NiEIIWE ZEEUW8CHE COURANT Het geheim van Gabriëi. FEUILLETON. BIJVOEGSEL behoorende bij de van Zaterdag 21 November 1908. PROV. STATEN VAN ZEELAND. Hedenmorgen kwamen de Prov. Staten weder bijeen. Tegenwoordig waren 39 leden. Afwezig waren de heer-en Van Hou te, Gil jam, (em Fokker, allen met kennisgeving. Na lezing en goedkeuring d>er notulen van de vorige vergadering werden enkele imededeelingen' gedaan, wielke voor ken nisgeving wei-den aangenomen. Het eerst was aan de oirde het voorstel van Ged. Staten tot, herstel van de tapijt behangsels in het gerechtsgebouw. Blijkens het algemeen verslag der afdee lingen werd door een lid ,de opmerking gemaakt, dat de minister van justitie wel de subsidie heeft geweigerd op de gron den, genoemd in het verzoek van, Ged. St., maar- dat niet blijkt, dat die ook op andere gronden zouden geweigerd zijn. Ben anfier lid verklaarde zich tegen het voorstel; de tapijtbehangsels zijn aan het liijk in bruikleen gegeven en dit mopt ze ondier- houden. Ook in een andere afdeeling verklaarde een lid bij zijn meening te persisteeren, dat het herstel v.an de bewuste tapijt behangsels niet op de provincie, maar op het Rijk rust en dit volgens het Burger lijk Wetboek verplicht is, terwijl een ander lid als zijn meening te kennen gaf, onder niededeeling dat hij niet tegen herstel is, dat, nu het Rijk het herstel niet voor zijn rekening jriieemt, het wenschelijk is, de tapijtbehangsels uit het gerechtsgebouw weg te nemen en op te hangen in de Abdijgebouwen. In een andere afdeeling werd door een lid opgemerkt, dat, al zal hij zich niet verzetten tegen het voorstel, omdat hij niet wenscht, dat een procedure door bet Rijk worde begonnen, de oorzaak, dat de kosten voor 2/3 ten laste der provincie komen, is te zoeken bij bet verkeerd aan vatten der zaak door Ged. Staten. Deze toch hebben zich oorspronkelijk niet ge plaatst op het standpunt, dat het Rijk verplicht was, de kosten voor zijn reke ning te nemen. Daardoor hebben zij den minister gelegenheid gegeven, zich hij hun standpunt aan te sluiten en zich zoo van de zaak af te maken. Daartegen werd door een lid van Ged. Staten opgemerkt, dat alleen het gewoon onderhoud kwam voor rekening van het Rijk en da,t zij, van dit standpunt uitgaande, getracht hebben, zoo groot mogelijke bijdrage van het Rijk te verkrijgen. Naar aanleiding van de gemaakte op merkingen weid nog door Ged. Staten geantwoord, dat indertijd aan binnen landse!» zaken en justitie gevraagd is, ieder '/3 te betalen, wat door binnen landse!» zaken is geweigerd, terwijl justi tie verklaarde in geen geval mieer dan 1/3 te betalen. Worden de gobelins niet hersteld, zoo gaan ze achteruit en worden zij opnieuw gerestaureerd, zoo kunnen maatregelen gevonden worden tegen nieuwe beschadi ging; ze zijn nu op een goede plaats. Nog verdedigde een Md van Ged. Staten het voorstel van dat college met de be merking, dat het Rijk toch bereid is y3 gedeelte in de herstellingskosten te dra gen, terwijl, zoo de Staten besluiten, de behangsels terug te nemen, de kosten van herstel geheel voor rekening van de pro vincie komen, terwijl in de Abdijgebou wen toch geen geschikte plaats kan ge vonden worden om ze op te hangen. Vol gens zijn meening is het voorstel van Ged. Staten de eenige oplossing, wijl herstel noodig is en het natuurlijk niet op den weig der provincie ligt om een gerechte lijke beslissing uit te lokken, of bet Rijk al dan niet tot herstel