochter van den heer van Boxtel, die den klant bediend had, zette vlug den bood op en ging er met broer op uit. Lang behoefden ze niet te loopien. Bij Lefel-Goppens voor de ramen, kijk, daar staat hij. Mijnheer, ken t u mij niet Neen, juffrouw. Maar u hebt straks ringen hij m© besteld? Weet u dat niet meer? U vergist u, juffrouw. Ik weet van niets. Wilt u uw zakdoek eens uit den zak halen. Dat is er een mat ©en rood randje. Juffrouw, ik Ja, ziet u maar, er zit een rood randje aan. Heb ik u niet herkend. U 0, daar- is de politie M'neer met hoogen ho<ed in den. bak. Een der twee ringen had hij toog bij zich, do andere had hij al verpatst. Kordate juffrouw v. B. was hem1 echter te glad af geweest. Had hem aan de praat ge houden, terwijl broer de politie haalde. Naar wij vernemen is mijnheer kellner, afkomstig uit Rotterdam, en heeft hij bij het politieverhoor- bekend. (D. v. Nbr De politie van Hasselt deed Vrijdag haar ronde op de markt en ontdekte iets bui tengewoons. Zij deed namelijk bij ©en mand met 30 pond boter een onderzoek en nu werd bevonden, dat ieder pond 85 grant te zwaar woog; dus op 30 pond was er 2 kilogram 550 te veel, wat voor de ver koopster een verlies van ruim' 7 fr. is. De pachteres vertelde dat de boter ge wogen werd met ©en gewicht, dat gedu rende 60 jaar in haar familie gediend had 1 Men' rekene eens uit welk verlies dat gewicht, aan de familie hoeft berokkend. Men had dat gewicht in al dien tijd niet doen ijken, uit vrees daarvoor te moeten betalen. de heide. Doch het laatste was het. padi dat ook, een eind weg althans, naar het dorp en naar de kerk voerde. Gabriël vreesde dat hij daar door zijn vader gezien zou 'worden, en dus koos hij het pad over de klippen aan de zeekust. Op één enkele plek liep ook dat pad landwaarts in, orn eenige oude bouwvallen heen. Die plek lag hoog en, had op kleinen afstand het gezicht over het pad dat naar het dorp voerde, juist waar het op de Koop manstafel uitkwam. Toen Gabriël op die hoogte stond, zag hij ©en menschelijke gedaante, met den rag naar den, zeekant gewend. Gabriël mfeende zijn vader, Francois Sarzeau te herkennen, maar goed onder scheiden kon hij henl niet. Wie de man ook wezen mocht, hij scheen in onzekerheid te zijn, welken weg hij volgen zou. Nu eens liep hij naar de Koopmanstafel, en ging dan* weer dien weg naar het dorp op, tweemaal kwam die aarzeling op, voor hij besloot dien, weg naar het dorp te kiezen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1908 | | pagina 5