'ielbanden
ALK,
II
TTER",
n, groote voorraad
iTOKMANS.
No. 42,
Dinsdag 7 April 1908.
Vierde Jaargang.
Jteit.
eh gebruik.
fïïs,
GOES.
fVOtlE MUIICHTU.
Wiint eiken MMHM-. WOEMSDOE- en VBUDAGAflND.
H. J. TICHELMAN.
FEUILLETON
BUITENLAND.
raaf C4 - Goes
laakte en gebreide
sterke kwaliteiten.
fabriek van h
levering. Prijscourant gratis.
J. PLAZIER, Goes.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
EEN BANKROET.
Het Geheim van het Paleis.
beestenmarkt, Goes.
geachte publiek te
•ND een ZAAK in
FIE.
aanbevelend,
Beestenmarkt D 120
03
C
O
O
ru
2
H
nt
2
Rijwielen, GOES.
TVANGST der
Ten 25, 30, 40, 45 en
Werkmanskielen f 0.90,
f 1.10, f 1.20.
jestreepte-, bruine- en
Eng. leeren Broeken
f 2.50, f 3.00
!rskielen f 1.00.
sbroeken f2.00, f2.25,
lostumes f 7.50, f 8.00,
f 10.00.
Broeken f 1.75, f 2.00,
i van TAPIJTEN, LINOLEUMS, g
'ETTEN, TAFELKLEEüEN,
GORDIJNEN, enz. O
worden GRATIS GEMAAKT.
i'JESDROP
TE JUJUBES
ÜSTTABLETTEN
MIAK PASTILLES, enz.
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes fO.75, daarbuiten fO.95
Afzonderlijke nummers contant- 0.05
BureauLANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 1—5 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 3 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnemant speciale prijs.
VLISSINGEN.
Bij de herstemming voor
lid van den gemeenteraad op
Donderdag 9 A.pril a.s.
bevelen wij dringend aan den
heer
Jjf Men wordt beleefd verzocht
geen betalingen Ie doen, dan
op kwitantie geteekend door de admi
nistratie of directie.
Do menschen van onzen modernen tijd
maken gaarne gewag van hunne pretentie,
dat zij „beschaafd" zijn.
Volgens hen heeft in de laatste vijftig
jaren de beschaving een hoog© vlucht ge
nomen.
Door meerdere gelegenheden voor al
zijdige ontwikkeling, door de wondervolle
uitvindingen delr laatste eeuw, door al het
nieuwe wat deze gebracht heeft, is de
mensch zoo heet het fijner besnaard,
meer beschaafd geworden; is de mensch
als zoodanig tot hoogeran rang geklommen.
De „verlichte eeuw" immers moest van
zelf den mensch hoogeTop voeren.
Zij zou het „dierlijke" wat in hem slui
merde wegnemen, en vaal wat in den
mensch aan onedels en onzedelijks kiemde,
geheel verstikken.
Voorspelde niet de hoogleeraar O p z o o-
m e r, dat, indien men het onderwijs slechts
zooveel mogelijk geldelijken steun schaffen
zou, de atmosfeer zoodanig gereinigd zou
worden, dat de gevangenissen als het ware
zouden worden leeggepompt, en dat wel
haast op het gevangeniswezen kon worde»
uitgespaard, wat de scholen verslonden.
fn een meesterlijk opstel zet „de
Standaard" het ontleedmes in de
vrucht van materieele welvaart en vooral
van zedelijke verheffing, welke in gouden
schaal door de menschen van den moder
nen tijd wordt opgedragen.
Wat is thans die vrucht, vraagt het blad.
Kan men metterdaad zeggen, dat hier
en elders hel. menschelijk leven opklom
tot hooger peil?
Ontvangt men, de actestukken der
historie doorbladerend, metterdaad den
indruk dat we zedelijk vooruit zijn ge
gaan?