verplicht is. Eindelijk werd nog op de opmerking van een lid, dat het bedrag van f 2000 voor kosten van herstel hem hoog voor komt, door Ged. Staten geantwoord, dat (Door ons vrij bewerkt naar het Engelsch). Ferrine gehoorzaamd© zwijgend en sloot de deur achter zich toe. Gabriëi hoorde nog, hoe de beide kinderen zeiden: „laat ons voor grootvader bidden", en zij met zacht© welluidende stem hunne gebeden opzeiden. Gabriëi knielde intusschen bij het ledikant en de oude man begon zijin verschrikkelijk verhaal op fluisterenden toon. „Gabriëi, ik had nooit gedacht er eens toe te zullen komen om deze bekentenis te doen, maar nu uw vader dood is en ik njjsschien nog weinige dagen te leven heb, wil ik het afschuwelijke geheim niet met mij in het graf nemen. Doe uw best Gabriëi en herinner u den tijd, toen ik nog niet bedlegerig was, meer dan 10 jaar geleden. Het was omstreeks G weken voor dat uwe, moeder stierf, gij1 waart met de kinderen daar binnen, gij sliept, ge loof ik. Het was avond en niet later dan 9 uren. Uw vader en ik stonden aan de deur en keken naai- de maa.11 verlichte het bedrag begroot is door een deskun dige en in ieder geval het maximum bedrag is, wat de restauratie mag kos-' ten; de restauratie van dusdanige behang sels moet natuurlijk geschieden door een bevoegde hand, die in dezen zeldzaam is, zoodat die restauratie uit den aard der zaak altijd eenig bedrag zal kosten, Ged. Staten vinden iin liet voorloo,pig verslag dan ook geen aanleiding om wij ziging te brengen ia hun voorstel, dat strekt om over te gaan tot restauratie van bovenbedoelde tapijtbehangsels tot een maximum van f 2000. Het voorstel van Ged. Staten tot af wijzing van adressen van de Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen ja Zuid- en Noord-Beveland en van het da- gelijksch bestuur van den A. N. W. B., Toeristenbond voor Nederland, 0111 wij ziging van het reglement op de wegen en voetpaden had, blijkens het verslag der afdeelingen, bij enkele leden bestrijding gevonden. In alle afdeelingen verklaarden eenige leden, dat zij bet gebruik van breede vel lingen in het belang v,an de wegen ach ten, terwijl in twee afdeelingen het leed wezen werd uitgesproken, dat Ged. Staten geen reglementswijziging voorstelden. Tegen het motief van Ged. Staten in hun afwijzend advies dat breede veilin gen veel geld zullen kosten, w,erd in één der afdeelingen aangevoerd, dat die uit gaaf over 4 jaren verdeeld, maar f 10 per jaar en per wagen kost. In een der afdeelingen werd ook nog de wenschelijkheid betoogd, om gedu rende den slechten tijd van het jaar bet gewicht dat per wagen mag worden ver voerd te beperken, daar er nu soms tot 3500 K.G. per as werd geladen. Tegen beperking van het gewicht weid aangevoerd dat event.ueele overtredingen, moeilijk te constateeren zijn. Door een Md van Ged. Staten werd in een der afdeelingen medegedeeld, dat. na het hooren vah de verschillende af deelingen van de Maatschappij van land bouw en de uiteenloopende gevoelens van polderbesturen., Ged. Staten hebben ge meend de zaak te moeten laten zooals ze is. Nog werd in een andere afdeeling ge vraagd of soms Ged. Staten op het ge vraagde niet zijn ingegaan, omdat bij da.t college hot voornomen bestaat ©en ge heel® herziening van het reglement voor te stellen. Door een lid van Ged. Stalen werd hierop geantwoord dit niet onmo gelijk is, en waarschijnlijk wel zal wor den overgegaan tot een voorstel en ge