NiEIIWE ZEEUW8CHE COURANT
Het geheim van Gabriëi.
FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
behoorende bij de
van Zaterdag 21 November 1908.
PROV. STATEN VAN ZEELAND.
Hedenmorgen kwamen de Prov. Staten
weder bijeen.
Tegenwoordig waren 39 leden. Afwezig
waren de heer-en Van Hou te, Gil jam, (em
Fokker, allen met kennisgeving.
Na lezing en goedkeuring d>er notulen
van de vorige vergadering werden enkele
imededeelingen' gedaan, wielke voor ken
nisgeving wei-den aangenomen.
Het eerst was aan de oirde het voorstel
van Ged. Staten tot, herstel van de tapijt
behangsels in het gerechtsgebouw.
Blijkens het algemeen verslag der afdee
lingen werd door een lid ,de opmerking
gemaakt, dat de minister van justitie wel
de subsidie heeft geweigerd op de gron
den, genoemd in het verzoek van, Ged. St.,
maar- dat niet blijkt, dat die ook op andere
gronden zouden geweigerd zijn. Ben anfier
lid verklaarde zich tegen het voorstel;
de tapijtbehangsels zijn aan het liijk in
bruikleen gegeven en dit mopt ze ondier-
houden.
Ook in een andere afdeeling verklaarde
een lid bij zijn meening te persisteeren,
dat het herstel v.an de bewuste tapijt
behangsels niet op de provincie, maar op
het Rijk rust en dit volgens het Burger
lijk Wetboek verplicht is, terwijl een ander
lid als zijn meening te kennen gaf, onder
niededeeling dat hij niet tegen herstel is,
dat, nu het Rijk het herstel niet voor
zijn rekening jriieemt, het wenschelijk is,
de tapijtbehangsels uit het gerechtsgebouw
weg te nemen en op te hangen in de
Abdijgebouwen.
In een andere afdeeling werd door een
lid opgemerkt, dat, al zal hij zich niet
verzetten tegen het voorstel, omdat hij
niet wenscht, dat een procedure door bet
Rijk worde begonnen, de oorzaak, dat de
kosten voor 2/3 ten laste der provincie
komen, is te zoeken bij bet verkeerd aan
vatten der zaak door Ged. Staten. Deze
toch hebben zich oorspronkelijk niet ge
plaatst op het standpunt, dat het Rijk
verplicht was, de kosten voor zijn reke
ning te nemen. Daardoor hebben zij den
minister gelegenheid gegeven, zich hij hun
standpunt aan te sluiten en zich zoo van
de zaak af te maken. Daartegen werd
door een lid van Ged. Staten opgemerkt,
dat alleen het gewoon onderhoud kwam
voor rekening van het Rijk en da,t zij,
van dit standpunt uitgaande, getracht
hebben, zoo groot mogelijke bijdrage van
het Rijk te verkrijgen.
Naar aanleiding van de gemaakte op
merkingen weid nog door Ged. Staten
geantwoord, dat indertijd aan binnen
landse!» zaken en justitie gevraagd is,
ieder '/3 te betalen, wat door binnen
landse!» zaken is geweigerd, terwijl justi
tie verklaarde in geen geval mieer dan
1/3 te betalen.
Worden de gobelins niet hersteld, zoo
gaan ze achteruit en worden zij opnieuw
gerestaureerd, zoo kunnen maatregelen
gevonden worden tegen nieuwe beschadi
ging; ze zijn nu op een goede plaats.
Nog verdedigde een Md van Ged. Staten
het voorstel van dat college met de be
merking, dat het Rijk toch bereid is y3
gedeelte in de herstellingskosten te dra
gen, terwijl, zoo de Staten besluiten, de
behangsels terug te nemen, de kosten van
herstel geheel voor rekening van de pro
vincie komen, terwijl in de Abdijgebou
wen toch geen geschikte plaats kan ge
vonden worden om ze op te hangen. Vol
gens zijn meening is het voorstel van Ged.
Staten de eenige oplossing, wijl herstel
noodig is en het natuurlijk niet op den
weig der provincie ligt om een gerechte
lijke beslissing uit te lokken, of bet Rijk
al dan niet tot herstel verplicht is.
