MOBillJl agazijnen. raaf Ho. k 120. foppen jntf ïwasseherij „DE ZOOM", ijnen en Sterke Dranken NIEUWE 2EEUWSCHE OLIE VWINGIMfflU. EK, GOES voorradig in mtsoorten. - fiöftS. Ir Naaimachine. ZE IN USEN. IJZEN - 36, MIDDELBURG. BIJVOEGSEL FEUILLETON vering Prijscourant gratis. ISSELBERGS Czn.f Bergen-op-Zoom. BETESMELK. s aan Suikerziekte. Een practisch woord van den Antwerpschen Burgemeester. De Zwarte Opaal. BUITENLAND fabriek van van TAPIJTEN, LINOLEUMS ETTEN, TAFELKLEEJEN, g GORDIJNEN, enz. P$ morden GRATIS GEMAAKT. 'ff TELEFOON INTERC. 24. R ij t u i e n e r ij ende voor hare rekening a-naam voortgezet. ren steun en uwe begun- rompte bediening. MOLHOEK-Donga. >P AFBETALING. ongeveer 14 dagen berekenden, r. Het onderricht zal door eene hiervan spoedig mondeling of Opgericht in 1882. ent de eerste familie's in Zeelaüd. leelkundige behandeling der goederen. Itreffelijk ingericht volgens jaren- Ipractische ervaring. jscourant en inlichtingen gratis. fenten voor Goes en Omstreken IR. FAGEL. ••••••••••••••••••••MM KOOPT bij IBALJÉ te Goes. tandarts Regensburg deren Dinsdag van 124 uur te lteeren of te ontbieden voor alle DZIEKTEN, KUNSTTANDEN enz-, by leer Schneider, St. Jacobstraat, Stofwisselingsziekte te 's Oravenhage. sntoonatelling te WeencnlöO® I „NUTRICIA" te ZOETERMEER behoorende bij de van Zaterdag 1 Augu&tus 1908. De Burgemeester van Antwerpen, de lieer Herzogs, heeft bij gelegenheid der jongste Vadevlandsche feesten tot de kin deren, die aan de festiviteiten deelnamen de vólgende gulden woorden gesproken, die ook hier wel mogen worden vernomen Lieve kinderen, wanneer ik u hier zoo> frisch en netjes voor mij zie staan, de Pieis- jes zoo lief en de jongens zoo flink, dan, gaat mijn gedachte naar uwe zorgvolle moeder, die voor dag en dauw voor u al in de weer was, getooverd heeft met. lin ten en strikken zooals zij alleen dat kan. Hoe lang werd er thuis al niet gezorgd voor dezen dag en hoe werd bij vielen tower de laatste cent uitgespaard, omdat moe der u zoo gaarne schoon ziet, en zij daar voor gaarne zelve iets mist dat al zoolang moest uitgesteld worden. Geen van die moeders of zij heeft u onder een glimlach zien huiten gaan en met begrijpelijken trots bij zich zelve ge zegd mijn kind zal wel het schoonste zijn. Voor die bezorgdheid, voor die op offering, breng ik aan deze voorbeeldige vrouwen mijn warmste hulde. Onze moeder... Hoe zuilen wij ooit dankbaar genoeg kunnen zijn voor al het- gene zij Voor ons deed. Ik kan niet beter al mijnen eerbied voor haar uitspreken dan met de gulden spreuk te herhalen, die ik onlangs, hij het bezichtigen eener tentoon stelling van werken der leerlingen, in een onzer schoolgebouwen, opmerkte, en die mij zoodanig trof dat ze mij haast woor delijk is bijgebleven: Er is een wezen waar tegenover wij altijd in schuld zul len blijvende heilige vrouw die wij moeder noemen. Ik weet. het. wel, gij ziet uwe moeder gaarne, en hoe zou het anders kunnen? Maar het ligt zoowat, in onzen aard dat wij verlegen zijn om ons hartelijk te too- neu. Hoevelen uwer zouden er wel zijn die dezen .morgen hun moeder verlieten na haar een flinken kus 1e hebben gegeven voor al hare moeite? Ge wordt stilaan groote meisjes en jon gens, en een kus aan moeder geven, som migen vinden er al iets kinderachtigs in. Ge meent het. wel goed maar ge durft hel zoo niet laten zien en zonder dat ge 't weet verwijdert g' u stilaan van moeders schoot, zoekt elders vrienden en vermaken, want. ge acht u ook al te groot om nog onder toezicht te staan. Hoe zeer zult ge nochtans later gevoe- len dat ge geen betere vrienden hebt dan, uwe oudei's en als g' alleen