No. 47.
Zaterdag 20 April 1907.
Derde Jaargang.
Virscfiijnt ellen MUI0H-. WIEHSOAG- en IIIHMM.
HET (HIDE SPAH WEER VOOR DEN WAGED.
SLAVENKETENEN.
BUITENLAND
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Bij dit inw Behoort een Bijvoegsel.
Korte lnlioud Zondagsblad.
FEUILLETON,
NIH ZEEUWSCHE COURMT
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes f0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers h contant „0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's f 0.377», voor niet-abonné's„045
Bureau LANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. b. contant.
Reclamebericbten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijjs.
Platen: Genezing bij Arabieren; de
nieuwe minister van Oorlog; Simon v. d.
Bergh; hongersnood in China; verschillen-
lende foto's van plattelandsbevolking jn
Rumenië; de wandelstok als tooneelkiji-
ker; sport in China; de lord-mayor van
Londen op een motorboot; gemeenteraad
van Veendam; tentoonstelling van huis
vlijt te Maastricht met tekst. Verhaal:
Mededingers.
Waar we weten, dat heel veel zaken,
die nauw verband houden met de minis-
terieele crisis en deZer oplossing op
geld zullen doen bij de a.s. verkiezingen
voor de Provinciale Staten, laten we als
nog enkele beschouwingen volgen over de
onverkwikkelijkheden, die geboren zijn uit
den maatregel van inkrimping van het
blijvend gedeelte.
„Zoo zitten we dan weer met de men-
schen" kan de voorzitter der Kath. Ka-
merclub, de afgevaardigde Kolkman, jam
meren. En dat we weer met „de menschen,
dezelfde ministers op één na „zitten",
wordt geweten aan de „lafheid" (de uit
drukking is van „het Vaderland") der
Rechterzijde, die volgens door de vrij
zinnigen overal uitgestrooide praatjes oor
zaak was der crisis en desalniettemin
weigerde of den moed miste om aan
dezelver oplossing mede te werken, des
noods door zelf de teugels van het be
wind in handen te nemen.
Ronduit gezegd: het spijt ons, dat de
Rechterzijde aan dien wensch geen ge
hoor gaf; wij hadden liever gezien, dat
een ministerie uit de rechterzijde een
plaats achter de groene tafel had inge
nomen.
Zeker, verschillende bezwaren zouden
daaraan zijn verbonden geweest.
Hoe, zal men tegenwerpen, kan de Rech
terzijde regeeren met een minderheid in
de Tweede Kamer?
Maar, eilieve, heeft sinds 1905 dan de
Linkerzijde met een meerderheid in de
Kamer het bewind gevoerd?
Om orde te brengen in den Augiasstal,
om den knoop finaal door te hakken had
men kunnen overgaan tot Tweede Kamer
ontbinding.
Het zou minstens aan zeer gegronden
twijfel onderhevig zijn, of de vrijzinnige
partijen bij nieuwe Tweede Kamer-verkie
zingen nog in de meerderheid zouden zijn
gebleven.
Het lijforgaan van dr. Kuyper, „d e
Standaard", durfde dit onlangs be
slist ontkennen.
Was deze ontkenning gegrond, welnu,
dan zou Nederland weer de zegeningen
ondervinden van het bestuur van Recht-
sche ministers, die steunen konden op
een meerderheid in beide Kamersen
behaalden de vrijzinnigen de victorie, dan
zou toch ongetwijfeld de toestand zuiver
der zijn geworden.
En dat bij Kamerontbinding de vrij
zinnigen zeer versterkt uit den strijd
zouden treden, zal wel niemand gelooven.
Nu weten we wel, dat het niet ge
heel en al normaal is, dat een optredend
Kabinet begint met ontbinding der Twee
de Kamer; dat zoo'n ontbinding meer be
hoort tot de taak van een zitting-hebbend
Kabinet maar toch zou o. i. deze kleine
abnormaliteit, als men 't zoo noemen wil,
alleszins te rechtvaardigen zijn geweest,
waar het ging, om opruiming te houden
van de groote abnormaliteiten, waarmede
we sinds 1905 gezegend zijn, van af de
formatie van het „verzoeningsgezinde"
Kabinet.
