nieuwe 2eeuwsche couraht
inkel
5 en 61
udding
Het geheim van Gabriël.
ran
[■en
innen
)calen
nten, a/s:
[aies
;kers
isndoozen
3doozen
UN
SN
sn enz. enz.
N.
E.
SE.
OORN".
I-Costumes,
mantels en
idschoenen,
Middelburg.
BIJVOEGSEL
FEUlllETOH
BINNENLAND
GEMENGD NIEUWS,
Lfpen
i. enz.
5 CLocolaadletters, de
Harsepain, St. Nicolaas
in Gelei.
ir, Cuisinier, Glacier.
STALS,
co
reid met SUIKEtt en
Bil
behoorende bij de
van Zaterdag 28 November 1908.
FRIS KKIJ li
Waar waren ze,
vraagt een ooggetuige in den ..Univers",
nadat hij in het hotel de Condé te Parijs
een coDgres had bijgewoond. Waar bleven
ze nu, de mannen, die met zooveel zelfbe
wustzijn weten te spreken over „de" weten
schap en haar onfeilbare uitspraken, over
volksdomheid en priesterbedrog, over licht
schuwheid en vrees voor 't vrije onderzoek
Waar waren ze gebleven, waarom kwamen
ze niet op het congres der Miraculé's
Want al was de bijeenkomst in de eerste
plaats bedoeld als een belijdenis van dank
baarheid van hen of haar die te Lourdes
van ernstige kwalen genez ng hebben ge
vonden, gaarne zouden allen toegelaten zijn,
die zich hadden willen overtuigen, dat rich
werkelijk die genezenen bestaan, dat zo
gewone menschen zijn, dat ze meerendeels
nog de lidteekemen dragen van de ziekte,
die hen aan den rand van het graf heeft
gebracht.
Dr. B o i s s a r i e zat vóór, omgeven door
een staf van artsen. En een voor een
kwamen de genezenen naar voren, vertel
lend van bun lijden en van de wijze waarop
daaraan te Lourdes een zoo wonderbaar
gelukkig einde kwam.
Er werd ook geapplaudiseerd, maar op
nog sterker wijze uitte zich de indruk er
werd gezucht, er werd van dankbare aan
doening geschreid.
De vrienden echter van het vrije onder
zoek, het volle licht en de geconstateerde
waarheid bleven afwezig.
Een overwinning.
In een dorp van het departement der Maas
was een dame ziek zij begeerde, voor dat
zij ging sterven, den bijstand van een pries
ter en haar zoon ging nn naar een naburige
parochie om dien priester te roepen Deze
kwam, diende aan de stervende de H.H.
Sacramenten toe en deze ging met chris
telijke gevoelens ter eeuwigheid.
Zóó is Frankrijk nog riet gevallen, dat
zulk een feit iets ongewoons zou wogen
heeten.
Maar nu het bijzondere, het zeer bij
zondere.
De plaats waar voor enkele dagen deze
gebeurtenis geschiedde, was het dorp Culey.
Men herinnert zich misschien nog dien naam:
Ouley was een der eerste en weinige pa
rochiën, waar volgeDS de scheidingswet een
cultuelle werd gevestigd, waar de Kerk
zich tot slavin van den Staat verklaarde
en de pastoor van Culey, de abbé H u t i n
was een der weinigen, die liever ambtenaar
van de geloofsvervolgende regeering dan
dienaar van Gods Kerk wilde zijn
Welnu, diezelfde abbé H u t i n was de
zoon, die enkele dagen geleden den naast
bijwonenden rechtmatigen priester ging
roepen sm zijn stervende moeder te be
dienen
Ware hij zelf in doodsgevaar gekomen,
wellicht zou hij zich nog tegen de genade
hebben verzet, maar nu zijn moeder vroeg
om een veilig geleide naar Gods troon, nu
dorst hij zichzelven niet als zoodanig aan
bieden, nu riep hij een pastoor die met zijn
bisschop en zijn Paus in rechte verhouding
staat.
