No. 100
Dinsdag 25 Augustus 1908.
Vierde Jaargang.
IETESMELK,
SC HO RE.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
ibriek van
WONINGINRICHTINGEN, g
ing Prijscourant gratis.
J. STOKMAN, Groote
J. PEEMAN.
tsehaft in deze ook alle
tden en Flambards,
208, Breedje, Goes.
aan Suikerziekte.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
i/ERSE LIKEUREN.
J.SNIJDER,Goes
(TAPIJTEN, LINOLEUMS,|
EN, TAFELKLEEOEN, g
RDIJNEN, enz. M
den GRATIS GEMAAKT.
NG.
(mijn Café met Stalling
verzekerd bij de maat-
atschappij heeft getoond
:las maatschappij te f
js aanraad zich hij de i
X 50 c.M.
Badhuisstraat N 63,
VLISS1NGEN.
[vervaardigen van de
Iizaam aanbevelen.
r OLIEJASSEN, enz.
ug zijn vragen wij de
ezin, waarvoor u ter
wordt gemaakt op de
gwaartswerkande
verkrijgbaar zijn des-
tet Hoofdkantoor voor
^toonstelling te Weenen
tofwisselingsziekte te 's Gravenhag
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers A contant-0.05
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct, k contant.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjs.
Bij de Herstemming voor den
Gemeenteraad op 26 Augustus a.s.
bevelen wij aan de candidatuur
van den heer
IV. STERK.
De verhouding van de Katholieken
en Protestanten in Nederland.
I. Tot aan bet Monsterver
bond.
Het was niet zonder eene duidelijke
bedoeling, dat het bestuur van de Uuit-
sche Katholiekendagen een Hollandschen
spreker had uitgenoodigd om voor de dui
zenden verzamelde Duitsche Katholieken
de verhouding te bespreken van de Ka
tholieken en Protestanten in ons land.
Daags te voren immers had een Duit
sche redenaar den treurigen toestand ge
schetst, waarin nog vele Duitsche katho
lieken verkeeren; hoe daar nog altijd uit
zonderingswetten bestaan ten opzichte
van de Katholieken, vooral ten gevolge
van het wantrouwen, dat daar tegen hen
heerscht in invloedrijke protestantsche
kringen.
Geen wonder, dat het samengaan van
Katholieken en Protestanten in ons land,
tot verdediging van de gemeenschappe
lijke christelijke beginselen, iets is wat
den Duitscher haast ongelooflijk in de
ooren klinkt en toch ter wille van het al
gemeen welzijn ook door hen wordt be
geerd.
De spreker, door het bestuur der Ka
tholiekendagen uitgenoodigd, was Mgr. Dr.
Andreas Janssen, thans pastoor te Bunjnik.
Dr. Janssen begon met in herinnering te
brengen de onthulling van het monument
voor het Seminarie te Rijzenburg van den
ook in Duitschland bekenden Dr. Schaep-
man; hij bracht in herinnering hoe daar
mannen en vrouwen uit lederen stand,
van eiken godsdienst, van iedere partij en
richting waren samengestroomd; hoe de
hoogste geestelijke en wereldlijke autori
teiten aanwezig waren, om den Man te
eeren, die èn katholiek priester, èn katho
liek staatsman hij uitnemendheid was
geweest. s
De feestredenaar - ook ©en priester
kon dan ook in waarheid zeggen, dat hij
roemen mocht de grootmoedigheid, de
goede trouw van allen, die hier waren
saamgestroomd, van welke partij of rich
ting zij ook mochten zijn.
Zulk een toestand, als dit feit bewijst,
zal velen Katholieken en Protestantschen
Duitschers in de ooren klinken als een
sprookje uit een vreemde en betere wereld.
Van zulk een toestand is men in Duitsch
land nog ver verwijderd, ondanks de be
hartigenswaardige woorden door den dra
ger va.n het hoogste wereldlijk gezag en
door het Duitsche Episcopaat meermalen
gesproken.