Eindelijk werd nog op de opmerking
van een lid, dat het bedrag van f 2000
voor kosten van herstel hem hoog voor
komt, door Ged. Staten geantwoord, dat
(Door ons vrij bewerkt naar het Engelsch).
Ferrine gehoorzaamd© zwijgend en sloot
de deur achter zich toe. Gabriëi hoorde
nog, hoe de beide kinderen zeiden: „laat
ons voor grootvader bidden", en zij met
zacht© welluidende stem hunne gebeden
opzeiden. Gabriëi knielde intusschen bij
het ledikant en de oude man begon zijin
verschrikkelijk verhaal op fluisterenden
toon.
„Gabriëi, ik had nooit gedacht er eens
toe te zullen komen om deze bekentenis
te doen, maar nu uw vader dood is en
ik njjsschien nog weinige dagen te leven
heb, wil ik het afschuwelijke geheim niet
met mij in het graf nemen. Doe uw best
Gabriëi en herinner u den tijd, toen ik
nog niet bedlegerig was, meer dan 10
jaar geleden. Het was omstreeks G weken
voor dat uwe, moeder stierf, gij1 waart met
de kinderen daar binnen, gij sliept, ge
loof ik. Het was avond en niet later dan
9 uren. Uw vader en ik stonden aan de
deur en keken naai- de maa.11 verlichte
het bedrag begroot is door een deskun
dige en in ieder geval het maximum
bedrag is, wat de restauratie mag kos-'
ten; de restauratie van dusdanige behang
sels moet natuurlijk geschieden door een
bevoegde hand, die in dezen zeldzaam
is, zoodat die restauratie uit den aard
der zaak altijd eenig bedrag zal kosten,
Ged. Staten vinden iin liet voorloo,pig
verslag dan ook geen aanleiding om wij
ziging te brengen ia hun voorstel, dat
strekt om over te gaan tot restauratie van
bovenbedoelde tapijtbehangsels tot een
maximum van f 2000.
Het voorstel van Ged. Staten tot af
wijzing van adressen van de Vereeniging
van Burgemeesters en Secretarissen ja
Zuid- en Noord-Beveland en van het da-
gelijksch bestuur van den A. N. W. B.,
Toeristenbond voor Nederland, 0111 wij
ziging van het reglement op de wegen en
voetpaden had, blijkens het verslag der
afdeelingen, bij enkele leden bestrijding
gevonden.
In alle afdeelingen verklaarden eenige
leden, dat zij bet gebruik van breede vel
lingen in het belang v,an de wegen ach
ten, terwijl in twee afdeelingen het leed
wezen werd uitgesproken, dat Ged. Staten
geen reglementswijziging voorstelden.
Tegen het motief van Ged. Staten in
hun afwijzend advies dat breede veilin
gen veel geld zullen kosten, w,erd in één
der afdeelingen aangevoerd, dat die uit
gaaf over 4 jaren verdeeld, maar f 10
per jaar en per wagen kost.
In een der afdeelingen werd ook nog
de wenschelijkheid betoogd, om gedu
rende den slechten tijd van het jaar bet
gewicht dat per wagen mag worden ver
voerd te beperken, daar er nu soms tot
3500 K.G. per as werd geladen.
Tegen beperking van het gewicht weid
aangevoerd dat event.ueele overtredingen,
moeilijk te constateeren zijn.
Door een Md van Ged. Staten werd in
een der afdeelingen medegedeeld, dat.
na het hooren vah de verschillende af
deelingen van de Maatschappij van land
bouw en de uiteenloopende gevoelens van
polderbesturen., Ged. Staten hebben ge
meend de zaak te moeten laten zooals
ze is.
Nog werd in een andere afdeeling ge
vraagd of soms Ged. Staten op het ge
vraagde niet zijn ingegaan, omdat bij da.t
college hot voornomen bestaat ©en ge
heel® herziening van het reglement voor
te stellen. Door een lid van Ged. Stalen
werd hierop geantwoord dit niet onmo
gelijk is, en waarschijnlijk wel zal wor
den overgegaan tot een voorstel en ge
deeltelijke wijziging in verband met de
wet, maar hij meent, dat in het onder
havige geval geen drang tot wijziging zou
gevoeld zijn.