zult staan in de wereld, wat zult ge dan dikwijls in een moeilijk oogenhlik denken: had ik vader of moeder nog maar eens om raad te vragen. En hier richt ik mij vooral tot de grootsten onder u, jongens en meis jes: als g'onder elkaar zijt, spreekt dan altijd van uw ouders als van iets hei ligs, als van wezens die boven uwe ge sprekken staan en aanziet, hpt als ieen vloek op de lippen uwer vrienden en vriendinnen, wanneer zij voor de schoonste woorden die in onze taal bestaanvader en moeder, omschrijvingen zoeken die ik noodt, dan piet afschuw heb hooren noemen. Moeders en Vaders, ge laat tegenwoor dig uwe kinderen Ie vroeg los. Er gaat. zooveel van de huiselijkheid verloren. Ik weet het wel, de jeugd moet zich ontspannen en oefenen, maar hoe gemak kelijk kan dit. gebeuren onder uw oog, zonder daarom de eigenliefde van het. kind door een al te slaafsoh toezicht te hinderen: Waarom maken we ons niet meer tot. vertrouweling, gij moeders van uwe dochters, gij vaders van uwe zonen? Laat ons jong zijn met. hen, belang stel len in hun spel en in hunne liefhebberijen en zoo worden we hun groote kameraad en kunnen we hen stilaan vertrouwen „Nu wij toch spreken over onschuldige lieden in de gevangenis", zeide No. Tweei en Tachtig, „moet. ik u eene merkwaar dige gebeurtenis vertellen, die zich voor deed toen ik, jaren geleden, hier pas op gesloten zat. Ik zat dus in mijn cel en mijn buur man daarnaast was voor het oogenhlik een gewezen heer, die wegens valschhoid in geschrifte veroordeeld was tijdens de zelfde zittingen der rechtbank als ik. Hij was zeer in zichzelf gekeerd en een on- gezellige klant, zoodat ik mij ook geen: moeite gaf te vragen waar hij gebleven was, toen ik op zekeren dag zijne Cel ledig zag. Enkele maanden later vatte ik, onder den arbeid buiten, een zware koude jen zond de dokter mij naar het hospitaal, waar ik na verloop van eenige dagen genoegzaam herstelde om heiast te wor den met. de gedeeltelijke verzorging van een kameraad die er voel slechter pan toe was dan ik en in wien ik mijn vroe- geren buurman herkende. Niemand, met vragen ides levens, die zij nu zoo dikwijls moeten leeren uit verdachten mond. Tegenwoordig leven zoovele jongens al leen voor sport en vergeten dat er daar buiten nog een andere wereld is. Nu is er niemand, die meer dan ik zelf lichaams oefening voorsta, maar er is ook nie mand, die zoozeer als ik overdrijving af keur. De strijd om hot bestaan eischt dat we onze aandacht aan zooveel verschil lende vraagstukken wijden; wij moeten onze kinderen op dien strijd voorberei den en zijn plichtig wanneer wij huin jong leven laten vergooien alleen aan het ver maak. Daarom, moeders, maakt het te huis gezellig: vader zal niet. denken aan uit gaan en de kinderen zullen het zoo be- hagelijk hebben, vertrouwelijker worden, zich nog meer aan u gehecht, voelen, en vooral hartelijker met u zijn. De toestanden zijn zoo, dat er velen in de toekomst hun bestaan op verre we gen zullen moeten zoeken. Wie daarvoor voelt, sla breed de vleugelen uit, want voor hem die durft, en het werken niet schuwt is het geluk nog te grijpen. Welnu, hoeveel sterker in moeilijker oogenbiik- ken zal degene zich voelen die dan eens vol genegenheid aan tlniis denken kan vooral hij die weet rial men te huis met evenveel genegenheid kan denken aan hem. Dan blijft er een bami bestaan, en de gedachte aan huis zal hem op zekere tijdstippen terug naar den haard drijven. Zie eens rond ons hij twee groote volke ren, het Engelsche en het Duitsche. Stout trekken zij de wereld in, maar alle jaren lokken hen de goude lichtsterretjes uit den groenen kerstboom naar