Zaterdag 25 Januari 1908.
Vierde Jaargang.
No. 11.
en
IREN,
tikkel
>0.
men
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Korte Inhoud Zondagsblad.
111T DE PERS
n g e n
NIH ISME COOW
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goea (0.76, daarbuiten f 0.96
Afzonderlijke nnmmera k contant 0.05
GEÏLLUSTREERD ZOSDAOSBLAD
voor abonné'g f 0.371/,, voor niet-abonné'a„045
Advertentiên ran 1—5 regels (0.50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplsatat, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct k contant.
Reelameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjs.
Platen: Straatverkeer te Londen; auto-
mobiel-snelvuurgeschulstoel tegen zee
ziekte; gymnastiek in Amerika; ijsvermaak
op het dak; Japansche tempels; New-
Yorksche haven bij nacht; jonge olifanten,
met. tekst.
Verhaal: In hunne netten verstrikt.
Tot slot.
Gebrek aan ruimte in ons vo-rig num
mer was oorzaak dat we nog een bijzon
derheid over de Vrijmetselarij moesten
achterwege laten.
Men herinnert zich, dat in 't Weekblad
der Loge 24 Juni 1905 de vrijmetselaars
van zich zelf fier spreken als van die
„Vrije Mannen".
Hoe „v r ij" de vrijmetselaars zijn kan
ons de encycliek „Humanum genus"
leeran.
Daarin zegt. de Paus:
„De toetredenden (tot de vrijmetselarij)
moeten beloven, ja in den regel met een
hijzonderen eed zweren, nimmer te 'eeniger
tijd of op eenige wijze aan iemand dei-
medeleden het geheimschrift en de leer
stellingen te zullen verraden".
De vrijmetselarij is een geheime sekte
enhlinde gehoorzaamheid wordt
daarin gevorderd.
„Degenen, die zijn opgenomen", zegt ge
noemde encycliek, „moeten beloven en
zich v erbind en, hun leiders en mees
ters met de grootste bereidwilligheid en
nauwgezetheid te zullen gehoorza
men, bereid om op hun wenk en op hun
teeken, de bevelen uit te v oe re n".
„In gevalvanweigeringwacht
hun het STRAFGERICHT EN ZELFS
DE DOOD".
„En inderdaad, wanneer het van iemand
bekend is, dat hij de geheime leer ver
raden of zich tegen haar bevelen verzet
heeft, w o r'd t niet zelden de d o o d-
straf uitgesproken, en wel met
zulke driestheid en geslepenheid, dat do
sluipmoordenaar zeer dikwijls voor de
spiedende en wrekende gerechtigheid ver-
horgen blijft".
De „vrije mannen" blijken dus slaven
te zijn, die door onverbroekharen band
aan hun sekte verbonden zijn, en blinde
lings op straffe zelfs des doods gehouden
z.jjn alles te volbrengen, wat hun voorge
schreven wordt..
Over Je Kiezerslijst.
Elk jaar weer opnieuw wordt, in de
eerste helft van Februari, een lijst opge
maakt van mannen boven de 25 jaar, die
aan zekere eischen voldoen, opgenoemd in
art. 1 der Kieswet. Men is kiezer, wan
neer zijn naam op de lijst is geplaatst;
men is het niet, als zijn naam daarop
ontbreekt, at voldoet men ook aan één of
meer eischen der wet.
Sinds de krant telkens hij den aanvang
des jaars met prijz.enswaardigen ijver in
den broede aangeeft, wie een plaats kan
■vinden op de kiezerslijst, mag een en ander
als algemeen biekend verondersteld wor
den. Toch schijnt het zeer nuttig te zijn
op een bijzonder gieval de aandacht te
vestigen.