In de drie afdeelingen hebben zich 25
leden verklaard voor het voorstel van' Ged..
Staten, 8 er tegen, terwijl 7 leden zich
hun stem voorbehielden.
Ged. Staten vonden ook in dit verslag
geen aanleiding om wijziging te brengen
in hun voorstel.
De heer Elenbaas zette uitvoerig uit
een hoe noodzakelijk het is dat in het
reglement op de wegen en voetpaden be
palingen worden opgenomen betreffende
het gebruik van breede vellingen.
Door de zware vrachten die over de
wegen gaan lijden deze zoodanig, dat de
lasten, die voor onderhoud op de ge
meente- en polderbesturen worden gelegd,
veel te groot zijn.
Aan de rechtmatige klachten, van ver
schillende zijden geuit, dient eenigszins
tegemoet te worden gekomen en dat kan
als een wijziging in het. reglement wordt
gemaakt.
Door Ged. Staten werd' o. a. een af
wijzend advies op het verzoek uitgebracht,
omdat breede vellingen te veel geld zou
den kosten. Waar echter de kosten slechts
gering zijn in vergelijking met het voor
deel dat men hierdoor betere wegen zal
behouden, durven de Prov. Staten deze
bepaling in het reglement op te nemen.
Ook de in de adressen gevraagde zui
vering der wielen werd door den heer
Elenbaas billijk genoemd, want worden,
de wielen niet gezuiverd dan veranderen
de wegen in modderpoelen.
heide. In dien tijd was uw vader zeer arm,
uit armoede had hij zijn boot moeien ver-
koopen en geen der andere visschers
wilde hem in zijn boot opnemenuw vader
was bij zijn buren niet bemind. Toen wij
daar stonden, kwam er een vreemdeling
naar ons toe, een nog jonge man, die
een valies over zijn schouders droeg.
Hoewel hij zeer ©euvoudig gekleed was,
zag hij er toch uit als' een heer. Hij kwam
bij ons, zeide doodelijk vermoeid te zijn,
en dat hij niet geloofde bet nog tot de
stad te kunnen brengen em dus verzocht
hij ons hem voor dien nacht te willen
herbergen. Uw vader ze ija, als hij geen
leven maakte, want zijne vrouw was ziek
en de kinderen sliepen. De vreemdeling
antwoordde, dat alles wat hij verlangde
was, bij het vuur te mogen slapen. Wij
hadden niets om den man aan te bieden
dan wat roggebrood. Hij had echter beter
voedsel hij zich; hij opende zijn valies
om er iets uit te krijgen en
„O, Gabriëi, geef mij drinken, ik smacht
van doist I"
Stil en doodsbleek voldeed Gabriëi aan
zijn verlangen en de oude man ging met
fluisterende stem met zijn verhaal voort:
Do vreemdeling haalde eenigszins haas
tig brood met vleesch te voorschijn, zoo
dat een paai" kleinere voorwierpen op den
Nog nader verdedigde spreker de adres
sen en bestreed hij dus het afwijzend voor
stel van Ged. Staten.
De heer Elenbaas stelde ten slotte ©en
motie joor, waarin Ged. Staten worden
worden uitgenoodigd bepalingen te maken
ter voorkoming van het onbruikbaar ma
ken van wegen in Zeeland of Sn bepaalde
deelen der provincie en deze voorstellen
in de a.s. zomerzitting aanhangig te
maken.
De heer Moes zag er geen heil in om
de door adressanten aangevoerde bezwa
ren te reglementeeren en dus ging hij lined©
met het voorstel van Ged. Staten.
De heer Dekker meende, dat slechta
dwangmaatregelen mogen worden opge
legd als er een noodtoestand aanwezig is
en dat is hier niet het geval. Tegen het
invoeren van breede veilingen zijn door
mannen v.an de practijk ernstige bezwa
ren ingebracht.. Bovendien moet men het
invoeren van deze veilingen aan den tijd
overlaten. Als de landbouwers zien dat
breed© veilingen gewenscht zijn, zullen
zij vanzelf wel overgaan tot aanschaffing
hiervan.