Heeft kardinaal Ferrari eenmaal ge
zegd: „Germania docet" (Duitschland zij
ten voorbeeld) hier zou ik thans willen
zeggen: „Hollandia docet" (Nederland zij
ten voorbeeld) en dan bedoel ik met Ne
derland niet enkel het katholieke, maar
hel geheele christelijke volk in ons land.
Daarom dient het voorbeeld, door het
christelijk Nederland gegeven, niet enkel
voor de katholieken, maar voor alle g e-
1 o o v i g e christenen van alle landen te
gelden.
Tot bemoediging van alle geloovige
Christenen in Duitschland kan het feit
dienen, dat de overgang van de meest
verbitterde vijandschap tot dien van den
tegenwoordigen vrede het werk is geweest
van enkele tientallen van jaren.
In het midden der vorige eeuw kon
niemand zelfs hopen, dat binnen afzien-
baren tijd zulke toestand zou intreden.
Dat is een vingerwijzing voor allen, die
in Duitschland naar den vrede verlangen,
om niet te twijfelen.
Om den toestand van een halve eeuw
geleden duidelijk te maken, treedt spreker
in eene historische beschouwing van het
verledene. Hij acht dit noodig voor het
begrijpen van den toestand, maar verklaart
hierbij, plechtig, dat niets verder van hein
verwijderd is, dan de bedoeling, om zij
nen protestantschen laindgenooten de zon
den van 'hun vaderen tegenover onze va
deren voor de voeten te werpen.
Vanaf de invoering van het Protestan
tisme in ons Land tot aan de Franscthe
Revolutie, leefden de Katholieken in ons
Land, "wat de uitoefening van hun gods
dienst en burgerlijke rechten aangaat, in
de meest ergerlijke onderdrukking.
Onder den invloed van de vrijheids
denkbeelden der Fransche Revolutie werd
de constitutie van 1798 aangenomen, die
aan allen vrijheid van godsdienst en ge
lijke burgerrechten schonk. Maar nauwe
lijks was de vrijheidsroes voorbij, of er
ontstond eene hevige reactie, die alle ver
beteringen wilde tegenhouden.
Toen vereenigde het congres van Wee
nen de zuidelijke met de noordelijke pro
vincies.
Maar de eerste Koning van Nederland,
door onbekwame raadslieden omgeven, en
onverdraagzaam tegen de Katholieken,
nam zulke onverstandige maatregelen te
gen de katholieke bevolking, dat de af
scheiding der Zuidelijke Provinciën er het
gevolg van werd.
Juist in dezen tijd viel eene krachtige
herleving van het calvinistische volksbe
wustzijn, dat zich verzette tegen de door
voering der ideeën van de Fransche Revo
lutie, vooral verspreid door de vereeni-
ging „Tot nut van het algemeen".
Onder de leiding van Groen van
Prinsterer, geholpen door den begaaf
den dichter Izaak da Costa, werd het
Calvinisme krachtig en sterk in ons land.
Bij de constitutie van 1814 trachtten de
Calvinisten weerom hun oude overheer-
sching te behouden, maar dit gelukte hun
niet; den katholieken werd vrijheid ge
waarborgd.
Door den langdurigen strijd waren de
katholieken gestaald. Zij hadden ter wille
van hun geloof zooveel moeten opofferen
en ontberen, 'dat hun trouw beproefd was.
Met volle overtuiging waren zij'kinde
ren der oude Moederkerk, trouw aan hun
geestelijke leiders, in oprechte liefde on
derworpen aan den Paus.
Betere dagen braken voor de katho
lieken aan, toen onder Willem' II, na lan
gen strijd, de Constitutie van 1848, liberaal
in den goeden zin, werd aangenomen.
Onmiddellijk gingen nu de katholieken
aan het werk tot vorming eener eigen
partij.
Van de 70 Kamerleden der toenmalige
Kamer konden de katholieken slechts
12 der hunnen gekozen krijgen.
