LEN
Doderdag 16 Juli 1908.
Vierde Jaargang.
teint eiken MAANDAG-, WQiHSDAG- en VHGifOK
FEUILLETON
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
ik des Zondags.
WIEL is ten
IWIEL ->
TE IN.
RIJWIEL zullen
m machine van dat
Iwbaarheid vereenigd
Kattendijke.
TONIC,
lie
Het „Zonnekind
Dr. Schaepman.
6. Onze-Lieve- Vrouwepolder,
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes {0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers a contant0.05
BureauLANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Ad\ertèntiën van 1—5 regels 0.50iedere regei meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant.
Reclameberichten 25 Gt. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
chtloopend
hierdoor mede. dat
werden om aan de
namelijk de Heeren:
J-BEVELAND
cte,
Ie.
lefgeeatig, ontmoedigd,
en, zooals: ruischen in
bofdzeer, reumathiscne
n het water, vroegtijdige
lol droomen, gevoel van
(stonden, gevolgen van
van zenuwzwakte,
len door het gebruik vaD
f 6,9O.
1 Middelburgen verder
7IELER eu BENIEST
I RAAS: te Rilland bij
lendyke bij DE COCK.
Er is Maandag aan de zalige nagedach
tenis van eep groot, geniaal man, een
onzer beste Katholieken, de warme hulde
en de diepe betuiging van eerbied en
liefde gebracht, welke zijn vorstelijk rijk
leven dubbel en dwars heeft verdiend.
Het was bij de indrukwekkende plech
tigheid der onthulling van het monument
van Mgr. dr. H. J. A. M. Schaepman z.g.
te Rijsenburg, het Seminarie, waar „de
doctor" geruiinen tijd professor was;
Mannen van meer dan een richting wa
ren daar samen gekomen om te huldigen
hem, die door breedheid van inzicht, door
zijn vejlzijdige talenten zooveel gewrocht,
heeft voor zijn Kerk, zijn Land en zijn
Partij.
Vijf en een half jaar zijn voorbijgegaan
sedert den voor ons, Nederlandsche Ka
tholieken, noodlottigen dag, dat Dr.
Schaepman in de Eeuwige Stad, de rust
vond van een druk en arbeidzaam leven.
En naarmate de jaren voortschreden eri
met. hen ook de Katholieke Actie zich
baan brak, het katholieke leven zich ver
takte naar alle zijden en welig opschoot en
vruchten wierp, naar die mate werd steeds
levendiger het, besef van de leegte, gela.-
len door den grooten iloode.
En de loop der jaren bracht geen ver
zwakking teweeg in de lijnen van Schaep-
man's beeld dat ons steeds onverzwakt
voor den geest staat; integendeel, 'tbeeld
werd scherper, de lijnen precieser. De
stroom des levens kon er niet in slagen
zijn naam en zijn nagedachtenis met zich
weg te voeren; Schaepman was en bleef
in ieders geest de man, die zoo menige
voor had getrokken, waaruit thans het
zaad welig groeit, de man, die zoo veel
had gezaaid, van wat wij oogsten.
Die overtuiging des geestes, die drang
des harten hebben zich nu machtig ge
uit naar buiten en onmiskenbaar getuigd
voor geheel Nederland. En met juichende
vreugde heeft het Roomsche Nederland
den dag begroet, waarop in het openbaar,
plechtig, ten aanschouwe van het volk der
Nederlanden, hulde wordt gebracht aan
den grooten man, aan wien de katholie
ken van Nederland zoo veel hebben te
danken, die hen aanvoerde, hun voorging
in den strijd, hunne lasten op zijine breede
schouderen nam en hen leidde ter over
winning.
1 Mannen van alle standen, alle rangen,
uit alle streken des lands, de hoogste ker
kelijke en burgerlijke overheden, priesters
eu leeken, jongen en ouden brengen den
tol hunner oprechte vereering en dank
baarheid 'aan de nagedachtenis van dr.
Schaepman, wiens naam met metalen
stift in ons hart is gegrift, wiens deugden
en talenten zoo treffend zijn weergegeven
in het forsche monument voor Rijsen-
burg's Seminarie.
