No. 48.
Dinsdag 23 April 1907.
Derde Jaargang.
FEUILLETON.
SLAVENKETENEN.
BUITENLAND.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Dienstmeisjes in de steden.
HOME ZEEUWSCHE COUP
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes fO.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers k contant s „0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's f0.37l/j, voor niet-abonné's„045
Bureau LANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant.
Reclameberichten 2S Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjs.
Tegen Mei is de tijd weer daar, dat de
meisjes van het platteland naar de ste
den gaan om te „dienen". Vader en Moe
der kunnen de centen best. gebruiken en
bobben voor hun Grietje of Pietje een
dienst gevonden in de stad.
Of dat dienen in de stad nu wel zoo
veel gemakkelijker en voordeeliger is dan
op een dorp, ia een andere vraag, die
we thans niet wenschen te bespreken.
Trouwens we moeten toegeven, dat het
vaak moeilijk gaat op het platteland een
geschikten dienst te vinden.
We wenschen meer te wijzen op de
gevaren, die aan het dienen in de stad
verbonden zijn en op de middelen, om
aan die gevaren te ontkomen.
Een dienstmeisje in de stad is geheel
onttrokken aan het toezicht der ouders.
Een oom of tante, die ook in de stad
woont, kunnen soms een oogje in het zeil
houden; maar niet ieder heeft een oom
of tante of een! ander familielid in de
stad en zeker zal dat toezicht toch altijd
zeer gebrekkig zijn. Alles hangt er eigen
lijk van af, of mijnheer en mevrouw zelf
degelijke, godsdienstige menschen zijn, en
zelf waken voor het tijdelijk en vooral
geestelijk welzijn hunner dienstboden.
Doen dezen het niet, dan is er zoo goed
als geen toezicht en is het meisje aan
haar eigen geweten overgelaten. Dit is
echter voor jengelui altijd gevaarlijk en
zeker in de steden, waar de gevaren zoo
talrijk en de gelegenheid tot zonde zoo
veelvuldig is. Komt daar nog bij, dat aan
het huishouden zeil, waarin zij leven, op
zedelijk en godsdienstig gebied, wat ha
pert, dan is het zoo goed als zeker, dat
het meisje haar godsdienst en deugd zal
verliezen.
En die gevaren zijn niet denkbeeldig.
Een dame uit Den Haag, die van onder
vinding kan spreken, schreef onlangs in
„De Amsterdammer" (geen katholiek blad)
het volgende:
„Als de ouders wisten, hoe door en
„door verdorven de toestanden in Den
„Haag zijn, dan zouden zij liever haar
„dochters naar het graf zien dragen, dan
„haar zoo zij geen nabestaanden van
„goed gehalte hebben naar die stad
„te laten vertrekken. Ik heb recht zóó
„te spreken 1"
In andere groote steden zal dat gevaar
wel niet veel minder groot zijn.
68.)
Hij keerde naar de kist terug en haalde
er een aantal alledaagsc-he voorwerpen uit
te voorschijn, maar wat aanstonds zijn
aandacht getrokken had en ook 't eenige
zijn moest dat haar, die zich Hellia ge
noemd had, in gevaar kon brengen, was
een schrijflessenaar van vrij grooten om
vang, die geheel op den bodem van den
koffer was geplaatst.
„Dat moet het zijn wat zij aan vreemde
oogen wilde onttrekken", mompelde hij
„wat zal ik er mede doen? Het beste
is dat ik allereerst den koffer weer inpak
alsof er nooit iets uit verwijderd werd.
Morgen ochtend laat ik een smid komen,
die het slot weder in orde brengt en nie
mand die daarna behoeft te weten dat ik
er iets uit wegnam; maar deze lessenaar;
wat begin ik er mede? Kon ik slechts
naar Polderdijk gaan, ik zou hem zelf
aan de zieke brengen; dat is echter voor
het oogenblik onmogelijk, en er moet zon
der uitstel gehandeld worden".
Hij bleef die vraag bij zichzelf herhalen,
terwijl hij den overigen inhoud weder in
de kist schikte, en toen hij daarmede ge
reed was, zette hij zich voor het vuur
neder als zocht hij eene oplossing in de
vlammen te lezen.
