LUW
Jr.,
nt per
nt per
>2 cent
IE* Co.
No. 49.
Donderdag 25 April 1907.
Derde Jaargang.
Is A 1 m Ms
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOtKSBAG- en VRiiiMGAVOMD.
VAN „KLEINIGHEDEN" GESPROKEN.
delburg.
J. EGBERTS.
URG
RD AM,
flein 16 18.
JLTE&Co.
E ZEE?
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
FEUILLETON.
SLAVENKETENEN.
de Kruis",
g-
1LEND,
«kwaliteit
laten.
per kilo,
f 0.60
- 0.58
- 0.72
- 0.70
- 0.61
- 0.60
per bus - 6.25
|j 3 stuks. - 1.15
- 0.80
- 0.85
In niet, manden en
(bours.
egezonden.
iterc. 519.
dien naam.
LGIOISO.
lelijkt Prospectus.
e
m f 1.25 af.
F. SIMON.
it Roods Kruis",
felburg.
d ongevuld.
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes 10.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers h contant 0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's f 0.37'/i, voor niet-abonné's„045
Bureau LANGE VORSTSTftAAT, GOES.
Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjs.
Geen staat, geen gemeente, geen onder
neming, geen huishouden kan staande blij
ven zonder ordelijkheiden vandaar zal
iemand, die zijn inkomen naar een bepaal
de orde regelt en daaraan vasthoudt, het
veel verder brengen dan een ander, die
wel hetzelfde inkomen, maar niet dezelfde
ordelijkheid heeft.
Het is dan ook eene oude waarheid,
dat iemand die de ordelijkheid liefheeft,
bijna nooit werkelijk arm zal zijn. Zoo
iemand heeft alle kans om met verloop
van tijd nog tot een zekeren welstand te
geraken, terwijl daarentegen het bezit van
den grootsten rijkdom iemand niet voor
ondergang zal bewaren, als hij niet te
vens bezit de gave van ordelijk te zijn:
onordelijkheid immers en verkwisting
gaan hand aan hand.
Die liefde nu voor ordelijkheid, welke
eene dochter is der spaarzaamheid, moet
zich overal toonen, in geheel het huis
houden, waar alles zijn eigen plaats moet
hebben.
ledereen kent ze wel, de huishoudens,
waar het nu nooit eens opgeruimd is.
De „engelen van kinderen" kruipen er
den geheelen dag in nachtgewaad over
den vloer. Aan hun „snoeperige gezicht
jes" te zien, zou men oordeelen, dat daar
in huis gebrek is aan regenwater en zeep
nu spelen die stumperds eiken dag „mas
kerade".
Elke stoel dient tot berging van een
kleedingstuk.
De overschotten van het middagmaal
staan een twee uren na afloop nog
op tafel; 's avonds laat moet het nacht
leger nog in orde gebracht, als men ten
minste maar niet den voorkeur er aan
geeft, om er zoo maarExcusez un
peul
Geen wonder dus, dat. vader, als hij
van zijn werk eiken dag in zoo'n rommel
komt, er over denkt om een zindelijken
herberg te verkiezen boven zijn eigen
woning, waar een altijd durende toestand
van „schoonmaak" heerscht, zonder dat
de boel ooit schoon wordt.
Moeder heeft nooit ordelijkheid geleerd,
denkt er dus ook niet aan, om die
deugd bekend en bemind te maken aan
haai- kinderen.
Die „schatten" loopen dikwijls in vel
len en gaten, en moeder de huisvrouw
is van meening, dat die nog lang niet
groot genoeg zijn, om ze te naaien ol te
69.)
„Verdacht of niet, zij is eene vrouw die
zich op vrije voeten bevindt, tegen wie
nog geen enkele ernstige aanklacht werd
ingebracht, en ik zie niet in, waarom ik
haar een dienst zou hebben geweigerd".
„Gij zult mij wel veroorlooven kennis
van den inhoud der kist te nemen?"
„Doe zooals gij verkiest".
Silvian keek zorgvuldig alles na en
sloot daarna weder het deksel. Hij keerde
zich opnieuw tot Ernst. Zijn gelaat was
meer en meer bewolkt.
„Waar bevinden zich de papieren, die gij
uit den. koffer hebt verwijderd?"