Schier niemand die 't durft staande hou
den. Veeleer klacht van alten kant. Soms
maakt zich zelfs zulk een onrust van de
gemoederen meester, dat men vragend
naar den sterken arm der Overheid uit
ziet, of niet zij het zedebederf stuilen
kon, en lallhans verder afglijden in den poel.
van ellende kon verhinderen. En nauwe
lijks liet óók onze Overheid verluiden, dat
ze dien weg wel pp wil, of onder alle
partijen vindt dit voornemen toejuiching.
„De Standaard" geeft dan statisti
sche opgaven van dingen, welker v©rmol
ding alleen het vlinderteere Katholieke ge
voel zou kwetsen, en die we dus onge
noemd laten.
Maar men moge ons gelooven, dat uit
35
»Ah gij zijt dus freule von Gerold-
sau!" riep zij mij tegemoet Het was een
treurige geschiedenis, die mij belette u
reeds in Triest te begroeten, niet waar?
Goddank, mijne arme dochter is nu bui
ten gevaar ik ben zoo gelukkig over
de gunstige wending! Weet gij wel freule
von Geroldsau dat gij er heel anders uit
ziet, dan ik mij voorgesteld had, en gij
hebt mij eene hoogst aangename teleur
stelling bezorgd! Formesa, je kunt gaan,
mijn kind de Signorina zal zeker wel
zoo goed zijn voor de thee te zorgen!"
Formosa verdween buigend, en ik nam
mijne plaats in bij de theetafel, aangle-
naam aangedaan door den vriendelijken
aard der marchesa en heelemaal onder
den indruk alsof ik haar al lang gekend
had. Zij vertelde van haar reis dat zij
in Triest overnacht had, en zich eigenlijk
had willen melden, maar er ten slotte
toch van afgezien had, en toen ik Sntus-
die meegedeelde cijfers spreekt een moer
dan ontzettend zedebederf.
En dan treft bitter, dat een zeker zeden
bederf va,n de ergste soort, als onschuldig
verdedigd wordt door mannen van weten
schap, door hoogleeraren aan Universi
teiten
Dit ;gif door wetenschappelijk onderlegde
mannen den studenten als „wetenschap"
ingegeven, moet in zijn werking op de man
nen van morgen wel aUerverdierfclijkst zijn.
De echte, goede, „ouderwetsche" begrip
pen omtrent kuischheid heeft onze mo
derne tijd dan ook eenvoudig aan den kap
stok gehangen als „oude plunje"!
En het zijn niet slechts de schrikbarend©
cijfers nit de pestholen der ontucht, welke
het afdoende bewijs leveren van de in
zinking der zedelijkheidsbegrippen.
Neen,, er is meer.
Om nog zoo héél veel ongenoemd te
laten, zie naar het zoogenaamde „flirten",
dat van maagden „demi-vierges" maakt;
zie naar 'de ontijdige verkeeringen met haar
gevolgen, en vraag u af, waarheen de
kuischheid van leven is heen gebannen.
Ook de jromografie, de vuilschrijverij en
de vuilprenterij is een waarschuwend tec-
ken voor onze eeuw.
De zinlijkste plaat- en prentverbeeldin
gen zegt „de Stand." worden het
publiek schier opgedrongen en tegen wil
en dank onder de oogen geduwd.
En het blad constateert een toenemende
zucht, om zijn avonden in dramatisch ge
not zoek: te brengen, maar om tegelijk den
onzedelijksten slaapdrank voor het kuisch-
heidsgevoel in te drinken.
In taal en toon en houding op het too-
neel een gewilde wegwerping van alle cere
en alle fatsoen. En een steeds toenemend
publiek, dat voor zulk schouw-amusernent
zijn geld offert, en het geld terughoudt,
ais de gore walm een oogenblik optrekt.
De vrije liefde tot zelfs door vrouwen
openlijk aanbevolen, en allerlei schand-
middelen openlijk geprezen-
Ja, erger nog dan dit, het beginsel zelfs
van alle dege zedelijkheid losgewrikt, en
alle zedelijke levenswet verlaagd tot oen
uiting van een tijdelijke opinie die slraks
met gelijk recht door een omgekeerd begrip
van zedelijkheid vervangen
wqrdt.
