IK. Xiesvereeniging OHAN DE ROOS, Zaterdag 30 Mei 1908. Vierde Jaargang. ES" te Goes. {GADERING *rda£ 28 Mei 1908, It niet in winkels, waar Kwetsende artikelen uitgestald en voor zijn ig voor Borstlijders. iisch geld lankoop van Effecten. TH. HENDRIKSE. No. 64 KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Verschftnt eiken MhtHDAG-. WOENSDAG- et VMUMt Van Leliën en Rozen. FEUILLETON De dubbele moord. BUITENLAND. ;s te 3 uur iu het Café ,,'tSlot HET BESTUUR, lering is ook toegankelijk voor aangesloten kiesvereenigingen. EN, zoowel droge als natie VERF in bussen en ook eigen- '.RVËN naar verlangen. VER. Jwel goedkoopere als duurden lis van af 10 cent per ons iZEN. 1© kwaliteit KUNST >ak 10 cent. teen goedkoope Verfbeneidin. IVerf ds duurzaam. Vlasm. Middelburg. olieken, t aan stations boeken-1 of kiosken alleen die welke zeker geen oplevert. len te helpen voor 't hevig 1 benauwdheid, het piepen der pi en 't verslijmen der longen, en krevelingen in de keel anneer alle andere middelen ben, neemt dan in vertrouwen >ude en welbekende Balsempillen VAN AKEN, apotheker te oud-leerling der gasthuizen Int. Bekroond met het eere- op de Wereld Tentoonstelling Ik. Joen de fluimen gemakkelijk en spoedig verminderen Zij hen en genezen alzoo de ont- der longen. ,s per doos 62]/o cent. Idepot voor Holland Firma LTE Co., te Middelburg; te Goes bij Gebr. Mulder; delburg bij DE ROOS; te gen bij LUITWIELER; te ld bij RAAS; te Rilland bij »FFAUte Tholen bij W. POT- I te Krabbendijfee bij DE COK. pRS. Isoliden borgtocht. Bscliaile. idajs in het hotel de Kinderen 5.20 7.56 8.48 6.24 8.29 7.- 9.14 i'9.51 10.01 7.10 I» 7.20 9.28 7.28 7.42 7.49 7.59 9-55 8.04 8.13 8.24 10.8 8 32 8.45 8 54 10.28 9.02 10.36 10.51 11.03 j-lO.H 7.53 8.46 9.13 door 9.38 10.38 10.21 11.40 12.38 12.54 1.10 1.29 3.05 3.38 3.64 4.08 fll-16 tendaal naar Hamburg, Z. |en naar Nederland via Roosenaaa hinder on van f 1.20 voor weer d 6.bt 6.91 7-SO n\ 8.51 8.10 Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers k contant-0.05 BureauLAHGE VORSTSTRAAT, GOES. Advertentiën van 1—5 regels f0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant. Reclameberichten 25 Gt. p. r. Bij abonnement speciale prgs. Wanneer een tegenstander der Katho lieke Kerk zich aangordt ten strijd en, al aan passende in 'toude tuighuis, zijn best doet de oude uitrusting zoo nieuw moge lijk te doen schijnen, dan moet hij onver anderlijk komen in eene moeilijkheid, dia hem, om 't minste maar te zeggen, ver drieten moet.. Hij schaamt zich te moeten uitkomen met versleten roestige wapenen, terwijl hij toch ook voor nieuwe had ge zorgd. Maar die nieuwe blijken hem reeds vóór 't begin van den strijd zoo onvol doende, dat hij wel genoodzaakt is den plattelandschen amateur-comediant te vol gen, waar deze moet optreden als een on- versaagden strijder der oudheid en dap met een modernen cavaleriesabel op een oud schild klettert en hij den .nieuwen revolver in den gordel, toch ook een exem plaar van 'toude schiettuig niet missen wil, omdat 't zooveel effect maakt. Zelden toch mist men in een strijd tegen 'J. Katholicisme, naast de meest mo derne revolverschoten der kritiek, de oude sissende pijltjes tegen 'tcelibaat der pries ters en tegen 't kloosterleven. Een Voltairiaan scherpt die pijltjes met puntigen spot, en vergiftigt ze met de leu gen; een Zolaïst „parfumeert" ze nog daarenboven, want. hier moet men de beeldspraak noodzakelijk wat sterker ma ken, terwijl die van den deftigen pro testant gewoonlijk geen grooten boog be schrijven en met een plof nedervallen vóór de rots, zwaar als ze zijn van Schriftuur- teksten. Maar iets nieuws is er toch gekomen in al dat