„Wie zegt u dat er papieren in waren
„Gij hebt in elk geval even sterk aan
hunne aanwezigheid geloofd, of wel gij
hadt het slot niet laten springen".
„Dat is zoo, maar ik vergiste mij".
De detective zag hem doordringend aan.
„Kunt gij mij dat op uw eerewoord
verklaren, mijnheer?"
„Welnu neen", riep Nieuwenheim uit:
„maar dit zweer ik u, ik heb niet eens
kennis van den inhoud genomen en zij
zijn niet meer in mijn bezit".
„Ik heb geen reden hoegenaamd, aan
de waarheid uwer woorden te twijfelen,
mijnheer", antwpordde Silvian: „maar
stoppen, 't Is jammer, want. anders zou
ze bepaald tot do ontdekking komen, dat
ze veel langer met die zaken kon doen.
Als ze er aanstonds bij was, om elk
scheurtje of gaatje te herstellen, zou zij
ook heel wat geld kunnen uitsparen, dat
nu wordt uitgegeven onder den uitroep:
„ga maar een nieuwe koopen".
Het einde waar dan die verwaarloosde
„kleinigheden" op uit loopen is het ge
mis van veel geld, dat men had kunnen
sparen, als men die „kleinigheden" niet
verwaarloosd had.
Een menigte kleintjes maken een groote.
G. J. V.
Onverdachte belangstelling.
X. schrijft o. a. in het „Centrum"
„lil de liberale pers wordt bijzonder veel
aandacht gewijd aan het feit, dat aan dr.
Kuyper niet meer zeggenschap werd
verleend bij de oplossing van de crisis.
Men heeft medelijden, men vindt het. bef
droevend, en de „N. Arnh. Courant"
na vermeld te hebben, wat dr. K u y p e r
in de laatste weken heeft moeten onder
vinden gaat zelfs zóóver van te schrij
ven
,;Wdj zien den tijd naken, waarin we
hem (n.l. dr. Kuyper) in bescherming
zullen moeten nemen tegen zijn eigen
vrienden".
Inderdaad de liberale pers heeft gedu
rende en na de crisis-dagen opmerkelijk
veel aandacht gewijd aan dr. Kuyper, zóó
veel attentie, dat men geneigd zou zijn
te denken, dat zij dezen eirpremicr noodig
had voor haar verkiezingscampagne.
Noodig als boeman
Zoo gooit de „G o e s c h e C r t." in haar
laatste nummer eveneens een duit in het
zakje en schrijft de volgende liefelijkheden
neer, waaruit zoo men 'tniet wist
dadelijk blijkt, dat er verkiezingen in aan
tocht zijn.
Wat zal dat geven als het kookpunt
is bereikt; als „zekere gebeurtenissen"
vlak voor de deur staan 1
En dat trots alle jnogelijke verzoe
ningsgezindheid!
Ziehier wat dit Goesche orgaan van dr.
Kuyper durft schrijven
„Hy, die meende te zijn de hoofdman
der anti-revolutionaire partij, de van
God gegeven leider, wordt als er door
toedoen, der clericalen, een ministerieele
crisis is uitgebroken, niet eens geraadf
pleegd. En ais hij door middel van zijn
er doet zich een zonderling geval voor.
Gij zijt om kwart vóór twaalven met den
koffer hier aangekomen. Sedert hebt gij
het logement niet weder verlaten en even
min bezoek ontvangen"
„Gij schijnt al bijzonder goed op de
hoogte van mijn doen en laten te zijn",
mompelde de jonge man op bitteren toon.
„Dat is mijn plicht mijnheer. Ik moet
u dan vragen wat gij met die geschriften
gedaan hebt".
„Ik verbrandde zo".
„Zonder uitzondering
„Zonder uitzondering".
»En gij wist niet, gij weet zelfs nu nog,
niet wat zij bevatten?"
„Neen mijnheer, ik wierp alles ongele
zen in het vuur".
„Evenmin als aan wie zij gericht wa
ren?"
„Ook dit is mij on bekend".
„Mag ik u dan vragen waarom gij ze
vernietigd hebt".
„Gij zult mij wel veroorloven u daarop
het antwoord schuldig te blijven".