Het is een heerlijke victorie, die de
Waarheid op de verblinding heeft behaald,
het is een prachtige overwinning ook,
waartoe de afgedwaalde abbé zichzelven
dwong.
Jaurès beweert in de Humanité. dat het
Crédit Poncier door ontduiking van de wet
bij het verstrekken van hypothecaire lee
ningen den PraDSchen fiscus voor 21 milli-
oen frs. heeft bedrogen. Jaurès hoopt, dat
de minister van financiën in de Kamer
verklaringen over deze zaak en bepaalde
voorstellen om haar in orde te brengen,
zal doen.
(Door ons vrij bewerkt naar het. Engelsch).
„Hij sprak van een misdaad, door een
ander bedreven, en altijd door ,hem ge
heim gehouden", antwoordde Gabriël lang
zaam, „en vanmorgen heeft hij zijn woor
den weer ingetrokken. Als hij van nacht
de waarheid heeft gesproken
„De waarheid", herhaalde Francois,
„welke waarheid
Hij zweeg, sloeg zijn oogen neer en
wendde ze toen weder op den doo.de.
Eenige minuten bleef hij er strak op sta
len, haalde snel adem, en wreef met de
hand over zijn voorhoofd. Toen keek hij
nogmaals naar zijn zoon. In dat oogen
blik was hij, uiterlijk, een ander- man
geworden, stem, manieren, alles was ver
anderd.
„De hemel vergeve mij 1" ging hij voort,
De burgerlijke doop. De maire
van Ivry heeft als concurrent van. het.
christelijk doopsel een burgerlijk doopsel
ingesteld. Z.Ed.A. is de toediener er van,
en hoewel de groote meerderheid zich
vroolijk maakt over den. vindingrijken,
maire en bedienaar va,n een, nieuwen ©ere
dienst, neemt tie maire zelf de zaak heel
ernstig op.
Aan een journalist, die hein is gaan,
interviewen vertelde hij:
„Ja, ik heb hun te Ivry het burgerlijk
doopsel toegediend, en het zaakje loopt
best, opperbest van stapel.
„Kijk, op den eersten Zondag van iedere
maand doe ik mijn burgemeesters-sjerp
en mijn sjerp van afgevaardigde om, en
omringd van de gemeenteraadsleden, dien
ik het burgerlijk doopsel toe.
„Net als in de kerk krijgt d;e kleine
burger of burgeres een peter en een meter.
Tot de laatsten hoiul ik een kleine toe
spraak, waarin ik met zooveel welspre
kendheid als mij ten dienste staat de'
deugden van de solidariteit verhef. Ik leg
uit dat de nieuwgeborene het mikpunt
zijn zal van al de onzekerheden van het
leven; want ge knnt wel denken, dat hét-
niet de burgerij is, die haai- kroost naar
mijn burgerfeest brengt. Ik wijs er op,
dat het kind opgroeien zal zonder steun
en dat vader en moeder versleten van
het harde werk zullen sterven.
„Daarna krijg je muziek. Ja, ja! ik doe
de kerk stevig concurrentie aanDe pas
toors weten dat ,ook wel. En daarom ma
ken ze mijn plechtigheid belachelijk.
„Gaat maar naar het stadhuis, gaat maar
op d© madilie dansen, gaat naar den groo-
len Jules, den keizer van Ivry!"
Zoo spreekt de nieuwe opperpriester
tot den reporter, die zich goed houdt
zoolang hij' tegenover den maire slaat.
Modern Onderwijs!
Op de openbare scholen in Frankrijk
wordt alles gedaan om, waar het slechts
mogelijk is, den godsdienstzin uit de har
ten der kleinen weg te rukken. Een tref
fend staaltje hiervan geeft ons het vol
gende tooneeltje, dat zich dezer dagen
in een school van het zestiende arron
dissement te Parijs heeft afgespeeld. Een
schooljuffrouw had bij een der kinderen
een catechismus ontdekt. Woest scheurde
ze het boekje in stukken en riep op eeln
schoolmeestersfcoon
„Gij kooit naa,r de school om te wer
ken on niet otn (den catechismus te lezen.
