MOBillJl
agazijnen.
raaf Ho. k 120.
foppen
jntf
ïwasseherij „DE ZOOM",
ijnen en Sterke Dranken
NIEUWE 2EEUWSCHE
OLIE VWINGIMfflU.
EK, GOES
voorradig in
mtsoorten.
- fiöftS.
Ir Naaimachine.
ZE IN
USEN.
IJZEN -
36, MIDDELBURG.
BIJVOEGSEL
FEUILLETON
vering Prijscourant gratis.
ISSELBERGS Czn.f Bergen-op-Zoom.
BETESMELK.
s aan Suikerziekte.
Een practisch woord van den
Antwerpschen Burgemeester.
De Zwarte Opaal.
BUITENLAND
fabriek van
van TAPIJTEN, LINOLEUMS
ETTEN, TAFELKLEEJEN, g
GORDIJNEN, enz.
P$
morden GRATIS GEMAAKT.
'ff
TELEFOON INTERC. 24.
R ij t u i e n
e r ij
ende voor hare rekening
a-naam voortgezet.
ren steun en uwe begun-
rompte bediening.
MOLHOEK-Donga.
>P AFBETALING.
ongeveer 14 dagen berekenden,
r. Het onderricht zal door eene
hiervan spoedig mondeling of
Opgericht in 1882.
ent de eerste familie's in Zeelaüd.
leelkundige behandeling der goederen.
Itreffelijk ingericht volgens jaren-
Ipractische ervaring.
jscourant en inlichtingen gratis.
fenten voor Goes en Omstreken
IR. FAGEL.
••••••••••••••••••••MM
KOOPT
bij
IBALJÉ te Goes.
tandarts Regensburg
deren Dinsdag van 124 uur te
lteeren of te ontbieden voor alle
DZIEKTEN, KUNSTTANDEN enz-, by
leer Schneider, St. Jacobstraat,
Stofwisselingsziekte te 's Oravenhage.
sntoonatelling te WeencnlöO®
I „NUTRICIA" te ZOETERMEER
behoorende bij de
van Zaterdag 1 Augu&tus 1908.
De Burgemeester van Antwerpen, de
lieer Herzogs, heeft bij gelegenheid der
jongste Vadevlandsche feesten tot de kin
deren, die aan de festiviteiten deelnamen
de vólgende gulden woorden gesproken,
die ook hier wel mogen worden vernomen
Lieve kinderen, wanneer ik u hier zoo>
frisch en netjes voor mij zie staan, de Pieis-
jes zoo lief en de jongens zoo flink, dan,
gaat mijn gedachte naar uwe zorgvolle
moeder, die voor dag en dauw voor u al
in de weer was, getooverd heeft met. lin
ten en strikken zooals zij alleen dat kan.
Hoe lang werd er thuis al niet gezorgd
voor dezen dag en hoe werd bij vielen tower
de laatste cent uitgespaard, omdat moe
der u zoo gaarne schoon ziet, en zij daar
voor gaarne zelve iets mist dat al zoolang
moest uitgesteld worden.
Geen van die moeders of zij heeft u
onder een glimlach zien huiten gaan en
met begrijpelijken trots bij zich zelve ge
zegd mijn kind zal wel het schoonste
zijn. Voor die bezorgdheid, voor die op
offering, breng ik aan deze voorbeeldige
vrouwen mijn warmste hulde.
Onze moeder... Hoe zuilen wij ooit
dankbaar genoeg kunnen zijn voor al het-
gene zij Voor ons deed. Ik kan niet beter
al mijnen eerbied voor haar uitspreken dan
met de gulden spreuk te herhalen, die ik
onlangs, hij het bezichtigen eener tentoon
stelling van werken der leerlingen, in een
onzer schoolgebouwen, opmerkte, en die
mij zoodanig trof dat ze mij haast woor
delijk is bijgebleven: Er is een wezen
waar tegenover wij altijd in schuld zul
len blijvende heilige vrouw die wij
moeder noemen.
Ik weet. het. wel, gij ziet uwe moeder
gaarne, en hoe zou het anders kunnen?
Maar het ligt zoowat, in onzen aard dat
wij verlegen zijn om ons hartelijk te too-
neu. Hoevelen uwer zouden er wel zijn
die dezen .morgen hun moeder verlieten
na haar een flinken kus 1e hebben gegeven
voor al hare moeite?