deeltelijke wijziging in verband met de wet, maar hij meent, dat in het onder havige geval geen drang tot wijziging zou gevoeld zijn. In de drie afdeelingen hebben zich 25 leden verklaard voor het voorstel van' Ged.. Staten, 8 er tegen, terwijl 7 leden zich hun stem voorbehielden. Ged. Staten vonden ook in dit verslag geen aanleiding om wijziging te brengen in hun voorstel. De heer Elenbaas zette uitvoerig uit een hoe noodzakelijk het is dat in het reglement op de wegen en voetpaden be palingen worden opgenomen betreffende het gebruik van breede vellingen. Door de zware vrachten die over de wegen gaan lijden deze zoodanig, dat de lasten, die voor onderhoud op de ge meente- en polderbesturen worden gelegd, veel te groot zijn. Aan de rechtmatige klachten, van ver schillende zijden geuit, dient eenigszins tegemoet te worden gekomen en dat kan als een wijziging in het. reglement wordt gemaakt. Door Ged. Staten werd' o. a. een af wijzend advies op het verzoek uitgebracht, omdat breede vellingen te veel geld zou den kosten. Waar echter de kosten slechts gering zijn in vergelijking met het voor deel dat men hierdoor betere wegen zal behouden, durven de Prov. Staten deze bepaling in het reglement op te nemen. Ook de in de adressen gevraagde zui vering der wielen werd door den heer Elenbaas billijk genoemd, want worden, de wielen niet gezuiverd dan veranderen de wegen in modderpoelen. heide. In dien tijd was uw vader zeer arm, uit armoede had hij zijn boot moeien ver- koopen en geen der andere visschers wilde hem in zijn boot opnemenuw vader was bij zijn buren niet bemind. Toen wij daar stonden, kwam er een vreemdeling naar ons toe, een nog jonge man, die een valies over zijn schouders droeg. Hoewel hij zeer ©euvoudig gekleed was, zag hij er toch uit als' een heer. Hij kwam bij ons, zeide doodelijk vermoeid te zijn, en dat hij niet geloofde bet nog tot de stad te kunnen brengen em dus verzocht hij ons hem voor dien nacht te willen herbergen. Uw vader ze ija, als hij geen leven maakte, want zijne vrouw was ziek en de kinderen sliepen. De vreemdeling antwoordde, dat alles wat hij verlangde was, bij het vuur te mogen slapen. Wij hadden niets om den man aan te bieden dan wat roggebrood. Hij had echter beter voedsel hij zich; hij opende zijn valies om er iets uit te krijgen en „O, Gabriëi, geef mij drinken, ik smacht van doist I" Stil en doodsbleek voldeed Gabriëi aan zijn verlangen en de oude man ging met fluisterende stem met zijn verhaal voort: Do vreemdeling haalde eenigszins haas tig brood met vleesch te voorschijn, zoo dat een paai" kleinere voorwierpen op den Nog nader verdedigde spreker de adres sen en bestreed hij dus het afwijzend voor stel van Ged. Staten. De heer Elenbaas stelde ten slotte ©en motie joor, waarin Ged. Staten worden worden uitgenoodigd bepalingen te maken ter voorkoming van het onbruikbaar ma ken van wegen in Zeeland of Sn bepaalde deelen der provincie en deze voorstellen in de a.s. zomerzitting aanhangig te maken. De heer Moes zag er geen heil in om de door adressanten aangevoerde bezwa ren te reglementeeren en dus ging hij lined© met het voorstel van Ged. Staten. De heer Dekker meende, dat slechta dwangmaatregelen mogen worden opge legd als er een noodtoestand aanwezig is en dat is hier niet het geval. Tegen het invoeren van breede veilingen zijn door mannen v.an de practijk ernstige bezwa ren ingebracht.. Bovendien moet men het invoeren van deze