Die dommigheden moet ge maar in de
kerk doen
Commentaar overbodig.
H'OliKV.
Pruisisch!
Pruisen gaat voort verschillende Poolsche
streken te gerroaniseeren. Dezer dagen heeft
in het arrondissement Gesen, de onteige-
ningscimmissie in zestien parochies aan
meer dan tien duizend Polen hun huis en
land ontnomen en aan Duitsche Prote-
stantsche families verkocht. Natuurlijk
hebben de onteigenden hun land verlaten,
zoodat er in Polen, dat tot nu toe geheel
Katholiek was, een gemeDgde bevolkiDg
komt.
Hetzelfde is in de provincies Mogilno,
Wongrowitz en Vreschen gebeurd.
Zonder beroep op den rechter, ontneemt
men der. Katholieken Polen hunne huizen
en landerijen en wel tegen den prijs, die
de commissie bepaalt. De koninklijke
commissie verkoopt de goederen aan Pro-
testantsche Duitschers, zelfs op crediet, en
de Pruisische regeering geeft ook subsidies
aan Protestantsche kolonisten.
't Ziet er droevig uit voor de Polen.
Tweede Kamer.
In de zitting van gister hieiefl de heer
Loh m a n geheel teruggenomen z ij n
twijfe 1 in het beleid van den
ministèren schaart zich onder
die leden die daarin vertrou-
w en he bbe n u i t g s p ro,ken.
Nederland en Venezuela.
De Kölnische Zeiluug merkt op, dat
Castro niets heeft gedaan, om bet geschil|
„maar ik zou mijzelf kunnen uitlachen,
in dit plechtige ©ogenblik, omdat ik mij'
daar zoo dwaas heb aangesteld. Hij ont
kende de waarheid van zijn eigen woor
den, zegt gij? Die armle oude ma.nl Ik
heb wel eens hooren zeggen, dat het ver
sland van krankzinnigen een oogenblik
voor hun dood dikwijls terugkomt. Ik
moet zeggen, Gabriël, ik ben er zelf van
ontsteld, en geen wonder, als ge bedenkt
wat ik vannacht heb geleden, en den
toestand dien ik vond, toen ik thuis kwam.
Alsof gij, of iemand anders geloof zoudt
slaan aan het ijlen van een stervende.
Waar is Perrine? Waarom hebt. gij1 haar
weggezonden? Het verwondert mij niet,
dat ge nog wat ontsteld zij't, want ge hebt
een moeilijken nacht gehad in alle op
zichten. De oude man is door angst, ge
heel in de war geweest. Ik Vind bet gek
van mij zelf, Gabriël, dat ik boos ben
geworden, omdat ge nog waf ontsteld
waart door het raaskallen van den oulen
man. Perrine! ko.m maa;r hier, als ge u
daar verveelt; gij moet niet bang voor
den dood zijn, en Gabriël, geef mij' ©en
mot Nederland uit den weg I© ruimen.
Het was andere niet de gewoonte van
den romanheld o-p don presidentieelen ze
tel, om zich de dingen van zelf te laten
ontwikkelen. De dictator verlaat zijn landt
in een tijd, dat de teekenen zich Ver-
meeüidienen, dat de revolutionaire bewe
ging aan la-ac.ht wint. Presidenten van
Zuidamerikaansche republieken onderne
men zelfs in betrekkelijk rustige lijden]
een waagstuk, wanneer zij' zich buiben dei
grenzen van hu.n land begeven, want zij
weten nooit, of: zij niet bittere verrassingen:
tijdens hun verlof beleven. Onder poli
tieke verwikkelingen Venezuela als pre
sident be Verlaten, staat echter gelijk met
een uittarting van hiet noodlot. Er zijn
twee dingen mogelijk, die den dowslag;
Voor Castro's reis hebben gegeven: óf hij'
is werkelijk zoo ziek, dat hem geen (andere
kens blijft, om te. sterven of zijne (dictatuur:
in gevaar- te brengen óf hij1 wil -zich, ondier)
het voorwendsel, dat hij ziek is, een fat
soenlijk heengaan verschaffen.