verouderde, nu de poezele hand van een jong meisje, over die delicate dingen hare gedachten neerschrijft op „Lelieblaren". Want, jong moet ze zijn. Zij begint met zelf te zeggen: „Ik hen nog jong", en zulk een woord uit. zulk een mond ,,mag" niet in twijfel getrok ken worden. Al ben ik zelf niet zoo. jong, meer, ik ben toch nog gentleman genoeg, om dat niet tegen te spreken. Alleen zou ik beleefd aan die jonge schoone willen, opmerken, dat hare naïveteit doet denken aan de altijd onverwachte uitingen van! het zoo bekende „enfant terrible", of zoo zij de gedachte van naïveteit verontwaar digd van zich afwerpt, want dat is ook niet onmogelijk, dan zou ik heel ernstig en hoofdschuddend willen zeg gen „nog ,zóó jong en al reeds Want dat men b.v. een of andere apostaat, om zijn gedrag 'goed te praten, hoort sprei ken over het celibaat en de instelling der kloosters als in strijd met de eenvoudigste wetten der natuur en der menschelijk- heid; van menschen die hun mensch-zijn. verloochenen in den dienst der Kerk en de „mooiste en natuurlijkste gevoelens" on derdrukken, omdat zij zich niet mogen „uitleven", dat is gemakkelijk genoeg to begrijpen, maar zulke zaken behandeld in 't publiek door eene dame en nog wel eene, die nog jong is,foeiEn zij schrijft dit om te zeggen, waarom zij tegen de Katholieke Kerk is. Zeker, als zij niet tegen de Katholieke Kerk, of liever een kind dier Kerk was, dan zou zij, denkende aan celibaat en maagdelijk leven, iets anders zien dan die mooiste en natuurlijkste gevoelens; dan, zou haar geest kunnen wandelen, waar zijne plaats zou zijn, tusschen leliën en, rozen en het visioen, dat de maagdelijke Apostel zag, van die ontelbare menigte in witte kleederen den troon «les La,nis om ringend, en zingend het nieuwe lied, zou ook haar voorbijgaan, als zij, beschou wend de historie, op iederen dag en in (elke wisseling van het leven der Kerk, de eer en den roem van haar geslacht zou zien vermenigvuldigen en aangroeien tot eene ontelbare menigte van kuische maagden, die zingen het nieuwe lied, dat buiten de Kerk onbekend was en bleef, het lied van blanke toewijding en vurig bloeiende liefde tot het Lam. Dan zou zij ook weten, dat er van „verplichting" geen sprake is in de Kerk, maar dat de gelofte der kuisch- lieid noodzakelijk maar ongedwongen uit hare heiligheid spruit. Waar en wanneer de Kerk verschijn^ daar zijn maagden. Zij bloeien als leliën en rozen in haren tuin, van af het oogen- blik, dat haar Stichter, de uit Liefde ster vende onschuld, haar voortbracht uit zijn Hart, en de bloedende wonden in zijn, maagdelijk lichaam stonden als bloeiende rozen in een leliënveld. Bloeiden zij niet met onovertroffen, schoonheid in ilo Kerk bij haar eerste ontwaken, de reinheid en de liefde? Daar staat zij, die in het Evangelie getuigt, dat zij volgens den wil van God de moeder wordt van Zijnen Zoon, maar dat zij maagd is uit eigen vrijen wil, de Maagd der Maagden. Daar staat hij, de maagde lijke apostel, die niet gedwongen werd tot het celibaat, maar maagd bleef om te mogen rusten op het Hart van iden, Koning der Maagden. Daar ligt. zij aan de voeten van het kruis, die veel gezon digd had, maar wie veel vergeven werd, omdat zij, na bekeerd te zijn, veel en rein had bemind en die nu in een rein-boet- vaardig leven zou uitboeten, wat zij ooit tegen de onschuld had misdreven. Zij bloeien op in den tuin der Kerk als leliën en rozen van reinheid en liefde, vrij en ongedwongen, de maagden der Christen heid, onder de eerste stralen der leven wekkende zon. En zij bloeien voort in bijna, einde- looze verscheidenheid van vormen en kleuren, als hun leven zich richt volgens de omstandigheden van tijd