No. 128
Donderdag 29 October 1908.
Vierde Jaargang.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
BUITENLAND.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Uit het Voorloopig Verslag.
UIT DE PERS-
NHE ÏEEUWSCHE ««III
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers k contant- 0.05
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
huif drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
BureauLANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant.
Reclamebeïichten 25 Gt. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Verschenen is het voorloopig Verslag der
Tweede Kamer, waarbij opmerkingen ge
maakt worden omtrent het algemeen be
leid van het Kabinet!
Daarin zijn .sommige", „verscheidene",
„eenige" en „vfefe" Kamerleden aan het
woord.
Zooals in elk V. V. staan de meeningen
in den regel vierkant tegenover elkander!
Rechtsche leden maken opmerkingen,
waartegen die der Linkerzijde indruischejn
en omgekeerd.
Het is, wel beschouwd, een bestrijding
en teen verdediging van het Kabinet.
Van links worden in dit V. V. de re-
goering dingen aangewreven, die bezijden
de waarheid zijn, en welke van Rechts
in hetzelfde V. V. zijn recht gezet.
Zoo werd door „sommige" leden de ver
onderstelling geuit „dat de kleurloosheid
der jongste Openingsrede, het uitvloeisel
is van de taktiek, om thans zoo weinig
mogelijk aanstoot te geven, en het karakter
van het Kabinet verborgen' te houden, tot
dat de uitslag der verkiezingen van het
volgend jaar bekend zal zijn".
De Regeering heeft haar karakter niet
verborgenal zal zij niet alles in behande
ling kunnen nemen, wat zij wel zou wen-
schen, met het oog op de Rechtsche Ka
mer minderheid.
De meening, als zou het Kabinet in
zich zelf verdeeld zijn, ontbrak ook iniet:
„Lettende op de samenstelling van dit
ministerie, spraken eenige leden het ver
moeden uit, dat in' de Openingsrede alleen
gewag was gemaakt van' die hervormingen,
waaromtrent in den ministerraad' eenstem
migheid was verkregen".
Het is moeielijk het Links naar den zin
te maken: geeft de regeering een lange,
overladen openingsrede, 'dan heeten de
voorstellen „paradepaarden"; geeft men
een sobere, zakelijke, dan' wordt het voor
gesteld, of de regeering slechts de zaken
wil gaande houden tot zekere Juni-gebeur-
tenis, en in zich zelf is verdeeld I
Over de sociale hervormingen had men
van Links opmerkingen, die waard zijn
in haar geheel te worden vernomen; het
V. V. zegt:
„Van werkzaamheid op het gebied dei-
sociale hervormingen bleek tot dusver
niet. De Minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel, die vroeger van demo
cratische neigingen blijk gaf, onthield
zich van eene uiteenzetting der begin
selen, waarvan hij; dacht uit te gaan
bij zijn arbeid op dit gebied. Bij de ver
kiezingen van 1905 werd aan voorstan
ders van sociale hervormingen verwe
ten, dat zij door te stemmen tegen het
Ministerie-K u y p e r het tot stand komen
der door hem voorgestelde wetsontwer
pen betreffende de arbeidersverzekering
en de Wettelijke regeling van den arbeid
zouden verijdelen.
Men had nu mogen verwachten, dat
dit Ministerie zich haasten zon, die voor
stellen wedier 'in te dienen, maar de
Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel schijnt zich voorshands te willen
bepalen tot eene herziening der Onge
vallenwet en tot de indiening van een
wetje omtrent den Zondags- en nacht
arbeid der bakkers. Zooveel bescheiden
heid had men van dezen bewindsman
niet verwacht. Eenige leden gingen ver
der en beweerden, dat dit Kabinet niets
vooi" heit volk, alles voor de versterkinjg
van het leger wil doen en dat dooi-
zijn beleid de onmacht wordt geconsta
teerd van hetgeen zij de burgerlijke wet
geving noemden".
