IK. Xiesvereeniging
OHAN DE ROOS,
Zaterdag 30 Mei 1908.
Vierde Jaargang.
ES" te Goes.
{GADERING
*rda£ 28 Mei 1908,
It niet in winkels, waar
Kwetsende artikelen
uitgestald en voor
zijn
ig voor Borstlijders.
iisch geld
lankoop van Effecten.
TH. HENDRIKSE.
No. 64
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Verschftnt eiken MhtHDAG-. WOENSDAG- et VMUMt
Van Leliën en Rozen.
FEUILLETON
De dubbele moord.
BUITENLAND.
;s te 3 uur iu het Café ,,'tSlot
HET BESTUUR,
lering is ook toegankelijk voor
aangesloten kiesvereenigingen.
EN, zoowel droge als natie
VERF in bussen en ook eigen-
'.RVËN naar verlangen. VER.
Jwel goedkoopere als duurden
lis van af 10 cent per ons
iZEN. 1© kwaliteit KUNST
>ak 10 cent.
teen goedkoope Verfbeneidin.
IVerf ds duurzaam.
Vlasm. Middelburg.
olieken,
t aan stations boeken-1
of kiosken alleen die
welke zeker geen
oplevert.
len te helpen voor 't hevig
1 benauwdheid, het piepen der
pi en 't verslijmen der longen,
en krevelingen in de keel
anneer alle andere middelen
ben, neemt dan in vertrouwen
>ude en welbekende
Balsempillen
VAN AKEN, apotheker te
oud-leerling der gasthuizen
Int. Bekroond met het eere-
op de Wereld Tentoonstelling
Ik.
Joen de fluimen gemakkelijk
en spoedig verminderen Zij
hen en genezen alzoo de ont-
der longen.
,s per doos 62]/o cent.
Idepot voor Holland Firma
LTE Co., te Middelburg;
te Goes bij Gebr. Mulder;
delburg bij DE ROOS; te
gen bij LUITWIELER; te
ld bij RAAS; te Rilland bij
»FFAUte Tholen bij W. POT-
I te Krabbendijfee bij DE COK.
pRS.
Isoliden borgtocht.
Bscliaile.
idajs in het hotel de Kinderen
5.20
7.56
8.48
6.24
8.29
7.-
9.14
i'9.51
10.01
7.10
I»
7.20
9.28
7.28
7.42
7.49
7.59
9-55
8.04
8.13
8.24
10.8
8 32
8.45
8 54
10.28
9.02
10.36
10.51
11.03
j-lO.H
7.53
8.46
9.13
door
9.38
10.38
10.21
11.40
12.38
12.54
1.10
1.29
3.05
3.38
3.64
4.08
fll-16
tendaal naar Hamburg, Z.
|en naar Nederland via Roosenaaa
hinder on van f 1.20 voor weer d
6.bt
6.91
7-SO
n\
8.51
8.10
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers k contant-0.05
BureauLAHGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 1—5 regels f0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant.
Reclameberichten 25 Gt. p. r. Bij abonnement speciale prgs.
Wanneer een tegenstander der Katho
lieke Kerk zich aangordt ten strijd en, al
aan passende in 'toude tuighuis, zijn best
doet de oude uitrusting zoo nieuw moge
lijk te doen schijnen, dan moet hij onver
anderlijk komen in eene moeilijkheid, dia
hem, om 't minste maar te zeggen, ver
drieten moet.. Hij schaamt zich te moeten
uitkomen met versleten roestige wapenen,
terwijl hij toch ook voor nieuwe had ge
zorgd. Maar die nieuwe blijken hem reeds
vóór 't begin van den strijd zoo onvol
doende, dat hij wel genoodzaakt is den
plattelandschen amateur-comediant te vol
gen, waar deze moet optreden als een on-
versaagden strijder der oudheid en dap
met een modernen cavaleriesabel op een
oud schild klettert en hij den .nieuwen
revolver in den gordel, toch ook een exem
plaar van 'toude schiettuig niet missen
wil, omdat 't zooveel effect maakt.
Zelden toch mist men in een strijd
tegen 'J. Katholicisme, naast de meest mo
derne revolverschoten der kritiek, de oude
sissende pijltjes tegen 'tcelibaat der pries
ters en tegen 't kloosterleven.