Hij is dan ook tegen de motie van den
heer Elenbaas en voor het voorstel van
Ged. Staten.
Ook de heer Hommacher had verschil
lende. bezwaren tegen het voorstel van
den heer Elenbaas.
De heer Houterman toonde aan, dat
het invoeren van breede veilingen op ver
schillende bezwaren stuit, terwijl meer
dere andere door adressanten gewenschte
wijzigingen, als het verpUcht schoon ma
ken der wielen en het verminderen der
vrachten, eveneens in de practijk niet uit
te voeren zijn.
De grond- en kleiwegen dienen zeker
wel op sommige plaatsen verbeterd te
worden, doch het eenige afdoend middel
daartegen is deze wegen te veranderen!
in kei- of straatwegen.
Namens Ged. Staten werd het voorstel
van dat college zeer uitvoerig verdedigd.
Hij wees er op dat het zeer moeilijk is
uitspraak te doen waar wij hier te doen
hebben met twee tegenstrijdige belangen.
Aan de eene zijde de onderhoudsplichti
gen van de wegen en aa,n den andereni
kant de landbouwers. Het gaat niet aan
deze beide belangen door |dw.angvoor-
schriften te verzoenen.
Wanneer spreker, als niet belangheb
bende en dus onpartijdig kunnende oor-
deelen, zich afvraagt hoe verandering in
dien toest&nd gebracht kan worden, dan
is deze verandering alleen te verkrijgen,
door de klei- en grintwegen door kei
wegen te veranderen.
Da heer Elenbaas vond, evenals de hoe
ren Siegers en Moes, de ©enig afdoende
verbetering over te gaan tot het leggen
van keiwagen. Maai-, en dat is het grootste
bezwaar, de kosten zijn daarvoor zoo
groot, dat die onmogelijk door de ge
meente- of polderbesturen kunnen gedra
gen worden.
Dat breede vellingen geen uitkomst zou
den geven, ontkende de heer Elenbaas.
Zij zullen toch zeker ©enige verbetering
geven.
De heer Elenbaas, die nog nader de ver
schillende bezwaren tegen hetgeen, hij in
het midden gebracht heeft trachtte te
weerleggen, handhaafde zijn motie.
Deze motie werd ten slotte in stem
ming gebracht en verworpen met 25 tegen
13 stemmen en daarna het voorstel van
Ged. Staten zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
Overeenkomstig het voorstel van Ged.
Staten werd afwijzend beschikt op een
verzoek van bet bestuur van die afdeeling
Noord-Beveland van de Maatschappij tol
bevordering van landbouw en veeteelt in
Zeeland, om aan den provincialen stei
ger te Corlgene ©en veeloods te bouwen.
Uit het algemeen verslag dier afdeelin
gen blijkt, dat het voorstel van Ged. Sta
ten tot afwijzing van het verzoek van
Burg. en Weth. van Brouwershaven om
©en renteloos voorschot van f5000 voor
havenverbetering, bij verschillende leden
bestrijding ondervond.
Er werd op gewezen da.t Brouwershaven
in slechten financieelen toestand verkeert
en dat de schuldenlast groot, is, terwijl
grond vielen, waaronder een portefeuille,
welke uw vader opraapte en hem terug
gaf. De vreemdeling stak haar in zijn zak
na er even in gekeken te hebben, lang
genoeg om ons te doen zien, dat er bank
papier in was. Ik zag het en uw vader
ook
„Ga niet van mij1 af Gabriëi, ik heb
niets gedaan dat u voor mij' behoeft te
doen huivenen".
De vreemdeling deelde het eten, dat hij
bij zich had, met ons, gaf mij .4 of 5
livres en ging bij het vuur liggen slapen.
