Donderdag 4 April 1907. Derde Jaargang. De zieke Party. FEUILLETON. SLAVENKETENEN. ÏSt- BUïTÊHLAND KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. No. 40. NIEUWE ZEEUWSCHE COURNHT Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes fO.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers A contant„0.05 GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor abonné's I0.37Vt, voor niet-abonné's045 Bureau LANGE VORSTSTRAAT, GOES. Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjs. De Sociaal-democratie is lijdende. Niet alsof ze doodelijk krank zou zijn. Veeleer is ze nog springlevend ,en heeft zelfs vermoedelijk haar hoogtepunt nog niet bereikt. Neen, ze is lijdende aan dezelfde plagen, die keer op keer in alle staatkundige par tijen aan den dag komen; alleen met dit verschil, dat de overige partijen hierop berekend zijn, inaar zij niet. Zij lijdt, doordien er een scheur in haar verband is getrokken, zoowel in Duitsch- land, Frankrijk als ten onzent. Ze lijdt, doordien het individualisme op komt tegen de strenge organisatie. Ze lijdt, doordien bij opgekomen verschil de kameraadschappelijke toon der „Genos sen" in bitterheid overslaat. En eindelijk, ze lijdt doordien het oor spronkelijk program ophield allen gelijke lijk te bezielen. Maar het exceptioneel karakter der So ciaal-democratie verdraagt zich met (dit historisch verloop niet. Zij nam haar positie toch tegenover alle andere partijen, en tegen het staatsgebouw zelf, waarbinnen de andere partijen ge vestigd waren. Zij beoogde niet alleen een wijziging in het beheer en in het huishouden van den Staat, maar verwierp den Staat in beginsel. Alle worsteling onder de volken ging om het bestaan. Dat bestaan was voor een kleine minderheid te goed, veor de groote massa ellendig. Die twee groepen van het maatschappelijk geheet waren dus aange wezen op een worsteling op leven pn dood. De massa kan en moet zich doen gelden, en aan de macht, die in het ka pitaal vertegenwoordigt was, een einde maken. Was dat eenmaal gelukt, dan moest de gemeenschap ingericht op een voet, die terugkeer in welken vorm p«k van het kapitalisme voor altoos afsneed. Zoo eerst kon de sociale vrede worden in- geluid. En vanzelf zou daarmee alle gees telijke overheersching vervallen. Wat men religie, noemde, was tot in den loop der historie, gelijk elk andere levensuiting, niets dan product van de worsteling tus- schen het proletariaat en de bezittende klasse geweest. Het paradijs van den socialen vrede en van de algemeene welvaart lag dan ook voor het grijpen. Het proletariaat was verreweg het sterkst. Het kwam, er dus maar op aan, het proletariaat in alle lan den te organiseeren. En was die organi satie gereed, dan zou geen macht tegen haar bestand blijken. Immers ook het leger was voor het meerendeel uit het proletari aat gevormd. Zelfs de politie was uit de niet-bezitienden gerecruteerd. En ten slotte kon men door algemeene staking immers de heele maatschappelijke beweging lam leggen, en zoo de machthebbers tot over gave van den sleutel van het kasteel dwin gen. Hielp ook dit niet, dan bleef nog al toos de barricade en het oproer in de stra- -en over. Van wat kant ook bezien, moest 64) „Kon men hem dan niet meer inhalen?" „Onmogelijki In de duisternis heeft nie mand hem gezienmen weet dus niet eens welke richting hij gekozen heeft; daaren boven was het reeds vrij laat in den mor gen toen ik daar aankwam en alles ont dekt werd. Ik heb den rechter van instruc tie mijn compliment gemaakt over zulk een fraai huis van bewaring; maar de arme man was er nog dieper door verslagen fcTmJm a l°or dat men m'i triom- ranteiijk de cel binnenvoerde, en dat de cipier, nog altijd meenende dat de reeds iJ'\Z°Td de 2aak onWekt en niet dat hij zich gehaast zal hebben naar Engeland terug te kee- De detective schudde het hoofd „Laup Vlissingen was dit onmogelijk- avond san,g Yertlokken< heden tl?i 7 J dat met meer wagen. Men had ten minste de voorzichtigheid gehad h«m zijn geld af te nemen, hij kof dus oef T fK^tion bereikt hebben om er een plaatsb.ljet naar Rotterdam of el- de bereiking van zijn doel dus als vast staande werdsn beschouwd. Ettelijke jaren waren natuurlijk voor voorbereiding noo- dig; maar waren die verstreken, dan zou do heilzon dagen. Algemeen stemrecht, zou desnoods vanzelf het bewind in de staats macht aan de arbeiders brengen, en zoo kon immers de (herschepping van het leven, zelfs zonder horlen of stooten, door een socialistisch Kabinet, gesteund door een socialistisch parlement, in alle glorie wor den voltrokken. Voor zoo aantrekkelijk verschiet viel het natuurlijk uiterst licht, een geheele schare onder het proletariaat te winnen. Zelfs kostte het weinig moeite, hen voor de be reiking van dat .doel aanzienlijke offers te doen, brengen. En moest er kerkerstraf voor geleden worden, de martelaarskroon brengt immers eere en bezielt. Juist deze positie der partij echter bracht met zich, dat het doel in afzienbar r e n t ij d bereikt moest worden. Het vierde eener eeuw kon er aan gewaagd. Eén ge slacht moest sterven in de woestijn. Maar dan moesten de poorten van het paradijs ook opengaan. Immers men was de meerderheid. Men had de meerderheid. Wat men wilde lag voor het grijpen. Gegronde reden om zijn ideaal naar verder toekomst te verschui ven, was er alzoo niet. Want bleek dit niet te kunnen, dan zou daaruit immers blijken dat men zich be drogen, dat men misgerekend had, en hier mee het bankroet van heel zijn opzet voor de deur staan. En daarop nu juist liep het uit. Algemeen stemrecht, men had het in Frankrijk, in Duitschland, in Italië, in Amerika. En toch bleef de socialistische groep in het parlement dier landen in kleine minderheid. Alle arbeiders zouden tot hen te hoop loopen, en zie, schier in allo landen vormde zich juist tegenover de sociaal-democraten een geheel andere organisatie van de arbeiders, die van tegenovergestelde beginselen uitgaat. Het leger zou mee overloöpen, en zelfs in Frankrijk hield Clémenceau met 50.000 man troepen Parijs op 1 Mei 1906 in rust. Algeheele werkstaking kon als laatste dwangmiddel ten slotte alles overrompe- maar hoe dikwijls ook beproefd, steeds nog is zulk -een staking jammerlijk mislukt. Het ging niet zooals het verwacht was. Veel trager, veel langzamer. Eerst vorder de men boven verwachting, maar toen kwam stilstand ,en van stilstand tobben, leder doorzag almeer, langs geleidelijken weg komt ge er in het derde geslacht nog niet. Dat bekoelde. Dat verzwakte de sym pathie. Het eerste vuur van hooge geest drift doofde uit. Een gevoel van malaise maakte zich van het proletariaat meester. En de leiders voelden, dat heil diende ge zocht in andore tactiek. De hooggestemde idealen waren een illu sie geweest. Van zoo snellen ommekeer van zaken kon geen sprake zijn. Een lange, zeer lange weg was af te treden. Op den ders te nemen. Of hij het wil of niet, is hij wel gedwongen voorloopig in den om trek te blijven, en dat. juist maakt mij voor uw aller veiligheid bevreesd". „Wij zullen beter dan ooit oppassen," ver zekerde Hendriksen, die medelijden met Anna's verslagenheid gevoelde en haar wilde geruststellen: „Daarenboven zijt gij bij ons, mijnheer, en zouden wij geen krachtiger bondgenoot kunnen hebben". „Ik weet niet of ik zal kunnen blijven. Zooals gij weet heb ik aanstonds het ge beurde naar Londen overgeseind, en moet ik afwachten of mijne chefs mij terugroe pen of wel voorloopig hier laten". „Maarals gij thans weggingt, zou uwe reis vergeefs geweest zijn". „Dat hoop ik toch dat wat overdreven is", antwoordde Maitland met een sluw glimlachje: „Vergeet niet dat ik niet en kel en alleen voor dien man gekomen ben. Ik had ook tot opdracht de zieke te ondervragen". Anna Holm zag hem verschrikt aan. „Gij zult dat toch heden niet doen?" vroeg zij bezorgd„Bedenk hoe zwak zij is, hoezeer haar zenuwgestel reeds heeft geleden. De justitie is barmhartig. Zelfs misdadigers mogen eerst herstellen voor dat men hen in verhoor neemt, en deze jonge vrouw „Houdt het kluwen van het gansche ge heim in handen", sprak Maitland rustig „daarvan kunt gij verzekerd zijn. Maar taaien moed en op het onuitputtelijk geduld zou het voortaan aankomen. Eerst van lie verlee kon men bij de stembus, en zoo in het Parlement, vooruitkomen. Wie nu leefden hadden de gouden eeuw voor hun nakomelingen voor te bereiden ,maar zelve zouden ze in het beloofde land niet ingaan. En toen kwam het verzet. Het verzet van de- mannen die de oorspronkelijke po sitie weigerden prijs te geven. Die er voor dankten om te ijveren voor een gewone parlementaire partij. Die niet weten wilden van het afscherpen der puntjes. En die dwars tegen de parlementairen in, de ba nier van het aloude ideaal voor aller oog zwaaiden. Ze mochten, ze konden niet anders. De gedachte |aan misleiding zou het proletariaat van de partij geheel vervreem den. Reeds hoorde men roepen van ver raad. En toen kwamen de heete debatten, de persoonlijke bitterheden ,kwam de worste ling op de congressen om de overhand in do partijleiding. Waar het eens alles zoo glad liep, bleek nu alles te hokken. Het al te groote vertrouwen van weleer ging in argwaan en wantrouwen over. En al gelukte het nog, door den uitslag eener stemming, voorshands de eenheid naar buiten te bewaren, innerlijk was die een heid verzwakt. Het was de oude vastaan- ©engesloten partij niet meer. Het proletari aat merkte dat en werd mismoedig. En vandaar slag olp slag die weeklachlen uit alle hoeken van 't land, dat men zijn stuur kwijt is, geen bezieling meer onder hpt volk kan brengen. En, wat nog meeïj zegt, dat men het ergste vreest voor de toe komst. Toch is hierin aan de Sociaal-democra tie niets overkomen dan wat ook in andere partijen zoo vaak verdriet en moeite ver oorzaakte. Alleen maar, voor alle andere partijen was dit het natuurlijke verloop; dan ziek ten ze door; en herwonnen straks haar sterkte weer. Maar voor de Sociaal-democratie- wordt met zulk een scheuring de glans verdon kerd. Wie een paradijs belooft ,moel er zijn volgelingen in afzicnbaren tijd binnen brengen, of het verband, dat eerst saam- hield, breekt. Breekt die band, dan begint de gloed van het ideaal te tanen. En waar dan de lichten des hemels zijn uitgedoofd, en stoffelijke welvaart hier beneden de prijs der worsteling zou zijn, houdt oo-k de bron der offervaardig heid op te vloeien, en keert wie toch als proletariër sterven moet, zich van de fata morgana (hersenschimmen) die men hem had voorgespiegeld, met wrok in het hart af. En ten laatste, als het nu reeds zoo onmogelijk blijkt, om een organisatie van nog geen 8000 leden in het goede spoor te houden, hoe, zoo vraagt men zich af, zou de Sociaal-democratie dan ooit in staat zijn, een land van 5 millioen zielen te beheeren. stel u gerust; ik zal haar niet noodeloos schrik aanjagen. Indien ik niet aanstonds teruggeroepen word, heb ik den tijd op haar beterschap te wachten". „En zoo gij heden avond vertrekken moet?" „Dan zal ik mij vergenoegen haar te zien en haar portret te nemen, gelijk ik dat met den dooden brandstichter deed". „Meent gij soms dat zij in dat geval niet alles zou hegrijpen?" „Neen, want, voor dergelijke gevallen heb ik een klein toestel hij mij, dat in mijne kleederen verborgen is; het is vol doende dat een der knoopsgaten van mijn overjas zoodanig op haar gericht is, dat het haar beeld op kan nemen". Zijne beide toehoorders luisterden ver baasd toe. Gerard Hendriksen was een en al bewondering voor de uitvindingen der wetenschap; wat Anna betreft, zij kon niet nalaten voor de zieke te heven. Zij wist hoe schrander deze was. Zou zij er waarlijk niets van bemerken?" „Maar hoe zal ik u bij haar toelaten, zonder dat zij eenig vermoeden van de waarheid koestert?" „Daaromtrent reken ik op uwe belang stelling in haar toestand", luidde het rus tige antwoord: „Hoezeer het u ook tegen de borst moge stuiten, uwe toevlucht tot eene onwaarheid te nemen, hier is deze noodzakelijk. Ik ben overtuigd dat de jonge vrouw zoo goed door u verpleegd zal zijn Dat vloog uiteen, eer het goed begon Aldus terecht „de Standaard". Met de oplossing van de ministerieele crisis staat het nu zóó, dat vermoedelijk de ministers zullen terugkomen op hun ontslagaanvrage, behalve de minister van Oorlog, zoodat hetzelfde ministerie zonder Staal aanblijft. De pertinente bewering van het vrijz.- dem. orgaan „Land en Volk", als zou in geen geval het ministerie zonder gene ra al Staal op haar besluit terugkomen, komt alzoo in bespottelijk licht te staan. Men heeft heel wat tijd noodig gehad om tot deze vermoedelijke oplossing te geraken. Het ministerie, wanneer het blijft, kan evenwel allerminst aanspraak maken op een reddingsmedaille. Integendeel, het wederom aanvaarden van het bewind is een erkenning, voor barig te hebben gehandeld bij de collec tieve ontslagaanvrage. Voorbarigheid, die niet als een groote fout behoeft te worden aangewreven, maar die geen aanspraak geeft, om als redder in den nood te po seeren. Immers, niet Rechts was verplicht, den wagen uit het jnoeras te halen, waarin die door het onbesuisd rijden der hoeren van links gereden is, maar rechts kon eerst uit constitutioneelen plicht daartoe geroe pen worden, indien door links onmacht of onwil beleden was. ITALIË. Elk jaar, met Paschen, wordt aan het Vaticaan een pakje besteld, dat een zeld zaam en koslbaar PaascheL bevat. Verleden jaar bestond de schaal van het ongeveer 20 centimeter lange ei uit vier stukken ivoor, van binnen bekleed met blauw sa tijn. Het eigeel werd voorgesteld door een doosje van goud, dat een zeldzame ro bijn bevatte, omgeven door diamanten. De waarde van dit geschenk liep ver in de duizenden. De gever dit is het eigenaardige is nooit bekend; elk jaar is de afzender iemand anders dan het vorige jaar. In 1896 kwam het pauselijk Paaschei uit Ber lijn, in 1899 uit Leipzig, in 1901 uit Dus- seldorf, in 1902 uit Boekarest, in 1903 uit Wieenen ,het vorige jaar uit Milaan. Naar men wil is het geschenk dat voor den Paus persoonlijk, niet voor de schatkamer van, he,t Vaticaan is bestemd telkens afkomstig van een regeerend vorst, wiens positie hem niet zou veroorloven, het openlijk aan te bieden. geworden, dat zij het grootste vertrouwen in u stelt; zij zal dus niet aan uwe ver klaring twijfelen, zoo gij haar zegt dat gij u niet hebt willen neerleggen bij de uit spraak van den plattelands-heelmeester, en daarom een beroemd Engelsch genees heer, die zich te Vlissingen of Middelburg gevestigd had, hebt laten overkomen. Ik zal mijne rol wel zoodanig spelen, dat zij geen argwaan krijgt". Op datzelfde oogenblik werd Hendrik sen aan het telegraaf-toestel geroepen. Hij keerde tien minuten later terug met een papier dat hij aan den detective over handigde. Deze doorliep het met de oogen en mom pelde toen: „Het bevel luidt formeel. Ik moet heden avond de terugreis aannemen; maar mijne chefs voegen er bij, dat ik tot eiken prijs de jonge vrouw moet zien". Anna, die nog zoozeer op uitstel ge hoopt had, vroeg thans op angstigen toon: „Zij slaapt veel; zoudt gij ten minste geen gebruik kunnen maken van een dier ocgenblikken Ik zou u kunnen waarschu wen, zoodra ik zag dat zij in sluimering verzonken lag". „Neen, neen," klonk het besliste ant woord „want hij zieken zijn al de zintui gen verscherpt. Naar alle waarschijnlijk heid zou zij ontwaken, zoodra zich een vreemde in hare kamer bevond, en gij be grijpt, licht dat zij dan veel meer zou ont- Het H. College heeft wederom een ver lies geleden door