No. 19. Donderdag 13 Februari 1908. Vierde Jaargang. BUITENLAND. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. DE NIEUWE NEGEN. UIT DE PERS- NIH ZEEUWSCHE (MN! Abonnementsprijs per 3 maanden *oor Goes f 0.75. daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers A contant „0.05 Advertentiën van 1—5 regels 10.50; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 8 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k wmtant. Reclamebericbten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prfls. De voorspelling, dat het ministerie-de Meester, het kabinet van „impotentie", van onmacht, naar Troelstra's waord, den gewonen vierjaarlijkschen levensduur niet zou halen, werd reeds voor ruim een, maand bewaarheid. En men behoefde inderdaad geen vér ziend politicus of 'n bijzondere profeet te zijn, em met gerustheid die voorspelling; to doen. Eenerzijds kon men zelfs zich er over verwonderen, dat de „krach" niet eer kwam, anderzijds is bevreemding verre van ongewettigd, da.t het ministerie tot algeheel© aftreding besloot na de verwer ping der Oorlogsbegrooting, waaraan ver schillende vrijzinnigen mede „schuldig" waren Niet ongewenscht zou het zijn, indien de Departementen van Landsverdedi- g i n g, die van Oorlog en Marine, buiten Üe sfeer der z.gn. hoogere politiek konden gehouden worden. En dat zulks onder het Kabinet-de Meester niet het geval was; dat onder het door Borgesius „met den forceps" ge haalde ministerie, „Oorlog" 'n groote rol speelde, een rol, die tot dezen val leidde, had zijn oorzaak in de verkiezingsleuzen van 1905. Werd de strijd gewonnen en dat werd hij dan zouden de vrijzinnigen aan ons goede Nederland de zegening der bezuini ging in zake landsdefensie brengen met of zonder verwrikking 1 Een volksleger 't heeft 'n democra- tischen toon was de leus. 'tAVas zeker 'n heel mooie leus, maar "t bleek, dat de plannen der vrijz. Oor logsministers, in plaats van bezuini ging op-, verhooging van militaire lasten met zich voerden. Kortom er haperde iets aan het defensie wezen zoodat de Oorlogsbegrooting ver worpen werd, zooals gezegd, ook m e t d e medewerking van vrijzinnigen. En de negen ministers voelden zich door den worp, die slechts op één minister ge munt was, zoo getroffen, dat „alle ne gen" er 't bijltje bij neerlegden. En zoo hebben we nu gekregen het Kabinet-Heemskerk, Jr. De samenstelling daarvan hebben we reeds medegedeeld. Uit die samenstelling komt een deel der pers tot de conclusie, dat we een z.gn. Zakenkabinet gekregen heb ben, met 't oog op de ministers van Ma rine, Oorlog en Bnitenlandsche zaken, die buiten elk politiek verband staan. Maar, kan men terecht tegenwerpen indien dit nieuwe ministerie zou willen optreden als een Zakenkabinet een kabinet dus, vrijwel kleurloos, dat de regeeringsmachine slechts aan den gang houdt zoo zouden de leiders van twee Rechtsche politieke partijen in dit nieuwe Kabinet geen zitting hebben ge nomen. Wil men onze meening weten omtrent het nieuwe Ministerie, dan is ze deze Het Kabinet-Heemskerk zal niet zijn een bloot „Zakenkabinet". Het zal O-, i. wel degelijk kleur b «f kennen te zijnertijd. Maar voorloopig een conflict met de Tweede Kamer die in de „liberale" meerderheid is vermijden. Zoo'n conflict kan intusschen spoedig komen, en dan staan we voor algemeen;© Tweede Kamerverkiezingen. Overigens dunkt, het ons raadzaam niet vooruit te loepen op het program, dat dit ministerie zal beproeven af te werken, Gerustelijk kunnen we zijn werk afwach ten, en een „welkom" toeroepen aan dit Kabinet, hetwelk in onze parlementaire geschiedenis optreedt als het derde Rechtsche. Voordien en tusschendien waren de „Liberalen immer aan het roer van Staat. En dat loer hebben ze wel eens naar eigen kant te veel gedraaid. Hopen we, dat dit nieuwe miaisterie hett evenwicht zooveel mogelijk herstelle, en vruchtbaar werkzaam zij in 'tbelang'van het Neder 1 andsche volk in zijn geheel. Eenige bijzonderheden omtrent de nieuwe ministers laten we hier volgen: Mr. Heemskerk is de zoon van clent Grondwetgever van 1887. Hij werd gebo ren in 1852, promoveerde te Leiden, B» trad, na zich te Amsterdam als advocaat gevestigd t» hebben, al spoedig in het openhaar leven op den voorgrond. In 1883 werd hij lid der Staten en in 1889 lid van den gemeenteraad. In 1893 kreeg] hij zitting in de Tweede Kamer, en sinds 1901 fungeert hij als wethouder der hoofd stad. Hij was de leider der anti-revolution- nairo partij in de Kamer. Als diplomaat trad de nieuwe minister van Buitenlandsche Zaken jhr. de Ma,- rees van Swinderen, tot dusver in het binnenland minder op den voorgrond. Hij is gezant te Washington en moet in di plomatieke kringen hoog staan aange schreven. Hij behoort tot de christelijk-historische richting; anderzijds zegt men, dat hij tot de oud-liberale partij behoort De heer N e 1 i s s e n is een katholiek jurist van zeldzame bekwaamheid. Gebo ren in 1851 te Breda, studeerde hij te Lei den en Was o». a. rechter te Maastricht en' Breda. Sinds eenige jaren is hij lid van dén Hoogen Raad. Vice-admiraal Went holt had reeds zitting in het vorig Kabinet. Hij is de 'eenige nit dat Kabinet, die zijn porter feuille behoudt. Op de benoeming van den nieuwen titu laris voor Oorlog was men onder de ge geven omstandigheden bizonder gespitst. Generaal Sabron komt voor een moeilijke laak te staan, maar naar hetgeen omtrent' hem verluidt, is hij daarvoor ten volle berekend. Generaal Sabron werd 17 Mei 1849 te Utrecht geboren. Na een vierjarig verblijf aan de Konink lijke Militaire Academie, werd hij den 18 Juli 1870 benoemd tot 2e luitenant der infanterie. Weldra bezocht hij de krijgs school en werd den 8 Juli 1884 als gevolg van zijne uitnemende studiën bij keuze tot kapitein bevorderd. Bij den generalen' staf overgeplaatst, trad hij spoedig daarna op als adjudant Van den minister van oorlog. Hoe zijlie diensten aan het Depar tement waardeering mochten ondervinden, bleek uit het feit dat hij] bij zijne benoeming tot majoor aangewezen werd voor de zoo gewichtige betrekking van Hoofd der He Af deeling van bet Ministerie van Oorlog. Na eenigen tijd later op zijn verzoek, ten einde troependienst te kunnen ver richten, overgeplaatst te zijn bij het 4© rog. infanterie, aanvaardde hij' echter reeds, als luitenant kolonel het Gouverneur schap der Kon. militaire Academie. In deze betrekking mocht hem den 16en Oc tober 1903, de hooge eer te beurt vallen, door Hare Majesteit benoemd te worden tot Haren Adjudant in Buitengewonen Dienst, eene onderscheiding, die in de laatste jaren slechts aan zeer enkelen werd verleend. Na vervolgens korten tijd de functie te hebben vervuld van Inspecteur van het militair onderwijs, werd hij ter vervanging van den luitenant-generaal Kool aangewezen tot chef van den gene ralen staf en verwierf 1 October 1907, den rang van luitenant-generaal. Rustig, bezadigd, man van groote stu die, zich zelf nimmer op den voorgrond plaatsend, maakt zijn heele wezen en op treden den indruk van weten en willen. Het gesproken woord' zal bij hem de vrucht zijn van rijp beraad en niet van eene oratorische opwelling van het oogen- blik. De gepubliceerde geschriften van zijn hand bewegen zich voor 'tmeerendeel op het gebied der krijgsgeschiedenis en heb ben betrekking op de verdediging van den Nederlandschen bodem. (Zijn politieke richting in onbekend. De „Tel." meldde, dat hij Katholiek is). Mr. Kolkman is wel een der meest bekende figuren van het Kabinet. Reeds spoedig na het uitbreken der crisis werd zijn naam genoemd als die van den aan staanden minister van Financiën. Bij geen financieel debat in de Kamer werd het heldere puntige woord van den heer Kolk man gemist. De koers, dien hij als minister zal volgen, kan men dan ook in hoofd trekken in zijn talrijke redevoeringen aan gegeven vinden. Mr. Kolkman werd in 1853 te Dor drecht geboren, promoveerde te Leiden in 1878, was eerst advocaat te Arnhem, en daarna notaris te Didam. Sinds 1884 heeft hij zitting in de Tweede Kamer (ook is