Toen hij zijn oogen dicht had, keiek uw
vader mij aan op 'een manier die ,mij
niet beviel. Hij was al een tijd lang hard
en onaangenaam voor ons allen geweest;
de armoede en de ziekte uwer moeder
en het geroep der kinderen om brood,
hadden hem verbitterd. Toien hij1 mij dus
vroeg om hout, brood en wijn te gaan
halen voor het geld dat ik gekregen had,
had ik weinig lust om hem met de®
vreemden jonkman alleen te latenik zeide
hem dus, hetgeen ook zoo was, dat het
leeds te laa,t was om nog iets in liet
dorp te kunnen krijgen. Hij werd daarop
woedend en beval mij te doen, hetgeen
hij gezegd had en de mieinschen op te
kloppen, zoo hun winkels reeds gesloten
waren.
deze nog onlangs is vteïmeetxtórd met
f5400 voor verhooging der havendijken,
een gevolg van den vloed van 12 Maart
1906.
Ook werd er o(p gewezen, dat de be
schoeiing der haven in zulk ©en totestand
verkeert, dat hier alleen sprake kan zijn
van algeheel© vernieuwing.
In een der afdeelingen was «en lid van
meening, dat de gemeente uit de inkom
sten der haven ©en reservefonds had moe
ten stichten, waardoor zij1 dan zichzelf
zou kunnen helpen. Namens Ged. Staten
wei'd gezegd, dat bet vormen van pen
dergelijk fonds in strijd mat de wiet zou
zijn.
Ook werd in een der afdeelingen ier
op gewezen, dat Brou.wiersha.ven niet ver
geleken kan worden met andere gemeen
ten, daar door het ophouden der- zeevaart
de draagkracht zoodanig is verminderd,
dat zij' nipt toereikend is voor dergelijke
uitgaven.
De heer Bolle drong krachtig aan deze
steeds achteruitgaandè gemeente te hel
pen en diende idaapna met de heersn
Heijse, Moolenburgh, Hocke Hoogenboom
en Hammacher het voorstel in, het ge
vraagde renteloos voorschot te verleenen.
De heeren Moolenburgh en Heijse bra
ken eveneens een lans voor toekenning
van subsidie.
De heer Van Rompu verdedigde bet
voorstel van Ged. Staten.
Ten slotte werd voorst el-Bolle aange
nomen met 25 tegen 13 stemmen, :en ver
viel dus het afwijzend voorstel van Ged.
Staten.
Over het voorstel weixl geen discussie
gevoerd, doch op verzoek van den heer
Hammacher werd het voorstel in stem
ming gebracht en aangenomen met 35
tegen 4 stemmen.
Afwijzend werd beschikt op ©en ver
zoek van I. J. Porreij te lersieke, om sub
sidie voor- het overzetveer van Ierseken-
dam op Gojishoek en op pen verzoek van
A. van Leeuwen te Wolfaartsdijk oin' meier
dan twee paaiden voor een dorschmachine
te mogen bezigen.
Over het adres van den beer Van
Leeuwen verklaarden in ©ene afdeeling
alle leden zich mat bet voorstel van Ged.
Staten wel te kujmien vereenigen, doch
zouden zij1 eer» wijziging van bet regle
ment o,p de wagen ©n voetpaden op dit
punt zeer wauschelijk achten, waarbij aan
Gedeputeerde Staten bevoegdheid werd
verleend, om in zoodanig geval dispen
satie te verleenen, daar dorschmachines
hij najaars- of winterweer met twee paar
den volstrekt niet lp vervoeren zijn.
In eene andere afdaeMng verklaarden
twee lieden zich tegen het voorstel, om
dezelfde reden als in de hiervoor ver
meld© vergadering is medegedeeld.
Een der laden van Ged. Staten ver
klaarde, dat vermoedelijk binnen zeer kor
ten tijd een© wijziging van het Reglempnt
zal moeien plaats hebben en dat er dan
met dit bijzondere geval rekening zal ge
houden woiiden.
Het voorstel van Gedep. Staten ward,
daarna met 10 stemmen aangenomen, ter
wijl twee leden zich er tegen verklaarden.