Professor E. van Hinsbergh sprak de
^aangrijpende feestrede uit
Hij sprak het uit hoe voor den kun
stenaar, die dit pronkjuweel-monument te
scheppen had, Schaepman's leven te veel
zijdig was, om het in één beeld te kun
nen belichamen. En daarom huldigde hij
Ongeveer een halve eeuw lang nog heeft
in deze kerk gehangen een scheepje, een
nabootsing van een onzer 16-eeuivsche oor
logsvaartuigen. Het moest daar de her
innering levendig houden aan. de redding
uit doodsgevaar van de bemanning van
een onzer oorlogsbodems, door Maria's
voorspraak verkregen. Kruisend in de
Noordzee tot bescherming van de harin«-
buizen, werd het schip „De Admiraal"
9 Oct. 1524 door een feilen storm beloo-
pen, zoodat de groote mast moest ge
kapt, de campagne overboord geworpen.
Met den dood voor oogen richtte de
kapitein Dierick van der Meer met zijn
ondergeschikten zich smeekend om uit
redding tot de Ster der zee, daar ginds
op Walcheren zoo vurig vereerd en die
reeds zoovele zeevarenden in den uitersten
nood had gered. Deerlijk ontredderd wel
en bijna zinkend, kwam „De Admiraal"
toch behouden te Goedereede binnenge-
in ijzersteen den Doctor achtereenvolgens
als Staatsman, volksleider, dichter, hoog
leeraar en priester met hoog omhoog liet
beeld van St. Joris, den vromen en rid
derlijken strijder Gods.
Ik vroeg mij af aldus prof. van
Hinsbergh wat zal ik zeggen van den
Doctor? En zijn veelzijdigheid werd voor
mij de tallooszijdigheid van een briljant,
dien ik in mijn handen hield. Niet zes,
maar honderd zijden. Toen dreigde één
oogenblik mijne besluiteloosheid met ver
warring. Als een zee deinde voor mijn
oog Schaepman's leven. Maar toen
dacht ik plotseling aan het ééne licht,
dat. in mijn edelsteen de duizend kleuren
tooverde, ja, ik dacht aan een woord des
meesters zelven. En mijne keuze was be
paald en ik legde al het andere ter zijde.
Men zou van mij geen wetenschappelijk
werk verwachten, men kende Schaep
man en de hulde hem en zijne nage
dachtenis gebracht, door raadgevers van
de kroon en door mensclien uit het volk,
in alle talen, mag ik haast wel zeggen,
en op duizenderlei wijzen. Waartoe dat
herhaald? Maar ik dacht aan een woord,
dat, in de laatste levensjaren althans, be
storven lag in den mond van dezen ko
ninklijken redenaar; dat ik zeker wist te
zullen hooren, zoo dikwerf Schaepman
redevoerdeGods v r ij e Zon.
01 ik wil het wel bekennen, ik heb
soms geschertst met mijne vrienden en
als wij Schaepman gingen hooren, te
voren reeds voorspeld, dat de zon weer
op zou gaan maar nuterwijl de
meester rust en de zon aan den Italiaan-
schen hemel de bloemen kleurt, door
vriendelijke hand, op het eenzaam, niet
verlaten graf gelegd nul terwijl dit
monument hier stralen zal in zonnegoud,
in lengte van dagen nu werd Gods
vrije zon mij een wachtwoord en een
leus.
Onder dat beeld sprak zich uit de dank
baarheid' van zijn kinderlijk hart; onder
dat beeld bracht Hij samen al de welda
den van zijn Hemelkoning in de orde der
natuur en der genade, de weldaden ook
door Oranje zijn zonnig vade'rland gel-
schonken. Het licht van de zon! Hij
groette liet blijde, als het breed en mach
tig binnenstroomde door het hooge bo
venraam van zijne geliefkoosde dorpskerk;
hij zag het stralen op het gelaat van zijn
vriend, op wien hij, met de armen als
ter omhelzing uitgestrekt, zoo jolig laf
chend toe kon treden. Onder Gods vrije
zon zag hij de Boeren kampen voor hun
onafhankelijkheid; onder Gods stralende
zonne den Bisschopmartelaar Hamer
werken voor millioenen, die doolden in
de schaduwen des doods waar zou het
heen, als ik verder zocht! door de
zon ziet hij in zijn Piusvisioen
In stroomen van purper, van fonkelend
(licht
De wolken verdwijnen
De nacht is verdwenen, de morgen ver
swan,
Langs hemel en aarde heerscht stralend
(de zon.