Van de aanhangers der oude protestant
sche Staatskerk viel niets te hopen; daar
om verbonden zich de katholieken met
de liberalen, die geleid werden door den
grooten Staatsman T h o r b e c k e, die ge
lijke rechten voor de katholieken wilde en
nastreefde.
Het gevolg was het gelukkig herstel der
hiërarchie in 1853; dit was een gebeur
tenis van onmetelijk gewicht.
In Nederland geniet de katholieke kerk
eene vrijheid, waarvan men bijna geen
vermoeden heeft in zeker groot land, waar
men bij allerlei gelegenheden vol geest
drift kan zingen:
Freiheit, die Ich meine,
die mein Herz erfiillt.
Onder het donderend bravo-geroep der
vergadering kon D r. Janssen zeggem
In mijn vaderland, ik zeg dat met trots,
worden de bisschoppen door de kerkelijke
wetten gekozen in volle vrijheid; daar
benoemen de bisschoppen hun parochie
geestelijken en seminarie-professoren in
volle vrijheid; daar oefenen,deze hun ambt
uit in volle vrijheid; daar werken man
nelijke en vrouwelijke religieusen in volle
vrijheid.
Maar ook Jezuieten?? Zoo vraag ik in
uwen naam, evenals dr. Schaepman z.g.
op den 41en katholiekendag. En evenals
hij antwoord ik op dezen 55enook
Jezuieten.
Toch heb ik, die den geheelen heuge-
lijken ontwikkelingsgang van onze Kerk
heb medegemaakt van conflicten tusschen
Kerk en Staat of van duistere aanslagen
van de eerste op den laatste nooit iets
bespeurd I
Het was natuurlijk wel te verwachten,
dat het herstel der katholieke kerkelijke
hierarchic groote opwinding in het land
zou veroorzaken, maar de storm van ver
ontwaardiging en ontzetting, die opstak,
ging verre alle verwachting te boven. Ik
zal niet pogen, daarvan een beschrijving
te geven. Ik volsta met te zeggen, dat de
beide confessies nu nog scherper tegen
over elkander stonden dan ooit.
Hoe kwam het dan zoo spoedig eerst
tot een vreedzame verhouding en allengs
tot een eendrachtige samenwerking?
De hoofdfactor in dit merkwaardige
proces was de zorg van beide confessies
voor de positicf-christelijke opvoeding der
jeugd.
De schoolstrijd in Nederland, thans
tenminste in principe beslist, verdient een
meer grondige behandeling op een Duit-
schen Katholiekendag, dan mij nu geoor
loofd is te geven. Want die schoolstrijd
voerde tot een principieele oplossing,
die consequent en practisch doorgevoerd,
recht doet aan de rationeele eischen van
alle confessies en alle niet-revolutioimaire
partijen, zooals dat overigens eisch is in
den modernen pariteits-staat.
Maar ter zake.
Ik stipte reeds aan, hoe van het begin
der vorige eeuw af de mannen der „ver
lichting" werkzaam waren, om door op
richting van vrije scholen en inrichting
der openbare, der gemeente-scholen, on
verschilligheid in godsdienstzaken te ver
spreiden. Nu nam echter na het midden
der eeuw de door de hulp der katholie
ken op het kussen gekomen liberale partij,
zooals dat overigens geenszins in Neder
land alléén gebeurde, allengs een meer
en meer doctrinair karakter aan en nam
190®
„NUTRICIA" te Z0ETERMEER
3
Verkrijgbaar bij
Limpy, huwelijksmakelaar.
(Slot
„Als ik ook eens overreden werd door
'n automobiel", peinsde hij, „en een arm
brak of een paar ribben, en hier inge
dragen werd om te genezen, zou ze dan
mijn haar ook zoo streelen en mij op die
manier aankijken" toen dwong hij zijne
gedachten weer in een andere richting.