In de nog niet genoemde afdeeling wieird
door een lid voorgesteld, het voorstel van
Gedep. Staten aan te nempn, doch hen
levens nit te noodigen ©ene wijziging in
het Reglement aan te brengen in dier
voege, dat aan Gedeputeerde Staten be
voegdheid weid gegeven, om onder zekere
voorwaarden dispensatie te verleenien van
het verbod, om bij' het vervoer van zware
voertuigen meer da;n twee paarden te mo
gen gebruiken; tien leden verklaarden zich
daarmede volkomen te kunnen vereenigen
en drie leden behielden zich hunne stem
voor.
Naar aanleiding van het verzoek van
den heer Van Leeuwen te Wolfaartsdijk
om meer dan twee paarden voor een
dorschmachine te mogen bezigen, werd
door den hear de Veer een motie voor
gesteld, waarin Ged. Staten worden uit
genoodigd een wijziging van het regie-
ment de verwerpen, teneinde aan de be
zwaren voor het verroer van zware vrach
ten te voldoen.
Dit voorstel werd aangenomen met 38
tegen 1 stem, waarom hot verzoek van
Ik ging dus, want ik was Vrleesielijk
bang voor uw vader dat waren wij'
in dien tijd allemaal maar orn ver van
huis te gaan, daartoe kon ik niet be
sluiten, ik vreesde voor oen ongeluk, hoe
wel ik niet durfde danken wat het kon zijta'.
Ik weet zielf niet waarom, maar binnen
tien minuten was ik terug en' doek door
het venster ©n zagoch, God zij hem
genadig! och, dat God het ham vergevp!
Ik zag
„Wat drinken Gabriëi! Ik kan niet
meer spreken... drinken, drinken!"
„Gabriëi, bid gij zelf en laat uw kin
deren later na u bidden, dat uw vader
vergeven worde, daar waar hij nn is
Ik zag hem heengebogtan over den sla-
penden man, met zijn mes in zijn hand.
Met de andere hand haalde hij' de porte
feuille uit den, zak van den vreemdeling,
die hij eenige oogenblikken in de hand
hield, en schoen na. te denken'. Ik geloof
neen, ik wept zeker, dat hij toen berouw
had, ik weet zeker dat hij de portefeuille
teruggegeven zou hebben, maar juist op
dat. oogenblik bewoog zich de vreemde
ling, alsof hij wakker .was. Toen werd
de verzoeking uw vader te sterk, ik zag
hem de hand met bet mes opheffen
maar meer zag ik niet. Het was mij on
mogelijk langer te kijken noch mij te be
den heer Van L©eu,w|en nog werd aange
houden.
Wat betreft bet voorstel van Ged. Staten
tot afwijzing van verzoeken van het hoofd
bestuur der provinciale Zeeuwsch© Ver
eeniging „het Groen© Kruis" en van het
Hoofdbestuur der Vereeniging Zuid-Beve
land van dien naam om een jaarlijksche
subsidie uit de provinciale fondsen, kon
men zich in twee afdeelingen, naar uit
het algemeen vieislag blijkt, met het voor
stel van Ged. Staten vereenigen.
In de andere afdeeling wierd door een
der leden de afwachtende houding van
Ged. Staten wel wat al lie voorzichtig
genoemd, waar uit de stukken blijkt, hoe
Hink deze jonge vereeniging zich organi
seert en waar het Rijk toont vertrouwen
te hebben in hare werkzaamheden, dooi"
haar ©en subsidie toe te kennen. Een
ander lid meende dat deze vereeniging
particuliere belangen behartigt en 'daar,
waar ze het algemeen belang dient, bij
ontsmettingen, hiervoor beialing eischt.
Ook werd er van andetre zijde op ge
wezen, dat de volksgezondheid ©en voor
werp van Staatszorg is en niet tien laste
der provincie moet komen. Hiertegen werd
opgemerkt, dat de bedoeling der verteeni-
ging is, om op dit gebied verder te gaan
dan de Staat voorschrijft, en ook om door
samenwerking over de geheel© provincie
mogelijk te maken wat voor ieder' deel
onuitvoerbaar zou zijn.
Alle leden konden zich vereenigen met
het voorstel van Ged. Staten tot afwijzing
van het verzoek der vereeniging Zuid-
Beveland van bet Groen© Kruis.
