Visch erij. Rechtzaken. Laatste Berichten. Burgerlijke Stand. Marktberichten. Landbouw en Veeteelt. in het vangen, gelukte het het dier naar zijn plaats terug te brengen. Spoorwegavonturen. De vol gende vermakelijke ervaring deden de reizigers op v.an den Brusselschen trein, die dezer dagen te 2 uur 5 aan het Centraalstation te Amsterdam moest arri- veeren. De reis was zonder vertraging geschiedt tot de Weesperpoort, en na de verwisseling van locomotief zette de trein zich rustig in beweging naar het Centraal station. Plotseling, midden op den weg, wordt de luchtrem aangezet en de trein staat stil Reizigers kijken nieuwsgierig wat er aan de hand mag wezen. Géén onveilig sein. Maar de stoker loopt van de machine at, den trein langs en raapt verder op de spoorbaan.... de pet van den machinist op, die was afgewaaid. Als de stoker weer rustig, met de pet, de machine heeft bereikt en de machinist zijn hoofddeksel nu vaster op de ooren heeft gedrukt, gaat de trein weer snel in beweging. De Brusselsche trein, die 2.05 aan het Centraal-Station moet arriveeren, was er op de minuut af om 2 uur 17. Taaie volharding. Van uit Duitsch- land was hiji te Zutphen gekomen om commissies op1 te halen voor zijn patroon. Tot drie keer had hij aangebeld aan 't zelfde kantoor, zijn kaartje aangeboden, om telkens weer te hooren dat „meneer niets noodig had". Maar met de zijn volk eigen volharding hield de man vol. Uren lang zwierf hij onafgebroken 'in den omtrek van 't kantoor des begeerden, hem noig onbekenden, afnemers, staarde peinzens- moe in 't water, telde de hoornen van 't plantsoen en de .blaadjes van de bloe men, om dan op eens, na een vluchtigen blik op zijn horloge, weer pijlsnel naar 't kantoor te schieten. Eilacy, 't gaf niets I De klant vertoonde zich niet op straat, hield zich althans in cognito, fietste leukweg zijn eigen woning voorbij en bracht alzoo den volharden den reiziger tot wanhoop. Eindelijk, na een blokkade van vier uur, gaf hiji 'top. Doch gisterochtend om ze ven uur was hij er al weer, belde weer aan, maar altijd tevergeefs. De klant kwam niet voor den dag. De reiziger begon nu zijn omzwervingen opnieuw, bekeek 't wa ter, de hoornen, de bloemen en bet gras, liep weer opeens met een vaart naar 't kantoor, maar toegelaten werd hij! niet De menschen in de buurt maakten zich al ongerust, dachten dat de man 'niet goed in 't„bölleke" was, vreesden voor zelfmoordplannen, want voor een afspraak duurde dit wachten toch wat al te lang... 't Geduld van den lijdzaamsten mensch bleek intusschen niet onuitputtelijk. Gis termiddag om 12 uur gaf hij. 'top. Diende zoo'n taaie volharding niet met een flinke opdracht belopnd te worden? („Z. Ct."). Door den burgemeester van Eemnes werd namens den gemeenteraad aan het hoofd der openbare school, die een 40- jarig jubileum vierde, een cadeau aan geboden. Het hoofd der schoolwei gerde I Stroopers. Zondag in den vroegen ochtend werd de Vlodropsche beide af gestroopt, door een drietal personen, de gebroeders C. en zekere V. De twee Rijks veldwachters uit Vlodrop hadden zich op het jachtveld verdekt opgesteld. Een schot klonk, een haas tuimelde op zijn kop en verdween in de weitasch van een der „Jagers". Toen sprong een der veldwach ters te voorschijn pin den haas te be machtigen. De strooper sloeg evenwel met den haas op de vlucht, draaide zich plots om en legde zijn geladen geweer op den veldwachter