Goes, ATUM ER,Goes ouders. O ES. IELK, Dinsdag 1 October 1007. Derde Jaargang. BUITENLAND. /ocaat »ondags. ir ieder portret. ziekte. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Verschijnt eiken MAANDAG-JEOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. G. VAN DE PUTTE. DE-KRACHT EEHER PARTIJ. UIT DE v E R i- bij 3 unstig hekend ge- .Anker Succes" en het „Succes- van varkens, geeft V oederrantsoenen raneo toegezonden, ieeüger voer voor der kalveren dan staat onder voort- ole. ;er fe Hansweerd, zijne Agenten. NOS .El PRIJZEN. JTAIilWC. GARANTIE, men. it 39. 300.000.-. ,32k. landerijen en geeft 100.verkrijgbaar ANK. r e c t i e (TEN. 1UGGEN CATE. ardstraat 195 A. f i.-. pr. f2.—. te te 's Gravenhage. ;te Weer>enl9O0 e ZOETERMEER 5 September 1907. 'olsward van den heer juw, die lijdende was huis kwam heeft mjjn verbazend, zij is zoo verzoek ik u mij JLSMA, peck Park Burough r, Noord-Amerika. aar ook tegen gevatte slijmhoest, enz. vonden at, franco per post na W. Hubregtse, Korte ik bij C. de Fouw; te Vlissingen bij A. 0. g bij RI. Riemens Dz te Camperland bij A. h bij J. Vogel Cz. rkte wondinfectie gevallen verzekering sringsplicbtige be et 1901 (in en buiten g premiën. ss A te Middelburg. JVo. 116. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers contant „0.05 GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor abonaé's f 0.377», voor niet-abonné's«045 Bureau: LANGE VORSTSTRAAT, GOES. Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 2S Ct. a contant. Reclameberichten 2S Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. De kiezers in het tweede dis trict te VLISSINGEN moeten Woensdag stemmen voor een lid van den Raad. Hun zij daarvoor ten dringend ste aanbevolen de heer Hot is 'metons vereenigingsleven nog lang niet, wat het zijn moet en zijn kan. Men onttrekt zich in 't algemeen, vwel te veel aan het vereenigingsleven, den kend 't zal zonder mij toch wel gaan. En toch een opgewekt vel'leenigingsleven, kenmerkt de kracht eener partij1. 'tls bij ons nog zoo ver niet, als in een afdoeling der S. IJ. A. P., waar van de 373 leden 223 werkelijk deelnamen aan de verkiezingswerlczaamheden 1 Naar aanleiding van dit ook reeds, in dit Wad vermelde bericht, schrijft de bekende Amslgrdamseh'e propagandist B. Th. de Wolf een woordje in de „M o r g e n p o s t", dat ook Jncr mag gehoord. Hoe is 't leven leener kiesvereeniging, vraagt hij, en schrijft dan Op de eerste plaats schijnt men het als een groote opoffering te beschouwen, lid eeaer kiesvereeniging te worden ert is men eindelijk over de vele bezwaren heen die het best geformuleerd kunnien worden in de verplichting van oen jaarlijksche con tributie van minstens 25 cent, dan meent men hiet best zijn plichten als lid te kun nen waarnemen door Jiaistairig van alle vergaderingen weg te blijven, niettegen staande deze juist, ook al met het oog op de slechte opkomst, zoo zuinig mogplijk worden uitgeschreven. Do besturen der kiesviereenigingen zijn al zeer verheugd, wanneer ze dan op die vergaderingen een 15 20 leden zien op dagen, met wie de belangen der vereeni- ging worden besproken en waarop men steeds hoort de klachten van de slechte opkomst en de bespreking der middelen om aan dien toestand een einde te maken, en., ook dikwerf klachten ever de slechte pro paganda, die er gemaakt wordt. Dan wordt het bestuur uitgenoodigd, wat meer vergaderingen uit te schrijven met sprekers van