Do Kieswet zegt, dat men kiezer 'kan
zijn, als men over het laatstverloopen
dienstjaar is aangeslagen in de grondbe
lasting voor ten minste één gulden, en dit
bedrag vóór of op den len Maart heeft
voldaan. En toch gebeurt het zeer dik
wijls, dat dergelijke personen van liet
Kiesrecht verstoken blijven. „Maar hoe
komt het toch, dat mijn zoon verleden
jaar niet meestemmen mocht, en verleden,
jaar was hij toch kiezer?" Ja, hoe komt
dat! Heeft hij soms grond? „Zeker, wel
vier gemeten". Maar dan ligt die grond
onder een andere (nimeente? „Jawel,
onder B." Nu, in zoo'n geval moet mien het
voldane gTondbelasting-hiljet vertoo-
nen aan den Burgemeester, niet eenmaal,
maar ieder jaar weeronthoud dit nu
eens I Natuurlijk het biljet van het vorige
jaar, dus nu van 1907. Is het papier ver
loren geraakt, geien nood, bij den Rijks
ontvanger kan men gratis een ander biljet
hekomen.
Een arbeider, die er zeer veel prijs op
stelde, dat zijn naam op de kiezerslijst
voorkwam, beklaagde zich allang geen op-
reepingskaart om te stemmen meer ont
vangen te hebben en vroeger, toen hij
onder D. woonde wel. Personeel betaalde
hij niet, maar hij kon looakiezer zijn, te
meer, daar vrouw en kinderen toch ook
verdienden. Zoo pratende, kwam het uit,
dat hij onder D. grond had liggen, en nu
was het raadsel opgelost. Omdat de grond
onder een andere gemeente ligt, blijft de
Burgemeester er mee onbekend. Het biljet
moet dus naar het gemeentehuis gebracht
worden in het begin van Februari, het
door den Ontvanger laatst voor voldaan
geteekende biljet. Sedert ziet do man zijn
wensch vervuld en kan hij meestemmen,
als het voorkomt, want hij zou niet gaarne
verzuimen, telkens weer zijn biljet in de
korte maand naar den Burgemeester te
brengen. „Vrouw, zegt hij reeds met
NieuwjaaT, help hel mij onthouden, hoorl"
En vrouwlief heeft het. papier zorgvuldig
in jeen ledig sigarenkistje opgeborgen,
tegen dat het. dienen moet.
Ook deelhebbers in onverdeelde nalaten
schappen moeten niet vergeten, dat het
noodzakelijk is, de afgeschreven biljetten
in te leveren, indien ze niet. reeds uit
anderen hoofde op die lijst zijn geplaatst.
Laten wij hier ten slotte nogmaals her
halen, dat men, nu er allerwege kiesver-
eenigingen zijn, niet beter kan doen dan
zich te wenden tot de bestuursleden dezer
vereenigingen, die zeer gaarne met raad
en daad zullen bijstaan. L.
Onverantwoordelijk Varen.
Het. is elf maanden geleden, dat in den
woedenden Februari-storm de Harwich-
boot „Berlin" vlak voor den havenmond
van Hoek van Holland den koers kwijt
raakte, op de pier terecht kwam, en door
midden brak. Heel de wereld was ontzet
van het enorme menschenoi'fer, dat „de
zee" dien dag vergde.
Tot voor een dag of wat de „Vienna"
van de Harwich-lijn, door den mist uit
den koers geraakt, op een zandbank liep.
Het was geen ongeluk met ernstige gevol
gen; het had maar weinig gescheeld, of
het profane publiek had van, deze stran
ding niets bemerkt; maar nu zij eenmaal
had plaats gehad, wilde men er toch meer
van weten, en zoo vernam een reporter
van de „N. Ilott. Ct." bij den kommissa-
ris van het loodswezen aan den Hoek,
toen hij de meening opperde dat de „Vien
na" wel langzaam zou hebben gevaren,
in den mist:
„Wat is tegenwoordig lang
zaam stoom en voor die booten?
Hel wordt den gezagvoerders
niet gevraagd of het mist of
niet, of het weer is of niet,'
zij moeten binnenkomen en op
t ij d z ij n".