veilingen aan den tijd overlaten. Als de landbouwers zien dat breed© veilingen gewenscht zijn, zullen zij vanzelf wel overgaan tot aanschaffing hiervan. Hij is dan ook tegen de motie van den heer Elenbaas en voor het voorstel van Ged. Staten. Ook de heer Hommacher had verschil lende. bezwaren tegen het voorstel van den heer Elenbaas. De heer Houterman toonde aan, dat het invoeren van breede veilingen op ver schillende bezwaren stuit, terwijl meer dere andere door adressanten gewenschte wijzigingen, als het verpUcht schoon ma ken der wielen en het verminderen der vrachten, eveneens in de practijk niet uit te voeren zijn. De grond- en kleiwegen dienen zeker wel op sommige plaatsen verbeterd te worden, doch het eenige afdoend middel daartegen is deze wegen te veranderen! in kei- of straatwegen. Namens Ged. Staten werd het voorstel van dat college zeer uitvoerig verdedigd. Hij wees er op dat het zeer moeilijk is uitspraak te doen waar wij hier te doen hebben met twee tegenstrijdige belangen. Aan de eene zijde de onderhoudsplichti gen van de wegen en aa,n den andereni kant de landbouwers. Het gaat niet aan deze beide belangen door |dw.angvoor- schriften te verzoenen. Wanneer spreker, als niet belangheb bende en dus onpartijdig kunnende oor- deelen, zich afvraagt hoe verandering in dien toest&nd gebracht kan worden, dan is deze verandering alleen te verkrijgen, door de klei- en grintwegen door kei wegen te veranderen. Da heer Elenbaas vond, evenals de hoe ren Siegers en Moes, de ©enig afdoende verbetering over te gaan tot het leggen van keiwagen. Maai-, en dat is het grootste bezwaar, de kosten zijn daarvoor zoo groot, dat die onmogelijk door de ge meente- of polderbesturen kunnen gedra gen worden. Dat breede vellingen geen uitkomst zou den geven, ontkende de heer Elenbaas. Zij zullen toch zeker ©enige verbetering geven. De heer Elenbaas, die nog nader de ver schillende bezwaren tegen hetgeen, hij in het midden gebracht heeft trachtte te weerleggen, handhaafde zijn motie. Deze motie werd ten slotte in stem ming gebracht en verworpen met 25 tegen 13 stemmen en daarna het voorstel van Ged. Staten zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Overeenkomstig het voorstel van Ged. Staten werd afwijzend beschikt op een verzoek van bet bestuur van die afdeeling Noord-Beveland van de Maatschappij tol bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland, om aan den provincialen stei ger te Corlgene ©en veeloods te bouwen. Uit het algemeen verslag dier afdeelin gen blijkt, dat het voorstel van Ged. Sta ten tot afwijzing van het verzoek van Burg. en Weth. van Brouwershaven om ©en renteloos voorschot van f5000 voor havenverbetering, bij verschillende leden bestrijding ondervond. Er werd op gewezen da.t Brouwershaven in slechten financieelen toestand verkeert en dat de schuldenlast groot, is, terwijl grond vielen, waaronder een portefeuille, welke uw vader opraapte en hem terug gaf. De vreemdeling stak haar in zijn zak na er even in gekeken te hebben, lang genoeg om ons te doen zien, dat er bank papier in was. Ik zag het en uw vader ook „Ga niet van mij1 af Gabriëi, ik heb niets gedaan dat u voor mij' behoeft te doen huivenen". De vreemdeling deelde het eten, dat hij bij zich had, met ons, gaf mij .4 of 5 livres en ging bij het vuur liggen slapen. Toen hij zijn oogen dicht had, keiek uw vader mij aan op 'een manier die ,mij niet beviel. Hij was al een tijd lang