Visch erij.
Rechtzaken.
Laatste Berichten.
Burgerlijke Stand.
Marktberichten.
Landbouw en Veeteelt.
in het vangen, gelukte het het dier naar
zijn plaats terug te brengen.
Spoorwegavonturen. De vol
gende vermakelijke ervaring deden de
reizigers op v.an den Brusselschen trein,
die dezer dagen te 2 uur 5 aan het
Centraalstation te Amsterdam moest arri-
veeren. De reis was zonder vertraging
geschiedt tot de Weesperpoort, en na de
verwisseling van locomotief zette de trein
zich rustig in beweging naar het Centraal
station. Plotseling, midden op den weg,
wordt de luchtrem aangezet en de trein
staat stil Reizigers kijken nieuwsgierig
wat er aan de hand mag wezen. Géén
onveilig sein.
Maar de stoker loopt van de machine at,
den trein langs en raapt verder op de
spoorbaan.... de pet van den machinist op,
die was afgewaaid.
Als de stoker weer rustig, met de pet,
de machine heeft bereikt en de machinist
zijn hoofddeksel nu vaster op de ooren
heeft gedrukt, gaat de trein weer snel in
beweging.
De Brusselsche trein, die 2.05 aan het
Centraal-Station moet arriveeren, was er
op de minuut af om 2 uur 17.
Taaie volharding. Van uit Duitsch-
land was hiji te Zutphen gekomen om
commissies op1 te halen voor zijn patroon.
Tot drie keer had hij aangebeld aan
't zelfde kantoor, zijn kaartje aangeboden,
om telkens weer te hooren dat „meneer
niets noodig had". Maar met de zijn volk
eigen volharding hield de man vol. Uren
lang zwierf hij onafgebroken 'in den omtrek
van 't kantoor des begeerden, hem noig
onbekenden, afnemers, staarde peinzens-
moe in 't water, telde de hoornen van
't plantsoen en de .blaadjes van de bloe
men, om dan op eens, na een vluchtigen
blik op zijn horloge, weer pijlsnel naar
't kantoor te schieten.
Eilacy, 't gaf niets I De klant vertoonde
zich niet op straat, hield zich althans in
cognito, fietste leukweg zijn eigen woning
voorbij en bracht alzoo den volharden
den reiziger tot wanhoop.
Eindelijk, na een blokkade van vier uur,
gaf hiji 'top. Doch gisterochtend om ze
ven uur was hij er al weer, belde weer
aan, maar altijd tevergeefs. De klant kwam
niet voor den dag. De reiziger begon nu
zijn omzwervingen opnieuw, bekeek 't wa
ter, de hoornen, de bloemen en bet gras,
liep weer opeens met een vaart naar 't
kantoor, maar toegelaten werd hij! niet
De menschen in de buurt maakten zich
al ongerust, dachten dat de man 'niet
goed in 't„bölleke" was, vreesden voor
zelfmoordplannen, want voor een afspraak
duurde dit wachten toch wat al te lang...
't Geduld van den lijdzaamsten mensch
bleek intusschen niet onuitputtelijk. Gis
termiddag om 12 uur gaf hij. 'top.
Diende zoo'n taaie volharding niet met
een flinke opdracht belopnd te worden?
(„Z. Ct.").
Door den burgemeester van Eemnes
werd namens den gemeenteraad aan het
hoofd der openbare school, die een 40-
jarig jubileum vierde, een cadeau aan
geboden. Het hoofd der schoolwei
gerde I
Stroopers. Zondag in den vroegen
ochtend werd de Vlodropsche beide af
gestroopt, door een drietal personen, de
gebroeders C. en zekere V. De twee Rijks
veldwachters uit Vlodrop hadden zich op
het jachtveld verdekt opgesteld. Een schot
klonk, een haas tuimelde op zijn kop en
verdween in de weitasch van een der
„Jagers". Toen sprong een der veldwach
ters te voorschijn pin den haas te be
machtigen. De strooper sloeg evenwel met
den haas op de vlucht, draaide zich plots
om en legde zijn geladen geweer op den
veldwachter aan.