„Hij is zoo'n aardige kleine jongen", zei
juffrouw Martin zachtjes, terwijl ze een
bijna onzichtbare plooi uit Limpy's kussen
streek.
Limpy's manke beentje, dat, zooals de
groote Vriendelijke dokter hem vertelde,
weldra zoo recht en sterk zou zijn als
het andere, zat onbeweeglijk in een gips
verband, en de dankbare, nooit klagende
kleine patiënt, wiens vroolijke glimlach
en grappige gezegden hem de vriendschap
van het heele personeel hadden bezorgd,
genas langzaam maar zeker.
Op een dag bukte juffrouw Martin zich
bewogen door een plotselinge ingeving en
kuste hem,
„Dat is heel aardig", stamelde Limpy
gelukkig, „niemand heeft mij nog ooit ge
kust".
Juffrouw Martin's bruine oogen werden
vochtig en haar arm om zijn hals slaande,
legde ze haar 'wang tegen de zijne.
„Arme kleine jongenI" zei ze zachtjes;
„arme, eenzame kleine Limpy".
Mijnheer Cochrane, die door alle kin
deren van de ziekenzaal ongeveer werd
beschouwd als een vermomde prins uit
het sprookjesland en wiens komst altijd
werd begroet met uitroepen van blijdschap,
verscheen een oogenblik later en juffrouw
Martin ging zoolang weg.
Nadat hij nauwkeurig zijn vracht van
prachtig speelgoed en mooie prenten tus
schen de kinderen had verdeeld, ging hij
naast Limpy's bed zitten.
„Als je weer beter hent, Limpy", zei
mijnheer Cochrane, die nooit halve dingen
deed, „dan kom je bij mij wonen. Je zult
een ezel en een karretje hebben, en naar
school gaan en bankdirecteur worden of
dokter, wat je maar wilt".
„Wel!" zuchtte Limpy gelukkig, „over
reden te worden door een automobiel is
iets heerlijks".
„Is er iets anders, wat je nog zoudt
willen?" vroeg mijnheer Cochrane. Ik zal
je alles geven, wat je vraagt, als je weer
sterk en gezond wordt".
„Er is maar één ding", zei Limpy in
gedachten. „Ziet u, mijnheer Cochrane, ik
heb nooit een moeder giehad. Al de andere
jongens hebben moeders, maar ik heb er
nooit een gehad en het is erg eenzaam
voor een jongen om geen moeder te heb
ben. Zoudt u misschien kans zien, mijn
heer Cochrane om mij een moeder te geven
in plaats van een ezel?"
„Arme, kleine bedelaar I" zei mijnheer
Cochrane zachtjes. „Nooit een moeder
zij haar toevlucht meer en meer tot secta-
rischc handgrepen.
Zelf in een onverdraagzame sec.te ont
aardend, trachtte zij, aan de vrije, confes-
sioneale scholen het bestaan onmogelijk
te maken, door een lager-onderwijswet,
die de neutraliteit der openbare school
verordende en aan de door de ouders ge
stichte en onderhouden vrije, confessio
neel e scholen elke subsidie uit staats- of
gemeentekas weigerde.
De duidelijke opzet, was, het in zijn
groote meerderheid nog positief-christe-
lijke volk te „verheffen" tot een „christen
dom boven geloofsverdeeldheid", d. i., om
het juiste woord te gebruiken, tot een
christendom-in-naam.
Natuurlijk sneden de katholieken nu het
tafellaken tusschen hen en de ontaarde
liberalen door en nu begonnen zoowel de
katholieke partij, als de door Groen van
Prinsterer gestichte anti-revolutionnaire
partij een hetdhaftigen kamp voor de „be
vrijding der schooi en de gelijkstelling van
het bizonder onderwijs met het openbaar
onderwijs", doordat zij met onnoemelijke
offers christelijke onderwijzers vormden,
eigen confessioneele scholen stichtten, en
bij de verkiezingen de liberalen met alle
kracht bestreden.