hij Staten- en gemeenteraadslid) en be hoorde daar, evenzeer als in het particu lier levten, tot de warmste vrienden van dr. Schaepman. Sinds jaren is hij) president der katholieke Kamerolub. Het lid der Eerste Kamer nlr. B e v*e rs, die thans aan het hoofd van 't Departe ment van Waterstaat optreedt, was wel eer (1888'94) lid der Tweede Kamer. Hij is geboortig van Roermond, waar hij in 1852 het eerste levenslicht aanschouw de. Ilij is sinds jaren lid van den Ilaag- schen gemeenteraad en wethouder. Sinds 1902 heeft hij zitting in de Eerste Kamer. De heer Talma behoort tot do jongere' leden van het Kabinet. Hij is 43 jaren en was achtereenvolgens predikant te Hei- nenoord, Vlissingen en Arnhem. Als politicus trad hij spoedig op iden voorgrond. Eerst in 1901 werd hij Kamerlid, pa een gedenkwaardige verkiezings-campagnc in Tietjerksteradeel, waar hij Troelstra versloeg, en thans reeds ziet men hem optreden als minister van Landbouw, Han del en Nijverheid. Als lid van verschilJendji enquête-commissies enz. verwierf hij zich op dit breede gebied, gelijk op zoo menig ander, een kennis, van welker grondigheid hjj herhaaldelijk in het debat deed blijken. Bijzonder snel was ook de promotie, di© de heer Idenburg maakte, thans op nieuw minister van Koloniën geworden. Ook hij werd eerst in 1901 tot lid dei- Tweed© Kamer gekozen en volgde spoe dig daarna den heer Van Asch van Wijck aan het hoofd van Koloniën op. Een kapitein als minister was een feit, dat zich nog niet had voorgedaan. Maar de heer Idenburg maakte als zoodanig een; niet minder- kloek figuur dan als officier. Zijn naam werd dan ook terstond ge noemd, zoodra er sprake was van het nieuwe Kabinet der Rechterzijde. Met leed wezen zal men ham in Suriname, waar hij, naast de stoffelijke welvaart, ook het zedelijk heil krachtig bevorderde, zien ver trekken. De heer Idenburg is 46 jaren oud. Door het optreden der verschillende mi nisters zullen vele nieuwe verkiezingen, moeten plaats hebben. Gekozen zullen moeten worden een Eerste Kamerlid voor Zuid-Holland; Tweede Kamerleden voor Sliedrecht, Rbeden en Tietjerksteradeel; Statenleden voor Weesp en Rotterdam III een wethouder voor Financiën en een raadslid in Amsterdam; een wethouder van Publiek© Wei-ken en een raadslid te 's Gravenhageeen raadslid in den Hoogen Raad. Benoemd moeten worden een con sul te Washington; een chef van den gene ralen staf en, last not least, een gouver neur van Suriname. Tevens zullen ver schillende staatscommissies moeten wor den aangevuld. Vol verwachting klopt veler hart. De Liberale Unie. Zaterdag heeft de Liberale Unie haar standpunt ten opzichte van het kiesrecht- vraagstuk bepaald; 'tis nu algemeen kies recht geworden, en, zegt de „N. Ct.", tnen weet wat de L. U. onder algemeen kies recht verstaat: i „Het is kiesrecht van alle 23-jarige man nelijke en 25-jarige vrouwelijke Nederlan ders behalve: failliet- en ontoerekenbaar verklaarden, krankzinnigen en idioten, ver oordeelden wegens bedelarij, recidive van dronkenschap of tot een straf van meer dan een jaar, gevangenen, geïnterneerden] en armhuisbewoners. Bedeelden zullen kiezers zijn. Wanbetalers van belastingen eveneens. Men is niet ver van de Waar heid, wanneer men zegt: iedereen die nile]t is opgesloten, geen beroeps-bedelaar of dronkaard, en geen gehuwde vrouw is. Stemplicht en evenredige vertegenwoor diging vullen het program aan". De „N. Ct." is blijkbaar over den gang van zaken in de L. U. niet ai te best te spreken. Zij zegt ervan: „De vergadering heeft dit besluit ge nomen in het volle bewustzijn, dat zij daarmede de gematigde elementen aan de linkerzijde van zich afstiet. De afgevaar digde van Gouda bracht haar dit waarschu wend onder het oog, maar zij keerde hem den tug toe. Liever groote verliezen ge leden, zeide Haarlem, dan het beginsel prijs gegeven. Het beginsel, waarnaar men zoovele jaren heeft gezocht, was eindelijk gevonden. Het besluit van 21 Januari 1901, dat d© afscheiding der vrjjzinnig-democraten ten gevolge