aan. Oogenilikkelijk voegden zich de heide andere stroopers bijl hun makker. Inmid dels was ook de andere Rijksveldwachter zijn collega te hulp gesneld. Alle drie de stroopers richtten toen hun geweren op de heide veldwachters. Zij riepen te vens den veldwachter toe: „als je durft naderen, schieten we je kapot I" Toch avanceerden de veldwachters, met het suc ces, dat een der stroopers werd gear resteerd, terwijl de anderen, die in He gelegenheid geweest waren er van door te knijpen, nog dienzelfden dag werden gearresteerd. Het drietal logeert thans in de gevangenis te Roermond. Uit Bennebroek meldt men aan de „H.Ct." Vrijdagavond reed de heer Van Meder, wonende aan den Spieringweg te Haarlem mermeer, den Bennebroekerweg in vollen vaart afkomende, door den zwaren damp misleid, midden in de Ringvaart, ter plaatse waar jaren geleden een bruiloftsstoet onder gelijke omstandigheden omkwam. Gelukkig bevonden zich daar P. Jurriëns Jz., K. Stapel en K. van Keulen, die, nadat ze nog luid roepend gewaarschuwd hadden, onmid- delijk aan het redden togen, waarbjj vooral Jurriëns zich zeei ver te water begaf. De heer Van Meder was spoedig op den kant, doch met den koetsier is het een dubbeltje op zijn kant geweest. Het paard is ver dronken. Brand te Antwerpen. „De houtstapels in brand!" Zoo liep de mare omtrent half elf Vrijdagavond in de stad. De menschen sprongen ijlings in de trams, en aan het eind der boulevards afgestapt, zetten zij het op een loopen, als op hol zijnde runderen, en daar bleek weldra dat het waar was. Groote ontroering, want iedereen dacht aan den nog immer raadselachtigen ontzettenden vuurgloed van verleden jaar. 't Was te doen ditmaal in de Indische straat, aan de houtstapels vlak tegenover het houten schoolgebouw voor schipperskinderen. De stapels van de heeren Maldoy en Jacobs, en weldra ook de school, stonden in vuur en vlam. Een geluk, dat de brandweer tijdig met haar spuitgerief kon klaar komen, anders waren de aanzien lijke houtstapels van de firma de Cock en de werven van 't Mexicodok er ook aan gegaan. Door alle krachtinspanning op dit eene punt samen te trekken, kon grooter onheil voorkomen worden Een twintigtal slangen tegelijk spuwden waterstroomen. Soldaten waren opgeroepen om de orde te handhaven. Behalve de houtstapels van Maldoy Jacobs, verbrandden ook de loodsen van Hardies Mabesoone. Van de zeven klassen der school werden er vijf duchtig gehavend. Voorloopig raamt men op ruim 100,000 francs de geleden schade. Te Beveren-Waas reed een man per rijwiel samen met eenige vrienden. Eens klaps brak de stuurstang en hij viel op den grond. Eerst lachten zij er om, maar kort Dadien was hij een lijk. Het slachtoffer van dit ongeluk was nog maar 30 jaar oud en vader van twee kinderen. Men vertelde het ongeluk aan een der beste vrienden van het slachtoffer. Deze ontroerde zoodanig, dat hij bloed begon te spuwen en kort daarna stierf in het gasthuis, waar hij verzorgd werd. De ramp der Latouche-Tréville. De Latouche-Tréville, die door zulk een treurig onheil bezocht werd, hield schiet oefeningen bij de d Hyèreseilanden, toen ruim vijf uur een geweldige ontploffing plaats had, in den achtersten toren, waar zich zeven man bevonden. Toen men te Toulon het gebeurde vernam, snelde iedereen naar de prefectuur of naar het militaire gasthuis. Er werd aanstonds in het gasthuis St.