icrs
f 1,00.
ENNING.
en WHISKY.
LINE
INE.
lenmatiek
No, 54.
Dinsdag 7 Mei 1907.
Derde Jaargang.
ags 7 unr.
Is aan de hoogste,
Verschijnt eiken MAAHDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
J DER, Goes
|en wekken
elden trekken
latieklijders,
Iarenbrink,
M. voor GROEPEN
hekend
Iris grasmaaimachinbs
•langrijke verbeteringen.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
DE STATENVERKIEZINGEN.
SLAVENKETENEN.
J kun 't zijn nut heb-
Igende onder de aan-
■engen van de talrijke
Sks gefolterd worden
Ibevigste pijnen, vele
gebruiken, ergo veel
even en nergens baat
linkbaarkeid dat na
lijden de
(NBRINK te Utrecht
datum postmerk.
beelen, dat de EPO's
Én., Heiiigeweg alhier
tische pijnen, waaraan
Iverscheiden jaren ver-
Baar te nemen.
INE bij mijn kennissen
|orte Nieuwstraat 8bis.
3R. MULDER, L. LA
Tholen bij J. GROE-
j A. LU1TWIELERte
luithaven.
8ris grasmaaimachinbs
|iend, zelfs in zwaar gras e"
natte klaver.
iris grasmaajmachines
dien veel lichter dan machines
ens vroegere modellen en wor
fcrtroffen. Deze eigensehapp
is de eerste plaats verzet®
|raag naar dit fabrikaat. L®rer
nachines van verouderde sy9te®e
f 75,- af), Flöther's P»«fJee"".
pr Aardappelen en één- e"
Co.
tASSËE ZOON, Goes.
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes f0.75, daarbuiten f 0.96
Afzonderlijke nummers contant 0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's f 0.371/,, voor niet-abonné's,.046
Bureau LANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 16 regels f 0,50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 6 regels voor 26 Ct. k contant.
Reclameberichten 23 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjja.
Wegens het niet geregeld ontvangen der
maandelijksche veranderingen in de ver
schillende middelen van vervoer, kunnen
wij voorloopig de spoor- en bootlijst niet
uitgeven. In ons blad zelf zullen nu. suc
cessievelijk verschillende dienstregelingen
worden opgenomen.
De Directie.
i.
Op den elfden dag der maand Juni zijn
de kiezers geroepen, om door hun stem
biljet uitspraak te doen over de vraag, of
onze anti-liberale Eerste Kamer
haar anti-liberaal karakter zal behouden,
dan wel zal omgaan in zgn. Vrijzinnigen
Want dit is wel de groote be tee ke-
n i s van de a.s. verkiozingen voor de
provinciale staten.
Men zou zoo meenen, dat het er slechts
om ging geschikte en bekwame mannen,
zonder onderscheid van richting, af te
vaardigen naar een college als de Prov.
Staten, die uit hun aard meer geroepen
zijn op de bres te staan voor gewestelijke
belangen, dan zich te wagen op de gevaar
lijke wissel-wateren der politiek.
En inderdaad: de taak, die op het
Staten-college rust, behoorde aller
eerst te zijn de goede behartiging van
het gewestelijk belang.
Een taak, die bij heeren vrijzinnigen
blijkt geacht te worden slechts op de
tweede plaats voor vervulling in aan
merking te komen.
Dat hebben we gezien, toen onlangs de
liberale Statenleden van Noord-Holland
den gewezen Oorlogsminister Staal tot
Eerste-Kamerlid bevorderden.
't Behoeft geen betoog, dat de krijgs
man Staal als een kat in oen vreemd pak
huis staat, waar het geldt de gewestelijke
belangen van Noord-Holland te helpen be
vorderen.
De Provinciale Statenleden kiezen -de
leden der Eerste Kamer; is dus de meer
derheid der Statenleden liberaal, dan vaar
digen zij bij gevolg ook liberale man
nen af naar onzen Senaat.
En dit moet, kost wat wil, voorkomen
worden.
Zoo sprak de Provinciale Bond van R. K.
kiesvereenigingen in Zuid-Holland ook uit,
dat het voornaamste belang bij de
a.s. Staten-verkiezing is: het behoud van
de meerderheid der Rechterzijde in de
Eerste Kamer.
72.)