en plaats, maar altijd beantwoordend aan de om schrijving door den H. Basilius gegeven: „De maagd is zij, die uit vrijen wil zich toewijdt aan den Heer, die van het huwelijk heeft afstand gedaan en een le vensstaat gekozen, waarin zij streeft naar hoogere volmaking". Zij bloeien voort in de eerste eeuwen der Kerk. De Handelingen der Apostelen spreken ons reeds van de vier dochters van Philippus, de met den geest der pro fetie begaafde maagden. De overlevering brengt ons hare namen over in steeds grooter getal. Paus Clemens, aan het einde der eerste eeuw, kleedt hen niet den sluier en onder dit symbool van een gesloten overeenkomst, staan zij als brui den van Christus in volle vrijheid tegen 4). „De als scherpzinnig geprezen Parijsche politie is slim, meer niet. Zij heeft geen andere methode, dan die het oogenblik haar ingeeft. Zij neemt wel eene massa voorzorgen, die echter in de meeste ge vallen niet nader tot het doel brengen.' Soms zijn de resultaten, die zij verkrijgt, wel verrassend, maar zij verkrijgt die ge woonlijk door buitengewone vlijt en werk zaamheid. Waar deze eigenschappen met voldoende zijn, ,hokt het werk. Zij ver liest 'den rechten blik op het werk, om dat het te veel voor de hand ligt. Soms zien zij twee of drie der bijzonderheden, zeer duidelijk en zien daarbij het geheel over 't hoofd. Wat dezen dubbelen moord betreft, zullen wij eerst eenige onderzoe kingen doen, voor wij ons een oordeel vormen. Bovendien heeft le Bon mij eens een dienst bewezen, en ik behoor niet tot de ondankbaren. Voor alles, zullen wij het tooneel van den moord eens gaan opne men. Ik ken den prefect van politie en hij zal mij de vereischte toeslemming niet weigeren". Wij ontvingen haar ook en begaven ons spoedig naar de rue Morgue. Wij kwamen er laat in den namiddag, want zij was tamelijk ver van onze woning verwijderd Spoedig vonden wij ook het huis, waar voor talrijke nieuwsgierigen stonden, die de gesloten vensterluiken aangaapten. Het was een huis, zooajs er in Parijs velen zijn; het had een breeden overdekten in gang, ter zijde waarvan zich de portiers loge bevond. Voor wij het huis binnen gingen, liepen wij een eind de straat in gingen èene zijstraat in, gingen nog een hóek om en stonden toen voor den ach terkant van het huis. Dupin nam het huis evenals de geheele omgeving zeer nauw keurig op, zonder dat ik er de reden van raden kon. Wij gingen terug, belden aan het huis, lieten ons .bewijs van toegang zien en werden ingelaten. Wij gingen de trap op en betraden de kamer waar de lijken la gen; zooals gewoonlijk was alles in den zelfden toestand gelaten, als het gevonden! was; de couranten hadden eene zeer goede beschrijving gegeven. Dupin onderzocht alles zeer nauwkeurig, ook de lijken; van een politieagent vergezeld, bezochten wij over de menschen. Zij bloeien voort, want de geschiedenis noemt, uit ontelbare anderen, de namen, eener Praxedes, Pudentia, Cecilia, Agnes en al die liet. lelie-blanke kleed hunner; maagdelijkheid, evenals hun Bruidegom, sierden met de purperen rozen van het martelaarschap. En verre van gedwongen te zijn tot hun maagdelijken staat, is geen menschelijke macht machtig genoeg hun den schat der maagdelijkheid te ontroo- ven, maar terwijl in de folteringen van; het Martelaarschap, God wonderbaar hun ne reinheid beschermt, zingen zij, met den 'dood voor oogen, het wonderbare, lied, dat zij alleen zingen kunnen, bet lied van engelenreinheid en hemelsche liefde. Zij bloeien voort als de Kerk zich uit breidt over de wereld, want waar ihet kiuis wordt geplant, reien de maagden! zich als op Golgotha, rond den voet. Overal schitteren zij in het smetlooze kleed hun ner onschuld, vrij