En ja, zij braehten er hem eene,. hij
En toch zijn er helaas zoovele ouders,
die hun dochters naar de stad laten gaan
om te dienen, zonder zich eerst vol
doende te vergewissen, of die dienst voor
haar geloof en zeden ook gevaar biedt.
Men vraagt eenvoudig alleen maar naar
het loon en de vrije dagen of stelt zich
tevreden met inlichtingen, die de eerste
de beste verstrekt. Eerst dan, wanneer
het te laat, is,, ziet men het. verkeerde
van die handelwijze in.
Het zij daarom veroorloofd aan alle
weldenkende ouders, die het goed met
hunne kinderen meenen, de volgende raad
gevingen aan te bieden.
Kunt gij voor uwe dochters een goeden
dienst vinden op het. platteland, geeft
daaraan dan altijd de voorkeur boven het
dienen in de stad.
Zijt gij echter genoodzaakt voor haar
naar een dienst om te zien in de stad,
neemt dan de noodige voorzorgen, opdat
gij later niet de bittere ervaring behoeft
op te doen, dat uw kind bedorven is.
En wel vooreerstneemt als regel aan,
dat gij alleen afgaat op advertenties, die
voorkomen in katholieke bladen. Dan
alleen hebt gij een vrij zekeren waarborg,
dat ze afkomstig zijn van goede katholie
ken. (Laat dit tevens voor ieder katho
liek een aansporing wezen, om katholieke
dienstboden uitsluitend in katholieke bla
den te vragen).
Vervolgens: bijna in iedere groote stad
bestaat een „R.-K. Vereeniging tot bescher
ming van Meisjes", waarvan de leden,
vaak aanzienlijke dames, bereid zijn, aan
iedereen vertrouwbare inlichtingen over
dienstbetrekkingen te verstrekken. Men
vrage dus eerst de noodige inlichtin
gen bij zulk eene vereeniging, vooraleer
men een dienst in de stad aanneemt;
of ziet men daar tegen op, vraagt dan
den pastoor of kapelaan uwer parochie,
of zij zulks voor u willen doen. Volgaarne
zullen zij daartoe bereid zijn.
Is dan eindelijk de dag daar, dat uwe
dochter vertrekt, geeft daarvan dan we
derom kennis aan bovengenoemde R.-K.
Vereeniging. Deze zorgt dan, wanneer
zulks noodig is, dat uwe dochter aan het
station van aankomst een behoorlijk ge
leide vindt, of althans gaat die Ver
eeniging zeker na, of uw dochter zich wer
kelijk in de betrekking bevindt, waarin gij
meent, dat zij is. Is dit niet het geval,
dan wordt gij daar onmiddellijk van in
kennis gesteld. De ondervinding heeft ge-
gevoelde plotseling dat hij de papieren
verbranden moest. Indien de zieke ge
vreesd had, dat men ze na haar dood zou
vinden, hoe veel waarschijnlijker was het
dan niet dat zij er voor terugbeven zou
dat men hen zou lezen terwijl zij nog
in leven wasi Zijn besluit was genomen;
hij zou den lessenaar met. al wat hij be
vatte aan het vuur toevertrouwen!
Maar was dit wel mogelijk? Konden
er niet tevens voorwerpen in liggen, waar
aan zij hechtte? Zou hij zoodoende geen
kostbare herinneringen vernietigen? Neen
hij moest ook dit slot laten springen en uit
de cassette alles verwijderen, wat geen
gevaar voor de veiligheid der eigenares
kon opleveren.
En andermaal kwam zijn dolkmes hem
te stade. Eene minuut later lag de lesse
naar open voor h«m.
Zij bevatte een aantal brieven en pa
pieren; van enveloppen was geen spoor
meer te ontdekken. Ernst wierp al die
geschriften in het vuur, zonder ook maar
in de verleiding te komen er een blik in
te slaan. Het ware hem nu eenmaal on
mogelijk geweest eene dergelijke laaghar
tigheid te begaan. Maar hij wenschte zich
toch geluk het slot verbroken te hebben,
want. onder in den lessenaar rustten twee
miniatuurporiretten, die hij zorgvuldig in
zijn eigen koffer wegborg. Het eene was
dat van een man, met fraai en peinzend
gelaat, het tweede stelde eene jonge vrouw
voor, op wier trekken de uitdrukking
eener groote droefgeestigheid rustte. Zij
leerd, dat deze maatregel wel degelijk
noodig is.