„Misschien verwacht gij nog dat ik u
daarvoor dankbaar zal wezen", mompelde
hij: „maar dan vergeet gij dat het u
slechts een enkel woord gekost zou heb
ben om de haardstede uwer ouders voor
de vlammen te beveiligen, om te voorko
men dat men uwe zuster en mij naar het
leven stond. O, zoo er slechts één sprank
je van menschelijk gevoel in u over ware
gebleven, zoudt gij, ai ware het ook slechts
op het laatste oogenblik toegesneld zijn,
om ons tegen onze onbekende vijanden
te verdedigen, om althans Anna, die reeds
door uw schuld verarmd werd, uit het
vuur te redden.
Maar niets, niets hebt gij daartoe be
proefd, gij wachtet kalm onzen ondergang
en onzen dood af, en heden wilt gij mij
wijsmaken dat gij zelfs tot eene misdaad
in staat zijt, ter wille van een kameraad!
en, dat zijt gij niet; zoo gij hier geko
men zijt, dan is het op een bevel dat gij
met durft weerstreven, uit angst voor
uzelven".
„En indien dit zoo ware, wat dan nog?
Welnu ja, ik behoor tot een bond, die
niet met zich laat spelen. Ik heb bevel
ontvangen den man dien de stationschef
e onvoorzichtigheid had gevangen te
Een beginsel-quaestie komt hier in het
spel; dat wil zeggen: zonder aanzien des
persoons, of onze sympathie met hem is
öf niet, wij zijn uit beginsel verplicht te
stemmen de candidaten der Rechterzijde.
Nu is de a.s. Statenverkiezing door de
vrijzinnigen verpolitiekt: zij hebben er de
politiek bij gesleept om meer kans te heb
ben de Eerste Kamer te doen omgaan.
En daarvoor hebben zij gebruik gemaakt
van de leger-quaestie.
In een of meer volgende artikelen zullen
wij gelegenheid hebben die zaak nader on
der de oogen te zien.
Maar nu reeds willen we de ernstige
aandacht der kiezers vragen voor volgend
feit
Volgens de vrijzinnigen van het type
„Gossche" en „Midd. Crt." deugt
er van onze huidige legerorganisatie zoo
goed als niets; het leger beantwoordt niet
aan gestelde eischen, het is er zooiets
als een janboel, kortom het moet geheel
veranderd, verdemokratiseerd worden.
Of dit alles al of niet waarheid bevat
laten we nu in het midden, maar let op,
arbeiders en boeren:
Wat hebben die vrijzinnigen u dan lee-
lijk bij den neus gehad 1
Wat hebben ze u dan vergeefs hoo
ge belastingen laten opbrengen I
Want, met enkele tusschenpoozen, die in
de legerorganisatie geen verande
ring brachten zijn het de vrijzinnigen ge
weest, die sinds 1848, dus zestig ja
ren ongeveer, hebben gere
geerd!
Het zijn die vrijzinnigen geweest, die u
dat naar hun eigen uitingen, geheel ver
keerd ingerichte leger hebben gegeven;
die hebben nagelaten al dien tijd daarin
verandering, verbetering te brengen; die
u 60 jaren met de gebakkan peren hebben
laten zitten!
Het zijn die vrijzinnigen geweest, die n
al dien tijd honderden millioenen
hebben laten offeren; die u 'tgoede geld
lieten betalen vooreen leger, dat, naar
zij zeggen, niet deugt.
En 't onzinnigst van alles is nog, dat
bij de a.s. verkiezing juist de vrijzinnigen,
die de legerorganisatie afkeuren, tot
u zullen komen en zeggen: boeren en bui
tenlui, kiest asjeblief een vt ij zinnige,
dan ben je gered!
De kiezers zullen wijzer zijn.
En indien er dan een verandering of
verbetering in de legertoestanden komen
nemen, uit zijne boeien te bevrijden en
hem weder in veiligheid te brengen; maar
in den laatsten tijd hebben wij ernstige
verliezen te betreuren gehad. Onze aan
voerder is dood, wiji hebben het hoofd
verloren, dat voor onsi allen dacht, en
ik heb geen geld meegekregen. Het is dus
mijn plicht het weg te nemen. Laat mij
begaan".
Lodewijk Holm plaatste zich tot eenig
antwoord voor de brandkast.
„Vader, ga uit den weg", bromde de
jonge man, terwijl bij op hem toetrad.
„Gij zult mij eerst moeten vermoorden,
voordat gij uw opzet volbrengt".
„Nog eens, ga uit den wegik mag niet
aarzelen".
„Dood mij zoo gij wilt, zoo gij niet
vreest dat uwe moeder u nog van Daar
boven zal vloeken. Ik wijk niet van deze
plaats".