Hiermede bevestigde deze deskundige,
wat. verleden jaar met. klem is beweerd,
dat de woeste konkurrentiejacht aan het
belang van allerlei ondernemingen, om
hun brieven eenige uren vroeger te ont
vangen, roekeloos hel menschenleven on
dergeschikt maakt.
Maar het gebeurde met de „Vienna"
(rok nauwelijks de aandacht. Alles was
immers goed afgeloopen; waartoe dus na-
pleiten? Een nieuwe ramp is noodig ge
weest om het publiek te leeren, dat nog
altijd de passagiers van de Harwich-lijn
worden gewaagd aan den dood iri de gol
ven. 'Op enkele feiten vestigen wij de aan
dacht.
De Harwich-boot vertrok Dinsdagavond
van Engeland; de. Batavier-boot ging niet,
vroezende voor den mist. De Harwich-boot
heeft de engelscbe post aan boord, de
Batavier-boot heeft geen post.
Trots den zwaren mist, was de „Am
sterdam" op tijd voor den mond van den
Hollandschen Waterweg. De konkurreeren-
de Zeeland-boot daarentegen, die van
QueensborO' op Vlissingen vaart, was te
laat. De Harwich-bout van Engeland heeft
de post aan boordde Zeeland vervoert
de post naar Engeland.
De „Vienna", uit Harwich aan den
Hoek gekomen, om te zorgen dat 's avonds
passagiers naar Engeland konden worden
overgezet, bleef liggen. Zij had geen mail
te vervoeren. De „Dresden", daarentegen,
met de mail, voer wel, en kwam den Wa
terweg hinnen.
Negentig schepen, schrijft onze bijzon
dere korrespondent, liggen buiten den
Waterweg op het optrekken van den mist
te wachten. De loods- en reddingsbooten
die hulp verleenen, loopen zelfs groot ge
vaar. De stoomredidingsboot liep averij op
de „Wodan" is op de ankerketting van de
„„Amsterdam" hetzelfde overkomen als
de „Amsterdam" op de ankerketting van
de „Axminster". „Geen schip kan in of
uit", seint de korrespondent van het
„Handelsblad". Maar de Harwichbooten
varen; en zij varen met gevaarlijke snel
heid: weer of geen weer, mist of geen
mist, verklaart de kommissaris van het
loodswezen, zij moeten óp tijd zijn.
(Het Volk).
De Harwich-boof in aanvarlnj.
Ter hoogte van 't vuurschip is er Woens
dagochtend om kwart voor vijven tjjdens
dikken mist een aanvaring geweest tus-
schen het stoomschip „Amsterdam" van
Harwich naai' den Hoek van Holland en
het stoomschip „Axminster", komende van
New-York.
De „Amsterdam" is aan bakboordzijde
achter de brug getroffen en kreeg een
groote scheur- onder water. De „Axmin
ster" werd aan het voorschip getroffen,
maai' wist tijdig de waterdichte schotten
te sluiten, waardoor het schip drijvende
bleef.
De passagiers van de „Amsterdam" zijn
in sloepen van boord naar de „Axminster"
gebracht, die op een afstand van vijf
scheepslengten lag.
De „Axminster" stoomde naar de kust
©n had nog geen loods aan boord. Op on
geveer een mijl afstand van de kust heeft
de stoomloodsboot „Jan Spanjaard" de
vijftig passagiers overgenomen en behou
den aan don Harwich-stedger aan wal ge
bracht. Vermoedelijk is nog één matroos
met een sloep weggedreven.
Er moeten zich nog 7 passagiers berin-
den op de stoomloodsboot „Rotterdam",
die vermoedelijk nog voorgaats is. De
stoomreddingbool en de sleepboot „Wo
dan" zijn naar buiten gestoomd ter as
sistentie. Er drijft nog een sloep, vermoede
lijk met één man en bagage rond.
De „Amsterdam" is den Waterweg bin
nengekomen met 'een groote scheur
dwarsscheeps, is aan den steiger geweest,
heeft een weinig stukgoed gelost on is
latei' aan den Zuid wal omhoog gezet.