En naast dit alles een voortwoekerend
materialisme loopend, dat het geld almeer
als een god aanbidt. Acht, dat het grijpen
naar het goud alle middelen heiligt. De
eerlijkheid dalend. En het ééne financieel©
schandaal het andere op de hielen na
jagend.
En wel verre dat de criminaliteit zou ge
zonken zijn, telkens nieuwe gevangenissen
onmisbaar, nu met tuchtscholen vermeer
derd, en de politie der groote steden in
wanhoop over de niets ontziende bald-
dadigheid, zoo- niet erger, der straatjeugd,
deT s t r e e t-a r a b s en der apachen.
Waarbij dan als thermometer voor den
stand van het waaitichtig levensgeluk komt
de steeds toenemende zelfmoord, de steeds
aanwassende echtscheiding, en de steeds
zich uitbreidende behoefte aan bergplaat
sen voor deberoofdenvanzinnen.
Is het.'dit nu, wat de volksverlichtere van
schen de thee gediend had, zeidie zij
„Maar ga nu eens bij mij zitten kindlief,
en laat ons een beetje praten, en zeg mij
telkens als ik het Duitsch niet goed uit
spreek of grammaticale fouten maak".
Ik zette mij op den aangewezen stoel,
die zoo tegenover haar stond, dat het
licht vol op mij viel, en zij mij nauwkeu
rig kon opnemen.
„U spreekt het Duitsch zoo zuiver, dat
ik slechts zelden gelegenheid zal hebben
u te verbeteren", zeide ik met overtui
ging. „Ik wilde dat ik het Italiaansc.h
half zoo goed sprak 1"
„Nu, dan kan ik u weer helpen", zeide
zij met haren lieven lac.h. „Ziet u, dat is
mijn stokpaardje, dat ik zoo goed Duitsch
spreek. Ik denk zelfs dikwijls in het
Duitsch en voor men in ©ene taal leert
denken, kan men niet zeggen dat men
haar beheerscht. Men moet 'alle kleine,
dagelijksche dingen kunnen uitdrukken,
met het sohoone, verheven Duitsch van
Schiller en Goethe alleen komt men er
met. Het zou zijn alsof gij alleen Dante
fcondt lezen daarmee alleen kunt gij
m Italië verhongeren. Va bene! Wij zul
len elkaar wel aanvallen niet waar? Ik
voor een halve eeuw zich hadden voorge
steld, vraagt „de Stand.".
Is dit de realiseering van het ideaal dat
door hen in schets werd gebracht?
Is hiervoor 'nu de Religie teruggedron
gen, de Kerk in den hoek geduwd, en het
Evangelie dei' behoudenis ais saamraapsel
van verzinsel en legende uiteengerafeld?
Ge nadert dichter aan de waarheid, zoo
ge gelooft, dat het onzen aandragers van
het nieuwe Jicht zelf zoo bitter tegenviel,
dat hun zoo muurvaste berekening jam
merlijk heeft gefaald, en dat ze, bij zich
zelf en onder elkaar, hun bankroet inzien
en betreuren.
Doch wordt, het niet hoog tijd om verder
te gaan, en hun pijnlijke misrekening ook
openlijk te erkennen? Waartoe zou
ook in hun hart niet nog die hooge liefde
voor ons volk wonen, die elk middel wil
grijpen, om die gestadige inzinking te slui
ten en betere, gezonder volkstoestanden
voor te bereiden?
En er zijn er die daartoe neigen,
Alleen maar, ze durven de eenig ware
diagnose niet aan. Ze kunnen er met
toe komen, om toe te geven, dat de depre-
cieering van het leven der Religie (dis
waardeverfaging, de geringschatting van
het godsdienstig teve.n) de verstreikenduf
oorzaak is van dit zedelijk bankroet.
We verstaan dit. Om daartoe te komen,
zou geheel hun zijn en zinnen moeten
worden omgezet. En bij wien gaat dit op
éénmaal
Zij het zoo, Maar laat ze dan althans
beginnen met het zonder voorbehoud te
erkennen, dat zoo al van den boom, dien
ze geplant hebben, vrucht door ons volk
geplukt 'is, die vrucht door hen zelve be
vonden is tot in de pit. w o r m s t e k i g te
zijn
Een protest.