Hoe dit zij, de Rechterzijde heeft ge
meend voor de eer te moeten bedanken
en het bewind aan de vrijzinnigen te la
ten, tenzij deze laatsten zouden erkennen
niet tot regeeren in staat te zijn.
En dit is volgens de Linkerzijde een on
verantwoordelijke daad van Rechts ge
weest I
Hoe nu! De Minister van Oorlog ver
klaart in de Eerste Kamer persoonlijk,
dat de maatregel van inkrimping van het
blijvend gedeelte geen beginsel
kwestie betrof; en al zegt daarop mi
nister De Meester dreigend: „denk aan
de gevolgen bij afstemming", de Eerste
Kamer moest uitteraard geloof hechten
aan de woorden van den heer Staal.
En alzoo heeft de Eerste Kamer de
voorstellen afgestemd, met generaal Staal
in de meening, dat geen enkel beginsel
in het gedrang kon komen en er dus van
ministerieele zijde geen sprake zijn kon
van aftreden I
En nu wil men toch de Rechterzijde
aansprakelijk stellen ,voor de meening
van het Kabinet, dat zijn aftreden nood
zakelijk wasl
Maar bovendiende tegenkanting, welke
67.)
De aanblik van den grijsaard verraste
hem klaarblijkelijk op onaangename wijze.
Hij had verwacht dat niemand meer op
zou zijn geweest op dit uur, en een oog
wenk scheen hij te aarzelen of hij zich
niet weder even onhoorbaar zou verwijde
ren als hij1 gekomen was, maar deze mo
gelijkheid werd hem afgesneden, want zoo
het oor van den ouden man doof was ge
bleven voor elk gedruisch, de koude lucht
stroom, die de kamer binnendrong, 'deed
hem uit zijne verdooving ontwaken en hij
hief het hoofd op.
Nu aanschouwde hij ook den indringer,
wiens gelaat slechts ten halve werd vel
licht door de lamp die met een donker
groene kap bedekt was, en van liever
lede keerde het bewustzijn der omstandig
heden waarin hij zich bevond tot hem
weder; begreep hij tegenover een misdadi
ger te staan.
Voor zijn eigen leven beefde hij niet;
maar in ditzelfde vertrek bevond zich de
kas van zijn gastheer, en hij besloot haar
tot het laatste toe te verdedigen. Indien
mj om hulp riep, zou Anna aanstonds
komen toeschieten, en zich tegenover een
zeer zeker tot de tanden toe gewapend
man bevinden; zou de zieke een doodelij-
ken schrik ontvangen, terwijl hijzelf zoo
menigmaal, in vroegere jaren, het hoofd
geboden had aan smokkelaars, die zich
meer om eigen behoud dan om het leven
hunner naasten bekommeren. Hij zou de
oude geestkracht hei-winnen, nu het er
op aankwam het erf te verdedigen van den
man aan wien hij zooveel te danken had,
en met vaste stem vroeg hij
„Wie zijt gij en wat doet gij hier?'
Het was alsof eene rilling de ledematen
van den inbreker doorliep; maar niette1
min antwoordde hij op gesmoorden toon:
„Laat mij begaan of wel gij zijt verlo1-
ren".
Maar hoe dof die stem ook had ge1
klonken, in 's grijsaards borst riep zij al
de herinneringen van daareven nogmaals
wakker en hij riep op gebroken toon:
„Wouter! Wouter! Gij hier?"
HOOFDSTUK XV.
De zwarte kist.
Emst Nieuwenheim brandde meer dan
ooit van geduld om naar Nederland terug
te mogen keeren; maar de Engelsche po
litie wilde daarvan niet hooren. Hij smeek
te tevergeefs, zij het ook slechts voor twee
dagen, naar Polderdijk te mogen gaan,
en Silvian eindigde met hem toe te
voegen
„Ik geef u den goeden raad niet langer
op de zaak aan te dringen. Het zou u toch
niets baten, en ik heb reeds hooren mom
pelen dat men niets begreep van uwe
belangstelling in eenp vrouw, van wie men
de voorstellen van generaal Staal onder
vonden, had hoofdzakelijk haar grond in
het onvoorbereide, het onbe
kookte zijner voorstellen; in de wijze,
waarop hij, de gladiator, de Eerste Kamei-
wilde noodzaken haar goedkeuring te hech
ten aan zijn plannen, zonder dat dit hooge
college voldoende gelegenheid had zijn
voorgestelde maatregelen naar waarde te
schatten.