Deze opmerkingen tegen iemand als mi
nister Talma, wiens heele verleden voor
hem; pleit zijn niet al te zwaar op te
nemen.
Van Rechts is men daartegen opgeko
men. Het verleden van minister Talma,
zcide men terecht, „mag doen verwachten,
dat het hem aan zucht tot het tot stand
brengen van belangrijke' sociale hervor
mingen niet zal ontbreken".
Dat het Kabinet de voorstellen van
den Minister Kuyper omtrent onderwer
pen van socialen aard niet tot de zijne
heeft gemaakt, is het gevolg van de
omstandigheid, dat daartegen gewichtige
bedenkingen zijn gerezen, welke onver
anderde overneming ongewenscht maak
ten, terwijl ook de ondervinding ten aan
zien van 'de werking der Ongevallen
wet opgedaan, grooten invloled1 moet heb
ben op den inhoud van nadeife voor
stellen. Op den llden Maart j.l. zijn hier
omtrent door de Ministers van Binnlen-
landsche Zaken en van Landbouw, Nij
verheid en Handel verklaringen afge
legd, welke voor een goed verstaan
der duidelijk genoeg zijn en welke
de opvatting, alsof dit Kabinet zich zou
willen bepalen tot eene herziening der
Ongevallenwet en eene regeling van den
Zondags- en nachtarbeid der bakkers,
welke overigens een niet zoo onbetee-
kenend onderdeel va|n de maatregelen
tot arbeidsbescherming vormt, volstrekt
uitsluiten. De toegezegde voorstellen be
treffende de naamlooze vennootschap
pen Cn de banken van leening zijn bo
vendien ook als sociale .hervormingen
te beschouwen. .Nu zich bij de uitvoe
ring der Ongevallenwet eene financieel©
teleurstelling heeft voorgedaan, die
slechts door krachtig en snel optieden
kan worden opgeheven, ligt het in den)
aard der zaak, dat de Regeering in de
eerste plaats hare aandacht aan deze
taak wijdt en geen nieuwe regelingen;
betreffende de arbeidersverzekering
voorstelt, voordat de Ongevallenwet zal
zijn herzien. Bovendien is1 voor de voor-
berêidmg van die nieuwe regelingenl ge
ruime tijd noodig.
De soberheid der Openingsrede, zoo be
toogde men terecht van deze zijde, ver
dient eer lof dan blaam, en wat de op
merking betreft, dat het Kabinet zijn ware
bedoelingen zou verbergen, men noemde
dit „een beschuldiging, welke tegenover
eerlijke lieden als de leden van 't Kabinet
beter achterwege waren gebleven".
Dat het Kabinet volkomen bereid zou
zijn, indien de Kamer dit wenschte, na
dere mededeelingen omtrent zijn inzich
ten te doen, daaraan twijfelde men niet.
En zelfs achtten velen dezer leden dit ook
bepaald noodig.
„Zij meenden", aldus het V. V. „dat ten
aanzien van de meerlingen' van het Minis
terie aangaande belangrijke politieke on
derwerpen in het land geen duisternis of
halfdonker mocht blijven bestaan. Het ligt
zeker niet op den weg der Regeering,
een stembusprogramma te leveren, maar
bij de aanstaande verkiezingen behooren
de kiezers toch tel weten, welke hervormin
gen het Kabinet, blijft het aan het bewind,
wenscht tot stand te brengen. Sommige
leden voegden hieraan toe, dat, mochten
do verklaringen der Regeering in een of
ander opzicht niet overeenstemmen met
hunne overtuiging omtrent de wijze,
waarop een op Christelijke beginselen ge
grond Ministerie behoort te handelen,' zij
zich verplicht zouden zien van die over
tuiging bij verkiezingen te doen blijken,
aangezien in den poljtieken strijd begin
selen boven personen moeten gaan".
Voorlichting.