Oogenilikkelijk voegden zich de heide
andere stroopers bijl hun makker. Inmid
dels was ook de andere Rijksveldwachter
zijn collega te hulp gesneld. Alle drie
de stroopers richtten toen hun geweren
op de heide veldwachters. Zij riepen te
vens den veldwachter toe: „als je durft
naderen, schieten we je kapot I" Toch
avanceerden de veldwachters, met het suc
ces, dat een der stroopers werd gear
resteerd, terwijl de anderen, die in He
gelegenheid geweest waren er van door
te knijpen, nog dienzelfden dag werden
gearresteerd. Het drietal logeert thans in
de gevangenis te Roermond.
Uit Bennebroek meldt men aan de „H.Ct."
Vrijdagavond reed de heer Van Meder,
wonende aan den Spieringweg te Haarlem
mermeer, den Bennebroekerweg in vollen
vaart afkomende, door den zwaren damp
misleid, midden in de Ringvaart, ter plaatse
waar jaren geleden een bruiloftsstoet onder
gelijke omstandigheden omkwam. Gelukkig
bevonden zich daar P. Jurriëns Jz., K.
Stapel en K. van Keulen, die, nadat ze nog
luid roepend gewaarschuwd hadden, onmid-
delijk aan het redden togen, waarbjj vooral
Jurriëns zich zeei ver te water begaf. De
heer Van Meder was spoedig op den kant,
doch met den koetsier is het een dubbeltje
op zijn kant geweest. Het paard is ver
dronken.
Brand te Antwerpen.
„De houtstapels in brand!" Zoo liep de
mare omtrent half elf Vrijdagavond in de
stad. De menschen sprongen ijlings in de
trams, en aan het eind der boulevards
afgestapt, zetten zij het op een loopen, als
op hol zijnde runderen, en daar bleek
weldra dat het waar was. Groote ontroering,
want iedereen dacht aan den nog immer
raadselachtigen ontzettenden vuurgloed van
verleden jaar. 't Was te doen ditmaal in
de Indische straat, aan de houtstapels vlak
tegenover het houten schoolgebouw voor
schipperskinderen. De stapels van de heeren
Maldoy en Jacobs, en weldra ook de school,
stonden in vuur en vlam. Een geluk, dat
de brandweer tijdig met haar spuitgerief
kon klaar komen, anders waren de aanzien
lijke houtstapels van de firma de Cock en
de werven van 't Mexicodok er ook aan
gegaan.
Door alle krachtinspanning op dit eene
punt samen te trekken, kon grooter onheil
voorkomen worden Een twintigtal slangen
tegelijk spuwden waterstroomen. Soldaten
waren opgeroepen om de orde te handhaven.
Behalve de houtstapels van Maldoy
Jacobs, verbrandden ook de loodsen van
Hardies Mabesoone. Van de zeven klassen
der school werden er vijf duchtig gehavend.
Voorloopig raamt men op ruim 100,000
francs de geleden schade.
Te Beveren-Waas reed een man per
rijwiel samen met eenige vrienden. Eens
klaps brak de stuurstang en hij viel op
den grond. Eerst lachten zij er om, maar
kort Dadien was hij een lijk. Het slachtoffer
van dit ongeluk was nog maar 30 jaar oud
en vader van twee kinderen.
Men vertelde het ongeluk aan een der
beste vrienden van het slachtoffer. Deze
ontroerde zoodanig, dat hij bloed begon
te spuwen en kort daarna stierf in het
gasthuis, waar hij verzorgd werd.
De ramp der Latouche-Tréville.
De Latouche-Tréville, die door zulk een
treurig onheil bezocht werd, hield schiet
oefeningen bij de d Hyèreseilanden, toen
ruim vijf uur een geweldige ontploffing
plaats had, in den achtersten toren, waar
zich zeven man bevonden.
Toen men te Toulon het gebeurde vernam,
snelde iedereen naar de prefectuur of naar
het militaire gasthuis. Er werd aanstonds
in het gasthuis St.-Mandier een zaal afge
zonderd voor de dooden en gekwetsten.
Weldra zag men de Latouche-Tréville met
de vlag halfstok het gasthuis naderen.
Er werden elf lijken ontscheept en twee
gekwetsten werden naar de ziekenzaal
gebracht.