Zooals onzen lezers bekend is zal men
in Frankrijk het lijk van den schrijver
F.mite Zola bijzetten in het Pantheon, waar
de asch van vele en roemrijke Franschen
bijeen is gebracht. Over die Zola-vereering
is in Frankrijk zelf heel wat te doen, doch
ook in ons land wordl er van gesproken.
Onlangs is op deze moderne „heiligen"-
vereering in bijtende satyre gewezen; de
Nijm. afdealing van den Roomsch-Katholie-
ken Volksbond en de Nijmeegse!» R. K.
gezeltenvereeniging hebben een oproep ge
richt tot vele R. K. werklieden-vereenigin-
gen, om te protesteeren tegen de over
brenging van het lijk naar het Pantheon.
Die beweging is niet naar den smaak
van „He t H an del s bl a d" zulk een be
weging is doelloos, want:
Om de eerbaarheid van ons volk te bewaren
zouden de adres-anten Zola's werken uit de
banden van dat volk moeten houdendaarvoor
helpt het heftigste protest niets.
Daarenboven, de werklieden hebben zoo'
geen begrip van kunst.
Maar die werklieden weten niets van de kunst
van Zola Zij kunnen niet weten, dat Zola's werken
met en ondanks die beschrijvingen van bande
liegen en menschelijke fdwalingen, waartoe de
zucht om alles te zeggen den grooten schrijver
verleid heeft, kunstwerken zijn van hoogen rang;
zij begrijpen niet dat ook wat hier aanstootelijk
is voor de eerbaarheid, geschreven is met het
kennelijk oogmerk, de kunst te dienen; zij kun
nen niet beoordeelen of Zola een plaats toekomt
onder de heldhaftigst-n en roemrijksten der
Frarische natie
ben iemand, die veel om een eersten in
druk geef, en daarna, bevalt gij mij zeer,
zeer goed. Werkelijk, zonder complimen
ten Ik hoop, dat wij lang bij elkaar zul
ten blijven".
ik voelde, dat hot bloed mij naar de
wangen stroomde, en mijn geweten kwelde
mij wol ©en beetje tegenover doze goede,
vriendelijke woorden, die er op gericht
waren, om mij op mijn gemak te brengen.
„O zegt gij daar niets op, freule
von Geroldsau?" vroeg de marchesa met
vriendelijk leedwezen, zonder scherpte, of
verwijt, maar als iemand, die niet ver
wacht had, dat hare goedheid met zwij
gen beantwoord zou worden, en dit
nieuwe bewijs van het goede hart dezer
vrouw maakte mijn tong los en ik volgde,
met voorbijzien van eigen belang slechts
de ingeving, die mij gebood open en zon
der terughouding te spreken.
„Mevrouw", zeide ik zacht, maar vast,
„uwe goedheid roert mij en vervult mij
met ©ene dankbaarheid, die daarom des
te dieper en te echter is, omdat ik nog
niets gedaan heb, uwe vriendelijkheid te
verdienen.
Daarom acht ik het. mijn plicht, ©ene
„De Gelderlander", waaraan wij
de citaten van „het Hbl." ontleenen,
komt tegen deze beschouwing van het Am-
sterdamsche blad in verzet.:
„Domme onontwikkelde werklieden!
Maar die eenvoudige rechtschapen
menschen begrijpen toch heel goed, dat
do zucht, om alles te zoggen, ook wat
aanstootelijk is voor de eerbaarheid,
niets met kunst te maken
heef t.
Zij zeggen in de toelichting tot hun
protest, dat Zola zijn groot talent heeft
misbruikt.
Zij ontkennen niet dat hij een kunste
naar kan geweest zijn, maar da,t 'doet hen
niet vergeten dat zijn werken juist om
die kunst in dienst van de oneerbaar
heid des te verderfelijker zijn voor het
volk.