Bij de werkloosheid-interpellatie ont
wikkelde zioh een lang debat tusscben
den vrijz.ndem. afgevaardigde Treub en
den sociaal-democraat Troelstra.
Het liep in hoofdzaak over de oorzaken
der werkloosheid, en ever de mogelijk
heid om daarin te voorzien.
Beide afgevaardigden verdedigden hun
standpunt zeer uitvoerig en verdienstelijk.
Maar nu komt het soc.-dem. hoofd
orgaan „het Volk, meedeelen, dat heel
het betoog van iden heer Treub niets
om 'tlijf had.
Troelstra had a priori gelijk; dat hoort
zoo bij de propaganda!
Intusschen schrijft de Nederlander
bekoelend, dat niemand, die bij het na
denken over deze onderwerpen gewoon is
naar objectiviteit te streven, zal kunneni
ontkennen, dat, zóó na afloop van be
doeld debat één van beide sprekers als
de m e e r d e r moet worden aangewezen,
dit de afgevaardigde van Assen is, mr.
Trcn b.
Wat maakt nu Het Volk hiervan 1
Het stelt 'tvoor, alsof heel de Kalmer
en heel de wereld 'ter over ééns is, dat
van den heer Treub niets is overgebleven
Maar Het Volk gaat ook van de on
derstelling uit, dat de brutalen de we
reld hebben.
Werkloosheid.
De Standaard bespreekt in een
belangrijk artikel de quaestie der werk
loosheid, welke aan de orde werd ge
steld in de Tweede Kamer.
Het blad noemt het een fout, dat de
socialisten in gebreke bleven het bewijs te
leveren, dat in een maatschappij, naar hun
theorie ingericht, de werkloosheid zou ver
vallen. Ter verontschuldiging kan evenwel
dienen, dat zij dit bewijs niet konden
leveren
„In een maatschappij, gelijk de sociaal
democraten zich die droomen, wel met
gemeenschappelijke productiemiddelen,
maar toch met eigen beurs en particuliere
inkomsten, zou b v. de seizoen-werkloos-
beid even goed bestaan, zou oorlog of
het afbranden van een groote fabriek,
evengoed vele handen slap doen hangen,
en zou zoolang men niet alle ruilverkeer
met het buitenland afsneed, een crisis
in het buitenland even fataal op onze
Nederlandsche maa'schappij kunnen in
werken.
Werkloosheid komt op uit tal van
oorzaken, de normale zoowel als de ab
normale; en om te kunnen zeggen: In
een maatschappij gelijk wij die droomen,
zou geen werkloosheid voorkomen, zou
ziju aan te toonen, dat geen dier oorzaken
alsdan zou blijven voortbestaan. Daar
dat betoog nu nimmer te leveren is,
stond de pleitbezorger van deze stelling
zwak.
Doch niet alleen, dat hjj buiten machte
bleek om zijn eigen ideaal als probaat
aan te prijzen, ook zijn aanval op de
kapitalistische maatschappij, d. i. op een
maatschappij met particulieren eigendom
en particuliere productie middelen, hield
geen steek. Die maatschappij toch met
particuliere productie-middelen is niet nu
pas opgekomen,maar bestaat reeds eeuwen,
terwijl het kwaad van de werkloosheid
in haar tegenwoordigen verontrustenden
vorm, een enkel geval uitgezonderd, pas
- van zeer jonge dagteekening is. Ware
nu de werkloosheid in haar kwaadaardigen
vorm van thans inherent aan dit stelsel
als zoodanig, dan zou het zich alle eeuwen
door in dezen vorm hebben moeten voor
doen, en eiseht juistheid van uitdrukking,
dat men niet zegge: Dat komt op uit
uw stelsel, maar zou men in elk geval
moeten zeggenHet kwam op uit die
eigenaardige wijze waarop uw stelsel den
jongsten tjjd werkt. En zoo genomen,
gaan we met deze stelling grootendeels
accoord.