Een der matrozen vertelde het gebeurde
als volgt:
Wij hoorden eensklaps een geweldige
ontploffing en snelden naar de achterzijde
van de boot. Daar kregen wij een vreeselijk
schouwspel te zien. Er heerschte een ware
paniek. Voor ons lagen de verschrikkelijk
verminkte lijken en wij weenden als kinderen
bij dit vreeselijk schouwspel.
Wij moesten de stukken der lichamen
bijeenrapen. Terwijl men de gekwetsten
verzorgde, las men de namen af. Dertien
onzer gezellen waren gedoodtwee er van
waren in zee geworpen.
De dooden waren zo:zeer verscheurd,
dat men, om ze te herkennen, moest afgaan
op de nummers, op schoenen en kleeding-
stukken.
De bevelhebber der afdeeling in den
toren werd enkel aan 't hoofd gekwetst.
Bijna al de dooden zijn weer Bretanjers.
De lijken werden door stoomsloepen aan
land gebracht. Men vreesde, dat de twee
erg gekwetsten hun wonden niet zouden
overleven.
Twee lijken zijn nog niet teruggevonden.
Sommige werden tot 30 meters hoog ge
slingerd en vielen dan in zee.
Een van het station Leipziger Piatz naar
de Möckernbrug te Berlijn gaande trein
reed op het kruispunt bet stopsignaal voor
bij en tegen den van de Bülowstraat
komenden trein aan. Hierdoor viel een
derde klasse wagen van laatstbedoelden
trein van de viaduct.
De plaats van het ongeval biedt een
beeld van allertreurigste verwoesting. De
in elkaar geloopen treinen liggen vernield
op de helling.
Naar de verklaring der viaductspoorweg
maatschappij treft de schuld van de ramp
den bestuurder en de oudere beambten
van den trein, die van de Leipziger Platz
kwam en het stopsignaal voorbij reed. Deze be
stuurder, zoomede alle inzittenden van dezen
trein, zijn ongedeerd. De voorste wagen
van den trein, die van de Bülowstraat
kwam, viel van een hoogte van 14 M. en
draaide gedurende den val om, zoodat hij
met het dak naar beneden lag. De twee
bestuurders van dezen trein zijn zwaar
gewond. Alle colonnes tot het verleenen
van hulp bij ongelukken van Berlijn en
omstreken zijn op de plaats van het onge
val verschenen. De aangrenzende straten
zijn door een op duizenden te begrooten
publiek bezet. Het meerendeel der gewon
den beliep zware breuken.
Volgens ambtelijke vaststelling zijn er
bij het ongeluk op den viaductspoorweg
17 personen gedood en 17 gewond.
De oogst der auto op één dag.
Zondag 1.1, heeft te New-York in de naaste
omgeving, de auto weer danig huisgehouden
onder de gebruikers zoowel als onder de
veelgeplaagde meerderheid, die er alleen de
lasten van draagt.
Bij Buffalo werd de auto van den heer
Stephen B. Lee, op een spooroverweg aan
gereden door een locomotief, met het gevolg,
dat mevr, Lee onmiddelijk dood was en de
heer Lee zóó zwaar gewond, dat hij weinig
of geen hoop laat op herstel.
Bij Greenwich werd een krantenlooper
door een zeseylinder-wagen van den heer
Julian W. Curtiss neergereden en gedood.
Wel werd de bestuurder, de oorzaak van
dezen dood, in hechtenis genomen, maar op
borgstelling weer vrijgelaten.
Te Parijs reed een zekere miss Margaret
Huyler, dochter van een suikerfabrikant
tegen een anderen wagen, met het gevolg,
dat zij uit haar auto vloog en een arm brak.
Wegens het berijden van Broadway en
Seventh Avenue met een vaartje van 50
KM. per uur, werd een student uit Harvand
aangehouden. De jonge dwaas vertelde, dat
hij zoo'n haast had, omdat hij als voetballer
moest gaan oefenen met zijn elftal en te
laat was
Moordenaars. Bij Kreuz overreed
een automobiel, die in een waanzinjnig
snel tempio voer, twee kinderen van 3 en
van 5 jaar. Een andere knaap, die de
kleinen op 't laatste oogenblik wilde red
den, werd eveneens overreden. Alle drie
waren op slag dood.