-Mandier een zaal afge zonderd voor de dooden en gekwetsten. Weldra zag men de Latouche-Tréville met de vlag halfstok het gasthuis naderen. Er werden elf lijken ontscheept en twee gekwetsten werden naar de ziekenzaal gebracht. Een der matrozen vertelde het gebeurde als volgt: Wij hoorden eensklaps een geweldige ontploffing en snelden naar de achterzijde van de boot. Daar kregen wij een vreeselijk schouwspel te zien. Er heerschte een ware paniek. Voor ons lagen de verschrikkelijk verminkte lijken en wij weenden als kinderen bij dit vreeselijk schouwspel. Wij moesten de stukken der lichamen bijeenrapen. Terwijl men de gekwetsten verzorgde, las men de namen af. Dertien onzer gezellen waren gedoodtwee er van waren in zee geworpen. De dooden waren zo:zeer verscheurd, dat men, om ze te herkennen, moest afgaan op de nummers, op schoenen en kleeding- stukken. De bevelhebber der afdeeling in den toren werd enkel aan 't hoofd gekwetst. Bijna al de dooden zijn weer Bretanjers. De lijken werden door stoomsloepen aan land gebracht. Men vreesde, dat de twee erg gekwetsten hun wonden niet zouden overleven. Twee lijken zijn nog niet teruggevonden. Sommige werden tot 30 meters hoog ge slingerd en vielen dan in zee. Een van het station Leipziger Piatz naar de Möckernbrug te Berlijn gaande trein reed op het kruispunt bet stopsignaal voor bij en tegen den van de Bülowstraat komenden trein aan. Hierdoor viel een derde klasse wagen van laatstbedoelden trein van de viaduct. De plaats van het ongeval biedt een beeld van allertreurigste verwoesting. De in elkaar geloopen treinen liggen vernield op de helling. Naar de verklaring der viaductspoorweg maatschappij treft de schuld van de ramp den bestuurder en de oudere beambten van den trein, die van de Leipziger Platz kwam en het stopsignaal voorbij reed. Deze be stuurder, zoomede alle inzittenden van dezen trein, zijn ongedeerd. De voorste wagen van den trein, die van de Bülowstraat kwam, viel van een hoogte van 14 M. en draaide gedurende den val om, zoodat hij met het dak naar beneden lag. De twee bestuurders van dezen trein zijn zwaar gewond. Alle colonnes tot het verleenen van hulp bij ongelukken van Berlijn en omstreken zijn op de plaats van het onge val verschenen. De aangrenzende straten zijn door een op duizenden te begrooten publiek bezet. Het meerendeel der gewon den beliep zware breuken. Volgens ambtelijke vaststelling zijn er bij het ongeluk op den viaductspoorweg 17 personen gedood en 17 gewond. De oogst der auto op één dag. Zondag 1.1, heeft te New-York in de naaste omgeving, de auto weer danig huisgehouden onder de gebruikers zoowel als onder de veelgeplaagde meerderheid, die er alleen de lasten van draagt. Bij Buffalo werd de auto van den heer Stephen B. Lee, op een spooroverweg aan gereden door een locomotief, met het gevolg, dat mevr, Lee onmiddelijk dood was en de heer Lee zóó zwaar gewond, dat hij weinig of geen hoop laat op herstel. Bij Greenwich werd een krantenlooper door een zeseylinder-wagen van den heer Julian W. Curtiss neergereden en gedood. Wel werd de bestuurder, de oorzaak van dezen dood, in hechtenis genomen, maar op borgstelling weer vrijgelaten. Te Parijs reed een zekere miss Margaret Huyler, dochter van een suikerfabrikant tegen een anderen wagen, met het gevolg, dat zij uit haar auto vloog en een arm brak. Wegens het berijden van Broadway en Seventh Avenue met een vaartje van 50 KM. per uur, werd een student uit Harvand