naam, cursus-vergaderingen, te houden over de politiek, districts-pro; pagandaclubs op te richten, enz. enz. Kortom, de weinigen, die er dan zijn, geven dan blijk van zeer groote belangstel ling en ijver. Het antwoord van het bestuur is meest tijds hetzelfde, „reeds meer dan eens ge probeerd zonder succes, geen opkomst, geen deelname, |enz., enz.", maar wil men het weer eens probieeren, het bestuur is ge reed en waagt bet, aangemoedigd door die belangstelling der leden eens een beroep te doen op den ijver en lust der hieeren, dan... heeft men geien tijdof men heeft reeds zooveel te doien, enz., enz bezwaren ge noeg, maar hulp. niet. En dat zijd dan nog diegenen onder ons, aan wie hot aan belangstelling niet ontbreekt in het politieke leven, getuige hun lidmaatschap der R. E- kiesvereeni ging. Maai' let nu eens op de velen, die buiten do kiesvereeniging staan. tan belangstelling, meeleven in de be spreking en behartiging van lands- en giei- meeiiiezaken niets te bespeuren, een© on verschilligheid voor de wijze waarop en door wie deze belangen worden behartigd, zoo groet, dat ze niet naden- aan te dui- de* is. Alleen wanneer de verkiezingen plaats hebben gehad, wanneer de drukte der groote w erkzaamheden zijn afgeloopen, en de uitslag is bekend, en zij eveneens onder den zenuwachtigen invloed zijn ge- komen, dan komt de belangstelling voor ®®igen tijd los dan is men er 'teerste (".I den eventueel gekozene hartelijk te fpheiteexen, dan is men volop poli pus, spreekt, keurt af, prijst en geeft laad dat het een lust is. en wanneer men dan nagaat, dat al deze besprekingen be rusten op een volslagen onbekendheid met do geschiedenis van den loop der zaken, ®-u men zich ©enigszins voorstellen op welk een peil dergelijke discussiën slaan. Dan zijn er staatslieden voor 't grijpen, ministers in den dop loopen in druk dis cours over straat hunne inzichten aan an deren mededelende, ofwel lieden zitten in da café's achter hooge poften bier de richting aan te wijzen, die do politiek, onze, o neen, hunne politiek moet volgen en die zeker ter overwinning voert. Ministeriën vallen en staan op, afgevaar digden worden igekozen en verplicht af te treden; kortom er wordt ©ene wijsheid ver kocht, zoo groot, zoo. omvattend, genoeg om tien wijsgeeren als Socrates voldoende mede te bedienen. En wiee hen, die vooraan hebben gestaan in de beweging en zij hebben de nederlaag gelede» Dan was de leiding niet goed, de keuze der candidaten was gewoon bespotte lijk. En dan de propagandisten Ze waren te jong, veel te jong; die jonge lui die gedurende weken aaneen hard heb ben gewerkt omdatde ouderen er geen ambitie toe hadden, omdathet minder waardig werk was voor hen Wie. wil nu bezocht worden door jonge mannen, die niet eens kiezers zijn, ïeggen zij: dan en roepen zij- uit die voorlichters van één dagMoeten z ij mij zeggen, op wien ik (stemmen mtoef, enz. enz., jzpnder er bij te (denken, dat zoo z ij het deden, de jongeren daarvoor niet nopdig waren. Ik overdrijf niet, wanneer ik zeg, dat men dan gewoon duj'ft 'te verklaren, dat de geheele R. K. organisatie, zoowel leiding als propaganda, pen paskwil is geweest en vraagt mien dan eens heel leuk Weg „maar had ook medegewerkt, wij: hebben juist menschen als gij zijt, noodig", dan ziet men u aan met een blik, waaruit met voiie oprechtheid blijkt, dat men een der gelijke vraag alleen zou kunnen verwach ten van iemand, bij wien de werking