Een reuzenklok. Tot dusver hielden
de wijzerplaten van den grooten toren te
Meehelen het record wat groote betreft
Zij zijn 11 meter 72 in doorsuede. New-
York bozit sedert 1906 een verlichte wijzer
plaat van 12 M. 35 in de bovenste verdieping
van een wolkenkrabber, waar zij dienst
doet als reclame voor een firma in zeep en
reukwerken.
De uurwijzer is 4 M. 36 en weegt 226
K.G.de minuutwijzer 6 M. 10, gewicht
291 K.G. De plaat heeft een omtrek van
36 M. Elke minuut op de plaat draagt een
eleotrische lamp. De wijzers zijn verlicht
door 67 lampen, waarvan 42 op den minuut
wijzer. De uren zijn aangeduid door enorme
zwarte strepen (1 M. 68 X 0- 66) op
een witten achtergrond.
De passagiers op de booten die de Hudson
bevaren, kunnen reeds op uren afstand het
uur aflezen van deze klok die zich ver boven
de overige huizen van New-York verheft.
Slachtoffers der Kannibalen van den Congo.
OnlaQgs meldden wij reeds het een en
ander van het afgrijselijke lot der passagiers
en bemanning van het vergane Belgische
schip de „Ville de Bruges". Die ongeluk-
kigen bleken achteraf niet verdronken, maar
door de inboorlingen vermoord en opgegeten.
Een kolonist, die kort na de verschrikke
lijke gebeurtenis het eiland Ukaturaka
passeerde, vertelt nog de volgende bijzon
derheden
„Op den 17en Mei van dit jaar verlieten
wij Lizala, het kamp der troepen aan den
midden Congo en anderhalf uur later be
reikten wij Ukaturaka, het eiland, waar
de kleine Congoleensche passagiersstoomboot
„Ville de Bruges" vergaan was. Als een
treurige herinnering van de ramp zagen
wij nog de roode kiel van het gekantelde
schip in den stroom op ongeveer 100 M.
van een eiland liggen. Een commando
soldaten had direct bij de ongeluksplaats
een legerplaats opgeslagen. Dat waren de
manschappen, die de onmenschelijke moor
denaars gegrepen hadden
De „Ville de Bruges een kleine stoom
boot van 25 tonnen met een diepgang van
slechts 1/3 M. had op den dag van het
ongeluk een te zware lading aan boord.
Daarbij kwam nog, dat de groote kisten
niet geborgen waren in de daarvoor be
stemde laadruimte, maar eenvoudig op het
dek gestuwd waren. De boot was dus ietwat
topzwaar geworden. Toen dan ook plotseling
een sterke wind kwam opzetten en het schip
aan de breedtezijde aangreep, kantelde de
boot om en dreef ze met den stroom mee
naar het eiland toe. De negerbewoners
zagen van de kust van het eiland het drama
op de rivier afspelen. Talrijke inboorlingen
van den stam Bangala schoolden op het
strand samen. Op de „Ville de Bruges"
bevonden zich 7 Europeanen en ongeveer
50 zwarten
Passagiers en bemanning, zoover ze ziob
van het omgekantelde schip konden los
wringen spartelden in het water, wild naar
hulp zoekend, in een verwarring om de
boot. De zwemmers trachtten het eiland
te bereiken. Toen begonnen de inboorlingen
aan de kust booten te bemannen en roeiden
de drenkelingen tegemoet. Deze geloofden
natuurlijk hulp nabij. Maar toen kwam de
ontgoocheling. De nader roeiende Bangala's
dachten er dan ook anders over. Hoe konden
ze zich van de in het water drijvende waren,
de stoffen, paarlen en andere schatten
meester maken, zoolang de Europeanen nog
leefden? Daarom riepen ze elkaar uit de
booten toe, om de in het water zwemmende
Europeanen dood te slaan
En nu volgde dan ook weldra een bloedig
tooneel Op de hoofden der arme blanken,
die in de rivier zwemmend de redding nabij
dachten en hunne armen om hulp uitstrekten
naar de booten der inboorlingen, sloegen
de roeispanen der zwarten weer neer. Sui
zend vlogen de houten stokken door de
lucht om met kracht op de haifverdronkenen
neer te komen. Toen werden de slachtoffers
bewusteloos uit het water op land getrokken.