Het voorhoofd van den detective rim
pelde zich. Hij was den jongen Nederlan
der, met zijn openhartig en innemend ge
laat, van den aanvang af genegen geweest,
en het speet hem dat hij zich niet beter
redde uit een toestand, die zeer hache
lijk voor hem begon te worden.
„V ergun mij u onder het oog te bren
gen dat gij u met deze weigering noode-
loos in onaangenaamheden brengt", zeide
lijforgaan aan zijn bestaan tracht te her
inneren, dan heet het. uit den mond des
broeders: „wie heeft u gemachtigd te
spreken uit naam der a.. r. partij En
iemand, die sloelt op denzelfden wortel
des geloofs, ontziet zich niet te smalen
„wat hebben wij met de „Standaard"
van noode?"
Een steen dus, wien in het politiek
gebouw verachtelijk is een plaats ont
zegd. Zoo maar, zonder meer, uitgescha
keld uit het politiek verband. Welk een
gewaarwording voor dezen ijdelen
man!"
Men zal begrijpen, dat. wij er voor pas
sen op zulk vuilaardig, tendenzious ge
schrijf in te gaan.
Alleen vraagt men zich met verwonde
ring af, hoe 't mogelijk is, dat dr. Kuyper,
die in de vrijzinnige pers zoo vaak „dood"
is verklaard, zoo dikwijls wordt opgeroe
pen ten leven.
Vanwaar toch die groote belangstelling
in dezen ten doode gedoemden man?
Och, 'tis te begrijpen.
't Is voor de liberalen heel, heel erg, dat
dr. Kuyper do laatste weken niet een
andere rol heeft gespeeld.
Ja, goed beschouwd, is dit nog veefl
erger, dan het droevige figuur, dat het
Kabinet met de ontslagaanvrage heeft ge
maakt.
Dit laatste goed te praten, zal bij de
verkiezingen ook al heel wat moeite
kosten.
Maar het niet op den voorgrond treden
van dr. Kuyper tijdens de crisis, brengt
heel wat meer last.
Hiermede wordt de heele Linksche ver
kiezingscampagne Ieelijk in de war ge
stuurd.
Dr. Kuyper heeft men bij de Staten
verkiezingen beslist noodig.
'Was hij nu de laatste weken meer naar
voren gekomen, dan had men in Juni kun
nen zeggen: „Pas was de crisis er, of dr.
Kuyper was weer de manmenschen,
menschen weest op uw hoede".
Maar zulks is nu niet gebeurd. En dat
is nu lastig, heel lastig.
jWat nu te doen?
Gelukkig heeft .men nog eenige weken
om erover na te denken.
Wellicht zal het dan heeten„Met opzet
heeft men dr. Kuyper bij de crisis-
oplossing op den achtergrond gehouden
om u te doen denken, dat hij er niet meer
was; maar hij is er wel degelijk nog; en
als nu Rechts wint, dandan komt hij
zeker te voorschijn, en graaft aanstonds
de nu begraven antithese weer opt
hij. „Gij moet een geldige reden gehad
hebben om papieren te verbranden, die
u persoonlijk niet toebehoorden, en die
oorzaak alleen kan u vrijpleiten van het
vermoeden dat gij de justitie in haar na
sporingen hebt. willen belemmeren".
„Beschouw de zaak zooals gij wilt, mijn
heer", gaf Nieuwenheim bedaard ten ant
woord: „ik voor mij heb de overtuiging
als, man van eer gehandeld te hebben
en dat is mij genoeg".
„Is dat uw laatste woord?"
„Ja, mijnheer, ik weiger uwe vraag te
beantwoorden".
„Dan ben ik tot. mijn leedwezen ver
plicht u in hechtenis te nemen".
„Mij?" riep Ernst ontroerd uit: „en
op grond van welke beschuldiging?"
„Gij hebt het slechts aan u zelf te wij
ten, zoo gij onder verdenking zijt geko-i
men in betrekking te staan, of althans de
handlanger te zijn der bende, die wij in
handen trachten te krijgen. Deze kist be
vatte naar alle waarschijnlijkheid het klu!
wen daartoe en gij hebt. dat kluwen doen
verdwijnen, gij weigert ons mede te dee-
len waarom. Maar nog is het. tijd; nog
kunt, gij vergoelijkende omstandigheden
aanvoeren".