De verandering, die is ingetreden,
degteekent in hoofdzaak van 1789. Wel
werken ook hier tal van factoren saam,
maar te loochenen valt Diet, dat een
hoofdfactor van wijziging zijn oorzaak
vond in de desorganisatie van 't leven,
waartoe de Fransche Revolutie geleid
heeft".
Vervolgens komt De Standaard op
tegen de gelijkstelling van (tijdelijke) werk-
loozen met paupers, (d. z. blijvende
armen) en verwerpt daarom beslist het
denkbeeld, dat dezen op rekening zouden
komen van de gewone armenzorg.
„Krankheid of zwakheid van gestel,
verwaarloosde opvoeding, luiheid en wan
gedrag, het verliezen van natuurlijke
verzorgers kan allerwegen „paupers"
doen opkomen, een ongelukkig soort
half-menschen, die van anderer mildheid
leven moeten. Maar met dezen mag de
gewone arbeider, die tijdelijk zonder werk
is, nooit op één lijn worden geplaatst.
Hij staat gelijk met een afgestudeerden
student, die nog geen betrekking kan
vinden, met een klerk wiens kantoor
werd gesloten, en met tal van andere
personen, die tijdelijk buiten beroep zijn.
In derzulken nood nu voorzien lo.
vader en moeder, 2o. hun familie, 3o.
hun vrienden, 4o. hun vakgenooten, 5o.
als 'twel is de Kerk, en eerst ten 6o.
de algemeene liefdadigheiden dan pas,
zoo er geen hulp van welken kant ook
daagt, de burgerlijke gemeente, en zoo
één enkele gemeente hierdoor te veel
wordt bezwaard, de provincie, d. w. z.
andere gemeenten die het naast liggen".
FRANKRIJK
Kardinaal Mathieu. f
Maandag is Zijne Eminentie kardinaal
Désiré Mathieu, die reeds gedurende zes
weken sinds het einde van het Eucha
ristisch Congres, waaraan hij deelnam
te LondeD ziek lag en geopereerd was aan
het graveel, overleden. In dezen prelaat
verliezen èn het Fransche episcopaat èn het
H. College een hunner geleerdste leden,
die door zijn scherp verstand, zijn veelzijdige
vorming en zijn innemende manieren ook
alle hoedanigheden bezat om op te treden
als diplomaat als hoedanig men hem dan
ook kon beschouwen, daar hij „Cardinalis
de curia" was en na de verbreking der
diplomatieke betrekkingen tussohen Frank
en de H. Stoel, als het ware de verbinding
vormde tusschen het Vaticaan en de Fran-
sche geestelijkheid.
Geboren te Einville bij Nancy, op den 28
Mei 1839, voltooide de jeugdige Mathieu op
schitterende wijze zijn studiën aan het bis
schoppelijk Seminarie aldaar, verwierf zich
na zijn priesterwijding de bulle van doctor
iu de rechtsgeleerdheid, begon zich vervol
gens te wijden aan de studie der geschie
denis en werd benoemd tot leeraar in dit
studievak aan het Seminarie van Pont-a-
Mousson. Van zijn hand zagen het licht tal
van historische studiën, waarvoor hij in 1879
bekroond 'werd met een prijs der „Académie
Franpaise", om later in dat lichaam zelf te
worden opgenomen. Op den 19 Januari
1893 benoemd tot bisschop van Angers,
werd hij reeds drie jaren later uitverkoren
voor den bisschuppelijken zetel van Tou
louse. Op den 19 Juni 1899 volgde zijn
verheffing tot Kardinaal bij de Curie en
vertrok Zijne Eminentie naar Rome, waar
hij zioh door zijn godsvrucht, geleerdheid
en fijno vormen alom eerbied en hoogach
ting verwierf. Kard. Mathieu, wien de laat
ste HH. Sacramenten werden toegediend
door pater Vaughan S. J., zal begraven
worden te Nancy.