den dood van een zijner meest voortreffelijke leden. Eergisteren overleed te Rome in 75-jarigen ouderdom aan de gevolgen va,n influenza Zijne Emi nentie kardinaal Luigi (Lodewijk) Macchi van de orde der kardinaal-diakens. De hoogW. prelaat werd geboren te Viterbo op den 3en Maart 1832 en in het jaar 1859 tot priester gewijd. Onder de regeeringen van wijlen Paus Pius IX en Leo XIII vervulde hij de functie van opperkamer heer, werd 'in het jaar 1886 pauselijk ma- jordomus en in het Constistorie van 11 Februari 1889 kardinaal. Zijne Eminentie was de eerste onder de kardinaal-diakens, secretaris der Breven en grootkanselier der pauselijke ridderorden. FRANKRIJK. De ramp der „Jena" is voor Frankrijk een schade van 40 millioen, juist wat men dacht te bezuinigen door den roof der toe lagen van de geestelijkheid. Als de Heer niet bouwt. is 'tvergeefsch. Onder de Fransche geloovigen heerscht verontwaardiging over een besluit van den Minister van Marine. De geestelijke dienst voor de Fransche Marine zal worden af geschaft en daarom zulten allerlei voor werpen, die hij dien dienst in de kapel van Cherbourg gebruikt worden, in het openbaar worden verkocht. DUITSCHLAND. De Duitsche liberalen verbergen niet lan ger, waarom het hun gaal. Ze komen er nu openlijk voor uit, dat de steun, door hen tijdens de laatste verkiezingen aan de regeering verleend, geen ander doel had, dan een nieuwen strijd tegen den gods dienst voor te bereiden: de afgevaardigde Basserman, nationaal liberaal van den ech ten ouderwetschen geest die het liberalis me onfeilbaar en de liberalen heilig acht, noemde den strijd tegen de school, die on langs in het Pruisisch Heerenhuis werd beproefd, een „schonen neuen Kultur- kampf". Het is wel merkwaardig, dat elke aan val tegen de Kerk begint met een storm loop op de school: zoo geschiedde in Frankrijk, in Italië, in Nederland, zoo ge beurde het tijdens den eersten Duitschen Kulturkampf en thans wordt het daar nog eens beproefd. Want al is de eerste poging mislukt, al wist het Centrum met behulp der conser vatieven, de geloovige Lntherschen, den aanval tegen het geestelijk schooltoezicht af te slaan, daarmee is nog geen duur zame overwinning behaald. Dag aan dag kan men lezen in de bladen der linker zijde, hoe de strijdlust wordt aangewak kerd en der regeering duidelijk gemaakt, dat zij op den duur den steun der liberalen zal moeten missen, wanneer hun niet con cessies worden gedaan /lie het mogelijk maken, de volksschool te onttrekken aan den invloed van het geloof. Duidelijk wordt daarbij gezegd, dat het verwijderen der priesters en predikanten stellen, dan wanneer zij vooraf op oen bezoek was voorbereid. Bovendien moet ik geheel en al over haar kunnen oordee- len, en in den blik ligt vooral het karak ter opgesloten. Slapende lieden hebben geen uitdrukking". Anne Holm zag wel in dat zij hem niet zou kunnen overreden, en vroeg nog slechts „Wanneer wilt gij haar spreken?" Maitland keek naar de aan den muur hangende klok. „Het is thans drie uurik heb dus geen tijd te verliezen, want de photographic moet bij daglicht genomen worden. Wees zoo goed, juffrouw Holm, u naar de zieke te begeven, en haar op mijne komst voor te bereiden; tenzij dat zij slaapt zal ik over een kwartier boven komen". Anna klemde zich aan deze laatste hoop vast, dat de onbekende nog in dien staat van verdooving gedompeld zou zijn, waar in zij zoo dikwijls verviel. Maar deze ver wachting werd spoedig teleurgesteld. Niet zoodra had zij de deur der kamer geopend, of zij zag de groote oogen der jonge vrouw op haar gevestigd. Zij trachtte al hare zelfbeheersching bijeen te garen en trad op de legerstede toe. Daarna zette zij zich neder op een stoel, vlak bij de zieke, wier hand zij greep, ter wijl zij zeide: „Ik vrees dat gij boos op mij zult zijn". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1907 | | pagina 1