had, is dus heden te piet gedaan. De fusie kan morgen aan den. dag plaats hebben; er bestaat geen enkel© hinderpaal meer. De Unie wordt er tijde lijk een beginselprogram rijk mee; eert weelde die zij nooit heeft gekend. Men zal hebben af tc wachten welke gevolgen dit besluit voor den bloei dei- Unie zelf zal hebben. Zij telt thans bijna 10,000 leden; een flink getal voor ©en* hond, maar ©en zeer klein percentage van het aantal vrijzinnige kiezers. Naar de zijde der gematigden, inzonder heid naar den kant der Vrije-Liberalen,, is de scheidslijn thans scherp getrokken. Naar den kant der radicalen is haar laat ste spoor uitgewischt". In die ontboezeming ligt een tikje spijt. Dat is trouwens te verklaren, want men komt nu allicht minder gemakkelijk dan voorheen tot een concentratie. Maar och, als do omstandigheden het meebrengen,! wie weet, wat er dan nog gebeurt. De „Msb." teekent bij het Unie-besluit, dat alweer een stap is in de radicale rich ting, een opschuiving naar Links, het vol gende aan: „Met de aanneming van de kiesrecht motie van het Hoofdbestuur heeft zij zich voorstandster verklaard van algemeen kiesrecht. Het blanco-artikel, dat zoo lang als masker dienst deed, kan nu naar de rommelkamer. Vat men de wenscben der Borgesia,- nen op dit stuk te zamen dan komen zij hierop neer: kiesrecht voor alle mannen van 23 en alle- ongehuwde vrouwen van 25 (oorspronkelijk voorstel 30 jaar), mits geen veroordeelden, beroepsbedelaars of aarts dronkaards. Beide laatste categorieën, benevens de gehuwde vrouwen, zijn van het kiesrecht uitgesloten; overigens zal ieder naar de stembus mogen, zonder onderscheid. Stem plicht en evenredigs vertegenwoordiging zullen verdei- moeten paradeeren op het Unie-program als compensatiemiddelen tegen al te groote voortvarendheid aan de stembus. Voorloopig blijven dit nog de twee houten hammen in de Unie-speksla gerij opgehangen als lokaas voor verschil lende kiezers-categorieën en om voor den vorm toch nog ©enig onderscheid te laten bestaan tusschen de Unie en den Vrijz. Dem. Bond, die zich juist om de kiesrechtkwestie in 1901 afscheidde, maar nu de „reactionnairen" van toen, verblijdend-dicht tot zich naderen ziet. Wie weet, of de volgende phase der Unie niet een hartelijk weerzien zal geven) tusschen de twistende broederen van 1901?" FK ANK KIJK. Uit den „Cultuurkamp. „Fidelis" schrijft uit Parijs aan de „Patriole" Voor twee maanden schreef ik u reeds, dat het Fransche gouvernement den cle rus zijne civiele rechten wil ontnemen. Ik kan nu mededeelen, dat de zaak. op het oogenblik juridisch wordt onderzocht. Het wetsontwerp is gereed. Het ontwerp verklaart, dat de priesters zoowel het kies recht als de verkiesbaarheid verloren lireb- ben. Een priester kan dus niet meer kie zen; noch tot lid van een der regeerings- iichamen, hetzij gemeenteraad, arrondis- sementsraad, Kamer of Senaat gekozen, worden. Dat zou dus de civiel© „dood" zijn. De uiteenzetting der motieven be rust op een artikel der „Code pénal", volgens welk artikel een Fransch burger, door eene vreemde mogendheid met eene functie belast, deze functie niet zonder toestemming des ministers mag uitoefenen. Als gevolg van de scheiding erkent des Fransche staat do kerkelijke hiërarchie niet meer. Volgens deze nieuwe jurisprudentie zijn de bisschoppen en priesters, die hunnja benoeming uitsluitend van den Paus ont vangen, geen Fransche burgers meer, maar vreemdelingendientengevolge verliezen zij al hunne rechten. Het „V i vi a n i-palei s". Iedereen meende, dat de oprichting van het mini sterie van arbeid slechts zeer kleine on kosten zou medebrengen, niet veel meer dan de tractementen van den minister em zijne ambtenaren. Men had echter niet ge rekend op de noodzakelijkheid, om den, nieuwen titularis en zijn staf ook behoor lijk te huisvesten. Gelukkig, kwam het aartsbisschoppelijk paleis vrij. Niets natuurlijker dan dat d© man, die zoo netjes de hemellichten wist te dooven, er zijn intrek nam. 