„Ik heb u daaromtrent niets meer te
zeggen".
„Wees dan zoo goed ons te volgen".
„Ik ben tot uwe orders, mag ik u al
leen vragen wat er van mijn goed en van
dat der zieke zat worden?"
*x* Al minder waarschijnlijk.
„Steeds wordt het minder waarschijhlijk,
dat aan den heer Schimmelpenninek op
dracht tot Kabinetsformatie
verleend werd.
De Premier toch drukte het zoo uit: dat
op 27 Februari de Koningin in den per
soon van (km heer Schimmelpenninek
opdracht tot vorming van een Kabinet aan
de rechterzijde gedaan heeft.
Men voelt, dit. is een ongewone wijze
van spreken. .Ware rechtstreeks aan den
heer S. opdracht verleend, dan zou de
Premier gezegd Jiebben: dat aan den heer
S., als staatsman der rechterzijde, op
dracht tot Kabinetsformatie verleend \vas.
Een opdracht tot Kabinetsformatie pan
de rechterzijde is onzin.
Het zal dus wel zijn, gelijk de heer
Lohman meedeelde, dat aan de rechterzijde
niet opdracht tot Kabinetsformatie, maar
opdracht tot.het geven van advies
is verleend, om zich er over uit te spreken,
of men daarvoor het oogenblik gekomen
achtte, en wien men c. q. voor den aan
gewezen man hield, om 't Kabinet te for-
meeren".
Indien men deze beschouwing van „de
Standaard" het .orgaan van dr. Kuy
per, dat nu pas zijn meening zegt, met
de onze wil vergelijken, dan zal men daar
in een treffende gelijkvormigheid vinden.
[Wij blijven volhouden, dat er van een
ree hts tree k s c he opdracht tot Kabi
netsformatie aan de Rechterzijde geen
sprake is geweest.
Maar ook al zou bij een reohtstreeksche
opdracht de Rechterzijde geweigerd hebben
het bewind te aanvaarden, dan nog was
zij volkomen in haar recht: men
kan toch piet e i s c h e n, dat een door
onvoorzichtigheid omvergeworpen wagen
zonder meer, alsof 'tzoo behoort, zal
worden opgeholpen en overeind gebracht
juist door degenen, die het gevaar voor
zagen en tot voorzichtigheid hebben ge
maand!
Stemmenvangst.
Volgend bericht treffen we aan in de
„Goesche Crt.":
„Naar men ons meedeelt, is het stel
len van den heer J. Wpndergem, den
vierden candidaat (gereformeerd) in hot.
district Goes voor de Provinciale Staten
van a.-r. zijde weer buiten de kiesveif
eeniging „Nederland en Oranje" te
Goes omgegaan".
Alweer ee.n onjuiste mededeeling.
„Daarvoor zal een dezer heeren zorg
gen. Gij ontvangt het terstond bij uwe
invrijheidstelling weder".
Vijf minuten later was Nieuwenheim in
een cab gezeten, die hem naar het huis
van bewaring overbracht. De politiebe
ambte die hem vergezelde, was naast den
koetsier op den bok geklommen, en Sil
vian, die aan zijne zijde in het rijtuig
plaats had genomen, trachtte hem tever
geefs aan hef. spreken te krijgen. Hij had
zich stellig voorgenomen zich liever te
laten veroordeelen, dan te bekennen wel
ke opdracht de zieke hem betreffende
hare papieren had toevertrouwd. Wel ver
re van het haar in zijn hart te verwijten
dat hij om harentwille lijden moest, was
het alsof zij er hem nog slechts te dier
baarder om werd, en toen hij zich alleen
in de enge cel bevond, die hem in de
gevangenis was aangewezen, en de zwa
re grendels had hooren dichtschuiven,
welke hem van de buitenwereld afscheid
den, zonk hij op een stoel neer voor zijne
tafel, liet het hoofd op de handen rusten
en mompelde:
„0Hellia, Hellia, mijn eenige troost is
nog dat ik u misschien voor een dergelijk
lot heb mogen redden!"
Hij bracht een somberen dag door, die
hem eindeloos lang toescheen, want. zijne
cel bevatte papier noch boeken. Wel had
hij daar om aan den cipier gevraagd,
maar dit verzoek moest eerst aan den di
recteur worden overgebracht en deze had
lo. is de heer J. Wondergem niet
„gereformeerd", maar behoort hij tot.
de Hervormde gemeente.