Ook zorgt de Vereeniging er voor, dat
meisjes, van wier aankomst, zij verwittigd
wordt, eene uitnoodiging ontvangen om
hare vrije avonden op gezellige en aan
gename wijze door te brengen in het, hier
voor bestemde lokaal der Vereeniging. Zoo
menig dienstmeisje is er anders op aange
wezen hare vrije avonden door te brengen
op straat. Dat dit groot, gevaar oplevert,
begrijpt iedereen.
Laat toch niemand meenen, dat derge
lijke voorzorgen overbodig zijn. De geva
ren zijn veel grooter en dreigender, dan
menigeen wel denkt.
Achter, in het portaal van de meeste
Roomsche kerken hangt een lijst (met
g e e 1 e streep overdwars) waarop de
adressen der Dames, aan wie men altijd
gerust over eene te aanvaarden dienst
betrekking in de stad kan schrijven.
Statenverkiezing.
Dat de Centrale R. K. kiesvereeniging
„Goes" besloten heeft bij de a.s. Sta
tenverkiezing de candidaten der anti-rev.
partij krachtig te steunen, is, zooals te
begrijpen, een doorn in 't oog van de te
genpartij.
Deze ziet in, dat door dien steun onzer
zijds de candidaten onzer coalitie-genoo-
ten groote kans hebben het te zullen
winnen.
,,'t Spreekt van zelf" schrijft de „Midd.
C r t." en straks zal dit door het Goe-
sche vrijzinnige orgaan worden herhaald
dat de II. K. kiesvereeniging die can-
didaturen steunt; en 't blad vervolgt:
„Maar of daarom nu alle katholie
ken kiezers die heeren zullen steunen,
dat is de groote vraag; nu er van hen
geen candidaat is gesteld.
Wij weten nu eenmaal dat in dat
district, en hoofdzakelijk in Goes, een
paar heeren bij zulke gelegenheden de
kaarten uitgeven".
Zooals men weet, is dit laatste geheel
onwaar. De Centrale is een federatie
uit de plaatselijke kiesvereenigingen, wel
ker leden de aan, te nemen houding
bepalen, terwijl dan in de vergadering der
Centrale, bij meerderheid, over de te stel
len candidaten wordt beslist.
Ten slotte is het dus de meerder
heid der kiezers, die uitmaakt, hoe
er zal moeten gehandeld worden.
Dat er nu geen Katholiek candidaat is
gesteld, wordt van die zijde gebruikt als
geleek veel op Hellia, maar de oogen wa
ren geheel verschillend.
Ook de cassette zelve behield Nieuwen-
heim. Hij wist niet. in hoeverre zij aan het
voorwerp gehecht kon zijn of niet.
Het, was reeds laat in den nacht, toen
hij zich ter ruste kon begeven. De over
tuiging dien avond een dreigend gevaar
van Hellia's hoofd te hebben afgewend,
schonk hem zulk een voldoening, dat hij
zich niet meer bekommerde om de vraag
in hoeverre zijne daad voorzichtig was
geweest, maar terstond insliep, en eerst
den volgenden morgen ten negen uur ont
waakte.
Hij haastte zich op te staan en zich aan
te kleeden met het doei zoodra mogelijk
een smid te laten komen en den koffer
te laten herstellen; maar nog was hij niet
geheel en al gereed, toen er aan zijne deur
getikt werd.
Meenende dat het de bediende was die
hem zijn ontbijt bracht, deed hij open.
Voor hem stonden twee mannen, die hij
aanstonds herkende als behoorende tot
de politie. Zij waren trouwens van Sil-
vian vergezeld.
Hij wenschte zich meer dan ooit geluk
de papieren verbrand te hebben. Ware
thans het slot der kist ook slechts ge
maakt geweest! Wat zou hij zeggen als
men hem daarnaar ondervroeg? Reeds
zag hij den blik van den sluwen detec
tive dien kant uitdwalen.
Het was echter noodzakelijk zichzelf
zooveel mogelijk meester te blijven, en
knuppel voor ons hoenderhok.