dei* hersenen reeds lang mist» den gewonen nor-malen loop, noodig voor een ernstig denkend en sprekend miensch. Zoo langzamerhand haakt men aan al deze „vriendelijke" opmerkingen gewend, overtuigd als men is, dat men waardee- ring voor of wel tevredenheid over ver richte werkzaamheden in het belang der katholieke zaak, nu juist niet bij1 Roomsch- Katholiebe-n zelf moet zoeken. Zou er eene partij zijn ('tis bard wat ik zeg) waar men zoo gauw gereed staat elkanders werken af te breken, bedoelin gen te wantrouwen, zonder te onderzoe ken of deze nuttig kunnen zijn, dan juist bij de katholieke, i Wil ik nu hiermede zeggen, dat (er niets valt af te keuren, dat onze R. K. politieke organisatie goed is, dat er niets valt te verbeteren, te veranderen of te vervol maken? Neen, want er ontbreekt ons. nog veel, oneindig veel; zoowel wat organisatie als propaganda betreft, maar mijn grooite grief is, dat degenen die het eerste klaar staan deze, zij het dan volgens hen, gebrekkige organisatie en. propaganda af te breken, 't laatst zich bereid zuilen verklaren, om mede te werken dieze te verbeteren en te brengen op de hoogte, die men best met toewijding en volharding bereiken kan. Mannen van invloed en positie mogen zich niet onttrekken. Maar* dat is niet ge noeg. Ook actief moeten deze deelne men aan het werk. De kracht penei* partij, zit niet in zijn naam alleen te geven aan eene zaak of deze financiëel te ondersteunendie kracht zit in de a 1 g ie h e e 1 e t o e w ij d i n g v a n allen, in prettige samenwerking met een vast doel vooroogen. Dat men. ook hier bovenstaande regelen eens ernstig overwege en inderdaad han del e naai* deze wenken. Dan 'zal veel kunnen worden bereik t, wat voor de toekomst noodig is. Meer ontwikkeling zal dan verkregen worden, het politiek inzicht verruimd, de propaganda gesterkt, een geoefend kiezer- corps gekweekt, wederzijdsch© waardee- ring verkregen door de onderlinge samen werking, en bij verkiezingen de kans van slagen zeer worden vergroot. Voor de-zen prijs mag wel eenige opof fering worden verlangd. X. Vertroebeling. Wij hebben ons van elke beschouwing en nabetrachting over de jongste Pauses lijke Encycliek tegen het modernisme ont houden, in de meening, dat het meer op den weg lag der groote Katholieke dagblad pers met geestelijken-redactie, om in deze meer precies voor te lichten. Een Katholiek weekblad uil Zeeuwsch- Vlaanderen schijnt van andere meening, en schrijft in een opstel pardoes neer: „Rome heeft gesproken, do vooruitstre vendheid is veroordeeld". Daar het ons toeschijnt, dat de boud heid, waarmede dit oordeel is uitgespro ken niet evenredig is aan de waarheid de zer uitspraak, en wij van meening zijn, dat hierdoor het goede inzicht in deze zoo gewichtige en ingewikkelde kwestie vertroebeld wordt, onzerzijds een enkele opmerking. Het wil ons dan voorkomen, dal uitspraakde vooruitstrevendheid is ddor- den Paus veroordeeld, in z ij n al gfeji i i :t meenheid, zeer onjuist is. De Encycliek „Pascendi domini- c i g r e g i s" veroordeelt o. i. niet de voor, uitstrevendheid in het algemeen, maar de verkeerde, de valsche vooruitstre; yendheid, de vooruitstrevendheid, welke de grondsLagen aantast van het oude Ka tholieke geloofhet modernisme. Door het identificeeren van „vooruitstre vendheid" en modernisme zaait men o. i. betreurenswaardige verwarring. Omdat er een goede „vooruitstrevend heid" beslaat, die met onzen