Handen. Handen )es, L, Goes. No. 31. Donderdag 12 Maart 1908. Vierde Jaargang. Utrecht. BUITENLAND. Goes. aoes. IJZEN I s P3 1DELB0RG, k endamme. en Reuzel. fster-Sclielde. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Blijvend Gedeelte. De Regeerings verklaring. 5* 5ï+> P** P J9 he en het Timmer- |id troIeum-Motoren. È54, bij 10 Kilo a f 0.62, |a f 0 59 per Kilo. [72, bü 10 Kilo a f 0 70, [o f 0.67 per Kilo. JZEL -9S3 leer a f 6.50 per bus, bij Fel. Inferc. 209- begestaan. opeesche of Spoorlijd. n.m. 3.23 c) en 6.15 d) 3 50 c) 6.45 1.55a) „4.45 3.23 6.15 d)h) luten na het vertrek van v.m. 7.50 8.30 Lar Breskens, Borsele en tr Breskens, Borsele en de boot van 10.25 uit van 16 April tot en met NIEUWE ZEEUWSCHE COUH Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers a contant 0.05 AdveTtentiën van 1—5 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels, voor 25 Ct. contant Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Met de verwisseling der portefeuille van Oorlog is er weer een nieuw wetsontwerp, het b 1 ij vend gedeelte betreffend, in gediend. Om onze lezers met dit onderwerp, waarover den laatstea tijd zooveel pennen in beweging zijn geweest, niet te vermoei en, zullen we slechts een kort woord pr over schrijven. Men heeft bij deze zaak van landsde- fensie vooral twee punten in het oog te houden en wel lo. de technische en 2o. de finantieele zijde van het ontwerp. Punt) 1, het technische, kunnen we voor bijgaan. Daarover zijn alleen deskundigen tot oordeelen bevoegd. Een oordeelvelling over punt 2 is voor den leek ook zeer lastig, aangezien er verband bestaat tusschen de finantieele en technische zijde. D© Katholieke partij mogen we wel zeggen is voor bezuiniging op d© Oorlogslasten, is dus bv. voor inkrimping van het blijvend gedeeltej, mits door een bezuiniging do landsver dediging en de handhaving van orde en rust binnenslands geen schade lijden. En óf door bezuiniging, wat men noemt „onze weerkracht" verwrikt wordt, het zullen wel weer in hoofdzaak de techni sche deskundigen zijn, wier oordeel ge wicht legt in de schaal. Het is daarom ongerijmd te zeggen zooals de „Midda 1 b. Cr t." doet dat men zich over het technische gedeelte tot oordeelen onbevoegd acht, maar daarbij op te komen tegen verzwaring van oorlogslasten, omdat juist verzwaring of verlichting dier lasten verband houden met het technische gedeelte. Maar er is meer. Enkel en alleen omdat deze minister voor de oplossing der kwestie van het blijvend gedeelte meer geld noodig acht, is een deel der vrijzinnige pers tegen diens ontwerp. En nu is het wol opvallend, dat de oppositie in deze hoofdzakelijk komt van do zijde, die ten vorig© jare zoo ijverde voor een volksleger. Destijds is door verschillende militaire deskundigen met cijfers aangetoond, dat een volksleger hier te lande sterkever- hoog i n g van militaire lasten met zich brengen zou; dat het meer zou kosten dan een leger, gerecruteerd volgens ons tegenwoordig stelsel. Welnu: dan is ook ongemotiveerd de oppositie dergenen, in wier oogen een duur volksleger genade kon vinden, maar die d© slem verheffen tegen dit ontwerp van minister Sabron. Het voornaamste van den inhoud van het ontwerp-blijvend gedeelte is dan, dat door den Minister wordt voorgesteld, aan eiken militiepJicJifjgg bij de onbereden korpsen die vrijwillig opkomt een premie te verleunen van f120 voor slechts 4 maanden diensttijd. Die premie kan ook aan de miliciens der oudere lich tingen die zich aanmelden, voor zoover zij hun eerste oefening hebben volbracht, worden toegekend. Daardoor ontstaat de mogelijkheid, na tuurlijk niet de zekerheid, dat het gevor derde aantal miliciens (2200), zonder daar toe gedwongen te worden .aanwezig zal zijn. Aan de schatkist zou dit dan kosten f 