Een Voltairiaan scherpt die pijltjes met
puntigen spot, en vergiftigt ze met de leu
gen; een Zolaïst „parfumeert" ze nog
daarenboven, want. hier moet men de
beeldspraak noodzakelijk wat sterker ma
ken, terwijl die van den deftigen pro
testant gewoonlijk geen grooten boog be
schrijven en met een plof nedervallen vóór
de rots, zwaar als ze zijn van Schriftuur-
teksten.
Maar iets nieuws is er toch gekomen in
al dat verouderde, nu de poezele hand
van een jong meisje, over die delicate
dingen hare gedachten neerschrijft op
„Lelieblaren". Want, jong moet ze zijn.
Zij begint met zelf te zeggen: „Ik hen
nog jong", en zulk een woord uit. zulk
een mond ,,mag" niet in twijfel getrok
ken worden. Al ben ik zelf niet zoo. jong,
meer, ik ben toch nog gentleman genoeg,
om dat niet tegen te spreken. Alleen zou
ik beleefd aan die jonge schoone willen,
opmerken, dat hare naïveteit doet denken
aan de altijd onverwachte uitingen van!
het zoo bekende „enfant terrible", of zoo
zij de gedachte van naïveteit verontwaar
digd van zich afwerpt, want dat is
ook niet onmogelijk, dan zou ik heel
ernstig en hoofdschuddend willen zeg
gen „nog ,zóó jong en al reeds Want
dat men b.v. een of andere apostaat, om
zijn gedrag 'goed te praten, hoort sprei
ken over het celibaat en de instelling der
kloosters als in strijd met de eenvoudigste
wetten der natuur en der menschelijk-
heid; van menschen die hun mensch-zijn.
verloochenen in den dienst der Kerk en de
„mooiste en natuurlijkste gevoelens" on
derdrukken, omdat zij zich niet mogen
„uitleven", dat is gemakkelijk genoeg to
begrijpen, maar zulke zaken behandeld
in 't publiek door eene dame en nog wel
eene, die nog jong is,foeiEn zij
schrijft dit om te zeggen, waarom zij tegen
de Katholieke Kerk is.
Zeker, als zij niet tegen de Katholieke
Kerk, of liever een kind dier Kerk was,
dan zou zij, denkende aan celibaat en
maagdelijk leven, iets anders zien dan die
mooiste en natuurlijkste gevoelens; dan,
zou haar geest kunnen wandelen, waar
zijne plaats zou zijn, tusschen leliën en,
rozen en het visioen, dat de maagdelijke
Apostel zag, van die ontelbare menigte
in witte kleederen den troon «les La,nis om
ringend, en zingend het nieuwe lied, zou
ook haar voorbijgaan, als zij, beschou
wend de historie, op iederen dag en in (elke
wisseling van het leven der Kerk, de eer
en den roem van haar geslacht zou zien
vermenigvuldigen en aangroeien tot eene
ontelbare menigte van kuische maagden,
die zingen het nieuwe lied, dat buiten de
Kerk onbekend was en bleef, het lied van
blanke toewijding en vurig bloeiende liefde
tot het Lam. Dan zou zij ook weten, dat
er van „verplichting" geen sprake is in
de Kerk, maar dat de gelofte der kuisch-
lieid noodzakelijk maar ongedwongen uit
hare heiligheid spruit.
Waar en wanneer de Kerk verschijn^
daar zijn maagden. Zij bloeien als leliën
en rozen in haren tuin, van af het oogen-
blik, dat haar Stichter, de uit Liefde ster
vende onschuld, haar voortbracht uit zijn
Hart, en de bloedende wonden in zijn,
maagdelijk lichaam stonden als bloeiende
rozen in een leliënveld.
Bloeiden zij niet met onovertroffen,
schoonheid in ilo Kerk bij haar eerste
ontwaken, de reinheid en de liefde? Daar
staat zij, die in het Evangelie getuigt, dat
zij volgens den wil van God de moeder
wordt van Zijnen Zoon, maar dat zij
maagd is uit eigen vrijen wil, de Maagd
der Maagden. Daar staat hij, de maagde
lijke apostel, die niet gedwongen werd
tot het celibaat, maar maagd bleef om
te mogen rusten op het Hart van iden,
Koning der Maagden. Daar ligt. zij aan
de voeten van het kruis, die veel gezon
digd had, maar wie veel vergeven werd,
omdat zij, na bekeerd te zijn, veel en rein
had bemind en die nu in een rein-boet-
vaardig leven zou uitboeten, wat zij ooit
tegen de onschuld had misdreven. Zij
bloeien op in den tuin der Kerk als leliën
en rozen van reinheid en liefde, vrij en
ongedwongen, de maagden der Christen
heid, onder de eerste stralen der leven
wekkende zon.