De bemanning van zwarten aan boord liet
men in leven. Wat er vervolgens zich aan
land afspeelde is niet precies uit te maken,
zeker is het, dat de kannibalen de lijken
opgegeten hebben. Dit hebben de geredde
zwarten van de „Ville de Bruges" bevestigd.
Slechts de machinist van de stoomboot,
een Fin, had zich naar het tegenover Uka
turaka gelegen eiland al zwemmende kunnen
redden. Daar werd de man drie dagen later
uitgeput en half uitgehongerd gevonden
door de menschen, die van Lissala uitge
zonden waren om naar overlevenden te
zoeken. Onder de opgegetenen behooren
ook de kapitein van het stoomschip en een
Italiaansch luitenant, die na vierjarig ver
blijf in den Gongostaat, juist zijn verloftijd
zou benutten voor een reis naar zijn vader
land. De jonge man zou in Europa in het
huwelijk zijn getreden.
Al heeft men hier dus met een duidelijk
geval van kanibalisme te doen, schijnt de
honger naar menschenvleesch niet uitslui
tend het motief voor den moord te zijn
geweest. De Congo-regeering kan in geen
geval verantwoordelijk worden gesteld voor
die daad der inboorlingen. Bij dezen wekte
het gezicht der doodgeslagen Europeanen
op tot het botvieren der oude kannibalis
tische lusten, welke de regeering en de
christelijke missies hen al hadden leeren
afwennen.
Dadelijk na de gebeurtenis werden de
troepen gezonden om de moordenaars te
grijpen en alle eilanden van de rivier,
welke op dat punt buitengewoon breed is,
af te zoeken. Slechts de reeds genoemde
Fin werd nog levend aangetroffen".
De moordenaars werden streng gestraft.
Een groot aantal mensoheneters, die mee
gedaan hebben, zijn reeds aangehouden.
Vier negerhoofden, die het feest bijwoon
den, werden ter dood veroordeeld en opge
hangen in het kamp van Lissala.
Twee andere negerhoofden zuchten in de
gevangenis te Boma. Zij worden van tijd
tot tijd aan de inlanders tentoongesteld,
als afschrikwekkend voorbeeld. Vermoede
lijk zullen ze wel eindigen als de vier reeds
genoemde van het kamp van Lissala.
De vangst van mosselzaad op de open
gestelde platen op de Ooster-en Wester-
schelde is niet meegevallen. Het broed
was over het algemeen nog te kleiD om
verhandeld te kunnen worden. De meeste
visschers zijn dan ook van meening, dat
de opening der banken minstens een maand
later had moeten geschieden.
Ondank is 's werelds loon.
In de zitting van het eerste kantonge
recht te Rotterdam stond een jongen terecht
ter zake het zwemmen in de Leuvehaven,
zijnde dat water niet door B. en W. aan
gewezen om in te zwemmen. Dit feit zou
niet vermeldenswaardig zijn ware het niet
dat het zwemmen een geheel andere reden
had. Er lag namelijk zooals bij de be
handeling bleek, en wat het O. M. niet kon
weten daar het anders zeker geen gevolg
aan het verbaal zou hebben gegeven een
persoon te water die om hulp riep. Velen
stonden aan den kant en beklaagde, zich
geen oogenblik bedenkende, sprong te water
om den drenkeling te redden. Natuurlijk
zwom hij daarheen, en maakte zich dus
schuldig aan overtreding der verordening,
altijd wanneer de bedoeling van het ver
bod ook in dien zin zou opgevat moeten
worden. Dit was niet de meening van den
kantonrechter die zeide dat zulk een ver
balisant ontoerekenbaar is, en evenmin
van den ambtenaar van het O. M. die vrij
spraak vroeg.
De beklaagde thans in garnizoen te
Breda was voor de behandeling overge
komen Volgens zijn reispas moest hij direct
na de behandeling naar zijn garnizoen
terug. De kantonrechter vond dat wel wat
hard, gaf hem verlof naar zijn ouders te
gaan, en teekende in dien zin de reispas af.