264.000. Deze regeling bevat o. i. een grond van billijkheid. Men zal zich herinneren, dat door den vorigen minister van Rappard miliciens voor goed naar huis gezonden waren, hoe zeer nog tot opkomst verplicht. Door een andere dan deze regeling, noo dig volgens dezen minister in het lands belang, zouden deze miliciens uit hun werkkring worden weggerukt en wederom onder de wapenen moeten komen zon der eenige vergoeding. Hun verwachtingen niet slechts zouden zijn teleurgesteld, maar zelfs aan hun rechten getornd. Dat is ook de meening van minister Sabron, die bij een missive, gericht aan de Commissarissen der Koningin o. a. schreef: „Bij dit ontwerp zit voor de ge zindheid om de verkregen rechten, zoo mogelijk geheel onverkort te eerbiedi gen. In dien gedachtengang beoogt het ontwerpl in de eerste plaats de beschikking te krijgen over de noodige gelden, teneinde door! het uitloven eener betrekkelijk hooge premie het verblijf onder de wapenen ge durende het tjjdvak van 27 Maart tot 25 Juli 1908 krachtig te bevorderen". We vermoeden wel, dat dit ontwerp door de Kamers zal worden aangenomen,. De militaire medewerker van het libe rale hoofdorgaan, de „Nieuwe R o 11. Cr t." prijst het, hooptdathetwordt aangenomen, en acht deze oplossing van het vraagstuk, hoe uit de ontstane moeielijkbeid te geraken „een zeer ge lukkige", en schrijft nog o. a. „Wij houden het er voor, dat met het oog op de hooge- uitgeloofde- premie van f 120 voor een diensttijd van 4 maanden, dus ongeveer f 1 per dag, de 2200 be- noodigde, vrijwillig dienende miliciens zich wel zullen aanmelden en dat het dus niet noodig zal zijn tot loting over te gaan, die voor degenen, welke tot dienen worden aangewezen, aanleiding tot teleurstelling moet geven. Het verdient zelfs overweging om dit middel, het uitkeenen van een premie aan miliciens hij een langer verblijf onder de wapenen, meer algemeen toe te, passen nu het tekort aan vrijwilligers zoo groot is, voortdurend toeneemt en daardoor belemmerend werkt op de vor ming van beroepskader-, remonteberij- ders, enz." Deze uiting van ©en deskundig mede werker van het grootst© Neder- landschvr ij zinnig blad is te meer opmerkenswaard en om te onthouden, waar de kleine vrijzinnige pers vaak, om redenen van obstructie door dik en dun, elk politiek voorval uitbuit. Mocht, bij komende verkiezingen, dit ontwerp-blijvend gedeelte in de kleine vrijzinnige pers opgeld doen, men kent nu reeds de meening der „N i e u w e R o.t- terdamsch© Courant"! Zij vordert van de toch al zoo beperkte ruimte van ons blad heel veel, maar we meenen onzen lezers zooveel doenlijk vol ledig te moeten weergeven, wat minis ter Heemskerk, gister in de verga dering der Tweede Kamer heeft gesproken, omdat dit gesproken© als 'tware kan gel den voor ©en Troonrede, althans als het program, waaraan het nieuwe Kabinet zijn aandacht wil schenken gedurende den korten tijd (tot Juni 1909) vóór d© k algemeen© verkiezingen. Minister Heemskerk sprak dan o. a. „Wij hebben ons verplicht geacht de- roeping te aanvaarden om het bewind te voeren, en wel overeenkomstig de begin selen, levende in de partijen der rechter zijde. Wij oordeelden ons aan die taak niet t© mogen onttrekken, nu de moge lijkheid der formatie van een nieuw Ka bmet, steunende op ©ene geconcentreerde linkerzijde, niet kon worden aangenomen. Het Kabinet wil trachten door do toe passing zijner beginselen zooveel mogelijk bevrediging te schenken. Waar principieel© tegenstellingen zich voordoen, zal het die niet mogen ontwijken, doch het oordeelt do mogelijkheid te moeten aannemen, dat omtrent verschillende onderwerpen, di» rijp zijn voor behandeling of die aanhangig moeten worden gemaakt, zonder verzaking van beginselen, ook in deze Kamer vol doend© overeenstemming