Voor hen gaat eerbaarheid
b o v e n k u n s t, en daardoor toonen zij
op ©en hooger peil van zedelijke bescha
ving te staan dan het verlichte „Han
delsblad".
Die werklieden weten bovendien, dat
Zola juist hun stand het meest met zijn
vuile pen heeft bezwadderd door al de
kleine luiden, die in zijn werken voor
komen, voor te stellen als in de laagste
verdierlijking verzonken. Dat voelen zij
te recht als een grievend© beleiediging
het stuit hun tegen de borst, dat men
zoo'n volksbederver en volkshekladder
als een weldoener van het volk gaat
vereeren. Wanneer zij aan hun veront
waardiging uiting willen geven door een
protest, hebben zij daar alle recht en
reden toe; en als het „H an del si-
blad" dat niet goedvindt, kunnen zij
op hun' beurt vragen: Waar bemoeit dat
blad zich rnee?"
„De Gelderlander" is van oordeel
dat het protest wèl uitwerking zal hebben.
En „de Standaard" maakt terecht
de opmerking, dat het een weinig vreemd
is „het H b 1." voor deze „kunst" zoo te
zien warm loopen, ongeveer te gelijker tijd
dat dit blad op niet ongelukkige wijze
den strijd aanbond tegen den
v u i 1 h a n d e 1
Heel duidelijk is die houding niet!
Een vrijzinnig blad de „Nieuwe Arn
hem s c h e Courant" is het niet geheel
eens met het „Hbl."
't Spreekt wél van zelf, dat dit blad
weinig sympathie voelt voor het protest
der Nijmeegsche werklieden, maar het gaat
niet actoord met de bedenkingen van het
„Hbl."
Het begrip „kunstwerk", toegepast op
sommige van Zola's werken is haar wel
wat kras, en, vervolgt het Arnhemseh
orgaan ter snede, waar het „Handels
blad" zich opwindt over het „dwaze
idee" der werklieden, zich te mengen in
Frankrijks birmenlandsche aangelegenhe
den, zouden wij met bescheidenheid witten
vragen, of soms de redactie van het
,,H b d." in de Dreyfus-dagen ook niet op
bet dwaze idee is gekomen, zich te mengen
in Frankrijks binnenlandse!» aangelegen
heden
Het „H b 1." zit ietwat in de klem, dunktj
ons.
Hoe het nu weer z'n „draai" zal
nemen
bekentenis te doen, die, deed ik haar
niet, mij als ©ene oneerlijkheid tegenover
u zou voorkomen
„Die u echter niettegenstaande dat
toch niet gemakkelijk schijnt'te vallen",
viel de marchesa mij in de rede, toen ik
een oogenblik ophield. „Kindlief, ver
trouwelijke mededeelingen moeten eerst
verdiend worden, zoudt gij met uwe be
kentenis dus niet liever wachten, tot gij
mij wat heter hebt leeren kennen?" zij
zag mij daarbij zoo lief, zoo vriendelijk
aan, dat ik mij werkelijk aangedaan be
gon te gevoelen.
„Ik stel werkelijk vol vertrouwen in
u, lieve mevrouw", zeide ik met de eer
biedige hartelijkheid, die ik werkelijk voor
haar voelde. „En - ik zou u morgen ge
schreven hebben, als als alles niet
zoo anders geloopen was. Toen ik uw
huis betrad, was mijn hart nog geheel
vrij, en ik had zelf geen anderen wensc.h,
dan uwe goedkeuring te verwerven tan
recht lang bij u te mogen blijven. Maar
het lot wilde dat ik hier den man leerde
kennen, wien mijn hart zou toebehooren,
en ik heb mij met hem, de stem mijns
harten volgend, verloofd".
Weer herrie.