In geenerlei opzicht kan alzoo aan de
Rechterzijde het verwijt worden gericht,
dat zij de oorzaak was van de crisis.
Wij hielden vol, dat er gedurende de
crisis aan de Rechterzijde geen opdracht
tot Kabinetsformatie werd gedaan, tegen
over de verschillende fabelachtige onthul
lingen en „mystificaties, die daaromtrent
in de liberale bladen voorkwamen.
Uit de opheldering door minister De
Meester ten beste gegeven zou de meening
kunnen post vatten, dat aan het lid der
Rechterzijde, den heer Schimmelpenninck,
voorzitter der Eerste Kamer, wel degelijk
een opdracht tot vorming van een ministe
rie was verleend.
De vrijzinnige pers vat dit natuurlijk
zoo op; en dus scheldt, „het. Vaderland"
de „Goesdhe Crt." is zoo welwillend
dit te onzer kennis te brengen „de
Standaard" en degenen, die met. dit
blad elke opdracht tot kabinetsformatie
aan de Rechterzijde ontkenden, voor
Christen-leugenaars".
De aanvulling der ministerieele ophel
dering door den afgevaardigde van Goes,
Lobman, geeft het juiste licht op de toe
dracht dezer kwestie.
Alleen in zoover was aan de Rechter
zijde een opdracht gegeven, dat de heer
Schimmelpenninck verzocht werd een
voorstel te doen omtrent den
persoon, die eventueel als Ka
binetsformateur zou moeten
optreden!
Feitelijk ontving de voorzitter der Rech
terzijde dus geen opdracht tot vor
ming van een Kabinet. Alleen werd den
heer Schimmelpenninck naar zijnmee-
ning over de oplossing ge
vraagd!
Van opdracht aan de Rechterzijde tot
Kabinetsformatie dus geen sprake.
De beschuldiging„Christen-leugenaars"
is intusschen gelanceerd; en zal mogelijk
bij de a. s. Statenverkiezingen van invloed
zijn.
Helpen wij daartegen waken.
meer en meer vermoedt dat zij in betrek
king heeft gestaan tot de gansche bende.
Wees dus voorzichtig. Ik voor mij mag
begrijpen dat het uw hart alleen is da.t
daarbij de hoofdrol vervult; de andere heé-
ren der politie zullen niet licht zoo goed-
geloovig zijn als ik. Wacht rustig af tot
dat men u geheel en al vrij laat. Zijzelve
is nog te ziek dan dat gij behoeft te vree
zen dat zij u in dien tusschentijd zou ont
komen".
De jonge man zag in, dat de detective
gelijk had en onderwierp zich dus aan
het onvermijdelijke; maar hij zond den
stationschef een vrij aanzienlijke som, met
de bede het de zieke toch aan niets te
laten ontbreken en hem onmiddellijk te
schrijven, indien zich een ongunstige wen
ding in haar toestand voor mocht doen.
Hij begaf zich dagelijks naar Maud Over-
beek, en vond de heide zusiers steeds even
verslagen over het geleden verlies, zooL
wel als pver den geheimzinnigen sluier
die den ontzettenden dood van zijn vriend
bleef omgeven. Telkens opnieuw moest hij
al wat hem daaromtrent bekend was aan
de arme jonge weduwe herhalen, en zij
vermoedde weinig welk een pijn zij hem
deed, toen zij op zekeren avond, dat zij
zeker voor de dertigste maal het verhaal
der ontsporing had aangehoord, uitriep
„Die vrouw! ik wilde dat ik die vrouw
kon spreken. Zij moet in dit alles de hoofd
schuldige zijn".
„Nu maakt de droefheid u toch kort
Naschrift. „De (Kath.) Gelder
lander" is van meening, dat gebleken
is, dat aan de Rechterzijde w e 1 een op
dracht tot Kabinetsformatie is verleend in
den persoon van Baron Schimmelpen
ninck.
Uit bovenstaande blijkt, dat wij dit oor
deel beslist onjuist achten.
Intusschen zal de vrijzinnige pers niet
nalaten er (haar voordeel mee te doen;
vermoedelijk prijkt het. stukje van het Nij-
meegsch blad hedenavond reeds in „G o e-
sche" en „Middelburgsche Crt."