Voor de vacaïrfiekamer der Bossche recht
bank stond onlajigs terecht dhr. H. E. K.,
71 jaar, geboren te Breda ien wonende)
in Den Haag. De gedaagde is gepension-
neerd raad-adviseur bij het departement
van Oorlog en ridder van den Nederi.
Leeuw, en stond terecht omdat hij in 1907
zijn dochter, die verpleegd werd in het
krankzinnigengesticht te Coudewater, toen
hij met haajr een wandeling maakte, had
megenomen naar zijn huis. De reden, die
hem tot dit feit aanspoorde, was ziekte
van zijn vrouw, die wellicht volgens den
dokter slechts dagen, hoogstens enkele we
ken te leven had, ten die terg te lijden
had onder de gedachte, dat zij haar kind
niet meer zou weerzien en ten slotte nog
enkel en alleen mieter door haar dochter
wenschte verpleegd te worden.
De vader had zijn dochter op gemelde
wandeling heel normaal gevonden ten be
sloot toen haar mee te nemen om het
lijden zijner vrouw" te verzachten. Moest hij
den officieelen wieg bewandelen, om die
invrijheidstelling zijner dochter te verkrij
gen, dan was daar zooveel tijd mee ge
moeid, dat de moeder al dood zou, zijn,
eer de dochter thuis kwam.
De geneesheer-directeur van Coudewa-
ter had den vader wiel permissie gegeven
tot de wandeling, maar had een verzoek
om haar mee te mogen nemen pertinent
geweigerd, omdat hij daar geen bevoegd
heid toe had. De gedaagde zeide, dat hij
moreel overtuigd was, goed te hebben ge
handeld en had er geen spijt van, wijl
de dochter haar moeder uitstekend ver
zorgd en verpleegd heeft in haar ziekte en
zoo haar lijden heeft verzacht.
De officier, er op wijzend, dat de wet
voor een feit als dit enkel gevangenis
straf oplegt, vroeg, hoewel ongaarne, teen
gevangenisstraf van acht dagen. De pnesi-
'dent der rechtbank ried den gedaagde aan,
om, ingeval een veroordeeling mocht vol
gen, aan H. M. de Koningin gratie te vra
gen, die zeer zeker aan een dusdanig
verdienstelijk ambtenaar niet zou, worden
geweigerd:.
Met de leiding van het voorbereidend
militair onderricht wordt te Middel
burg, Goes, Kapelle en Wisse-
kerke belast de 2e luitenant J. M. W.
Wens.
MIDDELBURG. In de heden gehouden
vergadering van de afdeeling Walche
ren der Zeeuwsche M jj. var land-
bouw, deelde de zuivelconsulent mede
dat hij voornemens is dezen winter op
verschillende plaatsen lezingen te houden
over het nut der oprichting van coöpera
tieve zuivelfabrieken.
Besloten werd het volgend jaar wederom
een verloting te houden van Paarden,
Landbouwwerktuigen enz.
GOES. Geboren: 26, Adriana d.v. Ja.
cobus van de Kreebe en Tona Verhage.
Lodewijk Johannes z v. Antonie Klejjn
en Anna Johanna Catharina Ratering.
Van 2628 Sept.
MIDDELBURG. OndertrouwdS. Koster,
jm. 23 j. en M. J. van Loopik, jd. 22 j.
BevallenJ. O. van de Garde, geb. Ham-
macher, d.; A. Vroon, geb. Van den Hoek,
d.; L. van der Welle, geb. Sinke, z.P.
Boone, geb. Provoost, d.S. C. Will, geb.
Roose, d.; S. Nijholt, geb. De Koster, d.;
W. Franse, geb. Stroo, d.; C. H. Poer-
stamper, geb. De Schrijver, d.
Overleden: G. Alberts, 73 j. wedr. van
P. van Lakwijk.
Van 22—26 Sept.
VLISSINGEN. Ondertrouwd: P. Riet-
kerk, jm. 27 j. met M. C. P. Sjjtor, jd. 25 j.
J. Puijpe, jm. 26 j. met J. de Vroe jd- 28 j.
N. Versluijs, jm. 28 jmet CM Robas, jd.
25 j. H. P. A J. Buijs, jm. 28 j met A. P.