Hij was een Zonnekind, Doctor
Schaepman!
O, mocht ik u op deze plek verra-
loopen. Weldra verscheen de gebeele man
schajp in Maria's heiligdom, om vol dank
baarheid de goede Moeder te loven.
O.-L.-Vrouwepolder bezat ook een
klooster van reguliere kanunniken. In
1438, 25 Sept., had de edelman Gillis van
Arnemuiden aan de kloosterlingen van
Steyn bij Gouda het huis Mortiere ge
schonken, om binnen zijn heerlijkheid
een klooster dezer orde te stichten, da.t
den naam kreeg van Het H. Graf. Maar
reeds 14 jaar later zagen de kanunniken
zich genoodzaakt elders een toevlucht te
zoeken, daar* hun huis niet langer tegen
den aandrang van het water beschut ton
worden wegens de vele doorbraken. Heer
Gillis, de laatste afstammeling uit het
hoogedel geslacht, was inm'ddels gestor
ven en zijn erfgenaam, de heer van Zan-
denburg, Hendrik van Borsselen van
leere, verplaatste nu het .klooster naar
den Polder. De bewoners van Het H. Graf
hielden zich bezig met het schrijven, ver
sieren en inbinden van boeken, zooals
nog blijkt uit oude rekeningen.
Zeer velen, het is duidelijk, moeten in
den loop behoefte gevoeld hebben, stoffe
lijke bewijzen van erkentelijkheid te' gteven
den, wat ik zelf ondervond van dezen
grooten, blijmoedigen man, zooals hij was
in zijn dagelijksch leven, op zijn breede
schouders torschend den zwaren last van
zijn veelomvattenden arbeid, soms gemoe
delijk zuchtend over de zorgen, die het
leven ook hem niet gespaard had, blij-ge-
nietend toch van de kleine Godsgaven,
die hetzelfde leven bieden kan en hem
ook wel geboden heeft en er van mede
deelend met een hand, die geen tellen had
geleerd en nooit wist, wat de andere zoo
juist had gegeven. Mocht ik hem schetsen
met dat fijn besnaard hart, dat klopte in
dat zwaargebouwde lichaam en voelde
voor den stoeren zeeman en voor de tee-
dere moeder, dat ruim was als zijn blik,
die heel de wereld overzag! Hij was een
kind van de zon!
De vrije zon! Vrijheid is in Nederland
geen klank, maai' het bloed, dat ons door
de aderen stroomt, door den hartslag der
Oranjes gestuwd naar al de ledematen
van het ééne vrije volk. 'Naar Vrijheid
hijgde de Staatsburger Schaepman, hij
had die lief als den appel zijner oogen,
want zonder haar bleef alles duister, al
scheen de zon ook nog zoo blijde. Ik
weet, waar ik sta en spreek tot het ge-
heele land, dat zich zelf heeft geëerd in
de hulde hier een zijner groote zonen ge
bracht. Daarom juist zeg ik: het hoogste
en liefste, wat gij hebt, zocht S c h a e p-
man overal, altijd. Vrijheid voor het kind
en de school, voor de ouders en het huis
gezin; vrijheid voor den arbeider, die
naai* welstand streeft, voor den werkge
ver, die moet kunnen leiden en besturen;
vrijheid voor handel en industrie, voor
wetenschap en kunst; voor den volksver
tegenwoordiger en voor de Kroon; voor
Staat en Kerk.
Op die vrijheid fier, jubelde hij zijn
Hollandsch hart uit, toen hij op den
Katholiekendag te Keulen zijn Duitsche
geJoofsgenooten tot jaloerschheid bracht
Na al de geestelijke orden te hebben op
gesomd, die het allenomvattend Neder
land vrij liet leven en werken, riep hij zijn
onbedaarlijk lachend en stormachtig jui
chend gehoor toe, dat wij hier ook Jezuïe
ten hadden, Jezuïeten uit Frankrijk,
Jezuïeten uit Duitschland, Jezuïeten in
de kerk, Jezuïeten in de school en dat
die Jezuïeten geen vrees inboezemden .aan
den Nederlandschen Staat!
Wat hij niet zetten kon? Als de jonge
ren op de ouderen smaalden. Dat dulde
zijn ridderlijkheid niet en ik moet
volledig zijn zij kookte, als ooit een
afvallige, vooral een medepriester, die
misschien niet veel meer had gedragen
van het heilig priesterschap, dan het zicht
baar kleed en het onzichtbaar teeken van
zijn macht, een adder aan de borst der
Kerk gekoesterd, het giftig vuil uit eigen
boezem op het vlekkeloos kleed der Moe
der werpen ging. Dan kookte hij! Want
God laat wel Zijne zon over zulke men-
schen schijnen, maar God heeft nog een
eeuwigheid voor zich. Doch Schaep
man moest dan protesteeren, al was
't met medelijden voor den persoon, in
heiLigen toorn zijne diepgehoonde Moe
der wreken wie zou het durven wra
ken? en het Credo bruischte in het
Pugno op van dezen priester-strijder Gods.
Gods vrije zonHoe zou ik een beeld
aan 0. L. V. in den Polder. Een enkel
geval is ons nog bewaard gebleven. In
1539 vermaakte Cornelia Willémsdr. bij
uitersten wil aan „onse Vrouwe indeii
Poldre" twee ponden Vlaamsch en de helft
van een koralen rozenkrans. De andere
helft moest opgehangen worden bij Ma
ria's beeld te Aardenburg.
En zoo zijn we genaderd; tot het droevig
einde. In het voorjaar van 1572 landden
de Watergeuzen, die in de goede week
Den Briel hadden vermeesterd, op den
eersten Paaschdag te Vlissingen en ook
Veere verklaarden zich, gelijk het gewoon
lijk heet, voor den Prins, maar Middel
burg bleef den Landsheer getrouw tot
1574, toen de stad zich moest overgeven,
met de zelfvoldoening „den Conninck ge
trouwe" geweest te zijn „totter doot". Nu
deed zich het opmerkelijke feit voor, dat
de kerk in den Polder, evenals die op
enkele andere dorpen, niet werd ont
bloot van altaren, beelden, schilderijen,
communiebank, enz. en de muren niet
met kalk bestreken, gelijk toch overal el
ders, maar eenvoudig in een puinhoop
verkeerd.
Nogmaals verscheen in deze troebele
van Schaepman, het vrijheidlievend
zonnekind, kunnen geven, zonder te ge
wagen van Hem, op Wiens koninklijk
„Het worde" het licht geworden is en
door Wiens eeuwig Woord de vrijheid
kwam der Kinderen Gods?
U lieven, loven en belijden
Met ied're gave, ied're kracht
Dat is de vaste wet der tijden.
Zóó zong onze dichter bij de wisseling
der eeuwen Jezus Christus toe, die geen
gisteren kent, geen morgen, slechts 't He
den, dat in Hem bestaat. Dat was de wet
der eeuwen, het richtsnoer van zijn ruste
loos leven, de les van zijn glorieusen
dood.
Mag ik spreken over zijn dood?
Schaepman zelf heeft over V o n
Mallinckrodt getuigd: „Als Christen
heeft hij geleefd, als een held is hij ge
storven. Dit laatste is het onbetwistbaar
voorrecht, dat de Christus aan zijn vol
gers geeft. Wat hun ook in hun leven
moge geschieden, in den dood ligt hun
triomf". Dat woord is heerlijk waar ge
worden in hem, die het heeft gesproken.