Paus alles herstellen wil in Christus. Om iets te „herstellen" dient men toch vooruit te streven, en niet bij de pakken neer itie zitten I Dan is er een „vooruitstrevend heid" op politiek en sociaal terrein, wel,- ke, vallende buiten de eigenlijke geloofs- en zedeleer, o. i. gelegen is buiten dezen zendbrief. Tot voorbeeld: Een Katholiek hij moge 'tbij 't rechte eind hebben of mistasten zal ijveren voorstaatsexploitatie van spoorwegen. In veler oog zal zoo iemand „vooruit strevend" zijn. Nu zal men toch niet beweren: Rome heeft gesproken, deze „vooruitstrevend heid" is veroordeeld En zoo zijn er voorbeelden voor 't grijpen. Wij wilden maar den raad geven om door algemeenheden en vaagheden de we zenlijke bedoeling van 's Pausen Encycliek niet te verduisteren. Vertroebeling der geesten is in deze al zeer ondienstig, en men zal meer hande len in den geest der Encycliek, die helder heid en licht in de d w a 1 in ge n bracht, door „vreesachtige vrienden" den j u i sr ten weg te toonen, zonder dezer ongemo tiveerde vrees geheel noodeloos te ven grooten. „Het anti-c 1 ericale duiveltje". „De Standaard" betoogt in een, hoofd artikel over het op 14 Sep tember te Utrecht voorgesteld program der Vrij-liherale par tij, dat in de tweede bepaling behelzen de, dat het Staatsbestuur onafhankelijk moet zijn „van allen invloed van kerke lijke leerstellingen" het anti-clericale duiveltje door de reten komt gluren. Dwazer, zegt „De Standaard", is dit wel nooit uitgedrukt. Vul het aan, en zeg dat het Staatsbestuur ook onafhankelijk moet zijn van allen invloed van wijsgeerige stellingen en ge hebt 't finis Poloniae: er- is geen principieel© gedachte, er is geen geordend denken in het Staatsbestuur meer mogelijk. Het moet luk raak en bij geval .toegaan, en bij niets mag men tot de die pere denk- en levenswereld doordringen. Zeg, dat het Staatsbestuur niet recht streeks gebonden mag zijn aan de leerstel lingen van Kant of Hegel, van Schopen hauer of Marx, en dat het noch in de considerans van een besluit mag heeten: „Overwegende dat Kant, of overwegende dat Marx heeft uitgemaakt, dat dit of dat zoo is", en ge spreekt gezonde taal, waar in ieder u bijvalt. Maar te zeggen, dat noch Kant, noch Hegel, noch Marx, of welk groot philosoof ook, ©enigen invloed, hoe gering ook, mag uitoefenen op het Staatsbestuur, is pure onzin. Ieder Vorst, ieder Minister, ieder Kamerlid, ieder hoog geplaatst ambtenaar is of zelf philisoof, of laat zich leiden door de gedachten- wereld van deze of gene wijsgeerige school, en het is de ongerijmdheid zelve te willen zeggen, dat ©en Vorst, ©en Minister, een Kamerlid of wie ook, die in Staatszaken optreedt, bij zijn indenken van de te ne men maatregelen, zijn overtuiging zoo her metisch van zijn wijsgeerige gedachtenwe- reld moet isoleeren, dat alle invloed van wijsgeerige leerstelsels wordt buitenge sloten. En juist zoo. nu staat het met het zeg- t'ge®}-dat „alle invloed van kerkelijke leer stellingen" moet worden gehouden buiten het Staatsbestuur. Al wie lid van een Kerk Ais, niet maar nominaal, of uit sleur, maar ijuSjeenehs en oprecht, belijdt waar-heden, ^cSérttfigingen, die door zijn Kerk verde- "tjfg|KfCTt geformuleerd zijn. Die waar-heden zijhi ïm zijn overtuiging ingedrongen, die waaSBeden zijn hem heilig. Bij al zijn doen en laten strekken hem die waarheden tot richtsnoer. Zoo is er geen Christen denk baar die niet met alle kerken belijdt: „Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper van Hemel en Aardeen in Jezus Christus, zijn eengeboren Zoon, onzen Heere". Zeg nu, ook deze leerstelling kan niet rechtstreeks als autoriteit in de wetgeving gelden, en dat men alzoo in geen wet of besluit schrijven kan: Overwegende dat de apostolisch© geloofsbelijdenis zegt: enz.", ©n wederom zal een ieder 'tmet u eens zijn. De Kerk stelt aan den Staat de wet niet. Maar heel iets anders is het, allen in vloed aan deze leerstellingen bij het Staatsbestuur te betwisten. Een vorst, een Minister die- Christus belijdt, een Kamerlid die professie van 't Christelijk geloof doet, ze belijden allen zonder onderscheid ze kere kerkelijke leerstellingen, en die leer stellingen beheerschen hun overtuiging eu denkwijze. Zoo dikwijls ze alzoo geroepen zijn om zaken van Staat te behandelen, zetten ze dit hun Christelijk geloof niet opzij. Ze kunnen dit niet, want dit geloof beheerscht hun overtuiging. En zoo kan het niet anders of allerlei kerkelijke leer stelling oefent zelfs een veelzijdigen in vloed op hun zienswijs, op hun oordeel, op hun besluit. De Vrij-Iiberalen, die dit niet dulden willen, zouden derhalve, om allen invloed van kerkelijke leerstellingen uit het Staats bestuur te bannen, de stelling moeten op zetten, dat niemand Vorst, Minister of Ka merlid kan zijn, tenzij hij vooraf onder eede verklaarde door geen kerkelijke leerstelling in zijn overtuiging geleid of gebonden te worden. Ook zelfs voor den kiezer gaat wat we zeggen door. Een kiezer kan ook bij zijn keuze voor Staten of Raden zijn over tuiging niet van zijn Christelijke professie isoleeren. Hij bevordert dus juist den in vloed van deze of gene kerkelijke leerstel ling op het Staatsbestuur. Dit nu mag niet. Dus ook: geen Christen kiezer. Zoo, en niet anders, is de consequentie! Het is daardoor juist, dat de Liberalen tegen wie Groen streed, de antithese dn het land hebben gebracht. We waren een Christenland, en ieder vond het natuur lijk, dat de Christelijke denkbeelden ook ons Staatsbestuur beheerschten. Maar toen kwamen tie Liberalen opdagen met hun re volutie-denkbeelden, en riepen luid© dat 'Izoo niet mocht. Zoo stelden ze zich am lithetisch itegen het Christelijk Staatsbe leid over. En die antithese blijft, zoolang de naneven dezer vroegere liberalen al len invloed van de kerkelijke leerstellin gen uit het Staatsbestuur bannen willen. ITALIË. Te Pistoja wordt een Soeiale Week ge houden onder voorzitterschap van kardinaal Maffi. De H. Vader beeft aan den kar dinaal een brief gezonden waarin wjj de volgende passages vinden: De nieuwe organisatie, die, dank zij eenige wakkere Katholieken, dezer dagen onder ons heeft plaats genomen in het strijdperk, draagt in zich de kiem van een apostolaat dat het volk weder zal opheffen Zij is een bode van heil en overwinning, omdat zij geschikt is om onder het volk, in een gezonden en naar den tijd geëigenden vorm, de chris telijke beginselen te verspreiden, die alleen geschikt zijn voor de tegenwoor dige sociale behoeften Wij vertrouwen, dat zij vruchtbare gevolgen zal hebben, omdat wij haar hebben zien beginnen en zien ontwikke len, niet alleen in het toepassen van deze beginselen, maar bovendien in het opvolgen der regelen en raadgevingen, die door de opperste apostolische leiding zijn aangegeven. Wij hebben de laatste woorden gespa tieerd het is zeker wel eens noodig er aan te herinneren, dat