Wouter zag met schuwen blik den grijs
aard aan. Het kwam, hem voor dat hij
plotseling gegroeid was, dat hij hem nooit
zoo groot had geweten. De sneeuwwitte
lokken rmgofden het eerwaardig gelaat,
waarop geen spoor van vrees viel te le
zen, en een oogenblik weifelde hij, weid
hij door eene onbeschrijfelijke schaamte
aangegrepen, herinnerde hij zich hoe hij
eens de trots van dien man had uitge
maakt, hoe hij het voorwerp van zijne
vergoding was geweest. Eene minuut lang
herleefde de betere mensch in hem en
stond hij gereed van daar te vluchten, om
moet, dan zullen zij wél doen met die
eens toe te vertrouwen aan andere dan vrij
zinnige handen.
*jf* De Kerk sterft niet.
Het godsdienstig verval in Frankrijk,
waar zoovelen nog slechts in naam katho
liek zijn, of openlijk hun ongeloof ver
konden, moet den waren katholiek diep
pijnigen.
Maar de Kerk blijft zich verspreiden en
uitbreiden over de wereld, ondanks enkele
volkeren, die «ich hare vijanden verklaren.
En het is in waarheid bemoedigend,
als men de' verslagen leest onzer wakkere
Missionarissen, die aan vreemde, slechts
half beschaafde, soms nog geheel wilde
volkeren de blijde boodschap gaan brengen
en de genade verkondigen van het Heilig
Evangelie.
In de laatste aflevering van de Annalen
der Afrikaansche Missies, bestuurd door
de zoogenaamde Witte Paters, vonden wij
een overzicht van den vooruitgang der
Katholieke Kerk in 9 Apostolische Vica
riaten in Afrika.
In een tijdsverloop van zes jaren is het
aantal Christenen bijna verdrievoudigd;
van 47.000 in het jaar 1900 steeg het tot
122.000 in 1906.
De catechumenen, of heidenen, die chris
tenen willen worden maar nog niet ge
doopt zijn, nemen ook steeds in aantal
toe; in 1906 bedroeg het reeds 210.000.
Wat vooral een blijde hoop voor de
toekomst geeft, is de toename van het
aantal schoolkinderen. Want bij heiden-
sche volkeren, nog meer wellicht dan bij
ons, is het de jeugd, waarop alle verwach
ting gesteld is.
En in zes jaren steeg het aantal school
kinderen van 5900 tot 29000. Zulke ver
bazingwekkende stijging wijst op een werk
kracht der missie-paters en missie-zusters,
die bewondering afdwingt en enkel kan
verklaard worden door Gods buitengewo
nen zegen, rustend op het missiewerk.
In 1906 waren dan ook in bovengenoem
de Vicariaten 393 Missionarissen en 177
Missie-zusters werkzaam.
De bewoners van het oude en beschaafde
Europa mogen er wel eens aan denken,
dat voor God de ziel van een zwarten
Afrikaan evenveel waarde heeft als die
van een fijnbeschaafden Europeaan.
En eveneens, dat de volkeren, die zich
van God verwijderen, noodzakelijk hun
ondergang te gemoet gaan.
nooit weder onder zijne oogen te komen;
maar even spoedig ook weer was die op
welling voorbij en nam hij een onwrikbaar
bdsluit.
Nog vóórdat de oude man het voorzien
had, was hij als een panter op hem toe
gesprongen en had hij, met behulp van
zijn zakdoek diens polsen bij elkander ge
bonden. Hij wilde ook zijne voeten binden;
maar op gevaar af van door de hand van
zijn zoon gedood te worden, verhief de
grijsaard thans uit alle macht de stem
en riep hij luidkeels uit:
„Te hulp, te hulp, de kas!"
Meer kon hij niet zeggen. Reeds had
Wouter hem een prop in den mond ge
duwd, en wierp de misdadiger zich op
de brandkast om haar open te breken,
toen hij meende de trap te hooren kraken.
Hij mompelde eene verwensching, en
haastte zich slechts des te meer.
Hot slot sprong open, en juist wilde hij
de geldtrommel bij zich steken, toen het
gedruisch zich, ditmaal vlak bij de deur
herhaalde.
Hij greep de trommel in de linkerhand
zocht met de rechter; zijn revolver, en
snelde op de deur toe.
Op den drempel gekomen, deinsde hij
terug.
Het was niet, gelijk hij verwacht had,
de stationschef, maar zijne zuster die voor
hein stond, en zij ook was met een pi
stool gewapend.
Zij herkende hem aanstonds, hoe hart-
FRANKRIJK.
Het anti-christeljjk onder
wijs in Frankrijk. Het is met
het leekenonderwijs in de school in Frank
rijk reeds zoo ver gekomen, dat zelfs alles
behalve Katholieke bladen, zooals de
„Temps" er bij de regeering op aandrin
gen, dat zij, die met vaderlandsliefde den
spot durven drijven, zonder verwijl dienen
ontslagen te worden.