Toen de „Amsterdam" van Harwich ver
trok was bet mooi, helder weer.
De mail is geborgen en geland, en reeds
met den trein verzonden.
Vermoedelijk ontbreken nog 14 passa
giers. Deze zijn waarschijnlijk nog in een
der sloepen op zee. De stoomreddingboot
is binnengekomen doch weder terugge
keerd om de stoomloodsboot „Rotterdam"
te zoeken.
Er is bagage opgevischt bij het Noorler-
hoofd.
Een der passagiers, die de aanvaring
van de „Amsterdam" meemaakte, vertelde
daarvan het volgende:
Het was mooi, helder wieer toen wij'
in Engeland aan boord gingen, en we Hok
ken dus allen weldra ruslig te kooi. Teen
ik om vier uur aan dek kwam, was het
dik van mist. Er stonden twee mannen
op den uitkijk. Een oogenblik later zat ik
in het salon te onlbijten, toen we leen
stool voelden. Dit gebeurde op 5 Eng. mijl
van de kust. Kn weinige seconden latei-
volgde een twieede schok, onheilspellend
hevig, met het geluid van een dikke glas
ruit, die wordt ingeslagen. Wij kregen den
indiuk, dat er tot dit oogenblik niet lang
zamer werd gevaren dan anders.
Gelijk met dien tweeden stoot ontstond
er onder de opvarenden een hevige be
roering. We hoorden schreeuwen en jam
meren, ieder dacht dal zijn laatste oogen
blik geslagen was. En alles vloog naar
dek. Ook het personeel scheen van streek;
op vragen werd niet geantwoord. Maar
toch gingen een paar bedienden de hutten
af om de slapenden te wekken, die ten
deel© in nachtgewaad naar boven vlucht
ten. We zochten zwemgordels, deden die
aan, en drongen op naar de reddingboo
ten. Maar sommigen, die deze booten in
hun zenuwachtigheid niet konden vinden,
werden niet op weg geholpen.
Het hoogere gezag echter scheen rustig
het hoofd er hij te houden. Bovendiejn
bleef het schip drijven, en ook het elec-
trisch licht bleef aan.
Wat er gebeurd was, zagen wij biet, zóó
als het mistte. Maar nu vernamen we, dat.
we gelpopen waren op het Ameirikaansche
s.s. „Axminster", van New-York ofp Iweg
naar Rolterdam, met vrachtgoed, dat daar
voor anker lag wegens het dikke weer. Er
lagen tal van schepen voor anker.
De kapitein liet onderzoeken en vernam
dat het schip water nam.
Bij de reddingbooten was het een hevig
gedrang. Vier of vijf me.nschen sprongen
er reeds in, voor ze neergelaten waren;
doch zij moesten er weer uit. Er waren
56 passagiers, met verscheiden da-mes. Een
zuigeling werd van hand tot. hand in de
boot gelraten.
Inmiddels kalmeerden de mienscben. Met
onze zwemgordels aan werden we over
geroeid naar de „Axminster". Het was een
kalme zee. Maar aan boord van de Ameri
kaan beduidde men ons, onze zwemgordels
om te houden, wijl het ook daar niet ge
heel veilig was. Toch schenen de water
dichte schotten het water buiten te hou
den. Wij, „geredden" hielde;n een collecte
voor de Amcri'kaansche bemanning.
Het bleef dik van mist. De kapitein be
sloot nu echter voorzichtig op to stoomen,
de omstandigheden in aanmerking geno
men. Dat gebeurde een drie mijl. De „Ax
minster" durfde echter niet binnengaan.
Toen hoorden we het signaal van de loods
boot „Jan Spanjaard". Die- kwain langs
zij, zette een loods over om de „Axmin
ster" binnen te brengen. En wij' gingen
over. De bemanning van de loodsboot kunt
u niet genoeg in de hoogte steken! Wat
een prachtkerels. En zoo hartelijk' Ze zet
ten koffie voor ons, gaven ons hun laatste
sigaren. En Wij vernemen, dat de situatie
wel heel gevaarlijk was geweest.