„Verdeel en heersch" nietwaar? De
Hervormden moeten opgezet legen de Ge
reformeerden.
2o. Is het alweer onwaar, dat deze
candidaatstelling „buiten de kiesvereeni-
ging „Nederland en Oranje" is omge
gaan".
Uitvoerig zouden we dit kunnen toelich
ten en bij tegenspraak zijn we beTeid
zulks te doen.
Intusschen zal de lezer begrijpen, met
welk doel, op zich zelf onbenullige, maar
tevens tweedrach(zaaiende berichten, zoo
gretig door de vrijzinnige pers worden op
genomen.
De Statenverkiezingen komen ja, feu
dan moet men van zgn. vrijzinnige zijde
toch iets zeggen om stemmen te vangen
FRANKRIJK.
De bisschop van Orleans heeft naar aan
leiding van de wonderlijke en schandelijke
wijze, waarop men daar met de feesten
ter eere van Jeanne d'Arc wil omspringen,
aan den maire een brief geschreven, waar
in .hij zegt, dat de geestelijkheid niet alle
godsdienstig karakter der plechtigheid kan
onderdrukken en dat zij niet kan deel
nemen als officieel de vrijmetselarij aan
het feest, deelneemt.
En toch bestaat daarvoor groot gevaar.
Vele bladen melden reeds, da.t de bekende
vrijmetselaar br. Delpech, op uitnoodiging
van br. Rabier als gezant, der vrijmetselarij
aan den optocht ter eers van de maagd
van Orleans deelnemen.
'tls toch bar, dat de vrijmetselarij of
ficieel meedoet aan een optocht ter eere
van een maagd, wier proces tot zaligver
klaring aanhangig is.
Er zijn meer wonderlijke dingen in het
huidig Frankrijk. Volgens een verbazing}-
wekkend bericht, is de abbé Maraudet we
gens .majesteitsschennis door de correcti-
onneele rechtbank van Verdun tot 100 fr.
boete veroordeeld.
De aanklacht was, dat de abbé gezegd
heeft ,dat het gedrag van Fallières op de
begrafenis der slachtoffers van de „Jena"
schandalig was geweest. De abbé ontkende
dit gezegd te hebben en zeven getuigen
bevestigden zijne verklaring, maar toch
volgde er eene veroordeeling.
'tWias een priester.
Nog een teekenende rechtzaak:
De heer Sallen, die onlangs voor het
assisenhof van Marseille had moeten ge
tuigen tegen de apachen, de straatroovers
van die stad, was door de vrienden van
de beschuldigden met den dood bedreigd.
Vrijdagavond, zoo seint men uit Marseille,
ging hij naar huis, toen hij werd aange-
daaromtrent nog geen besluit genomen.
Vroegtijdig wierp hij zich dan ook op
zijne legerstede neer en toen hij den vol
genden morgen ontwaakte en zich alles
herinnerde, kwam dit oord der verlaten
heid hem zoo somber en troosteloos voor,
dat hij meer dan ooit besloot zorgvuldig
alles te vermijden, wat de zieke in on
gelegenheid kon brengen, en ook haar mis
schien achter gevangenismuren zou voe
ren.
Tegen elf uur werd hij onverwacht aan
zijne smartelijke .overpeinzingen ontrukt,
door het binnentreden van een bewaker
die hem op ruwen toon zeide, dat er be
zoek voor hem was en dat. hij hem vol
gen moest.
„Bezoek voor mij mompelde Nieuwen
heim ongeloovig; maar toch was hot hem
welkom, al was het dan ook slechts voor
eenige minuten aan deze drukkende een
zaamheid te ontkomen.
Zij traden door een lange gang en be
reikten toen de deur van een kteitr ver
trek dat in tweeën verdeeld was door
ijzeren tralies, zoo hoog dat. zij bijna aan
de zoldering reikten.
Ernst werd daardoor alleen van zijne
bezoekers gescheiden, terwijl de bezoeker
op korten afstand bleef staan.
Maar reeds slaakte hij een kreet van
verrassing.
„Gij hier, Miss Campbell", riep hij uit.
(Wordt vervolgd).