aangehouden. De jonge dwaas vertelde, dat hij zoo'n haast had, omdat hij als voetballer moest gaan oefenen met zijn elftal en te laat was Moordenaars. Bij Kreuz overreed een automobiel, die in een waanzinjnig snel tempio voer, twee kinderen van 3 en van 5 jaar. Een andere knaap, die de kleinen op 't laatste oogenblik wilde red den, werd eveneens overreden. Alle drie waren op slag dood. Een reuzenklok. Tot dusver hielden de wijzerplaten van den grooten toren te Meehelen het record wat groote betreft Zij zijn 11 meter 72 in doorsuede. New- York bozit sedert 1906 een verlichte wijzer plaat van 12 M. 35 in de bovenste verdieping van een wolkenkrabber, waar zij dienst doet als reclame voor een firma in zeep en reukwerken. De uurwijzer is 4 M. 36 en weegt 226 K.G.de minuutwijzer 6 M. 10, gewicht 291 K.G. De plaat heeft een omtrek van 36 M. Elke minuut op de plaat draagt een eleotrische lamp. De wijzers zijn verlicht door 67 lampen, waarvan 42 op den minuut wijzer. De uren zijn aangeduid door enorme zwarte strepen (1 M. 68 X 0- 66) op een witten achtergrond. De passagiers op de booten die de Hudson bevaren, kunnen reeds op uren afstand het uur aflezen van deze klok die zich ver boven de overige huizen van New-York verheft. Slachtoffers der Kannibalen van den Congo. OnlaQgs meldden wij reeds het een en ander van het afgrijselijke lot der passagiers en bemanning van het vergane Belgische schip de „Ville de Bruges". Die ongeluk- kigen bleken achteraf niet verdronken, maar door de inboorlingen vermoord en opgegeten. Een kolonist, die kort na de verschrikke lijke gebeurtenis het eiland Ukaturaka passeerde, vertelt nog de volgende bijzon derheden „Op den 17en Mei van dit jaar verlieten wij Lizala, het kamp der troepen aan den midden Congo en anderhalf uur later be reikten wij Ukaturaka, het eiland, waar de kleine Congoleensche passagiersstoomboot „Ville de Bruges" vergaan was. Als een treurige herinnering van de ramp zagen wij nog de roode kiel van het gekantelde schip in den stroom op ongeveer 100 M. van een eiland liggen. Een commando soldaten had direct bij de ongeluksplaats een legerplaats opgeslagen. Dat waren de manschappen, die de onmenschelijke moor denaars gegrepen hadden De „Ville de Bruges een kleine stoom boot van 25 tonnen met een diepgang van slechts 1/3 M. had op den dag van het ongeluk een te zware lading aan boord. Daarbij kwam nog, dat de groote kisten niet geborgen waren in de daarvoor be stemde laadruimte, maar eenvoudig op het dek gestuwd waren. De boot was dus ietwat topzwaar geworden. Toen dan ook plotseling een sterke wind kwam opzetten en het schip aan de breedtezijde aangreep, kantelde de boot om en dreef ze met den stroom mee naar het eiland toe. De negerbewoners zagen van de kust van het eiland het drama op de rivier afspelen. Talrijke inboorlingen van den stam Bangala schoolden op het strand samen. Op de „Ville de Bruges" bevonden zich 7 Europeanen en ongeveer 50 zwarten Passagiers en bemanning, zoover ze ziob van het omgekantelde schip konden los wringen spartelden in het water, wild naar hulp zoekend, in een verwarring om de boot. De zwemmers trachtten het eiland te bereiken. Toen begonnen de inboorlingen aan de kust booten te bemannen en roeiden de drenkelingen tegemoet. Deze geloofden natuurlijk hulp nabij. Maar toen kwam de ontgoocheling. De nader roeiende Bangala's dachten er dan ook anders over. Hoe konden