Maar één ding hoorden we met schrik.
Een man met een boot van de „Amster
dam" zou zijn afgedreven. Zijn makkers
zeiden echter, da.t hij een uitstekend zee
man is, die het wel klaar zou spelen.
Na ons, zijn de postzakken in de boot
gelaten. Wie te weinig kleei'en had leende
van anderer overdaad. Eén heer viel flauw
van emotie in de boot.
Later zagen we de „Amsterdam" ons
voorbij varen, nog steeds verlicht.
Het is een hevige schrik geweest, maar-
we zijn er gezegend afgekomen!
Het aanvankelijk vermoeden, dat alle op
vallenden van de „Amsterdam", zooals de
kapitein, de loods en de overige passagiers
dachten, o.p de „Axminster" zouden zijn
overgebracht, is helaas niet bewaarheid!
Nader bleek dat één sloep, toen er een ge
deelte bagage ingeladen was, met den zee
man Jac. Upson losgeraakt is. Hij heeft
lang rond gezworven, maar is eindelijk ge
lukkig aan de Nooixlerpier geland. Hij had
achteruit een wrikgat in de bool gemaakt
en haar zoo bestuurd. Hij liep langs de
pier naar den wal.
Latei' heeft de loodsboot „Hellevoet-
sluis" nog een zwervende sloep met 7
personen van de bemanning opgepikt.
Maar thans blijkt uit de overtollige bagage
in de „Amsterdam", dat er een sloep met
vermoedelijk nog 12 opvarenden ronddrijft
in den dikken mist op zee.
De „Gouwzee", de loods- en redding-
booten zijn alle zoekende op zee. Doch
het is zoo dik, dat men geen hand voor
oogen zien kan.
Wat er met het uitzetten van de red-
dingbooten gebeurd is, is niet recht duide
lijk. Toen de „Amsterdam" binnenstoomde,
hingen er nog een paar langszij, waarvan
er een is losgebroken, die nu onderstboven
op het Kanaalstrand ligt.
Er moeten er ook nog een paar aan dek
gestaan hebben. De „Ja.n Spanjaard"
bracht twee sloepen binnen. Later bracht
de „Hellevoetsluis" een derde en de vierde
kwam vanzelf naai- de pier.
Volgens den kapitein van de „Amster
dam" heeft, de „Axminster" vóór de aan
varing de hel niet geluid.
Naar wij vernemen, is de nieuwe mist
hoorn weel- defect geweest, en de oude
in werking gesteld.
Hoewel de zee zeer kalm is, is men toch
ongerust over het lot van de menschen
in de drijvende boot.
Thans is met zekerheid bekend dat er
nog vermist worden een matroos, 2 ste
wardessen en 7 of 8 passagiers, vermoe
delijk in 3 sloepen. Zij zijn dus op den
korten afstand tusschen de „Amsterdam"
en de „Axminster" in den mist misge-
varen.
Vermoedelijk is onhed.reven.heid in de be
handeling van de riemen mede een oor
zaak.
De „Amsterdam" blijkt te zijn ingevaren
even achter de commandobrug aan bak
boordzijde. Boven water is die schade niet
zoo groot. Onder water is een groote
scheur ontstaan van de anketting van de
„Axminster". Die komt uit in het salon.
Van de „Axminster" is de voorsteven inge
varen.
Deze Engelsche- en niet Amerikaansche
boot lag van den vloed ten anker. De
„Amsterdam" koarstte blijkbaar juist op
de boeg, is toen op het laatste oogenblik
er voor langs willen gaan en toen had de
aanvaring plaats, met het stooten op de
ankerketting.
Op een van de zoekende stoomschepen
is de pastoor uil den Hoek van Holland,
om zoo mogelijk hulp te bieden.