huis en zij voelen zich weder kind in- moeders huis en vergeten er zooveel dagen van zorg en kommer. Wij leven te veel builen huis en waar kunnen we meer oprechtheid en openhar tigheid vinden dan er binnen. Vaders en moeders, laat ons ook de lichtjes in den groenen kerstboom ontsteken; dan kwee ken we zooveel goeds voor heden en zoo veel aangename herinneringen voor later. Begrijpt, go mij ten volle Laat geen enkele gelegenheid voorbijgaan om 't huishouden in een feestelijke stemming te hebban Moeders, viert, vader met zijn feestdag, want, al laat. hij het niet zien, hij is er zoo gevoelig voor dat ge hem erkentelijk zijt. voor zijn werken, en zwoegen; viert de kinderen, viert andere feestdagen., viert ze naar het vermogen uwer beurs, zonder groote uitgaven, maar viert, ze har telijk en 't zullen dagen van vreugde zijn. En als deze dag voorbij is, denk dan maar eens goed na. op hetgene gij hier gehooid hebt en volgt gij het na, dan zult gij opgroeien tot brave menschen en zult. gij tot fierheid worden van ons va derland. gaerdt, beloofd na. het. reces deze vraag aan den Minister voor te leggen. De heer Bogaerdt, die geruimen tijd in Indië werkzaam was, sprak in zijn ant woord over deze zaak, waarvoor zijn tus- schenkomst was ingeroepen, nog over do Zusterscholen in Ned. Indië. En volgens het. verslag in het „Da g b 1. va n Noordbra b an t" zei hij daar van hel volgende: ,,'tZou in Indië onbestaanbaar zijn, een school met uitsluitend katholieke leerlingen. In de Zusterscholen wordt daarom katholiek onderwijs op neutralen grond- slag gegeven en dat onderwijs is zoo uitmuntend, dat zij die anders ons 'tfelst bestrijden, lnin kinderen ter op voeding geheel aan die Zusterscholen, toevertrouwen. Door neutraal katholiek onderwijs op de scholen te geven, do-el toten aan het onderwijs niet. te kort. Indië geeft daarvan de beste voorbeel den". Het. zou ons niet. ongewenscht voorko men, indien hel Kamerlid voor Breda, deze zijn woorden ietwat, scherper wilde be lichten. „Katholiek onderwijs op neutralen grondslag" zelfs in Indiëen „neu traal Katholiek onderwijs" dat zijn ter men, die minstens vreemd in het ooi- klinken. Neutraliteit in de Openbare School Voor de openbare scholen mei geheel katholieke bevolking is het een vraag van groot gewicht, of het. onderwijs neutraal moet. zijn in ah sol ut en zin, d. w. z. dusdanig, dal. men rekening moet hou den met. de kinderen van bijv. Protes tanten of Israëlieten, die niet op school zijn, maar er k u n n e n komenof wel, dat het. onderwijs relatief neutraal kan zijn, zoodal men enkel te rekenjetn heeft. met. de kinderen, die er w e r k e 1 ij k school gaan. De Minister van Binnenla.ndsc.he Zaken in het vorig Ministerie, de heer Hi nk had verklaard, dat relatieve neu traliteit voidoendc was. Toch schijnt, men in onderwijskringen; nog niet. voldoende zekerheid te bezitten over de vraag, wat door relatieve neutra liteit. verstaan wordt, en hoever men gaan mag met katholiek onderwijs 1e geven in scholen met uitsluitend katholieke hevol king, wat b.v. voor Zeeuwsch VI a a n- deren van belang is. Deze vraag werd Ier sprake gebracht in de vergadering van den B. K. Onder wijzersbond in hel bisdom Breda. Om lot zekerheid te komen heeft het. Kamerlid voor Breda, de heer Bn- Zie onder Binnenland. UIT *>E PEPh „Als de grijsheid daar is." Onder dit opschrift lezen we o. m. in „de Standaard": „Er is iets bedroevends in, te zien, dat de Minister van Justitie zich dezer dagen beroepen heeft op een wetenschappelijke verklaring van Prof. Winkler, om aan te toonen, dat rechterlijke ambtenaren boven 65 jaar feitelijk onbruikbaar zijn, wijl