Maar niet „van zelf spreekt
het", dat onze Centrale de anti-revolu
tionairen steunt. Wij kunnen verzekeren,
dat er wel degelijk pogingen in het werk
gesteld zijn om ook eon Katholieken can
didaat te hebben, wat overigens genoeg
zaam bekend is.
Maar waar die pogingen mislukten, en
op onwil afstuitten, lag het in de rede,
dat, wilden we niet in de kaart der vrij
zinnigen spelen, onze a.-r. bondgenooten
moesten worden gesteund.
Dat onze Centrale dit heeft ingezien,
strekt haar tot eer en pleit voor haar in
zicht.
Wij zijn beter overtuigd van het goede
inzicht onzer kiezers dan de „Midd. Crt."
zij zullen niet in de fuik loopen, die de
vrijzinnigen hun stellen; trouw zullen zij
stemmen op hun bondgenooten, de anti-
rev. candidaten, zoo niet om den per
soon, dan zeker om des beginsels
wille.
En ze zullen dit doen met de weten
schap, dat van den uitslag der Prov. Sta-
ten-verkiezingen afhangt het behoud;
onzer anti-liberale Eerste Kar
mer, welke nog zoo pas heeft blijk ge
geven, dat zij weet tegen te houden alle
onvoorbereide, onbekookte li
berale wetsvoorstellen; en wel
ke door haar jongste votum een slag
boom stelde op den weg, die leidt naar
belastingverhooging.
Deze anti-liberale Eerste Kamer te hel
pen handhaven is voor ieder Katholiek
kiezer een plicht, hem uit beginsel opge
legd; tevens een zoete plicht, omdat hij
bij deszelfs vervulling zal wèl varen.
En dit durven wij voorspellenindien
in ons district de anti-rev. en christ.-hist.
partij het hare doen waaraan we niet
twijfelen en indien dan de Katholieken
trouw en eenparig stemmen op hun
candidaten, dan is de zege ons!
FRANKRIJK.
De Godsdienstvervolging.
Vertegenwoordigers van de regeering zijn
in alle parochiën van de stad Montpellier
verschenen, om het geld en alle papieren
en documenten in de archieven bevat op
te eisehen. Overal hebben de pastoors ge
protesteerd.
Niettemin hebben de regeeringspersonen
hun eisehen met geweld doorgezet.
hij groette zijne bezoekers dan ook vrien
delijk en verzocht hen plaats te nemen
om hem dc reden hunner komst mede te
deelcn.
indien hij beter in staat ware geweest,
zich rekenschap te geven van kleine bij
zonderheden, zou hij gezien hebben boe
er ee.no verdrietige uitdrukking over het
gelaat va,n den detective lag verspreid.
„Mijnheer Nieuwenheim", zeide deze:
„gij zult mij wel willen veroorloven
eenige vragen tot u te richten".
„0 zeker, mijnheer. Gij weet. dat ik
steeds bereid was het mijne toe te brengen
om licht te verspreiden over de zaak die
ons allen zoo ter harte gaat".
Silvian knikte goedkeurend en hernanv
„Wij hadden tot dusverre dan ook
slechts reden u dankbaar te zijn voor uwe
hulp, en ik twijfel niet of gij zult mij
willen zeggen met welk doel gij gisteren
avond een koffer van het Victoria-station
gehaald hebt dat het eigendom was der
jonge vrouw die te Polderdijk ziek ligt".
Ernst begreep dat ontkennen hem niet
zou haten en hij antwoordde aanstonds
„De eigenares van den koffer had mij
daarmede persoonlijk belast".
„Zij heeft u toch niet geschreven?"
„Neen, mijnheer; doch zij droeg mij
deze, trouwens geringe, moeite op, toen
ik mij nog te Polderdijk bevond".
„Ik geloof u volgaarne; maar hoe dan
te verklaren dat gij u eerst gisteren van
die taak hebt gekweten?"
„Die opheldering is niet moeielijk. De
Een Bisschop beleedijr'i M
Dn Vauroux bisschop vstr A
Fumel 't voorwerp aewe> st
delyjke betooging. Z t:
het H. Vormsel toediem i
in processie naar de p.u c
een troep werklui hem met i.Wv ig.iig. t
overstelpten.
De geloovigen namen zijn verdediging
op en de tusschenkomst der politie belette
enkel een ernstige botsing.