De „N. R. Crt." had 't reeds in haar
ochtend-editie.
Neutraliteit een onding
De heer Tiedemans, hoofd der R. K.
school te Veendam, heeft een paar boekjes
geschreven over Vaderlandsche geschiede
nis: een bestemd voor scholen met enkel
roomsche leerlingen, en een ander voor
scholen met gemengde bevolking.
Voor deze laatsten moet dus de zooge
naamde „neutraliteit" in acht genomen
worden eene uitvinding van het libera
lisme en daarom moest de heer Tiede
mans vermijden, wat de gevoelens van
andersdenkenden kwetsen kan.
De „Goesche Courant" waar
schijnlijk met. het oog op sommige Juni-
gébeurtenissen is er niet erg over ge
sticht, en meent in een artikel, dat zij han
die belangrijke boekjes wijdt, dat de ge
schiedenis er onder lijdt.
Als dat zoo is, dan heeft dat blad ons
weer versterkt in onze meening, dat n e u-
traliteit pen onding is, en slechts
strekken kan tot nadeel van het onderwijs.
FRANKRIJK.
Tot nog toe was in Frankrijk alleen
duidelijk, waar men tegen ismen is tegen
den godsdienst, tegen het gezag, tegen nog
veel meer: doch waar was men vóór?
Wat wilde men stellen in plaats van de
oude zoo heftig afgekeurde samenleving?
Wat we dienaangaande vernamen, was
nooit veel anders dan hol gepraat en ge-
redevoer.
Déér hadden we nu genoeg van verno
men schoone schilderingen van den toe
komststaat ontbraken niet, maar we wilden
nu eens bestek en teekening, al was 't maar
van de fundamenten, of zelfs zouden we
tevreden wezen met een enkel onderdeel
daarvan.
En op die vraag komt thans eindelijk
het antwoorder is in Frankrijk een boek
in bewerking, waarin wordt uiteengezet
hoe het gaan zal in de samenleving, die
men zich aan de linkerzijde voorstelt als
ideaal.
En het wordt niet geschreven in een
zichtig", antwoordde Nieuwenheim snel:
„Gij vergeet geheel en al, Maud, dat juist
zij door de ellendelingen vervolgd werd".
„Neen, dat verlies ik niet uit het oog",
klonk het op somberen toon: „maar om
deTmate hunne woede gaande te hebben
gemaakt, moet zij eenmaal tot hun kring
behoord hebben, moet zij nog in het bezit
zijn yan gevaarlijke geheimeq, en indien
zij hunne medeplichtige niet was, moest
zij al la.ng het stilzwijgen hebben ver
broken".
„Zij is daartoe nog te zwak. Men heeft
een detective naar Polderdijk gezonden;
maai- hij heeft niet anders kunnen doen
dan haar zien".
„Weet gijzelf dan in het geheel niets
omtrent haar af?"
„Niets".
„En zou men nergens iets omtrent haar
kunnen ontdekken? Zij moet toch het een
of ander bij zich hebben gehadniemand
reist zonder een koffertje ol een valies,
als men de zee overgaat".
Ernst antwoordde hierop slechts ont
wijkend, maar terwijl hij voort bleef luiste
ren naar de beschuldiging, welke de jonge
weduwe, in haar wanhoop tegen de on
bekende inbracht, vroeg hij zichzelven af,
hoe het mogelijk was dat hij zich nu eerst
het koffertje herinnerde, waarover de zieke
hem gesproken had. Hij begreep aanstonds
van hoeveel gewicht het voor haar zijn
moest dat de zwarte kist met het witte
kruis van het. Victoria-station werd ver
oogenblik van opwinding door een of an
deren fantast, maar het is in moeizamen
arbeid uitgewerkt door verschillende ern
stige mannen, die ieder een onderdeel van
't plan voor hun rekening namen en 't ge
heel noemden: „het socialisme aan 'twerk".
Een hoofdstuk daarvan is in de Revue
du Mois verschenen, van de hand van den
leider van 't werk, den heer George Re-
nard, schrijver en hoogleeraar, belast met
uiteen te zetten hoe de socialistische sa
menleving de opvoeding regelen wil.