hard en onaangenaam voor ons allen geweest; de armoede en de ziekte uwer moeder en het geroep der kinderen om brood, hadden hem verbitterd. Toien hij1 mij dus vroeg om hout, brood en wijn te gaan halen voor het geld dat ik gekregen had, had ik weinig lust om hem met de® vreemden jonkman alleen te latenik zeide hem dus, hetgeen ook zoo was, dat het leeds te laa,t was om nog iets in liet dorp te kunnen krijgen. Hij werd daarop woedend en beval mij te doen, hetgeen hij gezegd had en de mieinschen op te kloppen, zoo hun winkels reeds gesloten waren. deze nog onlangs is vteïmeetxtórd met f5400 voor verhooging der havendijken, een gevolg van den vloed van 12 Maart 1906. Ook werd er o(p gewezen, dat de be schoeiing der haven in zulk ©en totestand verkeert, dat hier alleen sprake kan zijn van algeheel© vernieuwing. In een der afdeelingen was «en lid van meening, dat de gemeente uit de inkom sten der haven ©en reservefonds had moe ten stichten, waardoor zij1 dan zichzelf zou kunnen helpen. Namens Ged. Staten wei'd gezegd, dat bet vormen van pen dergelijk fonds in strijd mat de wiet zou zijn. Ook werd in een der afdeelingen ier op gewezen, dat Brou.wiersha.ven niet ver geleken kan worden met andere gemeen ten, daar door het ophouden der- zeevaart de draagkracht zoodanig is verminderd, dat zij' nipt toereikend is voor dergelijke uitgaven. De heer Bolle drong krachtig aan deze steeds achteruitgaandè gemeente te hel pen en diende idaapna met de heersn Heijse, Moolenburgh, Hocke Hoogenboom en Hammacher het voorstel in, het ge vraagde renteloos voorschot te verleenen. De heeren Moolenburgh en Heijse bra ken eveneens een lans voor toekenning van subsidie. De heer Van Rompu verdedigde bet voorstel van Ged. Staten. Ten slotte werd voorst el-Bolle aange nomen met 25 tegen 13 stemmen, :en ver viel dus het afwijzend voorstel van Ged. Staten. Over het voorstel weixl geen discussie gevoerd, doch op verzoek van den heer Hammacher werd het voorstel in stem ming gebracht en aangenomen met 35 tegen 4 stemmen. Afwijzend werd beschikt op ©en ver zoek van I. J. Porreij te lersieke, om sub sidie voor- het overzetveer van Ierseken- dam op Gojishoek en op pen verzoek van A. van Leeuwen te Wolfaartsdijk oin' meier dan twee paaiden voor een dorschmachine te mogen bezigen. Over het adres van den beer Van Leeuwen verklaarden in ©ene afdeeling alle leden zich mat bet voorstel van Ged. Staten wel te kujmien vereenigen, doch zouden zij1 eer» wijziging van bet regle ment o,p de wagen ©n voetpaden op dit punt zeer wauschelijk achten, waarbij aan Gedeputeerde Staten bevoegdheid werd verleend, om in zoodanig geval dispen satie te verleenen, daar dorschmachines hij najaars- of winterweer met twee paar den volstrekt niet lp vervoeren zijn. In eene andere afdaeMng verklaarden twee lieden zich tegen het voorstel, om dezelfde reden als in de hiervoor ver meld© vergadering is medegedeeld. Een der laden van Ged. Staten ver klaarde, dat vermoedelijk binnen zeer kor ten tijd een© wijziging van het Reglempnt zal moeien plaats hebben en dat er dan met dit bijzondere geval rekening zal ge houden woiiden. Het voorstel van Gedep. Staten ward, daarna met 10 stemmen aangenomen, ter wijl twee leden zich er tegen verklaarden. In de nog niet genoemde afdeeling wieird door een lid voorgesteld, het voorstel van Gedep. Staten aan te nempn, doch hen levens nit te noodigen ©ene wijziging in het Reglement aan te brengen in dier