't Was zelfs zéér pikant. Of 't meteen ook onbeschoft was, is 'n tweede. Viviani voelde zich blijkbaar in de appartementen van kardi naal Richard op z'n plaats. Maar hij vond 'ter 'n beetje nauw. Het. meubilair was daarbij zeer antiek en het gebouw vol strekt niet „van alle moderne gemakken voorzien". Dit verdroot onzen minister. Hij liet den architect ontbieden en deze eens plannen! maken. Voor de kleinigheid van zesmaal honderdduizend francs zou alles prachtig in orde komen. 'tWas bijna cadeau. Tot ieders groote verwondering is de budget-commissie 't hiermede niet eens. Zij tracht op den prijs af te dingen. Maar iedereen begrijpt toch, dat de woning van een kerkvorst niet voldoen kan aan ©en vorst der democratie? Het laatste Bolwerk in Frank rijk aan het wankelen. Na de revo lutie waren er in Frankrijk nog drie mu ren, welke den geest en de levenskracht van het oude, ridderlijke, katholieke Frankrijk beschutten tegen de invasie van de „moderne" gedachten welke neerko men op de ontkerstening en demoralisee- ring van het land van Lodewijk den Hei lige de Kerk, het leger en de magistratuur. De tegenwoordige regeering spaart geen moeite om de drie bolwerken te doen vallen. De Kerk beeft ze van alles be roofd en tracht ze daarenboven in boeien te slaan; uit het leger zijn de edelste en bekwaamste officieren verwijderd, zoo dat de desorganisatie compleet is. Thans rest nog de magistratuur, welke menigmaal een hinderpaal was voor de verwoede Kerkvervolgers bij de voltooiing van hun beroovings- en vernielingswerk. Een groot deel der rechters was onkreuk baar en stelde de regeering herhaaldelijk in het ongelijk, wanneer ze de wetten overtrad om haar anti-clericale lusten te kunnen botvieren. Ook deze laatste hin derpaal op haar weg zal zij geleidelijk doen verdwijnen. Voor eenige dagen werd door Briand, den minister van Justitie, de president van het Hof van Cassatie in audiëntie ontvan gen en bij die gelegenheid drukte Briand hem op het hart, dat een deugdelijke uit legging van 's lands wetten alleen dan mogelijk is, wanneer de rechters zelf door drongen waren van den geest der repu- blikeinsche democratie, d. w. z. van den anti-clericalen geest, welke de bedendaag- sche vertegenwoordigers van de godde- looze, atheïstische democratie bezielt. Den rechters is dus aangezegd, dat zij dan alleen in den geest der regeering han delen, wanneer zij door hun vonnis alles bekrachitgen, wat de anti-clericale be windvoerders gelieven te verordenen. De laatste slagboom, welke d>e vertre- ders' van alle goddelijke en menscbelijka wetten nog in hun woestheid weerhield, zal met het verdwijnen van een eerlijke en onkreukbare magistratuur vallen; de regeering zal wel zorgen, dat in de toe komst slechts rechters naar haar hart be noemd worden, -en dat de tegenwoordige of wel zich buigen naar hun inzichten, of wel op ©enigerlei wijze zoo sposdig mogelijk onschadelijk worden gemaakt. (Tijd). ITALIË. De Paus en de Pers. De „Alhotmany", een blad dat te Ofen Pesth verschijnt, maakt een schrijven open baar door den H. Vader gezonden aan mgr. Probaszka. en vorst Estorhazy als leiders van den strijd vóór de katholiek© pers in Hongarije. De „Reichspost" geeft een gedeelte van dien brief weder: „Wij verheugen Ona bizonder, dat de katholieken van Hongarije met den ster ken wil tot noodzakelijiken weerstand in hun gemoed, volkomen hebben begrepen, en ingezien, dat de vergiftigde en vloek waardige bron der om zich heen grijpende rampen van onzen tijd de slechte pers is. Onze tijd heeft wel een zoodanig karakter, dat men dien naar de pers kan noemen. Maar het is zeer te betreuren, dat de pers niet machtig is geworden als de aange wezen verb'reidster van waarheid en deugd doch als een slecht misbruik, dat in ver trouwen op de bescherming der wetten, den strijd tegen den goosuienst schraagt ©n versterkt, vloekwaardige zeden voort brengt en verbreidt onder de burgerij, haat en ongebreidelde hartstochten wekt

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1908 | | pagina 1