met hen de rechtspraak niet meer vlotten wil. Volgens tien professor toch begint de senesc.entie, de seniele aftakeling, op 50 jarigen leeftijd, en moet aan iemand hoven de 55 jaar geen belangrijke betrekking meer in handen gegeven worden. Over zulke wetenschap verheugen we ons niet, wijl zij niet geschikt is, den goe den, ja onmisbaren invloed te versterken die van de ouderen behoort uit te gaan op de jongeren, die maar al te vaak door het warme, jonge, krachtig kloppende leven gedreven worden tot dingen welke niet verstandig zijn. En toch toch zoude een ieder zich hier voor de resultaten der wetenschap hebben te huigen, indien althans die we tenschap waarheid ware. Want voor de kracht der waarheid moet. alles wijken. Maar wat do professor leert is gelukkig niet de waarheid. Want als men maar een open oog heeft voor de toestanden in het leven, dan ziet men hel met geziohtszekierheid, die bewijs voering uitsluit, dat de seniele aftakeling zeer zeker bij hen ,die in geestesarbeid hun kracht zoeken, niet. met. het 50ste jaar begint, maar dat juist de veertiger en vijftiger jaren het tijdperk van de volle mannelijke glorie zijn, en dat. wat ster kor klemt als normale regel juist in die periode de resultaten van de school des levens het duidelijkst beginnen uil. te komen. En het moge al zoo zijn, dat de ljchaams kracht langzamerhand afneemt en daar mede ook de geschiktheid voor allerlei betrekkingen, waarin de lichaamskracht eerste vereischte is; maar dat bewijst in geen geval iets ten opzichte van het ambt van treèhter, dal juist de meest mogelijke bezadigdheid, de bedachtzaamste levens wijsheid en den slrcngston ernst vordert. Het is een vreugde, een jong advocaat te zien, die, tintelend van geestdrift en strijdlust, hel voor zijn cliënt, opneemt, en een gloedvolle rede uitspreekt om diens zaak te winnen. Maar even groote vreugde is het, te zien, dat de weegschaal van het recht wordt ge houden door hen, hij wie do hartstochten zwijgen, en die door een welbesteed leven de groote wijsheid verkregen hebben, welke voor hel ambt, van rechter onmis baar is". FRANKRIJK. Reeds eenigen tijd is er groote roerigheid de Parijsche arbeiderswereld, met name in het bouwbedrijf. Reeds sedert het voor- j ar onderhandelen de werkgevers, die den ondergrondschen spooraanleg hebben aange nomen, met de werklieden over een loons verhooging. De eersten beweren, dat hun bestekken zijn gebaseerd op een bepaald loon, 't welk zij niet kunnen verhoogen, willen zij niet met verlies werken Daar tegenover besloten de arbeiders tot „saho- tage", en verminderden stelselmatig het kwantum van hun productie Volgens de akvereeniging der grondwerkers bedroeg deze vermindering 25 pCt., volgens de gemeentelijke autoriteiten 50 pCtvolgens de werkgevers zelve zelfs 75 pCt. De werkgevers verlangden een „wapen stilstand" van drie jaren, wanneer hun contracten zouden zijn afgeloopeDen toen alle onderhandelingen, in het bijzijn van gemeentelijke vertegenwoordigers gevoerd, tot geen resultaat leidden, dreigden zij met uitsluiting. Daarop antwoordden de arbei ders met het besluit te nemen, stelselmatig nóg minder arbeid te verrichten, naar ver houding van 't aantal ontslagen arbeiders. Bij deze gepannen verhouding tssschen werkgevers en werknemers in het bouwbe drijf voegde zich nog een groote ontevre denheid van de arbeiders over de wijze, waarop de regeeriDg tegen de stakers te Vigneux was opgetreden. Daar was een strike van zandgraversen Maandagmiddag kwam het tot een treffen tussohen de stakers en de dragonders. Eenige arbeiders hadden het werk hervat, werden althans beschuldigd door de