Castro's reis.
Naar aanleiding van het telegram in
ons jongste blad omtrent president
Castro's vertrek naar Europa, herinneren
wij er aan, dat de president een week of
zes geleden in een vergadering van het
wetgevend lichaam plotseling ernstig on
gesteld was geworden, zoodat men hem
naar zijn woning had moeten vervoeren.
Zoo luidden althans de berichten, die nooit
een volkomen bevestiging hebben verkre
gen. Thans is het weder voor hel. ee'rst,
dat van Castro's gezondheidstoestand
wordt gewaagd.
In hoeverre men hier met een blinde
uiting van het noodlot te doein heeft, die
den dictator dwong op een oogenblik, dat
zijn vaderland hem het slechtst missen
kon naar den vreemde te gaan, dan wel
men in dit alles althans in hoofdzaak
een voorwendsel heeft lo zien, waarvan
gebruik weidt gemaakt om het groote
struikelblok tot het voeren van doeltref
fende onderhandelingen lijdelijk uit den
weg geruimd te krijgen, zullen wij niet
trachten te raden. De gegevens daartoe
ontbreken ons ten eenenmaJe.
Een andere vraag is echter: Bezit, de
regeering zulke gegevens, welke haar, juist
in het thans zich voordoende geval, in
staat moeten stellen richting te houden?
Dat de reis van president Castro, de
bijlegging van het geschil zou kunnen ver
gemakkelijken, is mogelijk. Maar zekerheid
bestaat daarvan allerminst zij kan die
ook helpen versohuiven.
Zoo kan die reis aanleiding geven Lot
het winnen van tijd door Venezuela,, het
in de verleiding brengen van Nederland
om met doortasten te wachten, de zaak
op de lange baan to schuiven. En met de
mogelijkheid oener dergelijke „speculatie"
van de zijde van Castro,die Nederland's
zwakke punten natuurlijk kent, is wel de
gelijk rekening te houden.
Waar een op de lange baan schuiven
van de afrekening in Venezuela's voordeel
zou wezen, zou het daarentegen groot
materieel nadeel aan Curacao, toebrengen,
dat o,p de herroeping van de beruchte
Mei-deer eten wacht.
Castro's .afwezigheid zal, zoo hopen en
vertrouwen wij, onze regeering geen. aan
leiding geven om in haar houding tegen
over Venezuela te verslappen.
Dr. A. Kuyper.
Men heeft dr. Kuyper verweten, dat hij,
juist toen de biegroolingsdebatten in de
Tweedie Kamer zouden, aanvangen, naar
Berlijn vertrok.
In de Standaard wordt nu medel-
gedeehl, dat dr. Kuyper zich reeds het
vorig jaar, op advies van dr. Roessingh,
genoodzaakt zag in Nauheim genezing
voor een hartkwaal te zioeken, doch zon
der hel giewtenschte gevolg. Thans heeft
hij zich onder behandeling gesteld vanj
prof. dr. Martin Mendelssohn te Berlijn.
Arbeidscontract.
Men meldt ons: B. Kon. Besl. van 21
Oct. 1908 (St.blad no. 324) is bepaald,
dat de Wet op de Arbeidsovereenkomst
van den 13 Juli 1907 (St.blad no. 193)
in werking zal treden op den len Februari
1909. Volgens de overgangsbepalingen zul
len de nieuwe bepalingen va,n het oogen
blik dat de Wet in werking treedt, (op
bestaande arbeidsovereenkomsten van toe
passing zijn.
hand, laat. ons vrede sluiten en over het.
gebeurde niet meel- spreken. Wilt gij: nog
niet, nog steeds boos, nu ge zult wel
wijzer zijn als ik terug ben, kom binnen,
Perrine, wij hebben geen geheimen meer"
„Waar gaal gij heen?" vroeg Gabriël,
toen hij zag dat zijn vader de deur uit.
wilde gaan.
„11; ga den pastoor zeggen dat groot
vader plotseling gestorven is, en hel aan
geven".