van allen dwang, in, t gebed zich opheffend tot den geliefden Bruidegom, en om diens geliefd en voor naamste gebod te vervullen, zich neder- buigend over het bed der zieken en Sn christelijke reine liefde lenigend elke droefheid en elke smart. De invallen der Barbaren doen hen weg| vluchten uit het gewoel der wereld, maar zij bloeien voort nu in de kloosters, die verre van tirannieke instellingen der Kerk te zijn, zich even ongedwongen als de maagden zelf, uit hare heiligheid moes ten ontwikkelen. En overal waar de Kerk is, zijn kloosters, en alle kloosters zijn be volkt met maagden, die uit vrijen ,wil zich toewijden aan God met lichaam pn ziel en streven naar hoogere volmaakt heid. Gebed en studie is hier hare voor name bezigheid en, met de heerlijkste deugden, bloeien in die gaarden der H. Kerk de wetenschap en de poëzie. Maar ook buiten de kloosters blijven; ze bloeien, de leliën en rozen van Gol gotha, Toen vanaf de XlIIe eeuw, de zeden van den tijd geene vrouw toelieten onbe schermd te blijven en zij te kiezen had tusschen het klooster en het huwelijk en vaak om politieke redenen het laatste niet te ontwijken was, toen ontstonden die engelachtige vereenigingen, waarvan reeds het voorbeeld in de H. Cecilia en Valeria- nus de eerste eeuwen der Kerk had ver heerlijkt. Ziet ze zich vereenigen die prin sen en prinsessen ongedwongen en vrij in kuischen echt, welke slechts hunne zie len doet samenvloeien, om ze met het kuische lichaam te wijden aan den Ko ning der maagden. En waar men ze dwin gen wil, de maagden, niet om maagd te zijn, maai- om zich te verbinden in schit terende huwelijken met koningen en kei zers, daar strijden zij onder de bescher ming des hemels een reuzenstrijd, als b.v. een Agnes van Bohemen, voor de vrij heid om te blijven, naar eigen keuze, de bruiden van het Lam. Zij bloeien voort die leliën en rozen, in den vruchtbaren grond der Kerk, die ze even noodzakelijk als ongedwongen! voortbrengen moet in velerlei vorm, en wisseling van kleuren. De tertiarissen toen ook de andere kamers en de binnen plaats. Dit duurde tot het donker gewor den was, toen gingen wij heen. Bij het naar huis gaan, ging mijn vriend eenige oogenblikken in het bureau eener courant. Zooals ik reeds opgemerkt heb, had; Dupin eenige eigenaardigheden in den om gang, die ik echter ontzag. Nu vond hij het goed tot den volgenden middag ieder gesprek over den moord te ontwijken. Toen vroeg Jiij mij echter plotseling, of mij op de plaats van het misdrijf niet iets bijzonders opgevallen was. De manier waarop hij het woord „bij zonders" uitsprak, deed mij huiveren. „Neen", antwoordde ik, „ten minste fliets, wat niet reeds in de couranten, stond". „Ik geloof, dat de couranten het on gewone ontzettende der zaak niet genoeg in het licht gesteld hebben. Ik geloof, dat wat den moord zoo raadselachtig maakt, om zoo ite zeggen, de „overdrijving" in de uitvoering, er het eerst toe moet bij dragen, om licht te verschaffen. De politie vindt juist geen grond voor het afgrijselijke van de uitvoering. Dan wordt zij ook op een dwaalspoor gebracht door het feit, dat twistende stemmen ge hoord werden en er geen levend wezen; verspreiden zich over de wereld. Ongej dwongen gorden zij aan, onder den maag delijken sluier, het kleed der boete en, in souvereine vrijheid vervullen zij 't apos tolaat der tijden. Huil koninklijke Brui degom opent voor hun reinen blik zijnq geheimen en vanaf de kleine Rosa van Viterbo, die reeds als kind van tien jaren het Rijk Gods predikte in de straten harer stad, tot de groote Catherina van Sienne en Coletta Boilet, dauwt langs hunne maagdelijke lippen het parelende Evan geliewoord en strooien