„Reeds lang," zegt het blad, hadden
disciplinaire maatregelen moeten toegepast
wordeD. Onderwijzers, die in dienst van
den Staat of de Gemeente, eene taal dur
ven voeren, gelijk op het Congres van
Nantes aan de orde was, geven een schan
delijk voorbeeld en leveren bewijzen te
over, dat zij niet deugen voor de opvoeding
der jeugd, die men hun heeft toevertrouwd.
„lis ne méritent pas d'etre conserves dans
les cadres de l'enseignement primaire, Zij
verdienen uit de lagere school verwijderd
te worden." Hun vermetel optreden
even vermetel als dat van de leden van
het Comité central voor hun syndicaal
recht is te wijten aan de regeering,
die hen straffeloos liet begaan. Indien ze
niet beslist optreedt, dan staat binnenkort
de anarchie, de regeeringloosheid met al
haar gevolgen ons te wachten. Slechts de
vijanden van Frankrijk en de vijanden der
republiek kunnen den loop der dingen met
een onverschillig oog aanzien.
Wij betwijfelen zeer of Paul Bert en
Jules Ferry, die geijverd hebben voor de
verwijdering van alles wat een christelijken
geest ademde uit de schoolboeken, met
welgevallen op de resultaten daarvan ge
noegen zullen nemen.
Zij hebben gezorgd, dat op de school in
de leer- en leesboeken enkel vader-
1 a n d s c h e deugden zouden aangekweekt
worden. Het woord christelijke
deugd moest overal verdwijnen. Dat
eischte de neutraliteit.
Met het woord „christelijk" moest na
tuurlijk ook het woord „God" uit de boeken
verdwijnen en thans staat naast, of beter
gezegd misschien in dienst van de
godsdienstlooze regeering de godsdienst-
looze opvoeder. En van al de vaderlandsche
deugden, dia hij door woord en voorbeeld
in tal van geschriften dagelijks aanprijst,
staat het „eigenbelang" bovenaan.
Wat is natuurlijker dan dat de ouders
en de kinderen het voorbeeld en de leer
van den opvoeder der jeugd zullen volgen.
En zoo krijgen wij een maatschappij, een
volk, dat zich een paradijs op aarde wil
scheppen, dat zich tot bedwelmens toe wil
verzadigen met aardsche genietingen.
Wat van zulk een maatschappij moet
terecht komen, voorspelde „Voltaire" reeds
voor honderd jaar schrijvende; „Eene
maatschappij van atheïsten, godloochenaars
die elkander niet betwisten en hun dagen
sljjten in de genoegens van den wellust,
kan eenigen tijd ongestoord bljjven
voortbestaan, maar zoo de wereld
verscheurend ook de de aandoening mocht
zijn, die zich daarbij van haar meester
maakte, hare hand liet het wapen niet
zakken, haar .ontsnapte geen kreet, zij
had met een enkelen blik de openstaande
brandkast gezien en het voorwerp, dat hij
tegen zijne borst aandrukte, als zocht hij
werktuigelijk het tegen haar te verdedigen.
„Laat mij door", fluisterde hij.
„Ja, klonk het op ijskouden toon: „Zoo
gij mij die trommel geeft. Nog is het tijd,
over eene minuut zijn de anderen hier".
„Neen, ik geef het geld niet af", en hij
wilde haar met geweld op zijde dringen.
„Nog één stap en gij zijt dood".
Hij las in haar blik zulk eene vastbe
radenheid, dat hij sidderde. Niemand was
sterker aan het leven gehecht dan hij, die
zich, in weerwil van al zijne misdrijven,
nooit had kunnen losmaken van de over
tuiging, hem in zijne kinderjaren ingeplant,
dat de ziel aan gene zijde van het graf
zou voortbestaan, en boete zou doen voor
de slechte daden op aarde bedreven. Maar
zij was slechts eene vrouw; hij zou haar
even gemakkelijk weerloos maken als den
grijsaard. Hij had reeds zoo dikwerf te
voren zijne vlugheid beproefd.
Schijnbaar toegevende aan haar wil,
maakte hij een gebaar alsof hij haar de
trommel zou toereiken; op het oogenblik
zelf dat Anna er de handen naar uitstak,
duwde hij haar ter zijde en wilde haar
voorbij snellen. Maar op eens week hij
verschrikt achteruil
werd bestuurd door godloochenaars,
dan zou het verkieslijker zjjn onder het
juk te staan van die wanstaltige dieren,
die men ons voorstelt als in woede hunne
slachtoffers verscheurende".