kan worden ver kregen. In dien geest wenscht de regeering dan ook gemeen overleg te plegen met de Sta- ten-G©n©raal aangaande de onderwerpen, waarvan d© behandeling thans het meest voor de hand ligt. Door d© werkzaamheid der Kabinetten van 1901 en 1905 zijn verscheidene wets ontwerpen in deze of in de andere Kamer in slaat van wijzen en derhalve vatbaar om, ten deele wellicht na eenige wijziging, in openbare behandeling te komen; kan omlrent ander© het gemeen overleg met de Staten-Generaal worden voortgezet, en kan van een aantal andere het onderzoek in do afdeelingen plaats hebben. Ik zou op uwe leiding, Mijnheer d© Voorzitter, vooruitloopen door thans van die wetsont werpen ©ene opsomming te geven. Ten aanzien van ©enige wetsontwerpen, zooals b.v. dat tot aanleg van een gedeelte der afsluiting der Zuiderzee en indijking en droogmaking van de Wieringermeer, moet de| regeering zich nadere overweging voor behouden. D© regeering hoopt harerzijds binnen een niet te lang tijdsverloop nog -eenig© wetsontwerpen te kunnen indienen, waar onder tot wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, met name van van de bepalingen |tot bestrijding der openbar© onzedelijkheid, tot subsidieering van b ij zon der© middelbare scholen en tot wijziging- der Gemeentewet ter verruiming van het belastinggebied der gemeenten, zooveel mogelijk m aansluiting aan het voorstel der staatscommissie voor de ge- moenteiinanciën, waaromtrent evenwel nog advies van Gedeputeerde Staten is gevraagd. Wijziging der rijksuitbeering aan de gemeenten eischt, met- het oog zoowel op de zorg voor de rijksfinanciën, als op de maar al te zeer uiteenloopend© mee ningen aangaande dit onderwerp, groot© omzichtigheid. In zake wettelijke bescher ming van arbeiders hoopt do regee ring binnenkort voorstellen te doen tot nadere regeling der inspectie van den ar beid, ten einde ©ene beter© naleving der bestaande bepalingen en tevens ©ene be hoorlijke voorlichting hij de voorbereiding der nieuwe, bepalingen te bevorderen. In middels wordt de indiening voorbereid van eenige voorstellen, die daarvoor rijp kun nen worden geacht. Dei regeering heeft gemeend het ontwerp van wet tot wettelijke verplichting van vaste werklieden om zich en hunne gezin nen te verzekeren tegen geldelijke gevol gen van ziekte en bevalling, en dat tot wettelijke verplichting van werklieden om zich en hnnn© weduwen te verzekeren tegen geldelijke gevolgen van ouderdom, te moeten intrekken. De ouderdomsvoorziening moet naar hare meening worden beschouwd en geregeld als onderdeel der inva liditeitsverzekering, terwijl tegen het ontwerp voor de ziekteverzekering bij haar bezwaren bestonden, die een zoo ingrijpende omwerking noodzakelijk ma ken, dat zij meende de totstandkoming eener wet het best te bespoedigen door niet af le wachten, dat het Voorloopig Verslag dezer Kamer haar zo-u worden medegedeeld, maar die omwerking aan stonds ter hand te nemen. Naast, de ziekteverzekerin g is de Ongevallenwet 1901 in hare werking een Onderwerp van overweging. Het tekort, waarvoor 'bij het in deze Kamer ingediende wetsontwerp dekking is gevraagd, maakt urgent het antwoord op de vraag, of niet door wijziging van de geldende bepalingen een herhaling van een dergelijk deficit is te voorkomen. D© regeering hoopt de daartoe noodige voorstellen te kunnen doen tegelijk met andere wijzigingen in de Ongevallenwet, waarvan de voorberei ding zoover gevorderd is, dat indiening binnen niet te langen tijd kan worden tegemoet gezien. Met d© beschikbare krachten zal intus- schen gewerkt worden aan de voorberei ding der invaliditeitsverzeke ring. D© ingediende voorstellen tot grond wetsherziening konden niet wor den gehandhaafd, dewijl de regee ring zich daarmede geenszins kan ver eenigen; zij