In een volgend nummer geven, wij het
slot der rede, waarin het samengaan van
katholieken en protestanten in het zooge
naamde „Monsterverbond" uiteengezet
wordt.
Lourdes.
De vorige week heeft Lourdes het hoog
tepunt der feestelijkheden van zijn gou
den jubilé bereikt: de Fransche natio-,
nale bedevaart is daar met duizenden,
tienduizenden geloovigen en honderden,
zieken, die dag aan dag de oefeningen|
volgen.
lederen dag te ongeveer 8 en 2 uur
baden der zieken, te 10 uur Hoogmis,
te 3 uur Lof, te half vijf H. Sacraments
processie met zegening der zieken, des
avonds te 8 uur fakkelprocessie.
Het waren de paters Assumptionisten,
dezelfden, die als eerste slachtoffers der
huidige Kerkvervolging nog onder Wal-
deck-Rousseau uit hun pers-werkplaatsen
werden verdreven, die het eerst de ge
dachte aan een nationale bedevaart heb
ben opgevat. Deze gedachte werd gewekt
door een manifestatie, die den 6en Octo
ber 1872 te Lourdes plaats vond.
In tegenwoordigheid van zes bisschop
pen en duizend priesters en religieuzen en,
van 26 leden van het Parlement trok een.
stoet van de oude, thans niet meer be
staande parochiekerk, paar de toen nog
niet voltooide basiliek.
Daarboven schitterden 252 banieren, uit
alle deelen van Frankrijk saamgebracht.
Twee daarvan echter vertoonden geen goud
noch edelgesteenten; de een was van.
zwart fluweel, de andere met krip om
floerst; ze kwamen uit Metz, uit het zoo,
pas verloren Elsas-Lotharingen. Tranen,
welden uit de oogen.
Een merkwaardige ontmoeting wordt uit
Lourdes aan de „Patriote" gemeld.
Schrijver bevond zich den lOen Augus
tus, in het bureau der constateeringen,
toen twee jonge meisjes binnentraden:
in zeer eenvoudig reiscostuuin, met aan
had. Ik denk Limpy, dat we er wel ©en
voor je zullen kunnen vinden. Weiet je
ook een, die je de voorkeur zoudt geven?"
„Ik geloof dat juffrouw Martin een heel
goede moeder zou zijn", veronderstelde
Limpy. „Zij kuste mij vanmiddag en ie
mand andere heeft mij nog nooit gekust".
„Limpy", zei mijnheer Cochrane ernstig,
„je bent een 'zeer oordeelkundig jong-
mensch. Er is niet de minste twijfel, of
juffrouw Martin is de beste moeder, die
zoo'n kleine jongen als jij bent, kan heb
ben. Zal ik er haar over spreken, Limpy?"
„Ja, alstublieft, mijnheer Cochrane", zei
Limpy vol vuur.
Juffrouw Martin verscheen weer, juist
toen de bezoeker opstond om te, vertrekken
en streelde Limpy's btoeke wangetjes met
haar zachte hand.
„Juffrouw Martin", zei mijnheer Cochra
ne ernstig, „ik zal trachten een vader
voor Limpy te zijn. Hij zal bij mij komen
wonen, zoo gauw hij genezen is".
ge_ „O, wat ben ik daar blij om!" riep de
een blauw lint de medaille der kinderen
van Maria. Zij kwamen afscheid nemen
van Dr. Boissarie.
Deze wees op haar, een gesprek werd
aangeknoopt en het bleek dat een der
beiden een zeer merkwaardige genezen©
was.
Zij heette Stephanie Proteau en kwam
uit Boissiere de Montaigu in Vendée.
Toen ze 15 jaar was, nu twee jaren ge
leden, werd ze ernstig ziek aan longaan
doening en een gezwel aan de knie
verschillende medici behandelden haar,
maai- de kwaal breidde zich uit, de pijn
werd sterker we lezen van allerlei toe
stellen, die werden aangebracht om de
atrophic der onderste ledematen te koeren.