Ge wordt stilaan groote meisjes en jon
gens, en een kus aan moeder geven, som
migen vinden er al iets kinderachtigs in.
Ge meent het. wel goed maar ge durft hel
zoo niet laten zien en zonder dat ge 't
weet verwijdert g' u stilaan van moeders
schoot, zoekt elders vrienden en vermaken,
want. ge acht u ook al te groot om nog
onder toezicht te staan.
Hoe zeer zult ge nochtans later gevoe-
len dat ge geen betere vrienden hebt dan,
uwe oudei's en als g' alleen zult staan
in de wereld, wat zult ge dan dikwijls
in een moeilijk oogenhlik denken: had ik
vader of moeder nog maar eens om raad
te vragen. En hier richt ik mij vooral
tot de grootsten onder u, jongens en meis
jes: als g'onder elkaar zijt, spreekt dan
altijd van uw ouders als van iets hei
ligs, als van wezens die boven uwe ge
sprekken staan en aanziet, hpt als ieen
vloek op de lippen uwer vrienden en
vriendinnen, wanneer zij voor de schoonste
woorden die in onze taal bestaanvader
en moeder, omschrijvingen zoeken die ik
noodt, dan piet afschuw heb hooren
noemen.
Moeders en Vaders, ge laat tegenwoor
dig uwe kinderen Ie vroeg los. Er gaat.
zooveel van de huiselijkheid verloren.
Ik weet het wel, de jeugd moet zich
ontspannen en oefenen, maar hoe gemak
kelijk kan dit. gebeuren onder uw oog,
zonder daarom de eigenliefde van het.
kind door een al te slaafsoh toezicht te
hinderen: Waarom maken we ons niet
meer tot. vertrouweling, gij moeders van
uwe dochters, gij vaders van uwe zonen?
Laat ons jong zijn met. hen, belang stel
len in hun spel en in hunne liefhebberijen
en zoo worden we hun groote kameraad
en kunnen we hen stilaan vertrouwen
„Nu wij toch spreken over onschuldige
lieden in de gevangenis", zeide No. Tweei
en Tachtig, „moet. ik u eene merkwaar
dige gebeurtenis vertellen, die zich voor
deed toen ik, jaren geleden, hier pas op
gesloten zat.
Ik zat dus in mijn cel en mijn buur
man daarnaast was voor het oogenhlik
een gewezen heer, die wegens valschhoid
in geschrifte veroordeeld was tijdens de
zelfde zittingen der rechtbank als ik. Hij
was zeer in zichzelf gekeerd en een on-
gezellige klant, zoodat ik mij ook geen:
moeite gaf te vragen waar hij gebleven
was, toen ik op zekeren dag zijne Cel
ledig zag.
Enkele maanden later vatte ik, onder
den arbeid buiten, een zware koude jen
zond de dokter mij naar het hospitaal,
waar ik na verloop van eenige dagen
genoegzaam herstelde om heiast te wor
den met. de gedeeltelijke verzorging van
een kameraad die er voel slechter pan
toe was dan ik en in wien ik mijn vroe-
geren buurman herkende. Niemand,
met vragen ides levens, die zij nu zoo
dikwijls moeten leeren uit verdachten
mond.
Tegenwoordig leven zoovele jongens al
leen voor sport en vergeten dat er daar
buiten nog een andere wereld is. Nu is
er niemand, die meer dan ik zelf lichaams
oefening voorsta, maar er is ook nie
mand, die zoozeer als ik overdrijving af
keur. De strijd om hot bestaan eischt dat
we onze aandacht aan zooveel verschil
lende vraagstukken wijden; wij moeten
onze kinderen op dien strijd voorberei
den en zijn plichtig wanneer wij huin jong
leven laten vergooien alleen aan het ver
maak.
Daarom, moeders, maakt het te huis
gezellig: vader zal niet. denken aan uit
gaan en de kinderen zullen het zoo be-
hagelijk hebben, vertrouwelijker worden,
zich nog meer aan u gehecht, voelen, en
vooral hartelijker met u zijn.
De toestanden zijn zoo, dat er velen
in de toekomst hun bestaan op verre we
gen zullen moeten zoeken. Wie daarvoor
voelt, sla breed de vleugelen uit, want
voor hem die durft, en het werken niet
schuwt is het geluk nog te grijpen. Welnu,
hoeveel sterker in moeilijker oogenbiik-
ken zal degene zich voelen die dan eens
vol genegenheid aan tlniis denken kan
vooral hij die weet rial men te huis met
evenveel genegenheid kan denken aan
hem. Dan blijft er een bami bestaan, en
de gedachte aan huis zal hem op zekere
tijdstippen terug naar den haard drijven.
Zie eens rond ons hij twee groote volke
ren, het Engelsche en het Duitsche. Stout
trekken zij de wereld in, maar alle jaren
lokken hen de goude lichtsterretjes uit
den groenen kerstboom naar huis en zij
voelen zich weder kind in- moeders huis
en vergeten er zooveel dagen van zorg
en kommer.
Wij leven te veel builen huis en waar
kunnen we meer oprechtheid en openhar
tigheid vinden dan er binnen. Vaders en
moeders, laat ons ook de lichtjes in den
groenen kerstboom ontsteken; dan kwee
ken we zooveel goeds voor heden en zoo
veel aangename herinneringen voor later.
Begrijpt, go mij ten volle Laat geen enkele
gelegenheid voorbijgaan om 't huishouden
in een feestelijke stemming te hebban
Moeders, viert, vader met zijn feestdag,
want, al laat. hij het niet zien, hij is er
zoo gevoelig voor dat ge hem erkentelijk
zijt. voor zijn werken, en zwoegen; viert
de kinderen, viert andere feestdagen.,
viert ze naar het vermogen uwer beurs,
zonder groote uitgaven, maar viert, ze har
telijk en 't zullen dagen van vreugde zijn.
En als deze dag voorbij is, denk dan
maar eens goed na. op hetgene gij hier
gehooid hebt en volgt gij het na, dan
zult gij opgroeien tot brave menschen en
zult. gij tot fierheid worden van ons va
derland.
gaerdt, beloofd na. het. reces deze vraag
aan den Minister voor te leggen.
De heer Bogaerdt, die geruimen tijd in
Indië werkzaam was, sprak in zijn ant
woord over deze zaak, waarvoor zijn tus-
schenkomst was ingeroepen, nog over do
Zusterscholen in Ned. Indië.
En volgens het. verslag in het „Da g b 1.
va n Noordbra b an t" zei hij daar
van hel volgende:
,,'tZou in Indië onbestaanbaar zijn,
een school met uitsluitend katholieke
leerlingen.
In de Zusterscholen wordt daarom
katholiek onderwijs op neutralen grond-
slag gegeven en dat onderwijs is zoo
uitmuntend, dat zij die anders ons
'tfelst bestrijden, lnin kinderen ter op
voeding geheel aan die Zusterscholen,
toevertrouwen. Door neutraal katholiek
onderwijs op de scholen te geven, do-el
toten aan het onderwijs niet. te kort.
Indië geeft daarvan de beste voorbeel
den".
Het. zou ons niet. ongewenscht voorko
men, indien hel Kamerlid voor Breda, deze
zijn woorden ietwat, scherper wilde be
lichten.
„Katholiek onderwijs op neutralen
grondslag" zelfs in Indiëen „neu
traal Katholiek onderwijs" dat zijn ter
men, die minstens vreemd in het ooi-
klinken.
Neutraliteit in de Openbare School
Voor de openbare scholen mei geheel
katholieke bevolking is het een vraag van
groot gewicht, of het. onderwijs neutraal
moet. zijn in ah sol ut en zin, d. w. z.
dusdanig, dal. men rekening moet hou
den met. de kinderen van bijv. Protes
tanten of Israëlieten, die niet op school
zijn, maar er k u n n e n komenof wel,
dat het. onderwijs relatief neutraal
kan zijn, zoodal men enkel te rekenjetn
heeft. met. de kinderen, die er w e r k e 1 ij k
school gaan.
De Minister van Binnenla.ndsc.he Zaken
in het vorig Ministerie, de heer Hi nk
had verklaard, dat relatieve neu
traliteit voidoendc was.
Toch schijnt, men in onderwijskringen;
nog niet. voldoende zekerheid te bezitten
over de vraag, wat door relatieve neutra
liteit. verstaan wordt, en hoever men gaan
mag met katholiek onderwijs 1e geven in
scholen met uitsluitend katholieke hevol
king, wat b.v. voor Zeeuwsch VI a a n-
deren van belang is.
Deze vraag werd Ier sprake gebracht
in de vergadering van den B. K. Onder
wijzersbond in hel bisdom Breda.
Om lot zekerheid te komen heeft het.
Kamerlid voor Breda, de heer Bn-
Zie onder Binnenland.
UIT *>E PEPh
„Als de grijsheid daar is."
Onder dit opschrift lezen we o. m. in
„de Standaard":
„Er is iets bedroevends in, te zien, dat
de Minister van Justitie zich dezer dagen
beroepen heeft op een wetenschappelijke
verklaring van Prof. Winkler, om aan te
toonen, dat rechterlijke ambtenaren boven
65 jaar feitelijk onbruikbaar zijn, wijl met
hen de rechtspraak niet meer vlotten wil.
Volgens tien professor toch begint de
senesc.entie, de seniele aftakeling, op 50
jarigen leeftijd, en moet aan iemand hoven
de 55 jaar geen belangrijke betrekking meer
in handen gegeven worden.
Over zulke wetenschap verheugen we
ons niet, wijl zij niet geschikt is, den goe
den, ja onmisbaren invloed te versterken
die van de ouderen behoort uit te gaan
op de jongeren, die maar al te vaak door
het warme, jonge, krachtig kloppende
leven gedreven worden tot dingen welke
niet verstandig zijn.
En toch toch zoude een ieder zich
hier voor de resultaten der wetenschap
hebben te huigen, indien althans die we
tenschap waarheid ware. Want voor de
kracht der waarheid moet. alles wijken.
Maar wat do professor leert is gelukkig
niet de waarheid.
Want als men maar een open oog heeft
voor de toestanden in het leven, dan ziet
men hel met geziohtszekierheid, die bewijs
voering uitsluit, dat de seniele aftakeling
zeer zeker bij hen ,die in geestesarbeid
hun kracht zoeken, niet. met. het 50ste
jaar begint, maar dat juist de veertiger en
vijftiger jaren het tijdperk van de volle
mannelijke glorie zijn, en dat. wat ster
kor klemt als normale regel juist in
die periode de resultaten van de school
des levens het duidelijkst beginnen uil.
te komen.
En het moge al zoo zijn, dat de ljchaams
kracht langzamerhand afneemt en daar
mede ook de geschiktheid voor allerlei
betrekkingen, waarin de lichaamskracht
eerste vereischte is; maar dat bewijst in
geen geval iets ten opzichte van het ambt
van treèhter, dal juist de meest mogelijke
bezadigdheid, de bedachtzaamste levens
wijsheid en den slrcngston ernst vordert.
Het is een vreugde, een jong advocaat
te zien, die, tintelend van geestdrift en
strijdlust, hel voor zijn cliënt, opneemt,
en een gloedvolle rede uitspreekt om
diens zaak te winnen.
Maar even groote vreugde is het, te zien,
dat de weegschaal van het recht wordt ge
houden door hen, hij wie do hartstochten
zwijgen, en die door een welbesteed leven
de groote wijsheid verkregen hebben,
welke voor hel ambt, van rechter onmis
baar is".
FRANKRIJK.
Reeds eenigen tijd is er groote roerigheid
de Parijsche arbeiderswereld, met name
in het bouwbedrijf. Reeds sedert het voor-
j ar onderhandelen de werkgevers, die den
ondergrondschen spooraanleg hebben aange
nomen, met de werklieden over een loons
verhooging. De eersten beweren, dat hun
bestekken zijn gebaseerd op een bepaald
loon, 't welk zij niet kunnen verhoogen,
willen zij niet met verlies werken Daar
tegenover besloten de arbeiders tot „saho-
tage", en verminderden stelselmatig het
kwantum van hun productie Volgens de
akvereeniging der grondwerkers bedroeg
deze vermindering 25 pCt., volgens de
gemeentelijke autoriteiten 50 pCtvolgens
de werkgevers zelve zelfs 75 pCt.
De werkgevers verlangden een „wapen
stilstand" van drie jaren, wanneer hun
contracten zouden zijn afgeloopeDen toen
alle onderhandelingen, in het bijzijn van
gemeentelijke vertegenwoordigers gevoerd,
tot geen resultaat leidden, dreigden zij met
uitsluiting. Daarop antwoordden de arbei
ders met het besluit te nemen, stelselmatig
nóg minder arbeid te verrichten, naar ver
houding van 't aantal ontslagen arbeiders.
Bij deze gepannen verhouding tssschen
werkgevers en werknemers in het bouwbe
drijf voegde zich nog een groote ontevre
denheid van de arbeiders over de wijze,
waarop de regeeriDg tegen de stakers te
Vigneux was opgetreden. Daar was een
strike van zandgraversen Maandagmiddag
kwam het tot een treffen tussohen de stakers
en de dragonders.
Eenige arbeiders hadden het werk hervat,
werden althans beschuldigd door de stakers
dat zij het werk hervat hadden, en werden
om die reden mishandeld. De arbeidwiliige
arbeiders vluchtten, riepen bescherming in
van de dragonders, die een schuur, waar
de mannen binnengevlucht waren, kwamen
ontzetten. Zoo werd het dan Maandagmiddag
een ware oorlog tusschen dragonders en
stakers. De stakers lieten eenigen hunner
mannen schermutselingen aanvangen met
de regeeringstroepen, en inmiddels ging
een vliegende colonne beproeven de werk
tuigen in brand te steken van de zandgroe
ven in de buurt.
Maar de gendarmerie had den opzet
gemerkt. Bij die zandgroeven is een vaste
post gendarmes om de bezittingen der
maatschappij tot ontginning der groeven
te bewakenen de gendarmes kwamen
aanzetten toen een stuk of zeven stakers
juist een hoopje droog gras in brand hadden
gestoken bij de werktuigen. De stakers
vluchtten, kregen versterking, en werden
aangevallen door de dragonders, die ze
uiteen wilden drijven. Een der leiders van
de staking ging daarbij heftig tegen een
officier staan schelden; en toen de drag
onders hem wilden inrekeneD, verzetten zich
de kameraden hiertegen, en zoo kwam het
tot een treffeD, met het gevolg, dat de
leider en een groot aaDtal andere betoogers
werden opgepakt Later op den dag werd
er nog een gevecht geleverd, dat wederom
uitliep op inhechtenisnemingen.
Ei. nu hebben dan de revolutionaire
Confederation du Travail en de Bond van
Syndicaten in het bouwbedrijf, als protest
tegen die arrestaties te Vigneux, de al
gemeens staking in de bouw be-
d r ij v e n afgekondigd. Of de Confederation
zich echter zal wagen aan een nieuwe
krachtproef, uit te oefenen dooreen al ge-
me e n e staking in alle bedrijven, om
aldus haar ouden invloed te herwinnen,
staat te bezien. De tijden zijn er thans
allerminst naar, om langs den weg van
revolutie „het kapitaal" schrik aan te jagen
en de regeering aan den kant van het
losbandige proletariaat te brengen
Gistermiddag half drie vergaderden de
stakers te Vigneux, hij welke gelegenheid
verschillende sprekers zich deden hooren.
De meesten bevalen de directe actie aan
Met. drie vlaggen voorop werd een op
tocht gehouden. Aangekomen hij de brug
van den spoorweg naar Mélun, trachtte
een escadron dragonders zich voor den
stoel te stellen, waarop revolverschoten
weerklonken. Tot dusverre gelooft, men
dat het schoten met los kruit waren. De
betoogelts klommen op Se taluds van den
die den man gezien had, toen hij voor
zijne rechters stond, zooals ik deed, goed
geschoren, sierlijk van houding en keu
rig gekleed, zou hem weergevonden heb
ben in dat. spookachtige wezen met. den)
ongekamden baard en de vreeselijke, glim
mende, koperkleurige huid, da,t daar vóór
mij in bed lag en mij aanstaarde met. on
verschillige doffe oogen.
Ik kwam spoedig lot de ontdekking dat)
hij lijdende was aan maagkanker, en dat,
hij in het hospitaal was geweest sedert;
hij de cel naast de mijne had verlaten en
daar van dag tot dag achteruit was ge
gaan.
Op een avond, nadat, ik hem reeds eeni
gen tijd achtereen had opgepast zat ik
bij zijn bed, toen hij mij plotseling deed
opschrikken door te zeggen„Dit is mijn
laatste avond op aarde, vriend".
„Onzin!" gaf ik ten antwoord. „De dok
ter zeide van morgen nog pas dat je veel
beter waart. Als je je misschien minder
wel gevoelt, kan ik den verpleger roepen!
en hem vragen den dokter te laten halen".
„Neen, de dokter- kan mij niets geven,,
om mijn geest, rust te schenken".