Dat zeggende, liep hij1 haastig weg
Gabriël haalde vrijer adem en was min
der gedrukt naar geest en lichaam, zoo
dra zijn vader weggegaan was. Was het
gedrag van zijn vader met diens onschuld
bestaanbaar? Kon het. verwarde herroe
pen van den ouden man opwegen tegen
de volledige bekentenis in de afwezigheid
van zijn zoon gedaan?
Dat, was een ontzettende vraag, welke
Gabriël niet uit de gedachten wilde gaan,
en die hij ook niet durfde beantwoorlen;
de oplossing dier vraag zou over het wel
en wee van zijn toekomst beslissen, en
hij zou en moest naar die oplossing
Het is met liet oog hierop van groot
belang dat èn werkgevers èn werklieden
zich bijtijds met de bepalingen van het
Arbeidscontract op de hoogte stellen ©n
nagaan in hoever hunne verhouudingan,
rechten en verplichtingen nog m|et de
nieuwe regeling in overeenstemming moe
ten wonden gebracht.
De Kamers van Arbeid te Rotterdam
hebben mjet het oog op het voirens taande
besloten, zoowel aan fiatröons en werk
lieden, inlichtingen te verstrekken: over
de toepassing van gemeld Arbeidscontract,
waartoe belanghebbenden zich kunnlen
wenden tot de Secretarissen dek Ka,miers,
(den hoar J. E. van Riet, le Tninsingiel 17
(voor- dte Voediugs- jen Genotmiddelen), of
denh eer II. de Vringer, Warande 87 (voor
de Bouwbedrijven).
Den molenaar C. Koppens te Vughl over
kwam Maandagavond ©en ongeluk. Terwijl
hij op zijn molen werkzaam was, trapte
hij door een luik, dat bijna altijd gesloten
is en nu toevallig openstond. Door dat
luik viel hij naar beneden en werd inwen
dig zwaar gekneusd opgenomen. Zijn toe
stand is zeer gevaarlijk. ïussc.hen Turn
hout en Moll is ©en voerman, die op de
tramlijn lag te slapen, overreden. De ma
chinist zag den man liggen en remde wat
hij kon. 't Mocht echter niet baten, de
machine greep den ongelukkige en ver
morzelde hem. De storm veroorzaakte
te Doorn een treurig ongeval. Van den
toren van het kasteel Sterkenburg woei
een ijzeren plaat, die ongelukkigerwijze
op het hoofd van den aldaar werkenden
metselaar T. Vink terecht kwam. Zwaar
gewond werd de ongelukkige, na verbon
den te zijn, per rijtuig huiswaarts gebracht.
Zijn toestand is hoogst gevaarlijk. Te
Scheveningen is bericht ontvangen, dat
tijdens den storm de stuurman Joo'r Harte-
veld, van de boni SCH. 67, door een golf
zoodanig tegen het dek van het schip is
geworpen, dat weldra de dood er op
volgde. Een gelijk lot onderging de ma
troos Plugge, varende op den logge'r SCH.
47. Beide lijken zijn te Vlaai'dingem bin
nengebracht. Te Zwolle is de ©enige
zoon van den heer Greven, oud-griffier
der Staten van Overijsel, door gasverstik-
king om het leven gekomen. De dienstbo
den, opmerkzaam gemaakt door gaslucht,
vonden hem dood op het bed. De heer
en mevrouw Greven waren heiden afwe
zig. Te EmdeU in Oost-Friesland, is de
Hollamdsche smidsgezel H. Busscher in
de buitenhaven van den bagger „Krebs"
gevallen en daarin verdronken, zonder dat
hem hulp geboden kon worden.