stakers dat zij het werk hervat hadden, en werden om die reden mishandeld. De arbeidwiliige arbeiders vluchtten, riepen bescherming in van de dragonders, die een schuur, waar de mannen binnengevlucht waren, kwamen ontzetten. Zoo werd het dan Maandagmiddag een ware oorlog tusschen dragonders en stakers. De stakers lieten eenigen hunner mannen schermutselingen aanvangen met de regeeringstroepen, en inmiddels ging een vliegende colonne beproeven de werk tuigen in brand te steken van de zandgroe ven in de buurt. Maar de gendarmerie had den opzet gemerkt. Bij die zandgroeven is een vaste post gendarmes om de bezittingen der maatschappij tot ontginning der groeven te bewakenen de gendarmes kwamen aanzetten toen een stuk of zeven stakers juist een hoopje droog gras in brand hadden gestoken bij de werktuigen. De stakers vluchtten, kregen versterking, en werden aangevallen door de dragonders, die ze uiteen wilden drijven. Een der leiders van de staking ging daarbij heftig tegen een officier staan schelden; en toen de drag onders hem wilden inrekeneD, verzetten zich de kameraden hiertegen, en zoo kwam het tot een treffeD, met het gevolg, dat de leider en een groot aaDtal andere betoogers werden opgepakt Later op den dag werd er nog een gevecht geleverd, dat wederom uitliep op inhechtenisnemingen. Ei. nu hebben dan de revolutionaire Confederation du Travail en de Bond van Syndicaten in het bouwbedrijf, als protest tegen die arrestaties te Vigneux, de al gemeens staking in de bouw be- d r ij v e n afgekondigd. Of de Confederation zich echter zal wagen aan een nieuwe krachtproef, uit te oefenen dooreen al ge- me e n e staking in alle bedrijven, om aldus haar ouden invloed te herwinnen, staat te bezien. De tijden zijn er thans allerminst naar, om langs den weg van revolutie „het kapitaal" schrik aan te jagen en de regeering aan den kant van het losbandige proletariaat te brengen Gistermiddag half drie vergaderden de stakers te Vigneux, hij welke gelegenheid verschillende sprekers zich deden hooren. De meesten bevalen de directe actie aan Met. drie vlaggen voorop werd een op tocht gehouden. Aangekomen hij de brug van den spoorweg naar Mélun, trachtte een escadron dragonders zich voor den stoel te stellen, waarop revolverschoten weerklonken. Tot dusverre gelooft, men dat het schoten met los kruit waren. De betoogelts klommen op Se taluds van den die den man gezien had, toen hij voor zijne rechters stond, zooals ik deed, goed geschoren, sierlijk van houding en keu rig gekleed, zou hem weergevonden heb ben in dat. spookachtige wezen met. den) ongekamden baard en de vreeselijke, glim mende, koperkleurige huid, da,t daar vóór mij in bed lag en mij aanstaarde met. on verschillige doffe oogen. Ik kwam spoedig lot de ontdekking dat) hij lijdende was aan maagkanker, en dat, hij in het hospitaal was geweest sedert; hij de cel naast de mijne had verlaten en daar van dag tot dag achteruit was ge gaan. Op een avond, nadat, ik hem reeds eeni gen tijd achtereen had opgepast zat ik bij zijn bed, toen hij mij plotseling deed opschrikken door te zeggen„Dit is mijn laatste avond op aarde, vriend". „Onzin!" gaf ik ten antwoord. „De dok ter zeide van morgen nog pas dat je veel beter waart. Als je je misschien minder wel gevoelt, kan ik den verpleger roepen! en hem vragen den dokter te laten halen". „Neen, de dokter- kan mij niets geven,, om mijn geest, rust te schenken". Bij zeide dit op afgebroken toon, ter wijl zijne stem ai zwakker en zwakker werd en gaf mij thans een wenk hem te drinken te geven. „Je bent goed voor mij geweest", her nam hij, „en voordat ik heenga, wil ik je iets zeggen, dat je misschien verkor ting van straf en in elk geval een groote geldelijke belooning zal bezorgen". „Geef je daar nu geen moeite voor", zeide ik, pogende hem tot kalmte te bren gen; want ik was overtuigd dat hij ijlde, „daar heb je later nog allen tijd toe". „Ik zeg je dat ik den morgen niet meer haal. Val mij daarom dan ook niet in do rede; want terwijl ik even goed den di recteur kon laten halen, zeg ik het jou alleen, om je een dienst te bewijzen". „Het. zij dan zoogaf ik ten antwoord, „ik zai naar je luisteren en ik geef je mijn woord geen bruik van je bekentenis te zullen maken voor het geval dat je geneest, wat ik geloof en hoop dat zal gebeuren". „In de allereerste plaats", zeide hij, „wensch ik je te verzekeren, op hel. plech tige woord van een stervende, dat. ik vol komen onschuldig ben aan hel misdrijf, waarom ik veroordeeld werd. Ik mag mij echter niet. beklagen over mijn lot, want ik was schuldig aan een andere misdaad, waarvan ik, voor zoover ik weet, nooit ook slechts een oogenhlik werd verdacht. Mijne ziekte van thans is rechtstreeks hel gevolg van die daad eu voor mij zal het loon der zonde in den letterlijken zin des woords de dood van het lichaaml zijn". „Neem nog een slokje hiervan", zeide ik, het glas weder aan zijne lippen hren gende. Hij dronk een paar teugjes en ging toen voort: „Je zult je herinneren, hoe het onder mijn proces aan het licht, kwam, dat ik officier bij de Engelsche cavaJlerie was geweest, maar mij door geldelijke moeie lijkheden genoodzaakt had gezien mijn eervol ontslag uit, den dienst te vragen, om den post aan te nemen van ópperstal meester van den Maharajah van Dula poor, welke betrekking ik later had pp gegeven, om naar Engeland terug te koe ren. In de aanklacht werd beweerd, dalt ik naar Engeland was gegaan mot het vooraf beraamde plan de valschheid in ge schriften te plegen, waal-voor ik hier ben maai' aangezien ik dat misdrijf nooit pleegde, volgt daaruit, dat deze theorie even ongegrond was, als zoo vaak bij dergelijke aanklachten het geval is. Hel. feit is, dat ik met geen ander doel naar Europa overkwam dan om den zwarten Opaal van Dulapoor te verkoopen, dien ik gestolen had. Die steen is, zooaJs gij misschien wel eens gehoord zult hebben een kleinood geheel ©enig in zijn soort, spoordijk en zich met steenen wapenende, maakten zij zicli gereed daarmede den troep te bestoken. Er werd nu onderhan deld, maar hel. onderhoud leidde tot niets. Dragonders en kurassiers chargeerden daarop met de blanke sabelde betoogers werden verstrooid. Kort, daarop vermeesterde Vidal, de bij zondere commissaris, aan het hoofd der gendarmes de door de betoogers opgewor pen barricades. Generaal Vervaire verzekerde den pre fect van Seine en Oise, dat op de dragon ders en kurassiers, volgens de betoogers, een dertigtal schoten was gelost. De gene raal voegde, er aan toe, dat hij met de blanke sabel zou doen chargeeren. Door de troepen gevolgd, kwamen de betoogers aan een smalle spoorwegbrug bij "het station Villeneuve, waar zij de taluds beklommen. Daar de dragonders en kurassiers die taluds niet konden beklim men, werden zij door de betooglers ge hoond, die ook met, steenen wierpen. Gene raal Vervaire gaf toen last. af te stijgen en de taluds te beklimmen; een gevecht ontstond tusschen soldaten en betoogers, van welke laalsten er verscheidenen ge wond naai' Villeneuve moesten worden ge bracht. De soldaten ontvingen verschei dene steenworpen op hoofddeksels en ku- assen. Daar de betoogers nu een vijandige houding aannamen-, gaf de generaal last tot chargeeren. Ten slotte werden de betoogers teruggedreven, waarop zij op Villeneuve terugtrokken. Om 5 uur wierpen 'de be toogers barricades op; de prefect, verzocht, met spoed versterkingen te zenden. Bij het treffen schoot de troep eerst in de lucht en gaf vervolgens salvovuur af. Een officier, een dragonder en verschei dene betoogers werden gewond. Een bar ricade werd door 14 gendarmen onder een hagelbui van kogels vermeesterde Er wordt gemeld, dat 2 betoogers ge dood werdenonder de gewonden is een kapitein der gendarmerie. Twee betoogers beliepen schotwonden 'een journalist werd ernstig aan het hoofd gewond. Het heet, dat er een staker gedood is. De dragonders denken de barricaden te kunnen vermeesteren. De „Petit Bleu" verneemt uit Parijs, dat de leden van het Instituut voor interna tionaal recht zich bezighouden met het ontwerpen van een luchtrecht. Het regle ment zal weldra, door tusschenkomst van het permanent bureau van de conferentie in Den Haag, aan het oordeel der belang- hebbendemogendhedenonderworpenworden. De luchtschepen zijn verdeeld in twee klassen: Openbare en particuliere, terwijl de eerste klas onderverdeeld is in burger lijke en militaire ballons. Alle ballons moeten voo zien zijn van de kleuren van de natie, waartoe zjj behoaren en evenals de schepen, zullen zij in een register den naam van den schip per moeten invullen, een scheepsrol en een journal moeten aanhouden. Verder wordt het beginsel der „vrije lucht" gehuldigd. De luchtscheepvaart zal verboden zjjn binnen eeD grenszone van 1500 M. Iedere ballon, die zich in deze verboden luchtstreek beweegt, zonder machtiging zal als spion beschouwd en door de luchtscheepvaartgendarmerie aangehou den mogen worden. Dat laatste is speciaal iets voor ons land. ITA lil li De H. Vader heeft het verlangen uitge drukt een monumentaal orgel in St.-Pieter te zien oprichten en mits zeker voorbehoud in de bijzonderheden, bet ontwerp aan te nemen, reeds in 1868 opgevat door Cavaillé Coll en zeer gunstig beoordeeld door de Pausen Pius X en Leo XIII. Ongelukkiglijk was om verschillende redenen dit ontwerp tot hiertoe niet kunnen uitgevoerd worden. Een oude overlevering verbood, zegde men, instrumentale muziek in 'tbjjwezen van den Paus Men mocht niet raken aan de muren van Michel Angelo, door er eene tribune aan toe te voegen, noch ze blootstellen aan het reusachtig gewicht van twee-of driehonderd duizend kilogrammen. De grootheid van het schip verzette zich overigens tegen elke symphonische polypho- nie. En tal van andere tegenwerpingen dat den vorm heeft van een tor. Het zou onmogelijk zijn de waarde daarvan te schatten, want nergens op aarde wordt een steen gevonden, die hem ook slechts) eenigszins nabij komt. Hij was tot'een speld gezet en werd door den Maharajah evenals reeds sedert, eeuwen door diens voorouders was geschied als een amulet gedragen. Het spreekt van zelf, dat hij het. bezit daarvan ten zeerste op prijs stelde en ik ben overtuigd dat de- geen, die den steen aan den Maharajah terug bezorgt, een prachtige belooning zal ontvangen. Ik wil je daartoe in do gelegenheid stellen uit dankbaarheid voor je vriendelijkheden voor mij". Ik stamelde eene dankbetuiging en hij hernam „Ziehier hoe ik in het bezit, van den steen geraakte. Op zekeren dag liep Ik door hot vorstelijke park, hetzelfde pad volgende, waar even te voren de Mahara jah langs was gegaan; want hij had mij bij zich laten ontbieden. Op eens werd mijn oog getroffen door iels, dat op den grond lag t© schitteren. Ik raapte het op en zag dat het de opaal was, die blijk baar los was geraakt uit het goud waarin hij gevat had gezeten. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1908 | | pagina 5