M. Florschütz, jd. 25 j. W. Scherpenisse,
jm. 23 j. met J. M. Montezaan, jd. 23 j. J.
A. Hollaers, jm. 25 j. met G. M. van Bragt,
jd. 28 j.
GetrouwdW. F. Meulmeester, jm. 35 j.
metM F. van der Eijk, jd 24j.A. Francois,
jm. 28 j met C Theune, jd. 27 j.
Bevallen: M. A. Gelijn, geb. Klijnsoon, z,
J Houmes, geb. Zuijdwegt, z. C. M. A. Daal
huizen, d. J. van Reems, geb. Van Hout, z.
OverledenE. J. Blaas, z. 5 m. K. A
Swart, d. 4 jaar.
ZIERIKZEE. Geboren: 20, een zoon
van W. den Herder en A. van Westen-
brugge,
Overleden18, C. M. Bakker, 23 j
ongehuwde zoon20, C. Neerhout, 46 j.
echtgenoot van E. Goudswaard24, P
Hak, 2 m., zoon.
Als levenloos aangegeven 18, een doch
ter van M. van Strien en H. de Valk.
Vcilingsvereeniging „ZUID-BE VEL AND".
Goes, 26 September.
Afvalappels 60 a 80 et., Afval-Peren
80 ct. a f 1, Soldat Laboureur f 3,25,
Princesse Nobel 1,80 a f 2,10, Afval-
Sterappels f 1,10, Fransche Sohijveling
f 1,15, Tuinzoes f 1,20 alles per kin, Beurré
Hardy 2 a 6 ct., Bonne Louise Aoranches
3 ct., Williams Duchesse 3 a 6 ctPom
poenen 25 ct., Cox Pomona 3 a 4 ct. alles
per stuk, Maagdepeer f 1,05 per mandje,
Nooten 36 ct. per 100.
Rotterdam, 28 Sept. 1908.
Tarwe ruimer ter markt dan de vorige
week, kon in goede en puike soorten on
veranderde prijzen opbrengen, moest in
mindere soorten lager worden afgegeven
en was niet alles op te ruimen. Per 100
kilo f 9 a f 10.75. Enkele uitgezochte par
tijtjes daarboven.
Rogge onveranderd per H.L. f6.10 a
f6 50. Voor de zaai daarboven.
Gerst weder onveranderd Zomer- en
Winter f8.50 a f9. Chevalier f9.50 a
f 10.
Haver kon hooger niet zoo vlug van de
hand. Voor goede f9.40 a f9 90. Mindere
f6.75 a f7.25.
Bruine boonen ruim getoondlager ver
kocht f 9.50 a f 10.40. Uitgezochte daar
boven.
Witte Boonen ruimer aanvoer onveran
derd f 10 a f 11.
Erwten bijna niet ter markt f9.50 a f 10.
Kanariezaad f 8 75 a f9.501)
Karwijzaad - 22.25 - 22.50
Blauw Maanzaad -11.11.25
Bruin Mosterdzaad - 31 50 - 32.
Geel -18.50 -20.50
Per 100 kilo.
Zeeuwsche Eieren f 4.80 k f 5.
Overmaasche Eieren f 5.k f 5.20.
Varkens 22 a 23s.
Licht soort 20 a 21.
Ruimer aanvoer, williger handel.
Aardappelen. Brielsche Kralen
f2,a f2.30, Geldersche Kralen f0.a
f 0,Zeeuwsche Eigenheimers f 1.30 a
f 1.60 Zeeuwsche blauwe f 1.80 k f2.
idem bonte fl.60 a f 1.80. Geldersche bl.
f 1.70 a f190.
Tamelijk aanvoer, tameljjk vraag.
Vlas. 270 st. wit, 1800 st. Groningsch,
560 Hollandsch.
Ajuin. 9000 H.L. aanvoer, groote bruine
f 2.40, stroogele f 2,20, Rijnb. f 2,30,
kleintjes f 3 60.
Op de te Z i e r i k z e e gehouden ten
toonstelling van „Landbouwbelang" zijn
bekroond voor Ruwarige Essex-tarwe, met
den len prijs Van den Bosch Co2en
pr. L. Duvekot Cz.Wilhelmina-tarwe: