Dinsdag 9 April 1907. Derde Jaargang. BUITENLAND. BINNENLAND. JVo. 42. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Mijnt eiken NUUM-, WOENSDAG- tn VRIIDMf. en zijn viering. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers k contant „0X)5 GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD roor abonné's f0.371/», voor niet-abonné's„045 Bureau LANGE VORSTSTRAAT.GOES. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant. Reclamebericbten 2S Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Mgr. Mercier, de aartsbisschop van Meche- len, die binnen eenige dagen tot de waardig heid van Kardinaal zal worden verheven, heeft onlangs aan de ouders van kinderen, die de eerste H. Communie zullen ontvangenj eenige vaderlijke wenken gegeven, die in rui mer kring verdienen te worden bekend ge maakt. Zou het niet mogelijk zijn, vermaande de aartsbisschop, aan de kinderen, bijzonderlijk aan de meisjes, een eenvoudig, eenvormig costuum voor te schrijven bij de eerste H. Communie? Inderdaad, in de eenvoudigheid en eenvor migheid zou de gewenschte, passende klee ding gevonden zijn. Daardoor zou weggenomen worden voor de eenen de ijdelheii, vernedering voor ande ren, en voor allen den naijver metde afgunst, die van deze een gevolg is. De tegenwoordige gebruiken bij gelegen heid der eerste H. Communie hebben bij sommigen betreurenswaardige gevolgen vele weiniggefortuneerdehuisgezinnen over schrijden op onredelijke wijze de grenzen, waarbinnen zij hun uitgaven moesten beperkt houden. Maar de luxe in kleeding is overigens niet de eenige wondeplek, waarop door Mgr. Mer cier den vinger wordt gelegd. Wij hebben onbemiddeldefamilies gekend zegt hij die meer dan 30 franken uitga ven, om toch maar per r ij tuig naar de kerk te kunnen gaan. Wat een opoffering voor ou ders, wier inkomsten gering zijn, en waarover dus met angstvalligheid moet worden be schikt. Welk een vernedering anderzijds voor de families, die een zoodanige uitgave niet kun nen bekostigen. Zou er geen reden bestaan den meer gegoeden aan te bevelen zich t e voet ter kerke te begeven, opdat door dit voorbeeld minder gegoede ouders zouden worden aangespoord hetzelfde te doen De buitengewone, overdreven uitgaven bij de eerste H. Communie maken niet de eenige bezorgdheid van Mgr. Mercier uitnog ande re misbruiken worden door hem betreurd een slechte gewoonte o. a., die in ons gewest minder zal voorkomen, maar welke wij toch hier signaleeren. Z.o zegt Mgr.: „Het is ona bekend, dat te Brussel dekappers van af3uur'smor- genB present moeten zijn, en dat kinderen, die zich op zoo vroegtijdig uur laten friseeren (het haar krullen) er soms niets in zien zich te ontnuchteren alvorens te communiceeren! Natuurlijk hebben hier de ouders een groo- te, onverantwoordelijke schuld. Ziethier, tot welk een gebrek aan eerbied, aan welk een verachting men daar gekomen is ten opzichte der Kerkelijke geboden Voegt hierbij den dampkring van beuzel achtige jjdelheid, waarin men soms geduren de de voorafgaande weken de communicanten doet leven, en zegt ons dan of dat alles noo- dig is aan de voorbereiding tot een der meest gewichtige gebeurtenissen in het Katholieke leventot een gebeurtenis, die volgens ons heilig geloof de Hemelengelen zelf doet sid deren. En zegge men niet, dat we het kwaad over drijven. Te dikwijls waren we in de gelegen heid op te merken, welke hooge zorg besteed wordt, dat sluier, sleep of rok niet „in de ver drukking" komenhoe men als een kostbaar kleinood de witte schoentjes voor elk vlekje tracht te behoeden en hoe er werk van ge maakt wordt zich met anderen te vergelij kenof men meer of minder „chique" is ge kleed dan b.v. de dochter van den concurrent van „pa" De vereischte nederigheid is hier niet aan wezig en de noodige ingetogenheid ontbreekt te komen En hun, die beweren, dat zulks met 't oog op de gewoonte tot de onmogelijkheden be hoort, zouden we willen antwoorden, dat er niets onmogelijks is voor hen die willen. Ziethier het laatste woord van den aai ts- bisschop van Mecheleh„Hoe opbouwend zouden eenvoud en eenvormigheid zijn op den dag der eerste H. Communie" 1 Z. D. H. komt er op terug, dringt er op aan. Hij weet, dat hierin is gelegen een waar borg voor de goede stemming, die noodzake lijk is voor den „grooten dag": en hij is er van overtuigd, dat door wegneming van elk scherp onderscheid in rang en stand op dien gewichtigen dag der eerste H. Communie, zeer zal bevorderd worden de gedachte van christelijke naastenliefde, die ons oprechte- lijk moet leiden gedurende het heele leven. Nog blijft een punt ter bespreking over, waarover doorMgr. Mercier nietis gesproken. We bedoelen de diners, de maaltijden, die bij de eerste H. Communie dikwerf worden gegeven. Ook deze geven somtijds reden tot een ont vouwing van luxe, welke grootelijks schaadt aan het streng-godsdiesstig karakter van dien plechtigen hoogtijd-dag. Zeker, allerbillijkst kan geheeten worden een intieme en hartelijke familie-reunie, maar ook in dat opzicht mogen de grenzen van be tamelijkheid niet worden overschreden. Zoo gebeurt het meermalen, vooral in de volkskringen, dat de groote dag der eerste H. Communie wordt ontwijd door zeer profa ne partijtjes, die niet anders dan ontstichtend kunnen inwerken op de gevoelens, welke hem of haar, die voor 't eerst ter H. Tafel aanzaten, moeten bezielen. Denken wij over dit alles eens naen hel pen we dan door voorbeeld of invloed bestrij den de verkeerde gewoonten, welke door Mgr. Mercier zijn «p de kaak gesteld. Herroeping gevraagd. De bekendmaking van stukken uit het dossier van Mgr. Montagnini schaft de felle anti-clericale pers wederom een begeerde ge legenheid om haar anti-godsdienstigen geest te luchten. Zoo schrijft de Goesche Courant" kalmweg „Dat da Fransche regeering echter niet slecht gezien had, toen zij Montagnini be schouwde alseen gevaarvoor de rust in het land blijkt uit de in be- slag genomen stukken van dezen vertegen woordiger". Het blad doelt bij hetschrjven van deze bewering op een brief van kardinaal Merry del Val aan Mgr. Montagnini, die als volgt luidt „Rome, 12 Augustus 1905 lk heb uw rapport No. 237, betrekking hebbende op de betoogingen, diein Frank rijk plaats hebben tegen de Scheidingswet ontvangen. U bedankende voor de details in dit rap port vervat, spoor ik u aan er voor te wer ken, dat dergelijke betoogingen zich ver menigvuldigen gedurende het tegenwoor dig tijdperk, dat om zoo te zeggen een tijd perk van overgang is. Het is overigens overbodig hier aan toe te voegen, dat het noodig is, dat gij aldus handelende, met de uiterste voorzichtig heid te werk moet gaan, teneinde u niet te compromitteeren. Ik bericht u tevens, de ontvangst van uwe andere rapporten Nos. 235 en 236 en betuig u als steeds m jne gevoelens van oprechte hoogachting". Dit was dus een stuk helder als glas kon worden aangetoond, dat het Vaticaan politieke woelingen stookte in Frankrijk! In zijn onbesuisdheid en woede tegenover de Kerk heeft ook de „Goesche Crtiets over 't hoofd gezien, waardoor duidelijk wordt, dat dit schrijven ook niets buitengewoons bevat. En wat vergeten is, is het zien naar waarmede zoo den datum van b o v e n g e m el d en brief. Uit dezen datum toch blijkt, dat daarin niet gezinspeeld wordt op betoogingen ter gelegenheid van de boedelbeschrijvingen der kerken. Deze boedelbeschrijvingen begonnen eerst in Januari 1906, terwijl de bedoelde brief gedateerd is 12 Augustus 1905. De be toogingen, waarvan de kardinaal de voort zetting wenschte, warende adressen van het episcopaat en de geestelijkheidde aanneming van moties door vergaderingen, benevens de adressen van kiezers gericht tot den Senaat (volgens de formule D e M u n), met het doel alsnog de verwerping der wet te verkrijgen, daar deze eerst in October in den Senaat zou worden be handeld. Dus een aansporing van louter wettige en vreedzame betoogingen, en derhalve weer geen bewijs tegen Rome. Wij zullen er goed op letten of de „Goe sche Crt.' de eerlijkheid zal hebben haar val sche beschuldiging aan het adres van Mgr. Montagnini in te trekken. Intusschea hebben de Katholieken voor de zooveelste maal weer mogen ervaren, hoe welgezind(l) dit vrijzinnig orgaan is ten op zichte van de Katholieke Kerk en haar gees- tel jkheid Wetgevende arbeid door Socialisten. In Frankrijk hebben sinds eenige jaren socialisten zitting in het ministerie. Men zou zoo denken, dat daar dus de arbei ders in een paradijs zouden wonen. Maar zelfs met de roode ministers schijnt het daar nog verre van 't beloofde land te zijn. Luister maar naar wat de soc. dem. Gorter op het Haarlemsch Congres sprak „Aan sociale hervormingen heeft men den tienurendag, maar spr. zal aantoonen hoe die wet in de praktijk uitvalt. Maar verder is er alleen godsdienst- s tr ij d gekomen, doch geen verze keringdero u d e a r beider s z e lfs Clemenceau is met een prachtig roarenfi rn ooi program gekomen, maar hij heeft ge ijverd voor een Russische leening en heeft 400 postbeambten om een stakiDg ontsla gen. Ook is gebeurd, wat mevr. Holst voor speld heeft, waarvoor zjj sterk is aangeval len in H e t V o 1 khet ministerie steunt b jj stakingen zoo sterk mogelyk het kapitaal tegen den arbeid. Vi viani zegt aan de radi calen verslechtering van de wet op de Zon dagsrust toe". En verder: „DeFransche tienuren-wet is dan het groote ding, dat Millerand heeft tot stand gebracht. Maar uit het rapport, dat de Soc. Dem. Studieclub in „l)e Nieuwe Tijd" heeft geplaatst, bljjkt hoe die wet door de rechtspraak verminkt is. De arbeidsin specteurs zeggen, dat de wet-Millerand een wet op papier is". Nu weet men het uit den mond van een ge leerd Soc.-Democraat zelf „Alleen godsdienststrijd" en een „wet op papier" hebben Soc.- Dem. heeren ministers den arbeiders schonken Inderdaad, we zullen deze verklaring goed in 't geheugen prenten, waarde heeren van de roode garde. FRANKRIJK. De papieren van mgr. Montagnini. Zelfs de ministerieele Parijsche pers erkent, dat Clemenceau, die dacht een aar dig vuurtje tegen Rome te kunnen sto ken, zich-zelf leelijk de vingers heeft ge brand. Het „Journal des Débats" verklaart dan ook met volle recht, in heel het lawaai, door de Regeering verwekt rondom dit dossier, niets anders te zien dan een „reusachtige onhandigheid" van de Regee ring, die deze papieren geroofd heeft. Overigens schijnt men ook in verschil lende Katholieke kringen geen hoog beeld te hebben van de diplomatieke kundig heden van mgr. Montagnini. Het gerucht, als zou, de Staatssecre taris mgr. Merry del Val niet meer het ongeschokte vertrouwen van den H. Stoel bezitten, is geheel verzinsel. De „Liberté" vermeldt het volgend tele gram „Mgr. Montagnini heeft aan den EI. Stoel machtiging gevraagd om op alle beschuldigingen te antwoorden en de Fran- sche regeering een proces aan te doen. Z. H. de Paus heeft besloten deze quaestie aan de congregatie van het H. Officie te onderwerpen". ITALIË. De Romeinsche correspondent van „la Croix" logenstraft de mededeeling, dat de overbrenging van het stoffelijk overschot van Leo XIII met militaire plechtigheid zou plaats hebben. Pius X, schrijft hij, heeft onlangs gezegd, dat het een beleediging voor Leo XIII zou zijn hem te willen eeren door eenige deelname van het Italiaansche gouverne ment, welke hij zou hebben afgekeurd. Volgens dezen correspondent zal de plech tigheid noch een officieel, noch een geheim karakter dragen, en zal plaats vinden in de eerste dagen van Mei. ENGELAND. Als een boetprediker heeft de bekende pater Bernard Vaughan te Londen, zijn talrijke toehoorders gedurende den gehee- len Vastentijd, in zijn preeken gekastijd, hij heeft hun hunne fouten in sterke be woordingen voor oogen gehouden, en toch, Zondag op Zondag, was de kerk in Farm- street vol, en scheen het gezegde te be wijzen, dat de menigte gaarne de waar heid hoort. Op Paaschdag hield hij zijn laatste preek, en hij eindigde zijn kruistocht tegen de bedorvenheid en onzedelijkheid der tegen woordige maatschappij, door de tegen woordige samenleving te vergelijken mét de Romeinsche maatschappij, toen dat rijk zijn val naderde. Hij waarschuwde En geland, om toch bijtijds te veranderen, om naar Boven te zien, om rein te leven, en zoo het lot te ontloopen dier landen, die door de zonden, die thans hier zoo diep wortel hadden gescho-ten, naar den afgrond waren gevoerd. OOSTENRIJK. Het Centraal-Gomité van vereeniging der Katholieken in Oostenrijk heeft een protest vergadering gehouden tegen de behandeling, die de Katholieken in Frankrijk ondergaan. De vergadering heeft een besluit gestemd waarin zij levendig betreurt de smartelijke behandeling die de Paus heeft te ondergaan van den erfvijand van 't Christendom, de vrijmetselarij, vooral in Frankrijk. Vervolgens zond zij een adre» van sym pathie en toewijding aan den H. Vader. RUSLAND. Waarheen? Evenals verleden jaar worden ook thans aan 't hof te Petersburg allerlei luchtkasteel en gebouwd over een reis, die den tsaar een tijdlang zijn zorgen zou doen vergeten. Maar waar een rustige verblijfplaats te vioden Verleden jaar reeds kwam men tot de conclusie, dat slechts drie plaatsen hiervoor in aanmerking konden komen Darmstadt, Kopenhagen en Livadia Er is toen evenwel niets van gekomen. Eerst in den herfst ging de keizerlijke familie eenige weken naar de Finsche wouden waar 'torn dien tijd van 't jaar allesbehalve gezellig was. Ook thans kan van geen andere plaatsen dan de zooeven genoemde sprake zijn. Darmstadt kan bijna niet eens genoemd worden, omdat, wanneer men alle veilig heidsmaatregelen, die voor 'n verbljjf van Rusland's heerscher noodig zijn, wilde nemen de staat van beleg afgekondigd zou moeten worden. Kopenhagen was verleden jaar niet erg op 't bezoek gesteld. Ook thans bljjft de moeilijkheid, dat steeds veel Russische revo lutionnairen naar Zweden vluchten, en dus in „unheimlicher Nahe" zouden zijn. Rest nog slechts Livadia, dat gemakkelijk te bewaken is. De tsaar echter koestert grooten angst voor de reis er heen. Verleden jaar liet hij den minister van Openbare Werken bij zich roepen en vroeg hem, welke voorzorgsmaatregelen hij dacht te nemen, in geval de keizerlijke familie zich naar de Krim wilde begeven. Zonder zich een oogenblik te bedenken, antwoordde de minister „Majesteit, ik zon allereerst mijn ontslag nemen". jgj- i t Een merkwaardig voorbeeld van