En zij bloeien voort in bijna, einde-
looze verscheidenheid van vormen en
kleuren, als hun leven zich richt volgens
de omstandigheden van tijd en plaats,
maar altijd beantwoordend aan de om
schrijving door den H. Basilius gegeven:
„De maagd is zij, die uit vrijen wil
zich toewijdt aan den Heer, die van het
huwelijk heeft afstand gedaan en een le
vensstaat gekozen, waarin zij streeft naar
hoogere volmaking".
Zij bloeien voort in de eerste eeuwen
der Kerk. De Handelingen der Apostelen
spreken ons reeds van de vier dochters
van Philippus, de met den geest der pro
fetie begaafde maagden. De overlevering
brengt ons hare namen over in steeds
grooter getal. Paus Clemens, aan het
einde der eerste eeuw, kleedt hen niet
den sluier en onder dit symbool van een
gesloten overeenkomst, staan zij als brui
den van Christus in volle vrijheid tegen
4).
„De als scherpzinnig geprezen Parijsche
politie is slim, meer niet. Zij heeft geen
andere methode, dan die het oogenblik
haar ingeeft. Zij neemt wel eene massa
voorzorgen, die echter in de meeste ge
vallen niet nader tot het doel brengen.'
Soms zijn de resultaten, die zij verkrijgt,
wel verrassend, maar zij verkrijgt die ge
woonlijk door buitengewone vlijt en werk
zaamheid. Waar deze eigenschappen met
voldoende zijn, ,hokt het werk. Zij ver
liest 'den rechten blik op het werk, om
dat het te veel voor de hand ligt. Soms
zien zij twee of drie der bijzonderheden,
zeer duidelijk en zien daarbij het geheel
over 't hoofd. Wat dezen dubbelen moord
betreft, zullen wij eerst eenige onderzoe
kingen doen, voor wij ons een oordeel
vormen. Bovendien heeft le Bon mij eens
een dienst bewezen, en ik behoor niet tot
de ondankbaren. Voor alles, zullen wij het
tooneel van den moord eens gaan opne
men. Ik ken den prefect van politie en
hij zal mij de vereischte toeslemming niet
weigeren".
Wij ontvingen haar ook en begaven ons
spoedig naar de rue Morgue. Wij kwamen
er laat in den namiddag, want zij was
tamelijk ver van onze woning verwijderd
Spoedig vonden wij ook het huis, waar
voor talrijke nieuwsgierigen stonden, die
de gesloten vensterluiken aangaapten. Het
was een huis, zooajs er in Parijs velen
zijn; het had een breeden overdekten in
gang, ter zijde waarvan zich de portiers
loge bevond. Voor wij het huis binnen
gingen, liepen wij een eind de straat in
gingen èene zijstraat in, gingen nog een
hóek om en stonden toen voor den ach
terkant van het huis. Dupin nam het huis
evenals de geheele omgeving zeer nauw
keurig op, zonder dat ik er de reden van
raden kon.
Wij gingen terug, belden aan het huis,
lieten ons .bewijs van toegang zien en
werden ingelaten. Wij gingen de trap op
en betraden de kamer waar de lijken la
gen; zooals gewoonlijk was alles in den
zelfden toestand gelaten, als het gevonden!
was; de couranten hadden eene zeer goede
beschrijving gegeven. Dupin onderzocht
alles zeer nauwkeurig, ook de lijken; van
een politieagent vergezeld, bezochten wij
over de menschen.
Zij bloeien voort, want de geschiedenis
noemt, uit ontelbare anderen, de namen,
eener Praxedes, Pudentia, Cecilia, Agnes
en al die liet. lelie-blanke kleed hunner;
maagdelijkheid, evenals hun Bruidegom,
sierden met de purperen rozen van het
martelaarschap. En verre van gedwongen
te zijn tot hun maagdelijken staat, is geen
menschelijke macht machtig genoeg hun
den schat der maagdelijkheid te ontroo-
ven, maar terwijl in de folteringen van;
het Martelaarschap, God wonderbaar hun
ne reinheid beschermt, zingen zij, met
den 'dood voor oogen, het wonderbare,
lied, dat zij alleen zingen kunnen, bet
lied van engelenreinheid en hemelsche
liefde.