De sympathieke pastoor van den Hoek
is weer een der eersten, die zich inscheept
om mede te helpen zoeken op het wijde
watervlak. Men kent hem nog uit de bange
dagen van verleden jaar, en tranen spron
gen hem in de oogen als hij de verslag
gevers zwijgend die hand drukt.
Met de stoomloodsboot „Rotterdam" is
aangekomen een sloep met 7 man der
oquipage, waaronder de 2e stuurman, een
stoker en matrozen, en met de stoom
reddingboot is een sloep aangebracht waar
in een matroos (jongen) geweest was, die
'echter aan het strand aan wal was ge
stapt.
Volgens orflcleefe opgaaf worden van
de „Amsterdam" nog vermist 1 matroos,
1 hofmeester, en 3 stewardessen en
21 passagiers.
Een passagier verhaalde nog:
Onder de 66 passagiers waren misschien
15 of 20 dames, die het eerst in de sloepen
mochten gaan.
De passagiers, die bij de aanvaring t®
bed hadden gelegen, waren half gekleed
boven gekomen. Een deftige Engelsche
mijnheer evenwel had zich den tijd ge
gund, heet correct zijn toilet te maken.
Enkele minuten na de aanvaring stond
er in de gang bij de hutten 1ste klasse
al water; 'tkwam de passagiers, die daar
langs kwamen, over de enkels.
Gisternacht twee uur. De mist klaarde
op. de maan kwam door, de booten gingen
uit om te zoeken, maar nog heeft) men niets
van !de sloep ontdekt. Men heeft, nog flauwe
hoop, dat de- afgedrevenen door een der
vele voor anker liggende schepen zijn op
genomen.
De autoriteiten aan den Hoek hebben
den minister van Marine verzocht, torpedo-
booten van zoeklichten voorzien uil. te
zonden, om te helpen zoeken naar de ver
miste reddingboot mot schipbreukelingen.
Van IJmuiden wordt georganiseerd een
tocht om van daar naar dien Waterweg
te stoomen, door verschillende sleepboo-
ten en andere stoomvaartuigen. Zij1 zulten
op onderlinge» afstand in verband met
elkaar blijvend, de Noordzee afstoomen tot
den Waterweg, om zoodoende de vermiste
scheepsbooten te vinden en binnen te
brengen.
Uit Nijmegen meldt men nader, dat het
geen twijfel laat, dat de beier Salomonsky
aldaar zich aan boord van de „Amster
dam" heeft, bevonden.
Uit Londen toch werd bericht ontvangen,
dat hij met de „Amsterdam" was ver
trokken en een Duitscher, die zich ook
op dat schip bevond heeft gisteren hier
aan de familie van den heer S. medege
deeld, dat hij hem aan boord heeft gezien.
Het is binnen het jaar nu de derde maal
dat de Harwich-lijn door een ongeluk
wordt getroffen. (21 Febr. 1907 verging
de „Berlin" en eenige dagen geleden
strandde de „Vienna", welk laatste on
geluk gelukkig nog go.ed afliep).
(Zie Laatste Berichtenj.
SOCIAAL-DEMOCRATEN TE-HUIS.
Wij lezen in „de Volksbanier"
„Het Volk", dagblad van de arbeiders
partij, is een leerzame krant. Daar leert
ge echte en onvervalschte sociaal-demo
cratie uit kennen; in- en uitwendig als
ge ten minste van tijd tot tijd ook eens
de organen der vrije broeders inkijkt. Je
leert hun vergaderingen kennen„groot
succes, aandachtig gehoor, niets-beteeke^
nend debat of debat met X, die er gewel
dig van langs kreeg", enz.
Zelfs de advertentiën van „Het Volk"
zijn leerzaam. Ook daaruit leert ge hen
kennen, vooral hunne leiders. Mag ik u
eens een paar advertenties uit „Het Volk"
ter inzage aanbieden? We nemen ze kos
teloos over. Zij, de menschen van de re
clame, zullen daar wel niets tegen hebben.