Bij zeide dit op afgebroken toon, ter
wijl zijne stem ai zwakker en zwakker
werd en gaf mij thans een wenk hem te
drinken te geven.
„Je bent goed voor mij geweest", her
nam hij, „en voordat ik heenga, wil ik
je iets zeggen, dat je misschien verkor
ting van straf en in elk geval een groote
geldelijke belooning zal bezorgen".
„Geef je daar nu geen moeite voor",
zeide ik, pogende hem tot kalmte te bren
gen; want ik was overtuigd dat hij ijlde,
„daar heb je later nog allen tijd toe".
„Ik zeg je dat ik den morgen niet meer
haal. Val mij daarom dan ook niet in do
rede; want terwijl ik even goed den di
recteur kon laten halen, zeg ik het jou
alleen, om je een dienst te bewijzen".
„Het. zij dan zoogaf ik ten antwoord,
„ik zai naar je luisteren en ik geef je
mijn woord geen bruik van je bekentenis
te zullen maken voor het geval dat je
geneest, wat ik geloof en hoop dat zal
gebeuren".
„In de allereerste plaats", zeide hij,
„wensch ik je te verzekeren, op hel. plech
tige woord van een stervende, dat. ik vol
komen onschuldig ben aan hel misdrijf,
waarom ik veroordeeld werd. Ik mag mij
echter niet. beklagen over mijn lot, want
ik was schuldig aan een andere misdaad,
waarvan ik, voor zoover ik weet, nooit
ook slechts een oogenhlik werd verdacht.
Mijne ziekte van thans is rechtstreeks hel
gevolg van die daad eu voor mij zal het
loon der zonde in den letterlijken zin
des woords de dood van het lichaaml
zijn".
„Neem nog een slokje hiervan", zeide
ik, het glas weder aan zijne lippen hren
gende. Hij dronk een paar teugjes en
ging toen voort:
„Je zult je herinneren, hoe het onder
mijn proces aan het licht, kwam, dat ik
officier bij de Engelsche cavaJlerie was
geweest, maar mij door geldelijke moeie
lijkheden genoodzaakt had gezien mijn
eervol ontslag uit, den dienst te vragen,
om den post aan te nemen van ópperstal
meester van den Maharajah van Dula
poor, welke betrekking ik later had pp
gegeven, om naar Engeland terug te koe
ren. In de aanklacht werd beweerd, dalt
ik naar Engeland was gegaan mot het
vooraf beraamde plan de valschheid in ge
schriften te plegen, waal-voor ik hier ben
maai' aangezien ik dat misdrijf nooit
pleegde, volgt daaruit, dat deze theorie
even ongegrond was, als zoo vaak bij
dergelijke aanklachten het geval is. Hel.
feit is, dat ik met geen ander doel naar
Europa overkwam dan om den zwarten
Opaal van Dulapoor te verkoopen, dien
ik gestolen had. Die steen is, zooaJs gij
misschien wel eens gehoord zult hebben
een kleinood geheel ©enig in zijn soort,
spoordijk en zich met steenen wapenende,
maakten zij zicli gereed daarmede den
troep te bestoken. Er werd nu onderhan
deld, maar hel. onderhoud leidde tot niets.
Dragonders en kurassiers chargeerden
daarop met de blanke sabelde betoogers
werden verstrooid.
Kort, daarop vermeesterde Vidal, de bij
zondere commissaris, aan het hoofd der
gendarmes de door de betoogers opgewor
pen barricades.
Generaal Vervaire verzekerde den pre
fect van Seine en Oise, dat op de dragon
ders en kurassiers, volgens de betoogers,
een dertigtal schoten was gelost. De gene
raal voegde, er aan toe, dat hij met de
blanke sabel zou doen chargeeren.
Door de troepen gevolgd, kwamen de
betoogers aan een smalle spoorwegbrug
bij "het station Villeneuve, waar zij de
taluds beklommen. Daar de dragonders en
kurassiers die taluds niet konden beklim
men, werden zij door de betooglers ge
hoond, die ook met, steenen wierpen. Gene
raal Vervaire gaf toen last. af te stijgen
en de taluds te beklimmen; een gevecht
ontstond tusschen soldaten en betoogers,
van welke laalsten er verscheidenen ge
wond naai' Villeneuve moesten worden ge
bracht. De soldaten ontvingen verschei
dene steenworpen op hoofddeksels en ku-
assen. Daar de betoogers nu een vijandige
houding aannamen-, gaf de generaal last tot
chargeeren. Ten slotte werden de betoogers
teruggedreven, waarop zij op Villeneuve
terugtrokken. Om 5 uur wierpen 'de be
toogers barricades op; de prefect, verzocht,
met spoed versterkingen te zenden.