Zij bloeien voort als de Kerk zich uit
breidt over de wereld, want waar ihet
kiuis wordt geplant, reien de maagden!
zich als op Golgotha, rond den voet. Overal
schitteren zij in het smetlooze kleed hun
ner onschuld, vrij van allen dwang, in,
t gebed zich opheffend tot den geliefden
Bruidegom, en om diens geliefd en voor
naamste gebod te vervullen, zich neder-
buigend over het bed der zieken en Sn
christelijke reine liefde lenigend elke
droefheid en elke smart.
De invallen der Barbaren doen hen weg|
vluchten uit het gewoel der wereld, maar
zij bloeien voort nu in de kloosters, die
verre van tirannieke instellingen der Kerk
te zijn, zich even ongedwongen als de
maagden zelf, uit hare heiligheid moes
ten ontwikkelen. En overal waar de Kerk
is, zijn kloosters, en alle kloosters zijn be
volkt met maagden, die uit vrijen ,wil
zich toewijden aan God met lichaam pn
ziel en streven naar hoogere volmaakt
heid. Gebed en studie is hier hare voor
name bezigheid en, met de heerlijkste
deugden, bloeien in die gaarden der H.
Kerk de wetenschap en de poëzie.
Maar ook buiten de kloosters blijven;
ze bloeien, de leliën en rozen van Gol
gotha,
Toen vanaf de XlIIe eeuw, de zeden
van den tijd geene vrouw toelieten onbe
schermd te blijven en zij te kiezen had
tusschen het klooster en het huwelijk en
vaak om politieke redenen het laatste niet
te ontwijken was, toen ontstonden die
engelachtige vereenigingen, waarvan reeds
het voorbeeld in de H. Cecilia en Valeria-
nus de eerste eeuwen der Kerk had ver
heerlijkt. Ziet ze zich vereenigen die prin
sen en prinsessen ongedwongen en vrij
in kuischen echt, welke slechts hunne zie
len doet samenvloeien, om ze met het
kuische lichaam te wijden aan den Ko
ning der maagden. En waar men ze dwin
gen wil, de maagden, niet om maagd te
zijn, maai- om zich te verbinden in schit
terende huwelijken met koningen en kei
zers, daar strijden zij onder de bescher
ming des hemels een reuzenstrijd, als b.v.
een Agnes van Bohemen, voor de vrij
heid om te blijven, naar eigen keuze, de
bruiden van het Lam.
Zij bloeien voort die leliën en rozen,
in den vruchtbaren grond der Kerk, die
ze even noodzakelijk als ongedwongen!
voortbrengen moet in velerlei vorm, en
wisseling van kleuren. De tertiarissen
toen ook de andere kamers en de binnen
plaats. Dit duurde tot het donker gewor
den was, toen gingen wij heen. Bij het
naar huis gaan, ging mijn vriend eenige
oogenblikken in het bureau eener courant.
Zooals ik reeds opgemerkt heb, had;
Dupin eenige eigenaardigheden in den om
gang, die ik echter ontzag. Nu vond hij
het goed tot den volgenden middag ieder
gesprek over den moord te ontwijken.
Toen vroeg Jiij mij echter plotseling, of
mij op de plaats van het misdrijf niet iets
bijzonders opgevallen was.
De manier waarop hij het woord „bij
zonders" uitsprak, deed mij huiveren.
„Neen", antwoordde ik, „ten minste
fliets, wat niet reeds in de couranten,
stond".
„Ik geloof, dat de couranten het on
gewone ontzettende der zaak niet genoeg
in het licht gesteld hebben. Ik geloof, dat
wat den moord zoo raadselachtig maakt,
om zoo ite zeggen, de „overdrijving" in
de uitvoering, er het eerst toe moet bij
dragen, om licht te verschaffen.