En toch z\jn er in onze verlichte 20ste
eeuw, helaas! nog mannen en opvoeders
der jeugd, die dien weg op willen.
De haat tegen het priester
kleed. Men meldt uit Mans, dat daar
Donderdagavond een individu op den
openbaren weg den kapelaan Geslin heeft
aangevallen, hem de kleeren van het lijf
gescheurd, trachtend hem met een mes te
steken.
Toen eenigo personen ter hulp snelden,
wierp de laffe aanrander zich op deze
en verwondde er twee.
De man verklaarde anarchist te zijn.
Uit Frankrijk komen troost- en droefheids-
berichten. De schismatieke vereeniginkjes
doeken zoetjesaan op o. a. weer te Arcomie,
waar de hoofden verklaren bedrogen te zijn.
Jammer, dat de bisschop van Nizza zich
beklagen moet over weinig geldelijken steun
zelfs in rijke parochies. De mensehen hebben
verleerd voor hun geloof offers te brengen.
Te Montpeilier heeft de regeering alle
papieren en documenten der archieven op-
geëischt. De bisschop van Agen werd bij
een processie schandelijk gehoond elders
ging men een priester aan het altaar bloedig
te lijf; op den bisschop van Rodez werd
een revolverschot gelost, enz. Combes'
oudste zoon Edgar, is in 't klooster der
Franciscanessen te Versailles gestorven.
Hij was daar stilletjes ter verpleging op
genomen. Toen een operatie ongunstig
verliep, kwam nog haastig een rijtuig om
hem naar het huis van zijn schoonvader te
brengen, „om een schandaal te vermijden",
doch hij was dood, toen 't rijtuig kwam.
Dat zjjn nu de vijanden der kerk, die den
armen en weezen de liefdevolle verpleging
der kloosterlingen met geweld ontrooven,
en er zelf van blijven profiteeren.
Met verbazing zal zeker ook hier ver
nomen worden wat de „Gaulois" uit Orleans
te vertellen weet.
Daar is nu na lang onderhandelen de
zaak zoover gekomen wij meldden het
reeds dat een feest ter eere van de
weldra Zaligverklaarde Maagd van Orleans
wordt gevierd met medewerking der Loge
en zonder de kerk.
De gemeenteraad besloot, al was het dan
ook maar met éen stem meerderheid, de
Loge in den stoet toe te laten, ook al wist
men uit de uitdrukkelijke verklaring van
den bisschop, dat dan de geestelijkheid zich
geheel van medewerking moest onthouden.
Iedereen zou nn denken, dat die gemeen
teraad in groote meerderheid bestaat uit
radicalen en socialisten. Welnu, dat is niet
het geval, Met verbazing lezen wij in den
„Gaulois", dat 27 leden door de katholieken
zijn gekozen en slechts 12 door de radicalen.
Welnu, 't zijn de gekozenen van de katho
lieken die, gedeeltelijk, voor de loge hebben
gestemd, en onder hen de maire
Op den drempel, achter zijne zuster
stond zoo goed als een schim.
De zieke was gelijktijdig als hare ver
pleegster door 's grijsaards kreet gewekt,
en had slechts op Anna's verdwijnen ge
wacht om naar beneden te sluipen. Zij
droeg nog het witte nachtgewaad en raap
te het wapen op dat juffrouw Holm in
haar poging om zich vast te grijpen had
laten vallen.
„Mij zult gij niet ontkomen", sprak zij
met sombere stralende oogen: „Gij weet,
mijne hand beeft niet, als zij treffen moet".
Wouter Holm stiet een lach vol woede
en spotternij uit.
„Een fraaie rol, voorwaar, die gij speelt,
Hellia, door op eens voor den rechter van
anderen op te treden, gij t"
„Indien ik nooit in deugd geloofd had,
deze lieden hier zouden mij bekeerd heb
ben en ik wil niet dat hun om mijnentwil
kwaad geschiedt".
„Daarvan is thans geen sprake. Ik heb
geld noodig, ik heb het gevonden, laat
mij door".
„Neen, gij zult hun niets ontvreemden.
Geef hier die trommel. Nog ééne minuut
en ik schiet u neer".
„Gij jergeet ook dat ik gewapend ben".
„Daftvoor vrees ik niet. De dood zou
voor mij eene uitkomst zijn, maar ik zou
niet alleen sterven zonder u te hebben
getroffen. Nog eens en voor het laatst,
geeft gij het geld af, ja of neen".
(Wordt vervolgd).