Als algemeen beginsel wordt vooropge
steld dat mannen en vrouwen moeten wor
den gevormd, „geschikt voor 't geluk".
Dat is heel aardig, als men dan ook
maar in staat is, na den honger te heb
ben opgewekt, de spijs te bieden als men
de jonge menschen der toekomst maatschap
pij voor 't geluk heeft bekwaam gemaakt,
moet dat geluk ook worden geleverd.
Maar enfin, we blijven dan voorloopig
bij de wijze waarop de noodige geschikt
heid verkregen worden zaldat moet ge
beuren door onderwijs, verplicht onderwijs
en leeken-onderwijs. Leeken onderwijs voor
al: men stelle zich eens voor, dat in dien
toekomststaat een religieus wist binnen te
sluipen en daar de geheele geschiktheid
voor 't geluk verstoren. Dus vooral leeken-
onderwijs, maar ook dan is nog niet vol
doende tegen infectie gewaakt.
De heer Renard is bang, dat ook vele
leeken de jeugd zouden kunnen bederven
namelijk zij, „die door hun instemming
met een hardvochtig credo, door een gelofte
van onderwerping aan geloofsstellingen en
aan geboden eener kerk, hun vrijheid heb
ben verpand en beloofd geen boeken hun
ner tegenstanders te lezen".
Vooral dat laatste bezwaar is zeer goed:
die domme katholieken lezen alleen ge
schriften van eigen geloofsgenooten, neen,
dan moet men bij vrijdenkers komen, die
zijn even nauwkeurig op de hoogte van
Roomsche boeken en couranten als vaD
hun eigen litteratuur
Dus die van hun vrijheid beroofde men
schen mogen niet mee doen aan 't schoo
ne werk, van de jeugd op te voeden tot
het geluk.
We zullen maar niet verder gaan, de
conclusie is duidelijkwelk ander besluit
kan men eruit trekken, dan dat weer eens
met klem bevestigd wordt, hoe toch de
socialisten niet tegen den godsdienst zijn?
De vrijmetselaarsbende maakt het in
den laatsten tijd zóó bont, dat zelfs de
radicalen zich verontrust beginnen te ge
voelen over het heulen der Regeering met
de uiterste Linkerzijde, met de mennen
der revolutie. De heeren gaan langzamerhand
inzien dat Frankrijk zich bevindt in een
toestand van stille, maar niettemin feitelijke
anarchie, dat de opstand der staatsbeambten,
die voor zich het stakingsrecht verlangen,
daarvan een zeker teeken is en slechts
een verrassing, een toeval noodig zal zijn
om het land te werpen in den duisteren
chaos van revolutie. De radicaal Gast,
afgevaardigde voor Rembouillet, verschei-
wijderd. De politie kwam nog telkens tot
mevrouw Overbeek, om haar naar de eene
of andere bijzonderheid 'te vragen. Maar zij',
die nu eerst op dezen inval scheen geko
men te zijn, zou er waarschijnlijk, bij1 het
eerstvolgend bezoek der justitie, over spré
ken, en van het oogenblik af dat de aan
dacht de detectives op de zaak gevestigd
werd, zou het te laat zijn om het koffertje
op te eischen.
Wat het bevatten mocht kwam er niet
op aan; het. was hem voldoende dat de
gekwetste zich ongerust had betoond over
den inhoud, om hem de overtuiging te
schenken dat de daarin verborgen papieren
nadeelig moesten zijn voor haar dierbare
personendat zij er belang bij had die ge
schriften in veilige handen te weten, en
slechts met het grootste ongeduld waclittle
hij het oogenblik af, waarop hij goedschiks
afscheid kon nemen van do beide onge<-
lukkige vrouwen.
Zoodra hij zich weder op straat be1-
vond, spoedde hij' zich naar de eerste de
beste standplaats voor rijtuigen, nam een
cab en liet zich naar het Victoria-station
brengen. Het bewijs dat de onbekende hem
overhandigd had, droeg hij nog altijd bij
zich.
Men verwees hem naar het depot, waar
de onafgehaalde bagage was geborgen, en
niet dan met moeite, ontdekte hij einde
lijk onder de vele aldaar aanwezige goe
deren den grooten en zwarten koffer.
„Gij zult ons uw naam en adres moeten