Men scln'ijft uit Sittard
Eergisteren werd een onzer oudste in
gezetenen, de 87-jarige schrijnwerker Prin
sen grafwaarts gebracht, nadat hij Zater
dagnacht was overleden. In den namiddag
was de eohtgenoote van den doodgraver
Nelissen op het kerkhof met ©enige werk
zaamheden bezig, toen zij 'eensklaps van
het kerkhof vluchtte in de eerste nabij
gelegen huizen en daar het verhaal deed,
dat zij herhaald kloppen in de pas ge
dolven groeve van wijlen den schrijnwer
ker Prinzen gehoord had. Na haar fan
tastisch verhaal viel de vrouw Nelissen
in zwijm. Een viertal mannen begaven
zich vervolgens naar den doodenakfcer en
constateerden insgelijks het kloppen, in de
nabijheid van het nieuwe graf. Dat dit bij
deze mannen hevige ontsteltenis verwekt©,
laat zich begrijpen, en de menigte op het
kerkhof groeide steeds aan, tot zij meer
dere houdenden personen, meestal vrou
wen, telde. Naar den burgemeester en de
politie weid met aandrang gezonden, om
het graf en de kist te openen. Da burge
meester met rijks- en gemeentepolitie en
vergezeld van een doctor verscheen ter
plaatse, de kist werd geopend, waarbij' ge
constateerd werd, dat de oude Prinzen
nog roet gevouwen handen in denzelfden
toestand in het graf lag, zooals hij er in
was gelegd. Van waar dus bet kloppen,
dat men gehoord had? In de in aanbouw
zijnde bijzondere school met gymnasium
in d© Ruijtersbaan, gelegen op ©enige mi
nuten afstand van het kerkhof, was men
in den namiddag bezig geweest met het
leggen der planken vloeren en de echo
hiervan heeft, het schrikwekkend kloppen
veroorzaakt.
zoeken.
Was er een middel om terstond aan
eiken twijfel ©sn einde te maken Ja,
één; namelijk onmiddellijk, terwijl zijn
vader nog afwezig was, de holte onder
de Koopmanstafel te onderzoeken.
Indien zijn grootvader de waarheid had
gesproken, dan zouden daar 'de sporen
van de misdaad nog te vinden zijnwa,nl
zijn vader zou immers die plaats nooit,
meer hebben durven naderen, en de been
deren zouden onverteerd gebleven zijn, en
tot getuigen van de misdaad kunnen
dienen.
Toen die gedachte bij den jonkman op
kwam, bleef hij besluiteloos staan, sloeg
©en twijfelenden blik op het lijk zijns
grootvaders, on weird eensklaps bezield
door d© onweerstaanbare begeerte naar
zekerheid. Hij zeide aan Perrine dat hij
spoedig zou terugkomen, verzocht haar
om bij den doode te waken en verliet
de hut.
Er waren twee voetpaden die op de
Koopmanstafel uitliepen. Het langste was
over de klippen, hol kortste dwars over
D© jeugdige Hots© S., ©en flinke stoei*
jongen uit Schouwerzijl dieied dezer da
gen ©en wandeling langs het Reitdiep.
Hij had zijn pet stijf in de oogen gedrukt
want het was stormweer. Een ledndj© vanl
heit dorp zag hij plotseling een baars
boven het water uitschieten. Hotse schoot
vastberaden toe omj de visch te grijpen.
Maar op hetzelfde oogenblik zwieiepte de
stormwind ©en golf ver landinwaarts. En
dat ging gepaartl met zoo'n vervaarlijk
geplions dat Hotse, die anders voor geen!
kleintje Vervaard is, ör beduusd van wierd.i
En nauwelijks kon hij zijn oogen ge-
Ipoven, toen hij hij het terugloopen van
het water op het land ©en visch iVan
nooit geziene afmeting wild za,g sparte
len. Maar Hots© had zijn tegenwoordigheid
van geest gauw tjerug. Hij1 stortte zich
op het hevig tekeer gaande dier, wist het,
te overmannen ©n met zijn zakmes dien)
hals af te snijden, waarna hij' vol trots,
zijn buit van ongeveer twaalf pond op
den rug torsende, dotrpwaarts toog. Hot-
se's mededorpelingan waren niet weinig
verbaasd over deze zonderling© visschers-
tr'opee, doch vroegen, minder naair naam
en herkomst van het Wonderdier, dan wel'
naar zijn cullmaire waarde. En zoo ging,
Hotse's buit over in het bezit van [Sen,
bewoner van Schouwerzijl, die ©r miet zijnl
geheel© familie wat lekker van smulde.