De kardinaal was een man van een veel
omvattende en diepe wetenschappelijke ken
nis en van fijne beschavinguit zijn groote
heldere oogen straalde zijn fijn-tintelende
Fransche geest.
Een eDkel teekenend trekje wordt van
hem verteld uit de dagen van het Conclaaf
na den dood van Leo XIII. Kardinaal
Mathieu zat naast een vreemden kardinaal
die blijkbaar geen Fransch kende. „Kent u
geen Fransch?" vroeg hij in 't Latijn aan
zijn buurman. „O, dan wordt u zeker geen
Paus"! „Dat is waar," antwoordde bescheiden
de vreemde kardinaal, „ik zal geen Paus
worden. God zy geprezen"! De vreemde
kardinaal ia nu Pius X.
Kardinaal Mathieu droeg op reis bij voor
keur de burgerlijke kleeding. Eens te Parijs,
had een hotelknecht van een groot hotel,
waar de Kardinaal in burgerkleediog was
afgestapt, de onbescheidenheid in zijn kof
fers te snuffelen. Hjj vond daarin mijters,
kelken, misgewaden, enz.
Nu was het juist in de dagen dat meD de
beruchte bende kerkroovers achtervolgde.
De hotelknecht meende op een ernstig
spoor gekomen te zyn en waarschuwde de
politie. De commissaris, meenende met een
kerkberoover te doen te hebben, arresteerde
den Kardinaal, niettegenstaande diens ont
kenningen. En de politie-prefect Lépine zelf
was ervoor noodig om de vergissing in te
zien en nederige verentschuldigingen aan
te bieden. Maar de Kardinaal nam de zaak
vroolijk op en sprak er later nog gaarne over.
Een vermaning aan de krantenlezers.
Verscheidene Fransche bisschoppen heb
ben in een herderlijk schrijven op steun
voor de Katholieke pers aangedrongen.
Merkwaardig is het schrijven van Mgr.
Pechenard van Soissons. Deze bisschop
schrijft„Onze gezindheid tegenover de
journalisten geeft van weinig welwillend
heid blijk. Wij maken ons boos om eene
kleinigheidwij bedanken voor het blad,
wij zoeken voortdurend en in de kleinste
dingen onze eigen meening tegenover die
van het blad te stellen, alsof de pers ge
roepen was, ieders meening weer te geven.
Waarom verlangt men verder van de redac
teuren eene soort onfeilbaarheid. Daar zij
iederen dag over de loopende gebeurtenis
sen schrijven, de meest verscheidene eD van
elkander verwijderde tereinen moeten be
handelen, zijn vergissingen toch onvermij
delijk. Ik geloof, dat juist hier welwillend
heid geboden is, want voor wie nemen de
journalisten hunne inspannende werkzaam
heid, met eindelooze lasten en moeilijkheden
ter hand Is het niet voor ons en ons
belang
ITALIË.
Zaterdag had Kardinaal Fischer met 160
tat do Keulsche bedevaart behoorende gees
telijken een plechtige audiëntie bij den H.
Vader.
Een dier geestelijken, een ruim 50-jarige
pastoor uit het bisdom Limburg, werd
in het hotel Minerva dood op zijn bed
gevonden. Hij schijnt aan een hartkwaal te
hebben geleden en haalde opeen uit Duitsch-
land meegebracht recept in een Italiaansehe
apotheek medicijnen. Wijl de geneesmidde
len, wat de maten betreft, in beide landen
aanmerkelijk verschillen, heeft de Romein-
sche apotheker zich waarschijnlijk vergist en
zoodoende onwillekeurig tot dit droevig on
geval bijgedragen. Voor allen die naar Italië
komen, zij het een ernstige waarschuwing.
Met buitenlandsche recepter ga men toeh
vooral naar een Duitsche of Engelsche
apotheek, die in grootere steden allicht te
vinden is.