voege, dat aan Gedeputeerde Staten be voegdheid weid gegeven, om onder zekere voorwaarden dispensatie te verleenien van het verbod, om bij' het vervoer van zware voertuigen meer da;n twee paarden te mo gen gebruiken; tien leden verklaarden zich daarmede volkomen te kunnen vereenigen en drie leden behielden zich hunne stem voor. Naar aanleiding van het verzoek van den heer Van Leeuwen te Wolfaartsdijk om meer dan twee paarden voor een dorschmachine te mogen bezigen, werd door den hear de Veer een motie voor gesteld, waarin Ged. Staten worden uit genoodigd een wijziging van het regie- ment de verwerpen, teneinde aan de be zwaren voor het verroer van zware vrach ten te voldoen. Dit voorstel werd aangenomen met 38 tegen 1 stem, waarom hot verzoek van Ik ging dus, want ik was Vrleesielijk bang voor uw vader dat waren wij' in dien tijd allemaal maar orn ver van huis te gaan, daartoe kon ik niet be sluiten, ik vreesde voor oen ongeluk, hoe wel ik niet durfde danken wat het kon zijta'. Ik weet zielf niet waarom, maar binnen tien minuten was ik terug en' doek door het venster ©n zagoch, God zij hem genadig! och, dat God het ham vergevp! Ik zag „Wat drinken Gabriëi! Ik kan niet meer spreken... drinken, drinken!" „Gabriëi, bid gij zelf en laat uw kin deren later na u bidden, dat uw vader vergeven worde, daar waar hij nn is Ik zag hem heengebogtan over den sla- penden man, met zijn mes in zijn hand. Met de andere hand haalde hij' de porte feuille uit den, zak van den vreemdeling, die hij eenige oogenblikken in de hand hield, en schoen na. te denken'. Ik geloof neen, ik wept zeker, dat hij toen berouw had, ik weet zeker dat hij de portefeuille teruggegeven zou hebben, maar juist op dat. oogenblik bewoog zich de vreemde ling, alsof hij wakker .was. Toen werd de verzoeking uw vader te sterk, ik zag hem de hand met bet mes opheffen maar meer zag ik niet. Het was mij on mogelijk langer te kijken noch mij te be den heer Van L©eu,w|en nog werd aange houden. Wat betreft bet voorstel van Ged. Staten tot afwijzing van verzoeken van het hoofd bestuur der provinciale Zeeuwsch© Ver eeniging „het Groen© Kruis" en van het Hoofdbestuur der Vereeniging Zuid-Beve land van dien naam om een jaarlijksche subsidie uit de provinciale fondsen, kon men zich in twee afdeelingen, naar uit het algemeen vieislag blijkt, met het voor stel van Ged. Staten vereenigen. In de andere afdeeling wierd door een der leden de afwachtende houding van Ged. Staten wel wat al lie voorzichtig genoemd, waar uit de stukken blijkt, hoe Hink deze jonge vereeniging zich organi seert en waar het Rijk toont vertrouwen te hebben in hare werkzaamheden, dooi" haar ©en subsidie toe te kennen. Een ander lid meende dat deze vereeniging particuliere belangen behartigt en 'daar, waar ze het algemeen belang dient, bij ontsmettingen, hiervoor beialing eischt. Ook werd er van andetre zijde op ge wezen, dat de volksgezondheid ©en voor werp van Staatszorg is en niet tien laste der provincie moet komen. Hiertegen werd opgemerkt, dat de bedoeling der verteeni- ging is, om op dit gebied verder te gaan dan de Staat voorschrijft, en ook om door samenwerking over de geheel© provincie mogelijk te maken wat voor ieder' deel onuitvoerbaar zou zijn. Alle leden konden zich vereenigen met het voorstel van Ged. Staten tot afwijzing van het verzoek der vereeniging Zuid- Beveland van bet Groen© Kruis. De heer Van Voorthuysen stelde voor het voorstel