hunne reine lian-i den de bloemen der naastenliefde. Zelfs op het oorlogsveld, den maagdelijken boe zem met staal ompantserd, bloeit de „Lelie van Orleans," de God- en vader landlievende Jeanne d'Arc, en hare ven rukkelijke schoonheid straalt zóó engel rein, dat. haar verschijnen zelfs geen vlee- schelijke begeerten wekt onder hare ruwe genooten. En, als de eeuwen wisselen en altijd) op nieuwe wijzen vragen zich te verkwik ken aan de balsemende leven- en gezond heid-brengende geuren, die opstijgen uit den schoonen tuin der Kerk, haar reinste glorie, dan zien wij de maagden van,' Christus helpende de armen, verplegende de zieken, opvoedende de weezen, onder wijzende de jeugd, uitgaande naar de mis sielanden, zich aanbiedende voor den so cialen strijd onzer dagen, maar altijd be antwoordende aan de omschrijving van den H. Basilius: „De maagden zijn zij, di.e uit vrijen wil zich toewijden aan den Heer, die van het huwelijk afstan«l| doen en een levensstaat hebben gekozen, waarin zij streven naar hoogere volma king". De eenvoud der apostolische tijden, de bloedige vervolgingen, de (lwaze weelde van het ineenvallende Romeinsche Kei zerrijk, de geweldige schokken, die onder de invallen der barbaren Europa vaneen scheurden, de middeleeuwen, die de dage raad brachten van een Christelijke maat schappij, de wisselingen tusschen de XVIe eeuw en onze dagen, hebben de maagden van Christus, die leliën en rozen der Kerk, doen stralen in de wonderschoone ver scheidenheid aller kleuren. Nu zien wij ze omheind Van de beschuttende kloostermu ren, dan in het gewoel der volle wereld. Lachend op de pijnbank der martelaren, predikend Gods rijk in straten en op plei nen, neerbuigend over de legersteden der zieken, tredend den gevaarvollen grond der missiën, overal waar de Kerk is, zijn de maagden. Zij zijn haar reinste glorie. Zij zijn de leliën en rozen, die bloeien moeten en altijd bloeien zullen rond het kruis des Heeren. En als een overmoedig jong meisje uit ónze moderne overbeschaving gekweekt, die reine glorie meent t.e moeten bemorsen met een vuile inktvlak te werpen op een blaadje geparfumeerd papier, danroe pen wij1 ons weer eens voor den geest het visioen van den raaagdelijken aposteldien eindeloozen stoet in witte kleederen, vol gend het Lam en zingend hel nieuwe lied, dat buiten de Kerk niemand zingent kan, en dan hebben wij medelijden met eene arme dwalende, die niet eens zien kan de glorie harer zusteren en zich niet in huis te vinden was, en, zooals de in richting is, ook niet heeft kunnen vluch ten. Deze omstandigheden, vermeerderd met de vreeselijke wanorde in de kamer, het lijk in den schoorsteen, de afschuwe lijke verminking der oude vrouw en nog meer andere dingen, breken de kracht der politie en belemmeren haar speur- talent; zij heeft de niet zeldzame fout be gaan het ongewone met het ahstrakte te verwisselen. In zulke gevallen vraagt men niet wat gebeurd is, maar of er iels on gewoons gebeurd is. Daarom gelukt het mij gemakkelijk, het voor de politie oil oplosbare raadsel op te lossen". Ik staarde hem verbaasd aan. „Ik verwacht nu", ging hij met een blik naar de deur voort, „iemand, die wel i: waar aan den dubbelen moord onschul dig is, maar toch in zekeren zin deel moet hebben aan de uitvoering en daar mede hoop ik het geheim geheel te ont sluieren. Ik verwacht hem ieder oogen blik. Mogelijk, dat hij niet komt, moge lijk, maar niet waarschijnlijk, komt hij, dan moeten, wij hem vasthouden. Hier zijn pistolen, die wij in geval van nood, weten te gebruiken". Ik stak werktuigelijk de pistolen bij mij, terwijl Dupin voortging. Zijne rede goldi verblijden dn de eer en den roem van haar