acht de tegenwoordige parle mentaire periode te ver gevorderd, om te pogen het vraagstuk der herziening, dat in ieder geval een nader onderzoek vereiseld, binnen deze periode nog tot oplossing te brengen. D© vraag of en op welke wijze verster king van 's rijks middelen in do eerst© toekomst noodig is, eischt nadere overweging. Dat de regeering overwegende bezwaren heeft tegen de inperking van het blij vend gedeelte, zooals die in de jaren 1906 en 1907 is lot stand gebracht, zal de Kamer hebben ontwaard uit de indie ning van het ontwerp ©ener noodwet, ten einde in het tekort voor dit seizoen aan stonds te voorzien. Bij het in te dienen wetsontwerp tot vaststelling van hoofdstuk VIII der Staats- begrooting voor 1908 zal dan ook op een blijvend gedeelte van dezelfde sterkte wor den gerekend als bij d-e wet tot voorloo- pige vaststelling van dat hoofdstuk. Ten einde aan de bezwaren, voort vloeiende uit de bestaande wettelijke te- palingen aangaande het blijvend gedeelte, zonder te groot nadeel voor andere be langen, zooveel mogelijk te gemoet te ko men, stelt d© regeering zich voor, eeue wijziging in d© Militiewet aanhangig te maken, welke, wordt zij aangenomen, ©ene opkomst de;r militie bij de onbereden wapens in twee ploegen mogelijk maakt. Evenwel zal, ook bij gunstig verloop van 'den daartoe te verrichten wetgevenden arbeid, de nieuwe wettelijke regeling voor he-t eel'st van toepassing kunnen zijn op de lichting die in 1909 voor eerste oefe ning onder de wapenen komt, zoodat ook bij do begrooting van hoofdstuk VIII voor f909 voor den tijd van zeven maanden gerekend zal moeten worden op een blij vend gedeelte als hierboven voor 1908 werd aangegeven. De regeering wenscht de hierbedoelde wetswijziging slechts als ©en hulpmaat regel ©n dus niet als ©ene afdoende her ziening van de Militiewet te zien aange merkt. Zij stelt zich voor, zoodra moge lijk, een© meel' ingrijpende herziening van de Militie- ©n van da Landwee'rwet ter hand te nemen. In overeenstemming met het vrij alge meen uitgesproken gevoelen wordt het in beteren staat brengen der kustverdediging noodzakelijk geoordeeld. Het noodige wordt daartoe voorbereid. Met het oog op de aan die verbetering verbonden kos ten wenscht de regeering den aanbouw van groot materieel voor de verdediging van Nederland zooveel doenlijk te be perken. Do regeering is voornemens, met be kwamen spoed en alvorens tot het indie nen van d© voorstellen, die ik de eer bad zooeven kortelijk aan te duiden, wordt overgegaan, een Raad van Defensie in het leven t-e roepen, waarin opperoffi- cieren en vlagofficieren zitting zulten heb ben, en ook h-et burgerlijk element niet zal ontbreken. Wettelijke rege ling is in overweging; inmiddels acht de regeering het instellen van dien Raad bij koninklijk besluit gewenscht. De regeering meent op dit oogenblik geen meer uitgebreid program te moeten geven. Wat. ik opnoemde en het kon uit den aard der zaak niet volledig zijn geeft reeds zooveel stof, dat er in de naaste toekomst werk te over zal zijn. De regeering meent te mogen vertrou wen, dat de Kamer met wederzijdsch be houd van beginsel tot samenwerking be reid zal wezen." Partij-discipline. Doordat mr. Kolkman, de voorzitter der Kalh. Tweede Kamerclub, minister werd, kwam de zetel voor R h e d e n op-en. Rheden is een vast Kath. district. Wie alzoo door de Centrale kiesv-ereini ging aldaar wordt candidaat gesteld, wordt zoo goed als zeker gekozen. Nu waren er in bedoeld district twee Kath. candidatenV a n N i s p e n en D c Block. Over dez© candidaten werd in de ver schillend© locale kiesvereenigingen ge stemd. En de uitslag dezer stemming was, dat jhr. v. Nispen de meerderheid haalde. heer d-e Block kreeg ook veel stem men. Wie werd nu gekozen? Men weet het: Jhr. v. Nispen. En wel hij enkele- candidaatstelling. Wat wil dit zeggien? Dit.dat in het district Rheden da noo dige partij-disciplin© heerscht, om den in elk vereenigingsleven vereischtejn) regel' na te levendat de minderheid zich ncerlegge bij het besluit der meerderheid. Zóó kan men kracht ontwikkelen. Zóó blijft de eensgezindheid be waard, die bij een v-erkiezingstrijd tus schen twee Katholieken, hoe be kwaam en kundig beiden overigens ook, onvermijdelijk moet verloren gaan. Zóó toont men inderdaad Katholiek, dat is o.a. opofferend t© zijn. Een navolgenswaardig voorbeeld gaf Rheden. Er zijn plaatsen en districten, die er zich, tot voordeel, aan kunnen spiegelen! Sliedrecht. Donderdag a. s. (morgen) is het een ge wichtige dag. Dan moet er nl. voor Sliedrecht gekozen worden. Valt de candidaat der Rechterzijde, de heer Van der Molen (a.-r.), dan wordt de verhouding in de Tweede Kamer teruggebracht tot 48 Rechterzijde tegen 52 Linkerzijde. Sliedrecht. was het vast district, dat d r. Kuvper indertijd afvaardigde. Daarna vaardigde het ai' den tegenwoor- digen minister Heemskerk. Wien Sliedrecht nn tot vertegenwoor diger kiezen zal? Gerust zouden we durven profeteeren, zoo niet, al sinds ge-ruimen tijd, helaas, een ongnr© wrijving van gedachten tus schen het anti-rev. en Christ.-hist, hoofd orgaan had plaats gevonden welke onver kwikkelijke ©n, wat het tijdstip betreft, zeker slecht gekozen polemieken, van in vloed kunnen zijn bij deze verkiezing. De vrijzinnigen brengen natuurlijk alle batterijen in h©t veld. Wat zal d© uitslag geven?... Wat we hopen is, dat niet ver wezenlijkt worde onze vrees, dat Slie drecht door verdeeldheid in den boezem der eigen Rechterzijde verloren ga. Wordt ©r van Rechts trouw en goed gestemd, dan is vast en zeker de over winning ons. FRANKRIJK. In den „huivers" slaakt de directeur van het „Recrutement Sacerdotal" een noodkreet. „Zonder priesters schrijft hij boven zijn artikel ©n wijst met onmis kenbare duidelijkheid op de schrikwek kend© wijze, waarop het aantal der jonge mannen, die naar den dienst der altaren verlangen, afneemt. De aartsbisschop van Versailles klaagt over het geheel onvoldoend getal der priesters van zijn diocees; ©en andere aartsbisschop heeft aan de geloovigen spe cials gebeden verzocht, om goede priesters en die gebeden met aflaten verrijkt. Nog een ander bisschop zegt in een schrijven aan de geestelijkheid van zijn diocees: „Het is een noodkreet, een alarm kreet, dien ik doe hooren. Onze seminaries iworden onlvolkt". Even zeer klagen de presidenten der seminaries. H©t aantal nieuwe studenten/ neemt van jaar tot jaar af. Zoo verklaart een president in een bij uitzondering nog goed katholiek diocees, dat er in 1897 (dus nog vóór de groote vervolging, toon alle seminaries no-g vrij waren) op zijn beid© kleine seminaries te zamen 350 leer lingen waren; thans, tien jaren later, ter wijl de meeste seminaries gesloten en „ge- saeculariseerd" zijn ,studa©ren er in het éénige kleine seminarie in het diocees;, dat de vervolging vrij heeft gelaten, nog 135 leerlingen. En dat, terwijl men zou verwachten, dat het getal door d© opheffing van andere seminaries toch veel hooger zon zijn In seminaries, waar men vroeger ge middeld 100 of 150 studonten telde, is datl getal thans gedaald tot 50, 40 of 30. Ook de geestelijke orden lijden onder dit gebrek. De Fransche missiepriesters, diel hun missiehuizen voor het meerendeel hebben overgebracht buiten de grenzen van hun ongastvrij en ondankbaar vader land -en die nog slechts door hun „An nalen" den hand met hun katholiek© landslieden onderhouden, vragen en smee- ken daarin steeds om jeugdige studenten, dié de roeping gevoelen, uit te gaan naar

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1908 | | pagina 1