Eindelijk deed ze de gelofte, indien
het zou strekken tot de eer der H. Maagd,
en tot een christelijk leven, dat zij, werd
ze genezen, te voet naar Lourdes zou
gaan en terug, te voet, van de Pyreneeën,
naar de Vendée. Zij drinkt een weinig
water van Lourdes, dat haar schijnt te
branden, ze is genezen, zóó hersteld, dat
ze zonder eenige pijn den afstand van
600 kilometers naar Lourdes afleggen kan.
Vier en dertig dagen duurde de reis:
des morgens werd de 11. Mis bijgewoond,
en gesterkt door de H. Communie, trok
ken ze voort, biddend, zingend, rustende.
Thans werd de terugreis aanvaard, die
nog niet is volbracht. Maar voordat zij
vertrokken hief een priester het Magni
ficat aan en in een hooge ontroering stem
den allen daarmee in.
Dan stapten ze dapper op pad.
Met de groote nationale bedevaart zijn
thans te Louixles 350 genezen en aan
gekomen, die van ongeneeslijke kwalen en
gebreken op wonderbare wijze werden her
steld. Daar is de postbeambte die te An-
goulême bij een spoorwegongeluk zoo
zwaar werd gewond, dat de spoorweg
maatschappij hem een groote schade-ver
goeding toekende en die twee jaren later
tijdens de processie met het Allerheiligste
zich geheel genezen gevoelde.
Daar is de eerw. zuster Maximilien uit
Marseille, wier herstel door kardinaal An-
drieu na grondig onderzoek miraculeus
is verklaard; daar is Mevr. Broussin, die
ziek naar Lourdes gegaan, zóó terugkwam,
dal haar eigen zoon haar niet herkende;
thans ook nog in blozenden, welstand.
Meer dan 1000 zieken zijn thans geko
men, vol hoop, maar ook vol geloof dat
Gods goedheid zich vaak betoont in het
niet-verhooren onzer gebeden.
Een der bedevaarten heeft onderweg
ernstigen tegenspoed gehad:
Bij het station van Beau is een trein
met pelgrims van Parijs naai* Lourdes op
een goederentrein ingereden. Er werden
15 reizigers gewond, van wie er 11 in le
vensgevaar verkeeren.
Fiat voluntas
Verwereldlijking der Kerke
lijke gebouwen. Het klein-seminarie
van Lisieux is op het oogenblik onder
de handen van liquidateurs. De nieuwe
eigenaars haasten zich alle teekenen, die
aan zijn-vroegere bestemming zouden kun
nen herinneren, te doen verdwijnen. Een
ooggetuige beschrijft dit werk van ver
wereldlijking als volgt:
Dinsdags had men reeds het ijzeren
kruis afgezaagd, dat het hek bij den in
gang bekroont, evenals de drie steeneji
kruisen van de sacristie.
Woensdagmorgen zaagde men het stee-
nen kruis van het oostelijk transept af:
verpleegster over Limpy's krullen strife
kend. J
„Maar er is nog iets anders, dat hij
heel erg noodig heeft", vervolgde mijnheer
Cochrane.
„Weet u, juffrouw Martin, de arme
kleine jongen heeft nooit een moeder ge
had en een jongen mist het beste deel
w11 Lleven' :Us hij geen moeder heeft.
We hebben er samen over gepraat en
Limpy en ik willen beiden heel graag
dat u zijn moeder wordt".
Juffrouw Martin's mooie' bruine oogen
keken van Limpy's verlangend© oogen naar
liet even verlangende gezicht aan den
anderen kant van het bedje.
Toen glimlachte ze even en hoog zich
over Limpy om een kus te drukken op
zijn wang.
„Als Limpy het wenscht", stemde ze
zachtjes toe. „Hoera!" riep Limpy uitbun-
dig, „wat zal dat heerlijk zijn I"