De heer Van Voorthuysen stelde voor
het voorstel van Ged. Staten in dien zin
te wijzigen, dat op het verzoek van de
vereeniging voorloopig afwijzend te be
schikken; terwijl de heer Elenbaas het
zelfde deed tien opzichte van de Zuid-
Bevelandsche vereeniging het Groene
Kruis.
Namens Ged. Staten biestrefed de heer
de Jong© liet toekennen van subsidie aan
een zoo jeugdige vereeniging. Op dien
grond meende hij er bezwaar tegen te
moeten maken, wijziging in het voorstel
van Ged. Staten te brengen en ontraadde
hij dus aanneming van de moties.
De heer Van Voorthuysen handhaafde
zijn voorstel, dat verworpen werd met
31 tegen 8 stemmen, waarna het voorstel
van Ged. Siaten werd goedgekeurd.
Goedkeuring werd verleend aan de voor
stellen van Ged. Staten lot afwijzing van
een verzoek van de hoofdcommissie voor
de in 1909 te Zeist te houden igroote
tuinbouwtentoonstelling om steun uit de
provinciale fondsen en tot afwijzing van
©en verzoek van de commissie voor de
internationale tuinbouwtentoonstelling te
Berlijn in 1909 om een subsidie uit de,
provinciale fondsen.
In een der afdeelingen meende een lid,
dewijl ook prijzen uitgeloofd worden voor
groente- en fruitteelt ,dat de groente- en
fruittelers in Zeeland wel degelijk belang
hebben bij een tentoonstelling in een we
reldstad, zooals Berlijn, en dies een sub
sidie van f 500 gerechtvasJidigd zou zijn.
Door een lid van Gied. Staten werd
daartegen opgemerkt, da,t er blijkens het
schrijven van den rijkstuinbouwteeraar al
een bijzondere opwekking noodig zou zijn,
om belanghebbenden te dopn deelnemen
aan een tentoonstelling te Zieist, zoodat
van een deelneming aan ©en tentoonstel
ling te Berlijh wel geen groote verwach
ting zal beslaan.
Besloten werd tol opening van een cre-
diet. van f 100 vooir 1909 tot het aan
leggen van schoolproefvelden bij door het
Rijk gesubsidieerde cursussen in land
bouwkunde en tot wijziging van het bij-
zonden' reglement voor het waterschap de
Vrije Polders onder Tholen.
Aan bet polderbestuur va;n Walcheren
werd ©en renteloos voorschot van f 11.500
toegekend voor bet bestraten van den weg
Z ou telandeMelisberke.
Uit het algemeen verslag der afdeeMn-
gen over het voorstel van Ged. Staten)
tol afwijzing van een verzoek van Ph.
Ahlstrand, entrepreneur te Antwerpen,
om een jaarlijksche subsidie uit de pro
vinciale fondsen voor een stoombootdisnst
op de Westerschel.de van Borsele tot Ant-
wegen of ©enig geluid te maken, ik stond
met mijn rug naar het huis en beefde
óver al mijn leden; ik hoorde niets geen
roepen of schreeuwen in huis. Hoe lang
ik daar' stond, weet ik niet, het geluid
van d© opengaande deur deed mij' opzien;
maar toen ik opkeek, stond uw vader in
het bleek® maanlicht voor mij' en hield hij
het bloedend© lijk van den armen jongen
man, die zijn voedsel met ons had gedeeld
©n aan onzen haard had geslapen, in zijn
armen.
„Stil, Gabriëi, stilKreun en snik zoo.
niet; verman u zelf, anders worden de
meisjes hiernaast wakker".
„Gabriëi", zeide hij1 fluisterend, „help
mij overeind in bad, gij moet alles hooren,
kom richt mij op, ik kan va,n benauwd
heid haast niet spreken".
Waar was ik? O ja, uw vader! Hij zag
mij slaan, kwam op mij af en dwong mij
hem te beioovcn, dat ik al wat dien avond
gebeurd was, geheim zou houden. Hij
dwong mij dein dooden jonge man te hel
pen, wegbipngen, ©n wij brachten het lijk
de heide over; o-, vraeselijk, vïleeselijk,
die helder© maneschijn!
(Wordt vervolgd.)