De kunstenaar, die het beeld van on
zen held voor de komende geslachten
heeft bewaard, tooide hem, naar zede en
recht, in 't plechtgewaad en met de o'rde-
teekenen door Paus en Regeeringen ge
schonken, maar mag ik omdat het mij
is, alsof mijn meester het wil spreken
over het kleed, dat hij zich zelf verkoos,
toen hij zich niet waardig noemde om in
het priesterkleed te rusten mag ik
spreken van Schaepman in het Fran
ciscaner boetegewaad Toen is het Zonne
kind geen duisterling geworden, toen was
hij juist het grootst, de meester van le
venswijsheid, toen met een les van ster
vensmoed.
Waarlijk, toen al wat deze wereld had
gebracht, verdord en geel als het herfst
blad hem ontviel, toen straalde het licht
van 's Heeren aangezicht hem blijder, vol
ler dan ooit te voren tegen en bracht in
zijne ziel aan het heerlijk beeld van God,
dat. onderpand van het eeuwig licht, de
treffendste gelijkenis.
Zeker, zijn aardsche zon neigde ten
ondergang. In doodsbenauwdheid hijgde
zijn hart, nu niet meer vrij naar lucht.
Toen heeft Schaepman meer gewerkt
eu gezwoegd en geworsteld en gezweet
dan op den volsten dag zijns levens, maar
zijne christelijke blijmoedigheid, in die
laatste Jijdensdagen op zoo zware jjroef
gesteld, gelouterd in ellende en in smart,
verliet hem niet één oogenblik. Zij bleek
van het edelst goud! Uit Gods genade
voortgesproten voerde zij tot God terug.
De kinderweelde van zijn jeugd, de lust
zijner jongelingsj'aren, de weerbaarheid,
de strijdenskracht zijner kloeke mannelijk
heid, bleef zij, toen het leven langzaam,
henengleed, zijn beste troost, een engel,
wakend aan zijn sponde tol het zalig
einde, tot de overwinning toe. Francis-
c u s dichtte een Hooglied van de
Z o n en liet zich dat in zijn laatste levens
uren bij herlialing door zijne broeders
voorzingen. En Schaepman? Toen
de majesteit des doods kwam over lièm
en hij zich bijna wist voor Gods rechter
stoel, vroeg hij om het boetekleed van
St. Franciscus.
Toen kwam misschien ook voor zijn
geest het te-kort der Katholieken; hij wist
m een vorstelijk persoon in den Pol
der. Prins Willem van Oranje „door
Gods geest en gave exempel aller vrome
princen", was (1573) naar Zeeland
gekomen, om den Watergeuzen „een riem
onder liet hart te binden, om, zegt Dr.
Schotel, als hij bij het. eeuwgetij „De
Legende van den Geusen Troubele over
Zeeland" in het licht deed verschijnen,
om te bidden voor den voorspoed der wa
penen. „De Prins, schoon gehard in ge
varen, is in groote bekommernis, (bij het
naderen van Alva's schepen in de Honte)
die ten top steeg toen de vijand op de
helft tusschen Neuzen en Vlissingen (waar
bij zich bevond) genaderd was. Nu neemt
bij, gelijk hij in nood en angst steeds plag
te doen, zijn toevlucht tot God en werpt
zich in zijn bidkamer voor Hem heer. Zijn
gebed wordt verhoord. Terwijl hij nog
bidt, roept men, dat de vijand liet anker
laat vallen voor Breskens. Aanstonds ver
wisselt hij zijn smeekingen in dankzeg
gingen".
Met verbazing zag de Prins, dat er in
den Polder nog niet een predikant was
opgetreden ter verkondiging van de
nieuwe leer, maar hij kreeg ten antwoord,
hoe heel het Vaderland belang in hem
stelde. In die laatste kostbare oogenblik-
ken 'dacht, hij terug aan Gods vrije zon,
aan Neerlands zonnige vrijheid, zoo ruim
schoots door hem genoten, aan het
Credo Pugno (ik geloof, ik strijd) dat
hij zijn Heer had weergegeven, misschien
nog niet genoeg in alies de waarlijk
groote mannen zijn het allerlaatst vol
daan; hij bad, in zijne ziel golfde de
liefde en het berouw in Gods genade1»
stroomen binnen en toen Jezus was ge
komen, dedood zijne kille hand op
Schaepman's borst had gelegd, rustte
de held in een monnikspij, de oogen door
dankbare vriendenhanden gesloten voor
Gods vrije zon.