De sociaal-demokftitische „voorvrouw",
Henrictte Roland Holst, schrijft o. a.
in de „Tribune" aan het adres harer
eigen partijgenooten
„Noch de ervaringen van 1903, noch
do indirecte werkingen der Russisch©
revolutie waren machtig genoeg in de
S. D. A. P. d© ontplooiing der anti-
soc. tendenzen te verhinderen: de jacht
naar direct succes, de toenadering tot
de burgerlijke democratie, het opgeven
van het. klassenstandpunt bij de behan
deling van het Arbeidscontract in de
Kamer, en van den 8-uren-eisch reeds
bij het voorspel van de itatie voor
verkorting van arbeidsdag, j halve ver
zoening met de blanco-leus, ziedaar
enkele bloemen uit den ruiker".
'tls nog niet alles pais en vree bij de
rood© broederen.
„Het Volk" sputtert dan ook geweldig.
Dat verschijnsel valt overigens telken
jaïe waar te nemen, wanneer het tegen het
Congres loopt.
Dan worden de „Marxisten" geprügelt!
„De Partij" blijkt nog verre van ge
zond.
Fit AN lilt IJK.
Do Fransche regeering die feitelijk voor
©en goed deel steunt op de revolutie-par
tijen, wier leden zelfs vroeger leiders en
aanhitsers der roodste socialisten waren,
wordt nu bevreesd, dat ze door haar vrien
den zal woTden gecompromitteerd.
Volgens een mededeeüng van de „Echo
do Paris" zou de Fransche minister-presi
de nt van plan zijn den revolutionairen,
Algemeenen Arbeidersbond te ontbinden,
daar deze zich uitsluitend bezighoudt met
staatkundige knoeierijen, wat vooral aan
het licht is gekomen bij het jongste ge
schil tusschen' de werkgevers en arbeiders
in het bouwvak. De minister-president zou
als reden voor de ontbinding opgeven, dat
de Bond betrekkingen onderhoudt met de-
royalistische partij.
En tien tegen een dat de Kamer doet
of ze 't gelooft.
Wat de mannen betreft, die revolutie
in bet lager zaaien, zij zijn nu bezig do
inlandsche soldaten in de koloniën op te
zotten tegen hun superieuren. Dat hieruit
opstanden, moorden, oorlogen kunnen ont
staan, deert deze lieden niet: ze zijn im
mers vóór den vrede
Op jacht naar het milliard. De
liquidatie-schandalen bereiken wel het
hoogtepunt bij do liquidatie de-r „Char
treuse". De onderzoekings-commissie van
Combes c. s. heeft door verhoor van, ge
tuigen vastgesteld, dat de „liquidateur"
die dit. zaakje heeft opgeknapt, deelheb
ber is in een© maatschappij, welke be
weert het merk der „Chartreuse" te hub-
ben verworven. Hij heeft 426.000 fles-
schen valsche Chartreuse verkocht; zijne
winst hij deze manipulaties bedroeg
1.500.000 francs.
Tegen dit heerschap zal op grond van
het documenten-materiaal, ©en© vervolging
worden ingesteld.
Zoo, nu was het er uit, en ik herademde
verlicht
„Wel, lieve juffrouw", zeide de mar
chesa na ©en poosje, „daar gij zelf er
zeker van zijt, uw geluk te hebben gevon
den, kan ik wel niets anders, dan u feli-
citeeren tegelijk u mijn leedwezen t© ken
nen gevende, dat gij mij binnen kortoren
of langeren tijd weer verlaten zult In-
tusschen, daar is nu eenmaal niets aan
te doen. En waar zegt gij hebt gij uw
verloofde leeren kennen? O ja, hier in
Venetië ik bedoel, op welke plaats?
Op de Piazza? Op het Lido? Of in een
galerij
„O neen", antwoordde ik zonder erg,
„eigenlijk heb ik hem voor het eerst ont
moet in den gondel, die mij van bet sta
tion haalde, maar goed hebben wij el
kaar leeren kennen hier, in de Ca'Spada".
„Hier?" D© marchesa richtte rich een
weinig op en zag mij zeer verbaasd aan.
„Ja, maar dat is ónmogelijk mag ik
u den naam van uw verloofde vragen?"
„Het is doctor. Marino, de secretaris
van uw zoon, den marchesa della Spada".
(Wordt Yorrolgd).