ze zich van de in het water drijvende waren, de stoffen, paarlen en andere schatten meester maken, zoolang de Europeanen nog leefden? Daarom riepen ze elkaar uit de booten toe, om de in het water zwemmende Europeanen dood te slaan En nu volgde dan ook weldra een bloedig tooneel Op de hoofden der arme blanken, die in de rivier zwemmend de redding nabij dachten en hunne armen om hulp uitstrekten naar de booten der inboorlingen, sloegen de roeispanen der zwarten weer neer. Sui zend vlogen de houten stokken door de lucht om met kracht op de haifverdronkenen neer te komen. Toen werden de slachtoffers bewusteloos uit het water op land getrokken. De bemanning van zwarten aan boord liet men in leven. Wat er vervolgens zich aan land afspeelde is niet precies uit te maken, zeker is het, dat de kannibalen de lijken opgegeten hebben. Dit hebben de geredde zwarten van de „Ville de Bruges" bevestigd. Slechts de machinist van de stoomboot, een Fin, had zich naar het tegenover Uka turaka gelegen eiland al zwemmende kunnen redden. Daar werd de man drie dagen later uitgeput en half uitgehongerd gevonden door de menschen, die van Lissala uitge zonden waren om naar overlevenden te zoeken. Onder de opgegetenen behooren ook de kapitein van het stoomschip en een Italiaansch luitenant, die na vierjarig ver blijf in den Gongostaat, juist zijn verloftijd zou benutten voor een reis naar zijn vader land. De jonge man zou in Europa in het huwelijk zijn getreden. Al heeft men hier dus met een duidelijk geval van kanibalisme te doen, schijnt de honger naar menschenvleesch niet uitslui tend het motief voor den moord te zijn geweest. De Congo-regeering kan in geen geval verantwoordelijk worden gesteld voor die daad der inboorlingen. Bij dezen wekte het gezicht der doodgeslagen Europeanen op tot het botvieren der oude kannibalis tische lusten, welke de regeering en de christelijke missies hen al hadden leeren afwennen. Dadelijk na de gebeurtenis werden de troepen gezonden om de moordenaars te grijpen en alle eilanden van de rivier, welke op dat punt buitengewoon breed is, af te zoeken. Slechts de reeds genoemde Fin werd nog levend aangetroffen". De moordenaars werden streng gestraft. Een groot aantal mensoheneters, die mee gedaan hebben, zijn reeds aangehouden. Vier negerhoofden, die het feest bijwoon den, werden ter dood veroordeeld en opge hangen in het kamp van Lissala. Twee andere negerhoofden zuchten in de gevangenis te Boma. Zij worden van tijd tot tijd aan de inlanders tentoongesteld, als afschrikwekkend voorbeeld. Vermoede lijk zullen ze wel eindigen als de vier reeds genoemde van het kamp van Lissala. De vangst van mosselzaad op de open gestelde platen op de Ooster-en Wester- schelde is niet meegevallen. Het broed was over het algemeen nog te kleiD om verhandeld te kunnen worden. De meeste visschers zijn dan ook van meening, dat de opening der banken minstens een maand later had moeten geschieden. Ondank is 's werelds loon. In de zitting van het eerste kantonge recht te Rotterdam stond een jongen terecht ter zake het zwemmen in de Leuvehaven, zijnde dat water niet door B. en W. aan gewezen om in te zwemmen. Dit feit zou niet vermeldenswaardig zijn ware het niet dat het zwemmen een geheel andere reden had. Er lag namelijk zooals bij de be handeling bleek, en wat het O. M. niet kon weten daar het anders zeker geen gevolg aan het verbaal zou hebben gegeven