Te Assisië had de Keulsche bedevaart nog
een ander ongeval. In het hotel Giotto zou
den de pelgrims rustig aan tafel gaan, toen
met donderend geraas het glazen dak van
de eetzaal naar beneden stortte en ijselijke
jammerkreten werden gehoord. Twee dames
waren bij vergissing op het glazen dak ge
stapt en dreigden er doorheen te vallen,
maar het ijzeren gaaswerk vertraagde nog
haar val. Op het laatste oogenblik werden
zij door hunne nabijzijnde eehtgenooten vast
gegrepen en met veel moeite in veiligheid
gebracht. De eene dame is mevrouw dr Ba-
chem, uit Keulen, de andere haar schoon
zuster Frau Justizrath Traude, uit Dord-
mundt. Zij kwamen met eenige builen en
schrammen, doch overigens met den schrik
vrjj en konden de reis nog voortzetten.
Aan de opgewekte stemming der pelgrims
hebben deze twee ongevallen verder geen
duurzame afbreuk gedaan.
Misschien nooit te voren zijn er in de
Eeuwige Stal zooveel Britsche pelgrims als
wel op 't oogenblik, nu 1000 Engelschen en
driehonderd Ieren in de H. Stad verblyf-
houden. Zij trekken zeer de aandacht wan
neer zij in lange file van r(j tuigen de kerken
en andere bezienswaardigheden gaan bezien.
De Paus, die steeds veel toegenegenheid
voor het Britsche ras getoond heeft, moet
gezegd hebben, dat sedert het Eucharistisch
Congres deze toegenegenheid sterker ge
worden is.
Zijne Heiligheid wenscht op alle moge
lijke manieren blijk te geven van deze toe
genegenheid. Zoo was b. v. vastgesteld, dat
de pelgrims op Dinsdag zouden ontvangen
worden, daar iedere dag reeds bezet was.
Toen echter de H. Vader hoorde, dat eene
groep pelgrims dien dag weder zou vertrek
ken, zeide hij, dat hij hun niet wilde teleur
stellen en daarom zijne beschikkingen om
trent den Maandag veranderde teneinde
hen op dien dag eene audiëntie te verleenen.
Zijne Heiligheid heeft tevens bevel gegeven,
dat de pelgrims die het Vaticaan, St Jan
van Lateranen en andere belangrijke ge
bouwen bezoeken, op alle manieren moeten
geholpen worden.
Wegens de afschaffing van het godsdienst
onderricht in de scholen te Rome, laten vele
ouders hunne kinderen bijzonder onderwijs
geven. De stedelijke statistieken geven aan,
dat het aantal schoolgaande kinderen met
4000 verminderd is, in sommige stadsgedeel
ten eene vermindering van 30 percent.
EAGELAO.
Een socialistisch gerecht.
„Onder het kapitalisme bloeien bederf
en schurkerij. In Denemarken Alberti, in
Italië Nasi, in Rusland alle ambtenaren,
in België de wethouders van een aantal
groote steden, in Engeland de beheerders
der armengelden, in Oostenrijk de raads
leden van Praag, overal diefstal en om-
kooping. Het zijn slechts enkele voorbeelden
uit den allerlaatsten tijd. De bourgeoisie
ia niet langer in staat het publieke leven
te leidenZij is er te bedorveD, te rot voor.
Haar voormannen vragen slechts: hoe krijg
ik zoo gauw mogelijk mijn zakken vol?
Er groeit echter een gemeenschap, waarin
voor deze dingen geen plaats meer zal zijn.
In de komende socialistische gemeenschap
zullen zij verdwenen zijn, omdat daar het
belaDg van den enkeling geen ander is
dan dat voor de gemeenschap".
Zoo schrijven de heeren socialisten, maar
zien we even wat ze doen.
East-Ham is een der meest bevolkte en
armste wijken van Londen. Het telt thans
132000 inwoners, uit werklieden en am
bachtslui voor het meerendeel bestaande.
Het is een der wijken, die men met den
kernachtigen naam van slaapsteden be-