Bij het treffen schoot de troep eerst in
de lucht en gaf vervolgens salvovuur af.
Een officier, een dragonder en verschei
dene betoogers werden gewond. Een bar
ricade werd door 14 gendarmen onder
een hagelbui van kogels vermeesterde
Er wordt gemeld, dat 2 betoogers ge
dood werdenonder de gewonden is een
kapitein der gendarmerie.
Twee betoogers beliepen schotwonden
'een journalist werd ernstig aan het hoofd
gewond. Het heet, dat er een staker gedood
is. De dragonders denken de barricaden
te kunnen vermeesteren.
De „Petit Bleu" verneemt uit Parijs, dat
de leden van het Instituut voor interna
tionaal recht zich bezighouden met het
ontwerpen van een luchtrecht. Het regle
ment zal weldra, door tusschenkomst van
het permanent bureau van de conferentie
in Den Haag, aan het oordeel der belang-
hebbendemogendhedenonderworpenworden.
De luchtschepen zijn verdeeld in twee
klassen: Openbare en particuliere, terwijl
de eerste klas onderverdeeld is in burger
lijke en militaire ballons.
Alle ballons moeten voo zien zijn van
de kleuren van de natie, waartoe zjj
behoaren en evenals de schepen, zullen
zij in een register den naam van den schip
per moeten invullen, een scheepsrol en
een journal moeten aanhouden.
Verder wordt het beginsel der „vrije
lucht" gehuldigd.
De luchtscheepvaart zal verboden zjjn
binnen eeD grenszone van 1500 M.
Iedere ballon, die zich in deze verboden
luchtstreek beweegt, zonder machtiging
zal als spion beschouwd en door de
luchtscheepvaartgendarmerie aangehou
den mogen worden.
Dat laatste is speciaal iets voor ons land.
ITA lil li
De H. Vader heeft het verlangen uitge
drukt een monumentaal orgel in St.-Pieter
te zien oprichten en mits zeker voorbehoud
in de bijzonderheden, bet ontwerp aan te
nemen, reeds in 1868 opgevat door Cavaillé
Coll en zeer gunstig beoordeeld door de
Pausen Pius X en Leo XIII. Ongelukkiglijk
was om verschillende redenen dit ontwerp
tot hiertoe niet kunnen uitgevoerd worden.
Een oude overlevering verbood, zegde
men, instrumentale muziek in 'tbjjwezen
van den Paus Men mocht niet raken
aan de muren van Michel Angelo, door er
eene tribune aan toe te voegen, noch ze
blootstellen aan het reusachtig gewicht van
twee-of driehonderd duizend kilogrammen.
De grootheid van het schip verzette zich
overigens tegen elke symphonische polypho-
nie. En tal van andere tegenwerpingen
dat den vorm heeft van een tor. Het zou
onmogelijk zijn de waarde daarvan te
schatten, want nergens op aarde wordt
een steen gevonden, die hem ook slechts)
eenigszins nabij komt. Hij was tot'een
speld gezet en werd door den Maharajah
evenals reeds sedert, eeuwen door diens
voorouders was geschied als een
amulet gedragen. Het spreekt van zelf,
dat hij het. bezit daarvan ten zeerste op
prijs stelde en ik ben overtuigd dat de-
geen, die den steen aan den Maharajah
terug bezorgt, een prachtige belooning
zal ontvangen. Ik wil je daartoe in do
gelegenheid stellen uit dankbaarheid voor
je vriendelijkheden voor mij".
Ik stamelde eene dankbetuiging en hij
hernam
„Ziehier hoe ik in het bezit, van den
steen geraakte. Op zekeren dag liep Ik
door hot vorstelijke park, hetzelfde pad
volgende, waar even te voren de Mahara
jah langs was gegaan; want hij had mij
bij zich laten ontbieden. Op eens werd
mijn oog getroffen door iels, dat op den
grond lag t© schitteren. Ik raapte het op
en zag dat het de opaal was, die blijk
baar los was geraakt uit het goud waarin
hij gevat had gezeten.
(Slot volgt.)