Een wakker strijder voor de Katholieke
zaak is Zatermiddag te Parijs overleden
Pierre Veuillot, de hoofdredacteur van het
Kath. blad den „Univers". De over
ledene was een neef van Louis Veuillot.
ITALIË.
Protest des Pausen. Ter ge
legenheid der plechtige opneming van nieuwe
leden in het H. College van Kardinalen,
heeft Z. H. de Paus 2 krachtige protestrede
voeringen uitgesproken, van welke de eerste
de handelingen der Fransche kerkvervol-
gers brandmerkte, terwijl de tweede ge
richt was tegen de najagers van moderne
denkbeelden op het geied der geloofsleer
en der ondermijning van het kerkelijk
gezag. „Het purper", aldus sprak Z. H.
„erkent verdiensten van het verledene en
spreekt van de zekerheid dat de nieuwe
kardinalen den Paus ook in de toekomst
zullen bijstaan met hun voorlichting en hun
arbeid. De Pausen hebben altijd de hulp
van het H. College noodig gehad thans
is dit het geval meer dan ooit, want de Kerk
wordt met grootere verwoedheid en list
aangevallen. Wanneer wij dat zeggen,"
ging Z. H. voort „denkt dan niet dat Wjj
daarbij een toespeling maken op Frankrijk
want al veroorzaakt Frankrijk ons leed,
toch biedt het ons ook groote vertroosting
door de eenheid der bisschoppen, de op
offeringsgezindheid der geestelijkheid en
de edelmoedigheid der geloovigeD, die
bereid zijn tot eiken prijs het geloof te
verdedigen en het vaandel van hun waren
roem hoog te houden.
„De vervolging doet de deugd der ver
volgden des te beter uitkomen zoo ver
liezen de golven, gebroken op de rots, het
slijk dat zij bevatten.
„Maar wij spreken van andere bekom
mernissen, die veel ernstiger zjjn. Eer
tijds stierven de martelaren om getrouw
te blijven aan hun geloof in hun verheven
liefde en zoo ontstond uit hun bloed het
zaad van nieuwe Christenen, doch heden
ten dage is het geloof-zelf in
gevaar Onder de Katholieken zeiven
ziet men de vertroebeling der geesten, de
sluwe verspreiding van zekere dwalingen,
den geest van verzet, van een maar al te
groot getal dergenen, die, zeggen zij,
droomen over de vernieuwing van het
dogma die nieuwe leeringen prediken en
den terugkeer tot het zuivere Evangelie,
daarmee bedoelende, dat de prediking van
het Evangelie onafhankelijk moet
zijn van het kerkelijk gezag, van leerstel
gebeurtenissen van den laatsten tijd heb
ben mij zoodanig aangegrepen dat ik de
gansche boodschap vergeten had. Giste
ren eerst herinnerde ik mij het ve.laugen
der zieke en gaf ik daar toen o mi ucl ij
gevolg aan".
„Is die kist nog hier?"
„Ja, mijnheer".
„Wees dan zoo goed mij hau. te tou
nen".
Ernst trad op den zwaren koffer too,
Silvian was hem op den voet gevolgd.
Hij bukte zich, bekoek het slot, en zich
weder overeind heffende, sprak hij zeer
bedaard
„'1 Spijt mij voor u, dat zij u den sleutel
niet heeft toevertrouwd".
Nieuwenheim werd beurtelings bleek en
rood. Hel was hem eene onbeschrijfelijke
vernedering dat men ontdekte hoe hij het
slot had laten springen, en hij was bui
ten machte iets anders uil te brengen
dan de vraag:
„Waarom dat, mijnheer?"
„Omdat gij daardoor uwe toevlucht hebt
moeten nemen tot het een of ander breek
ijzer. 01" voegde hij er glimlachend bij:
„meen niet dat ik u van diefstal ver
denk, de eerste de beste kleine deugniet
van twaalf jaren zou de kist op handiger
wijze open hebben gemaakt, doch het feit
dat gij den koffer eener vrouw hebt ont
sloten, bewijst op zichzelf dat gij in
nauwe betrekking tot haar staat, en ver
geet het niet, deze vrouw is eene ver
dachte". (Wordt vervolgd).