Berst den anderen dag constateerde de
dokter, na nauwkeurige beschouwing van
wat overgebleven was van het twaalfpon-
dige Reitdiepmonstei', dat Hotse niets
meer of minder had gevangen dan ©en!
verdwaalde zalm.
Een oplichter. M'neer met hoogen
hoed.
Komt bij Van Boxtel in de Ginneken-
straat te Breda binnen en vraagt naar
juweelen ringen.
Alstublieft mijnheer.
Mijnheer zoekt er 'een stuk of wat uit,
en vraagt deze te bezorgen in de Sophia-
straat nummer zooveel.
D© jonge van B. dadelijk op de fiets,
naar de Sophiastraat gereden adres is
daar onbekend.
„Die heeft ons willen oplichten", zegt
hij, thuiskomend.
Hij heeft ons opgelicht, is 't antwoord.
Twee ringen kwijl. Vlug naar de politie.
En middelerwijl zelf erop uit.
De oudste dochter van den heer van
Boxtel, die den klant bediend had, zette
vlug den bood op en ging er met broer
op uit. Lang behoefden ze niet te loopien.
Bij Lefel-Goppens voor de ramen, kijk,
daar staat hij.
Mijnheer, ken t u mij niet
Neen, juffrouw.
Maar u hebt straks ringen hij m©
besteld? Weet u dat niet meer?
U vergist u, juffrouw. Ik weet van
niets.
Wilt u uw zakdoek eens uit den zak
halen. Dat is er een mat ©en rood randje.
Juffrouw, ik
Ja, ziet u maar, er zit een rood
randje aan. Heb ik u niet herkend. U
0, daar- is de politie
M'neer met hoogen ho<ed in den. bak.
Een der twee ringen had hij toog bij zich,
do andere had hij al verpatst. Kordate
juffrouw v. B. was hem1 echter te glad
af geweest. Had hem aan de praat ge
houden, terwijl broer de politie haalde.
Naar wij vernemen is mijnheer kellner,
afkomstig uit Rotterdam, en heeft hij bij
het politieverhoor- bekend.
(D. v. Nbr
De politie van Hasselt deed Vrijdag haar
ronde op de markt en ontdekte iets bui
tengewoons.
Zij deed namelijk bij ©en mand met 30
pond boter een onderzoek en nu werd
bevonden, dat ieder pond 85 grant te
zwaar woog; dus op 30 pond was er 2
kilogram 550 te veel, wat voor de ver
koopster een verlies van ruim' 7 fr. is.
De pachteres vertelde dat de boter ge
wogen werd met ©en gewicht, dat gedu
rende 60 jaar in haar familie gediend
had 1
Men' rekene eens uit welk verlies dat
gewicht, aan de familie hoeft berokkend.
Men had dat gewicht in al dien tijd
niet doen ijken, uit vrees daarvoor te
moeten betalen.
de heide. Doch het laatste was het. padi
dat ook, een eind weg althans, naar het
dorp en naar de kerk voerde. Gabriël
vreesde dat hij daar door zijn vader gezien
zou 'worden, en dus koos hij het pad
over de klippen aan de zeekust. Op één
enkele plek liep ook dat pad landwaarts
in, orn eenige oude bouwvallen heen. Die
plek lag hoog en, had op kleinen afstand
het gezicht over het pad dat naar het
dorp voerde, juist waar het op de Koop
manstafel uitkwam. Toen Gabriël op die
hoogte stond, zag hij ©en menschelijke
gedaante, met den rag naar den, zeekant
gewend.
Gabriël mfeende zijn vader, Francois
Sarzeau te herkennen, maar goed onder
scheiden kon hij henl niet.
Wie de man ook wezen mocht, hij
scheen in onzekerheid te zijn, welken weg
hij volgen zou. Nu eens liep hij naar de
Koopmanstafel, en ging dan* weer dien
weg naar het dorp op, tweemaal kwam
die aarzeling op, voor hij besloot dien,
weg naar het dorp te kiezen.
(Wordt vervolgd).