geen vruchtbare sociale arbeid ooit mogelijk is dan in absolute gehoorzaamheid aan het kerkelijk gezag. Een valsch gerucht. De „Os- servatore Romano" bevat als eerste bericht van zijn rubriek „Stadsnieuws" een besliste tegenspraak van het door sommige buiten- landsche bladen verspreide gerucht - het welk ook gecirculeerd heeft in de Neder- landsche pers dat dezer dagen een broeler des Pausen zou overleden zijn. Op het Vatieaan worden tal van condolean cetelegrammen ontvangen naar aanleiding van dit valsche gerucht, opgedoken uit onbekende bron. FRANKRIJK. De zonderlinge zomer, ook in zijn natijd vreemd, brengt een gedeelte van Frankrijk allerlei griezeligsonweer, windhoos, over strooming. Uit Agde, uit Montpelier, uit Vias (Hérault), uit Lodeve, uit die zui derstreken, waar pas de menschen opge speeld hebben, komen alarmberichten, dat nu de natuur hun een dure les in rumoe righeid geeft. De vlakte van Agde, te Florensac, staat onder water en de Hé rault wordt aldoor hooger. Te Montagnac heeft de regen niet slechts den wjjnoogst vernield, maar de druiveboomen ontwor teld. Zelfs telegraafpalen vielen onder het geweld van het water. Zeven dorpen dier- ven alle licht. Het dorp Bessan is over stroomd, de menschen zaten op de daken. In het viaduct van Gignac zoo seint men uit Montpellier zijn vijf bogen ingestort. Te Companan is een baanwach tersvrouw, die op het dak van haar huisje gevlucht was, door een locomotief ontzet. Te Vias (Hérault) hoopten de treinen zich op, daar storm en regen hun het verder gaan beletten. Te Lavacquerie zoo meldt men uit Lodeve staat het water tot 3 M. hoog in de straten. Op één hoeve verdronken 500 schapen. Te Öaint-Jean- de-la-Blaquière zijn een oliemolen en een brug vernield. De watervloed die in een enkelen na middag de wijnvlakte vernield heeft, welke van Cette zich uitstrekt tot Béziers, doet denken aan toestanden als men er sinds 1875 niet meer had doorleefd. Heel het zuid-westen van het departement van Hé rault is in enkele uren geruïneerd. De overstrooming heeft zich tot Spanje uitgestrekt. Uit Beziers wordt gemeld dat verschei dene huizen ingestort zijn, waarbjj meer dere personen gedood en gewond werden. De geheele oogst is totaal verloren. Uit Malaga komt het bericht dat de toestand iets verbeterd is. Daar zijn thans niet minder dan 2000 woningen onbruik baar, waardoor 12000 personen dakloos zijn. Te Barcelona is de benedenwijk der stad geheel overstroomd. Te Malaga worden nog voortdurend lijken gevonden. Het geheele aantal dooden dat herkend is, is daar en in de omliggende dorpen 72. Er zijn 68 gewonden waarvan er veie in het gasthuis liggen. Vele men schen lijden, tengevolge van de doorgestane koude en ontbering aan longontsteking. Lijken van dieren en vuilnis verspreiden een afschuwelijken stank. Vele handels huizen hebben groote schade geleden. Bij de firma gebroeders Gomez is alleen voor een half millioen peseta's aan zy'de en tapijten te loor gegaan. De zee heeft vjjf kanonnen die op het havenheofd klaar lagen, om naar Melilla verzonden te wor den, weggespoeld. Te Camoanillas zijn de meeste huizen verwoest en is de wijnoogst verloren, de schade beloopt daar een half millioen pe seta's. Overal op het veld vindt men lgken. Te Almogia zijn 28 huizen ingestort, is de oogst verwoest en zijn vele vruchtboo- men ontworteld. Het water drong tot op

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1907 | | pagina 1