detoo- neelen, waartoe de Russische toestanden kunnen leiden, geeft het volgende verhaal Een tweetal politieagenten te Warchau die de ronde deden, ontmoetten een tweetal politiespeurders en daar de laatsten een min of meer verdachten indruk maakten, naar de meening der dienaren van den openbaren veiligheidsdienst, richtten de laatsten, on bekend natuurlijk met de kwaliteit van de anderen, tot dezen het in Warchau volstrekt niet ongewone bevel de handen op te steken om zich te laten onderzoeken. Er volgde, nogal onverstandig, een weigering, de revol vers werden te voorschijn gehaald en on middellijk floten de kogels door de lucht, een vrouw, die juist voorbijging, doodelijk treffend en de beide detectives ernstig ver wondend. Courant" van 'at 1*1 IA.) „De S t a n- In de „Zeeuwsche 4 April j.l. las men: L.i. i I 1 - 1 l-Üi li - I „In het nummer van. daard" van Maandag j.l. wordt in de driestar„Geheel gelijk gebleven", o. m. gevraagd den naam op te geven van een „Staatsman Rechts, aan wien op dracht om een Kabinet te formeeren, gegeven is en door wien die opdracht zou geweigerd zijn. Laat men hem dan noemen". Waar wij in de gelegenheid gesteld zijn om aan de sommatie van dezen driestarschrijver tot het noemen van een „hem", meenen wij deze gelegenheid niet ongebruikt te mogen, laten voor bijgaan. Wij ontvingen n.l. de mondelinge meedeeling van iemand, die uit den mond van een hooggeplaatst, niet ex- parlementair staatsman vernomen had, dat deze door Dr. Kuyper zeiven was aangezocht voor de portefeuille van Oorlog in een nieuw te vormen Kabinet, terwijl Dr. Kuyper als Minister van Buitenlandsche Zaken zou optreden, en dat voorts het pas gekozen Tweede- Kamerlid in het district Ede, Jhr. Van Citters, in aanmerking zou komen voor de portefeuille van financiën. Waar wij geen enkele reden hebben om aan de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van onzen zegsman te twijfelen, en hij geen bezwaar had om zijn mededeeling publiek te m aken, brengen wij deze merkwaardige onthul ling van het stil, actief staatsmansbe- drijf van den ex-Minister-Premier zon der schroom. Onze verbazing over de stoutmoedig heid van dezen driestarschrijver, die vermoedelijk wel in zeer intieme ver houding tot Dr. Kuyper zal staan, zoo niet een doublurerol hier vervult, steeg na deze ontvangen mededeelingen ten top, hoezeer wij ook gewoon zijn aan de eigenaardige wijze van het najagen der waarheid van de Standaardredactie. Wie en wat nu een spaak gestoken heeft in het wiel van de ministerieele koets, die bereids door Dr. Kuyper was bestegen, is voor ons nog een diep ge heim gebleven". Dr. Kuyper heeft in antwoord hierop aan de redactie van dit blad het navol gende schrijven toegezonden: „Mijnheer de Redacteur! In uw no. 847 komt eene mededeeling mij betreffende voor, in verband met de ministerieele crisis. Ik stel er prijs op, den geheelen inhoud van deze mededeeling, zonder voorbehoud, tegen te spreken. Eris geen woord van waar. U dankende voor de opneming van deze regelen, blijf ik hoogachtend, Uw dw. d. (w. g.) K u y p e r. Het ware nu gewenscht, dat de man, die verklaard zou hebben door Dr. K. voor de portefeuille van Oorlog te zijn aangezocht, door de „Zeeuwsche Courant" genoemd werd, en dan erbij de man aan wien hij dit verteld zou heb ben. Er is hier een brutale verzinner. Een journalist, een officier of een aanbrenger. Vage geruchten kunnen nog soms on bedoeld opduiken, maar hier is sprake van een bepaald persoon en te zijnen opzichte van een bepaalde daad.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1907 | | pagina 1