geslacht. (Msb.) FRANKRIJK. De Fransche politiek draait altjjd nog oro deze twee gedachtenhoe de kerk te benadeelen en hoe de schade, die daardoor ook voor het vaderland en de welvaart ontstaat, weer te dekken. De laatste dagen nu is weer uitvoerig over de belastingen gepraat en ten slotte ook gestemd, 't Ging over de vraag of ook het bezit van Fransche staatspapieren, dat tot nog toe van belasting was vrijgesteld, onder den zwaren arm van den fiscus zal worden gebracht. Er was een soort van traditie, volgens welke zulk een belasting nooit geheven zou worden, maar die traditie is door de Kamer, na veel aandringen en omdat er geen uitweg meer was, verstoord. Minister C a i 11 a u x soeelde met hooge troeven De democratie eischt gelijke belasting voor allen en dat iedereen betaalt naar zijn draagkracht. De regeering heeft met de indiening van het wetsontwerp op de inkomstenbelasting getracht te handelen in den geest der republikeinsche meer derheid Het staat nu aan de meerderheid te zeggen of de regeering al of niet haar vertrouwen heeft behouden. Tot de opposanten behoorde Ri b o t, die betoogde, dat alle regeeringen het noodzakelijk hebben geacht waarborgen te geven voor het kiediet van den Staat. Hij verklaarde, dat men niet het recht heeft iets te korten op den renteceupon. Dat Fran krijke crediet zoo groot is, heeft het daaraan te danken, dat het steeds, met soms aan overdrijving grenzende nauw gezetheid, zijn verplichtingen is nageko men. Spreker verklaart neoit te zullen toestaan, wat de regeering thans tracht te verkrijgen door de quaestie van ver trouwen te stellen. De overgroot'' meerderheid der houders van rente bestaat uit menschen, die hunne weinige spaarpenningen aan den Staat toevertrouwen, teneinde deze veilig te beleggen. Clemenceau zelf moest er toen tus- schenkomeu em de afgekrabde pil weer te vergulden en zuchtend werd ze nu door de Kamer geslikt. Maar de pers, ook de regeeringsgezinde, is heelemaat niet over 't geval te spreken en wat zullen de kiezers zeggen, wien als buit van den Kerkoorlog een miliiard werd beloofd en die nu in de plaats daarvan een belastingbiljet thuisgestuurd krygen BKJLOIË. De uitslag der Belgische Verkiezing is toch werkelijk geen ramp Het „H. v. A." zegt nog: Het is onzinnig te spreken van verzwak king der Katholieke partij in het land nog eens: waren te Tongeren en te Luik de katbo'ieken vereenigd opgekomen, wjj zouden twee gekozenen meer gehad hebben en de meerderheid bleef 12 stemmen. Het is natuurljjk van de liberale bladen te veel gevraagd, deze doodeenvoudige be- mij, maar de uitdrukking zijner stem was van dien aard, alsof hij met een afwezig persoon sprak, zijn blik was zonder eenige uitdrukking op den wand gericht. „Dat de twistende stemmen niet die der vrouwen waren, blijkt uit alle getui- genverhooren duidelijk genoeg. Hiermede vervalt de gedachte, dat de oude vrouw eerst hare dochter, en dan zich zelf ver moord heeft, dit zij alleen wegens den logischen gedachtengang opgemerkt. Want mevrouw I'Espanage zou ook geen kracht genoeg gehad hebben, om het lichaam ha rer dochter op dergelijke wijze in den, schoorsteen te stoppen, en ook hare eigene verwondingen sluiten iedere gedachte aan zelfmoord uit. De moord moet dus door een derde begaan zijn, en de stem van dezen derde was het, die in den twist ge hoord werd. De getuigenverhooren wijzen hier een groote bijzonderheid aan. Is je niets opgevallen?" „Het viel mij op, dat alle getuigen, wel overeenstemden, dat ide ruwe stenv van, een Franschman was, maar dat zij om trent de schrille stem allemaal van ver schillende meening waren". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1908 | | pagina 1