een persoon te water die om hulp riep. Velen stonden aan den kant en beklaagde, zich geen oogenblik bedenkende, sprong te water om den drenkeling te redden. Natuurlijk zwom hij daarheen, en maakte zich dus schuldig aan overtreding der verordening, altijd wanneer de bedoeling van het ver bod ook in dien zin zou opgevat moeten worden. Dit was niet de meening van den kantonrechter die zeide dat zulk een ver balisant ontoerekenbaar is, en evenmin van den ambtenaar van het O. M. die vrij spraak vroeg. De beklaagde thans in garnizoen te Breda was voor de behandeling overge komen Volgens zijn reispas moest hij direct na de behandeling naar zijn garnizoen terug. De kantonrechter vond dat wel wat hard, gaf hem verlof naar zijn ouders te gaan, en teekende in dien zin de reispas af. Voor de vacaïrfiekamer der Bossche recht bank stond onlajigs terecht dhr. H. E. K., 71 jaar, geboren te Breda ien wonende) in Den Haag. De gedaagde is gepension- neerd raad-adviseur bij het departement van Oorlog en ridder van den Nederi. Leeuw, en stond terecht omdat hij in 1907 zijn dochter, die verpleegd werd in het krankzinnigengesticht te Coudewater, toen hij met haajr een wandeling maakte, had megenomen naar zijn huis. De reden, die hem tot dit feit aanspoorde, was ziekte van zijn vrouw, die wellicht volgens den dokter slechts dagen, hoogstens enkele we ken te leven had, ten die terg te lijden had onder de gedachte, dat zij haar kind niet meer zou weerzien en ten slotte nog enkel en alleen mieter door haar dochter wenschte verpleegd te worden. De vader had zijn dochter op gemelde wandeling heel normaal gevonden ten be sloot toen haar mee te nemen om het lijden zijner vrouw" te verzachten. Moest hij den officieelen wieg bewandelen, om die invrijheidstelling zijner dochter te verkrij gen, dan was daar zooveel tijd mee ge moeid, dat de moeder al dood zou, zijn, eer de dochter thuis kwam. De geneesheer-directeur van Coudewa- ter had den vader wiel permissie gegeven tot de wandeling, maar had een verzoek om haar mee te mogen nemen pertinent geweigerd, omdat hij daar geen bevoegd heid toe had. De gedaagde zeide, dat hij moreel overtuigd was, goed te hebben ge handeld en had er geen spijt van, wijl de dochter haar moeder uitstekend ver zorgd en verpleegd heeft in haar ziekte en zoo haar lijden heeft verzacht. De officier, er op wijzend, dat de wet voor een feit als dit enkel gevangenis straf oplegt, vroeg, hoewel ongaarne, teen gevangenisstraf van acht dagen. De pnesi- 'dent der rechtbank ried den gedaagde aan, om, ingeval een veroordeeling mocht vol gen, aan H. M. de Koningin gratie te vra gen, die zeer zeker aan een dusdanig verdienstelijk ambtenaar niet zou, worden geweigerd:. Met de leiding van het voorbereidend militair onderricht wordt te Middel burg, Goes, Kapelle en Wisse- kerke belast de 2e luitenant J. M. W. Wens. MIDDELBURG. In de heden gehouden vergadering van de afdeeling Walche ren der Zeeuwsche M jj. var land- bouw, deelde de zuivelconsulent mede dat hij voornemens is dezen winter op verschillende plaatsen lezingen te houden over het nut der oprichting van coöpera tieve zuivelfabrieken. Besloten werd het volgend jaar wederom een verloting te houden van Paarden, Landbouwwerktuigen enz. GOES. Geboren: 26, Adriana d.v. Ja. cobus van de Kreebe en Tona Verhage. Lodewijk Johannes z v. Antonie Klejjn en Anna Johanna Catharina Ratering. Van 2628 