van Ged. Staten in dien zin te wijzigen, dat op het verzoek van de vereeniging voorloopig afwijzend te be schikken; terwijl de heer Elenbaas het zelfde deed tien opzichte van de Zuid- Bevelandsche vereeniging het Groene Kruis. Namens Ged. Staten biestrefed de heer de Jong© liet toekennen van subsidie aan een zoo jeugdige vereeniging. Op dien grond meende hij er bezwaar tegen te moeten maken, wijziging in het voorstel van Ged. Staten te brengen en ontraadde hij dus aanneming van de moties. De heer Van Voorthuysen handhaafde zijn voorstel, dat verworpen werd met 31 tegen 8 stemmen, waarna het voorstel van Ged. Siaten werd goedgekeurd. Goedkeuring werd verleend aan de voor stellen van Ged. Staten lot afwijzing van een verzoek van de hoofdcommissie voor de in 1909 te Zeist te houden igroote tuinbouwtentoonstelling om steun uit de provinciale fondsen en tot afwijzing van ©en verzoek van de commissie voor de internationale tuinbouwtentoonstelling te Berlijn in 1909 om een subsidie uit de, provinciale fondsen. In een der afdeelingen meende een lid, dewijl ook prijzen uitgeloofd worden voor groente- en fruitteelt ,dat de groente- en fruittelers in Zeeland wel degelijk belang hebben bij een tentoonstelling in een we reldstad, zooals Berlijn, en dies een sub sidie van f 500 gerechtvasJidigd zou zijn. Door een lid van Gied. Staten werd daartegen opgemerkt, da,t er blijkens het schrijven van den rijkstuinbouwteeraar al een bijzondere opwekking noodig zou zijn, om belanghebbenden te dopn deelnemen aan een tentoonstelling te Zieist, zoodat van een deelneming aan ©en tentoonstel ling te Berlijh wel geen groote verwach ting zal beslaan. Besloten werd tol opening van een cre- diet. van f 100 vooir 1909 tot het aan leggen van schoolproefvelden bij door het Rijk gesubsidieerde cursussen in land bouwkunde en tot wijziging van het bij- zonden' reglement voor het waterschap de Vrije Polders onder Tholen. Aan bet polderbestuur va;n Walcheren werd ©en renteloos voorschot van f 11.500 toegekend voor bet bestraten van den weg Z ou telandeMelisberke. Uit het algemeen verslag der afdeeMn- gen over het voorstel van Ged. Staten) tol afwijzing van een verzoek van Ph. Ahlstrand, entrepreneur te Antwerpen, om een jaarlijksche subsidie uit de pro vinciale fondsen voor een stoombootdisnst op de Westerschel.de van Borsele tot Ant- wegen of ©enig geluid te maken, ik stond met mijn rug naar het huis en beefde óver al mijn leden; ik hoorde niets geen roepen of schreeuwen in huis. Hoe lang ik daar' stond, weet ik niet, het geluid van d© opengaande deur deed mij' opzien; maar toen ik opkeek, stond uw vader in het bleek® maanlicht voor mij' en hield hij het bloedend© lijk van den armen jongen man, die zijn voedsel met ons had gedeeld ©n aan onzen haard had geslapen, in zijn armen. „Stil, Gabriëi, stilKreun en snik zoo. niet; verman u zelf, anders worden de meisjes hiernaast wakker". „Gabriëi", zeide hij1 fluisterend, „help mij overeind in bad, gij moet alles hooren, kom richt mij op, ik kan va,n benauwd heid haast niet spreken". Waar was ik? O ja, uw vader! Hij zag mij slaan, kwam op mij af en dwong mij hem te beioovcn, dat ik al wat dien avond gebeurd was, geheim zou houden. Hij dwong mij dein dooden jonge man te hel pen, wegbipngen, ©n wij brachten het lijk de heide over; o-, vraeselijk, vïleeselijk, die helder© maneschijn! (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1908 | | pagina 5