Ik denk aan Schaepman's graf
eindigde prof. v. Hinsbergh in verren
grond door de Italiaansche zon besche
nen; ik sta met u bij Schaepman's
monument door de Oranjezon bestraald;
maar denkend aan zijn schoone ziel, wil
ik het liefst de bede der eeuwenoude Kerk
herhalen„Het eeuwige licht ver
lichte he m".
Een Signaal.
De „Hiddelburgsche Courant''
geeft weer een van haar traditioneele arti
keltjes ten beste, waarin bet pogen tot
zaaien van tweedracht onder de Rechtsche
partijen aan de orde is
Naar aanleiding van de totstandkoming der
Christeljjk Historische Unie
(zooals men weet de fusie van Christ.
Historischen en Friesch Christ -Historisehen)
vraagt het blad zich o. a af, hoe bij de
a. s. verkiezingen, in Zeeland de houding
zijn zal der Katholieke partij.
Laten we de nieuwsgierigheid van het
Middelburgsche orgaan, voorzoover zijn be
langstelling de Katholieke partij betreft,
bevredigen.
We kunnen dit doen met de enkele
mededeeling, dat bij de verkiezing in 1909
de Katholieke partij zal steunen en krach
tig bevorderen met alle mogelijke eerlijke
middelen de candidatuur van elk can
did a a t Rechts of hij zij Christelijk-
Historisch, Anti revolutionair of Roomsch-
Katholiek.
Wat de geschillen aangaat tusschen
Christ.-Historischen en Anti-revolutionairen
wij staan daar geheel buitenalleen
kunnen deze voor ons slechts redenen t e
meer opleveren al onze krachten in te
spannen om de Rechterzijde te ver
sterken
En wat het artikel in het Christ.-Historisch
program betreft, als zou Nederland in Pro-
testantsehen zin moeten worden geregeerd,
daarvan heeft de beer Lobman wel
zoodanige hoewel een ons niet geheel
bevredigende uitlegging gegeven, dat
ze toch voor ons als aileron- chuldigst en
alleronschadelijkst te beschouwen is.
Zelfs al had de heer Lohman volstrekt
niet verklaart, dat het geenszins de be
doeling was de Katholieken te willen
krenken.
Het is een mooie zaak in een program aller
lei beginselen neer te leggen maar met alle
beginselverklaringen ter wereld hoe zou
nu een patrouille Chr. Historischen het
tegenover een legioen Katholieken kunnen
klaarspelen, dat ons land in „protestant-
scken zin" zou worden bestuurd
dat men geenszins verlangde naar „dei-
Gods zuijver woorts predicatie".
t an dit bezoek en van het weigeren
der „angeboden genade" kregen we ken
nis door een der vele verzoekschriften,
die in 1611 en 1612 aan de Veersche re
geering en aan de classis van Walcheren
(een predikanten-vergadering) gericht wer
den, ter bekoniing van een va,sten predi
kant en een geregeld kerkbestuur. Jan
de Bare een rijke boer soms? was in
dezen de groote ijveraar, maar hij vond
een niet te versmaden tegenstander in
den Serooskerker predikant Petrus Moer
man, die zijn gehoor ongaarne vermin
derd zag. Er was een licht en dicht hou
ten gebouwtje geweest, maar het was in
1591 omgewaaid en in splinters geval
len. Vervolgens was er gepredikt in een
schuur door een voorganger uit de ha-
buurschap. Immers, in 1580 stonden er,
leest men in een cohier, slechts 28 hui
zen, „behalven diverse erven, dacrvan de
eigenaers verstorven en verbijstert wate
ren^ en nog desolaet en onbetimmert la<-
gen". Men kan hieruit nagaan, welk een
orkaan over den Polder had gewoed!
(Wordt vervolgd).