De politie vindt juist geen grond voor
het afgrijselijke van de uitvoering. Dan
wordt zij ook op een dwaalspoor gebracht
door het feit, dat twistende stemmen ge
hoord werden en er geen levend wezen;
verspreiden zich over de wereld. Ongej
dwongen gorden zij aan, onder den maag
delijken sluier, het kleed der boete en, in
souvereine vrijheid vervullen zij 't apos
tolaat der tijden. Huil koninklijke Brui
degom opent voor hun reinen blik zijnq
geheimen en vanaf de kleine Rosa van
Viterbo, die reeds als kind van tien jaren
het Rijk Gods predikte in de straten harer
stad, tot de groote Catherina van Sienne
en Coletta Boilet, dauwt langs hunne
maagdelijke lippen het parelende Evan
geliewoord en strooien hunne reine lian-i
den de bloemen der naastenliefde. Zelfs
op het oorlogsveld, den maagdelijken boe
zem met staal ompantserd, bloeit de
„Lelie van Orleans," de God- en vader
landlievende Jeanne d'Arc, en hare ven
rukkelijke schoonheid straalt zóó engel
rein, dat. haar verschijnen zelfs geen vlee-
schelijke begeerten wekt onder hare ruwe
genooten.
En, als de eeuwen wisselen en altijd)
op nieuwe wijzen vragen zich te verkwik
ken aan de balsemende leven- en gezond
heid-brengende geuren, die opstijgen uit
den schoonen tuin der Kerk, haar reinste
glorie, dan zien wij de maagden van,'
Christus helpende de armen, verplegende
de zieken, opvoedende de weezen, onder
wijzende de jeugd, uitgaande naar de mis
sielanden, zich aanbiedende voor den so
cialen strijd onzer dagen, maar altijd be
antwoordende aan de omschrijving van
den H. Basilius: „De maagden zijn zij,
di.e uit vrijen wil zich toewijden aan
den Heer, die van het huwelijk afstan«l|
doen en een levensstaat hebben gekozen,
waarin zij streven naar hoogere volma
king".
De eenvoud der apostolische tijden, de
bloedige vervolgingen, de (lwaze weelde
van het ineenvallende Romeinsche Kei
zerrijk, de geweldige schokken, die onder
de invallen der barbaren Europa vaneen
scheurden, de middeleeuwen, die de dage
raad brachten van een Christelijke maat
schappij, de wisselingen tusschen de XVIe
eeuw en onze dagen, hebben de maagden
van Christus, die leliën en rozen der Kerk,
doen stralen in de wonderschoone ver
scheidenheid aller kleuren. Nu zien wij ze
omheind Van de beschuttende kloostermu
ren, dan in het gewoel der volle wereld.
Lachend op de pijnbank der martelaren,
predikend Gods rijk in straten en op plei
nen, neerbuigend over de legersteden der
zieken, tredend den gevaarvollen grond
der missiën, overal waar de Kerk is, zijn
de maagden. Zij zijn haar reinste glorie.
Zij zijn de leliën en rozen, die bloeien
moeten en altijd bloeien zullen rond het
kruis des Heeren.
En als een overmoedig jong meisje uit
ónze moderne overbeschaving gekweekt,
die reine glorie meent t.e moeten bemorsen
met een vuile inktvlak te werpen op een
blaadje geparfumeerd papier, danroe
pen wij1 ons weer eens voor den geest het
visioen van den raaagdelijken aposteldien
eindeloozen stoet in witte kleederen, vol
gend het Lam en zingend hel nieuwe
lied, dat buiten de Kerk niemand zingent
kan, en dan hebben wij medelijden met
eene arme dwalende, die niet eens zien
kan de glorie harer zusteren en zich niet
in huis te vinden was, en, zooals de in
richting is, ook niet heeft kunnen vluch
ten. Deze omstandigheden, vermeerderd
met de vreeselijke wanorde in de kamer,
het lijk in den schoorsteen, de afschuwe
lijke verminking der oude vrouw en nog
meer andere dingen, breken de kracht
der politie en belemmeren haar speur-
talent; zij heeft de niet zeldzame fout be
gaan het ongewone met het ahstrakte te
verwisselen. In zulke gevallen vraagt men
niet wat gebeurd is, maar of er iels on
gewoons gebeurd is. Daarom gelukt het
mij gemakkelijk, het voor de politie oil
oplosbare raadsel op te lossen".
Ik staarde hem verbaasd aan.
„Ik verwacht nu", ging hij met een blik
naar de deur voort, „iemand, die wel i:
waar aan den dubbelen moord onschul
dig is, maar toch in zekeren zin deel
moet hebben aan de uitvoering en daar
mede hoop ik het geheim geheel te ont
sluieren. Ik verwacht hem ieder oogen
blik. Mogelijk, dat hij niet komt, moge
lijk, maar niet waarschijnlijk, komt hij,
dan moeten, wij hem vasthouden. Hier
zijn pistolen, die wij in geval van nood,
weten te gebruiken".