Sept. MIDDELBURG. OndertrouwdS. Koster, jm. 23 j. en M. J. van Loopik, jd. 22 j. BevallenJ. O. van de Garde, geb. Ham- macher, d.; A. Vroon, geb. Van den Hoek, d.; L. van der Welle, geb. Sinke, z.P. Boone, geb. Provoost, d.S. C. Will, geb. Roose, d.; S. Nijholt, geb. De Koster, d.; W. Franse, geb. Stroo, d.; C. H. Poer- stamper, geb. De Schrijver, d. Overleden: G. Alberts, 73 j. wedr. van P. van Lakwijk. Van 22—26 Sept. VLISSINGEN. Ondertrouwd: P. Riet- kerk, jm. 27 j. met M. C. P. Sjjtor, jd. 25 j. J. Puijpe, jm. 26 j. met J. de Vroe jd- 28 j. N. Versluijs, jm. 28 jmet CM Robas, jd. 25 j. H. P. A J. Buijs, jm. 28 j met A. P. M. Florschütz, jd. 25 j. W. Scherpenisse, jm. 23 j. met J. M. Montezaan, jd. 23 j. J. A. Hollaers, jm. 25 j. met G. M. van Bragt, jd. 28 j. GetrouwdW. F. Meulmeester, jm. 35 j. metM F. van der Eijk, jd 24j.A. Francois, jm. 28 j met C Theune, jd. 27 j. Bevallen: M. A. Gelijn, geb. Klijnsoon, z, J Houmes, geb. Zuijdwegt, z. C. M. A. Daal huizen, d. J. van Reems, geb. Van Hout, z. OverledenE. J. Blaas, z. 5 m. K. A Swart, d. 4 jaar. ZIERIKZEE. Geboren: 20, een zoon van W. den Herder en A. van Westen- brugge, Overleden18, C. M. Bakker, 23 j ongehuwde zoon20, C. Neerhout, 46 j. echtgenoot van E. Goudswaard24, P Hak, 2 m., zoon. Als levenloos aangegeven 18, een doch ter van M. van Strien en H. de Valk. Vcilingsvereeniging „ZUID-BE VEL AND". Goes, 26 September. Afvalappels 60 a 80 et., Afval-Peren 80 ct. a f 1, Soldat Laboureur f 3,25, Princesse Nobel 1,80 a f 2,10, Afval- Sterappels f 1,10, Fransche Sohijveling f 1,15, Tuinzoes f 1,20 alles per kin, Beurré Hardy 2 a 6 ct., Bonne Louise Aoranches 3 ct., Williams Duchesse 3 a 6 ctPom poenen 25 ct., Cox Pomona 3 a 4 ct. alles per stuk, Maagdepeer f 1,05 per mandje, Nooten 36 ct. per 100. Rotterdam, 28 Sept. 1908. Tarwe ruimer ter markt dan de vorige week, kon in goede en puike soorten on veranderde prijzen opbrengen, moest in mindere soorten lager worden afgegeven en was niet alles op te ruimen. Per 100 kilo f 9 a f 10.75. Enkele uitgezochte par tijtjes daarboven. Rogge onveranderd per H.L. f6.10 a f6 50. Voor de zaai daarboven. Gerst weder onveranderd Zomer- en Winter f8.50 a f9. Chevalier f9.50 a f 10. Haver kon hooger niet zoo vlug van de hand. Voor goede f9.40 a f9 90. Mindere f6.75 a f7.25. Bruine boonen ruim getoondlager ver kocht f 9.50 a f 10.40. Uitgezochte daar boven. Witte Boonen ruimer aanvoer onveran derd f 10 a f 11. Erwten bijna niet ter markt f9.50 a f 10. Kanariezaad f 8 75 a f9.501) Karwijzaad - 22.25 - 22.50 Blauw Maanzaad -11.11.25 Bruin Mosterdzaad - 31 50 - 32. Geel -18.50 -20.50 Per 100 kilo. Zeeuwsche Eieren f 4.80 k f 5. Overmaasche Eieren f 5.k f 5.20. Varkens 22 a 23s. Licht soort 20 a 21. Ruimer aanvoer, williger handel. Aardappelen. Brielsche Kralen f2,a f2.30, Geldersche Kralen f0.a f 0,Zeeuwsche Eigenheimers f 1.30 a f 1.60 Zeeuwsche blauwe f 1.80 k f2. idem bonte fl.60 a f 1.80. Geldersche bl. f 1.70 a f190. Tamelijk aanvoer, tameljjk vraag. Vlas. 270 st. wit, 1800 st. Groningsch, 560 Hollandsch. Ajuin. 9000 H.L. aanvoer, groote bruine f 2.40, stroogele f 2,20, Rijnb. f 2,30, kleintjes f 3 60. Op de te Z i e r i k z e e gehouden ten toonstelling van „Landbouwbelang" zijn bekroond voor Ruwarige Essex-tarwe, met den len prijs Van den Bosch Co2en pr. L. Duvekot Cz.Wilhelmina-tarwe:

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1908 | | pagina 3