Ik stak werktuigelijk de pistolen bij mij,
terwijl Dupin voortging. Zijne rede goldi
verblijden dn de eer en den roem van
haar geslacht. (Msb.)
FRANKRIJK.
De Fransche politiek draait altjjd nog
oro deze twee gedachtenhoe de kerk te
benadeelen en hoe de schade, die daardoor
ook voor het vaderland en de welvaart
ontstaat, weer te dekken.
De laatste dagen nu is weer uitvoerig
over de belastingen gepraat en ten slotte
ook gestemd, 't Ging over de vraag of ook
het bezit van Fransche staatspapieren, dat
tot nog toe van belasting was vrijgesteld,
onder den zwaren arm van den fiscus zal
worden gebracht. Er was een soort van
traditie, volgens welke zulk een belasting
nooit geheven zou worden, maar die traditie
is door de Kamer, na veel aandringen en
omdat er geen uitweg meer was, verstoord.
Minister C a i 11 a u x soeelde met hooge
troeven
De democratie eischt gelijke belasting
voor allen en dat iedereen betaalt naar
zijn draagkracht. De regeering heeft met
de indiening van het wetsontwerp op de
inkomstenbelasting getracht te handelen
in den geest der republikeinsche meer
derheid Het staat nu aan de meerderheid
te zeggen of de regeering al of niet haar
vertrouwen heeft behouden.
Tot de opposanten behoorde Ri b o t, die
betoogde,
dat alle regeeringen het noodzakelijk
hebben geacht waarborgen te geven voor
het kiediet van den Staat. Hij verklaarde,
dat men niet het recht heeft iets te
korten op den renteceupon. Dat Fran
krijke crediet zoo groot is, heeft het
daaraan te danken, dat het steeds, met
soms aan overdrijving grenzende nauw
gezetheid, zijn verplichtingen is nageko
men. Spreker verklaart neoit te zullen
toestaan, wat de regeering thans tracht
te verkrijgen door de quaestie van ver
trouwen te stellen.
De overgroot'' meerderheid der houders
van rente bestaat uit menschen, die hunne
weinige spaarpenningen aan den Staat
toevertrouwen, teneinde deze veilig te
beleggen.
Clemenceau zelf moest er toen tus-
schenkomeu em de afgekrabde pil weer te
vergulden en zuchtend werd ze nu door
de Kamer geslikt.
Maar de pers, ook de regeeringsgezinde,
is heelemaat niet over 't geval te spreken
en wat zullen de kiezers zeggen, wien als
buit van den Kerkoorlog een miliiard werd
beloofd en die nu in de plaats daarvan een
belastingbiljet thuisgestuurd krygen
BKJLOIË.
De uitslag der Belgische Verkiezing is
toch werkelijk geen ramp
Het „H. v. A." zegt nog:
Het is onzinnig te spreken van verzwak
king der Katholieke partij in het land
nog eens: waren te Tongeren en te Luik
de katbo'ieken vereenigd opgekomen, wjj
zouden twee gekozenen meer gehad hebben
en de meerderheid bleef 12 stemmen.
Het is natuurljjk van de liberale bladen
te veel gevraagd, deze doodeenvoudige be-
mij, maar de uitdrukking zijner stem was
van dien aard, alsof hij met een afwezig
persoon sprak, zijn blik was zonder eenige
uitdrukking op den wand gericht.
„Dat de twistende stemmen niet die
der vrouwen waren, blijkt uit alle getui-
genverhooren duidelijk genoeg. Hiermede
vervalt de gedachte, dat de oude vrouw
eerst hare dochter, en dan zich zelf ver
moord heeft, dit zij alleen wegens den
logischen gedachtengang opgemerkt. Want
mevrouw I'Espanage zou ook geen kracht
genoeg gehad hebben, om het lichaam ha
rer dochter op dergelijke wijze in den,
schoorsteen te stoppen, en ook hare eigene
verwondingen sluiten iedere gedachte aan
zelfmoord uit. De moord moet dus door
een derde begaan zijn, en de stem van
dezen derde was het, die in den twist ge
hoord werd. De getuigenverhooren wijzen
hier een groote bijzonderheid aan. Is je
niets opgevallen?"
„Het viel mij op, dat alle getuigen, wel
overeenstemden, dat ide ruwe stenv van,
een Franschman was, maar dat zij om
trent de schrille stem allemaal van ver
schillende meening waren".
(Wordt vervolgd).