JNo. 34.
Dinsdag 19 Maart 1907.
Derde Jaargang.
Virschijnt uiten MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIIDAtAVOHD.
f EUiLLETON.
SLAVENKETENEN.
BUITENLAND.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
7471 Mannekens.
UIT DE PERS,
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes fO.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers k contant «0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's f0.371/,, voor niet-abonnë's„045
Bureau LANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 1—6 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 6 regels Voor 25 Ct. A contant.
Reclamebericbten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjs.
Zij, die zich thans abonneeren, ontvangen
de nog verschijnende nnmmers vóór 1 April
gratis.
Volgens do jongste mededeeling van
den secretaris der S. D. A. P. omvat haar
ledental 7471 personen.
Watlslechts zeven duizend vierhon
derd en zooveel sociaal-democraten in
„de Partij", en dan nog zóóveel geharre
war, zóóveel perspolemiek, zóóveel Ka
merdebat van deze enkele roode heeren?
Toch, die van meening mochten zijn, dat
met het getal 7 4 7 1 voor oogen, de
sociaal-democraten als „quantité négligeat-
ble", als een te verwaarloozen vijand kun
nen worden beschouwd ze hebben o. i.
groot ongeljjk.
De sociaal-demokratie is zeker niet. met
een cijfer in den hoek te duwen.
Wie zulks meent te kunnen doen, of
wie met den a.r. „Rotterdammer"
van oordeel is, bij 't officieele getal van
7471 leden, niet zoo heel erg te moeten
vreezen voor, of zich angstig te maken
over den invloed der S. D. A. P. hij
is o. i. niet volkomen op de hoogte met
hetgeen er in onzen tijd in de geesten
borrelt 1
7471 roode mannekens I Wat beteekent
dit kleine cijfer bij de overweldigende ge
talsmeerderheid, waarop de tegenpartij kan
rekenen!
In werkelijkheid, die zeven duizend en
zooveel sociaal-democraten heteekenen
niets.
Maar wat wèl iets beteekent is: dat
bij de verkiezingen in 1905 de soc.-de-
mocraten 'n klein beetje meer dan 7000
en zooveel stemmen uitbrachten; hun
stemmental beliep toen in detiendui
zenden I
En dat bij de eerste stemming, integen-
stelling met de herstemming, toen de vrij
zinnigen met roerende hulpvaardigheid
hun stem uitbrachten op den rooden
broeder.
Duidelijk blijkt hieruit, dat velen in hart
fen nieren sociaal-democraat zijn, al heb
ben ze reden om er niet voor te durven
uitkomen, en zich openlijk bij de S. D.
A. P. aan te sluiten.
Laat men toch vooral het sociaal-demo-
kratische gevaar niet te licht schatten,
maar veeleer voor onze beginselen min
stens evenveel over hebben als zij voor
de hunne, dan zal het getal der soc.-
61.)
Delfosse keek hem vol verbazing aan. Hij
scheen geheel en al veranderd; het luste-
looze was uit zijne houding verdwenen;
ztfne oogen schitterden; zijne stem klonk
koortsachtig en zijne handen beefden merk
baar.
„Wie „haar"?" vroeg hij zonder te be
grijpen, en om zich heen ziende, als zocht
hij iemand onder de gasten te herkennen.
„Olga Lilienstern".
„Is zij hier?" riep de jonge man ver
schrikt uit.
„Neen, of \vel ik zou er niet meer aan
twijfelen. Onder welke vermomming dan
ook zou ik haar herkennen".
„Dan spreekt gij in raadseltaal voor
mij".
„Die jonge vrouw, van wie Lady EI
win ons vertelde".
„Nu versta ik u pas", lachte de ander
„Is het anders niet? Mijn arme vriend, gij
zoudt vrij wat wijzer doen met u onder
geneeskundige behandeling te stelten. Dat
spookbeeld vervolgt u zoodanig dat gij aan
mets anders meer denkt, en het tot op
verre afstanden meent te herkennen.
„Lady Elwin heeft natuurlijk een over
dreven portret Van hare heldin geschetst.
Alle vrouwen, die in het een of ander
demokraten, ondanks de gemakkelijkheid,
waarmede hun leer wordt gepropageerd,
spoedig minderen.
Waarschuwing.
Wij lezen in ncf. 1 van de nieuwe serie
der boekjes van de St. Willebrordus-Ver-
eeniging behartenswaardige woorden over
colportage-romansdat zijn romans, die
in afleveringen langs de huizen worden
verkocht. Het bederf dat daardoor wordt
veroorzaakt is vreeselijk. Gewoonlijk toch
zijn het romans, waarin godsdienst en ze
den worden door het slijk gesleurd, waar
in de laagste hartstochten in den mensch
op de meest ergerlijke wijze worden ge
prikkeld.
De uiterlijke verzorging en de vertaling
van die romans is ongelooflijk slecht. Al
lergemeenst papier, en de druk en de
afwerking van tekst en illustratie laat al
les te wenschen over.
Uiterst weinig wordt aan de uitgave
ten koste gelegd, en omdat de betaling
wekelijks geschiedt, bemerkt men niet, dat
men voor dat alles een zeer hoogen prijs
betaalt. Enorme winsten worden dus door
de uitgevers gemaakt, en vandaar, dat het
mogelijk is, dat allerlei vreemde snuiters,
met een bundel van dien rommel onder
den arm, van heel ver ook naar Zeeland
komen, om slachtoffers te maken van hun
zucht naar „massel" of te wel naar het
geld der boeren, burgers en buitenlui te
hengelen.
Om dat volksbedrog te doen slagen,
worden dan soms nog allerlei lokmiddelen
aangewend: zoo b.v. wordt beloofd een
gratis-premie die men kan winnen: een
spiegel, een servies, een naaimachine, enz.
Gewoonlijk echter komt het zoover niet,
want voor het verschijnen van de laatste
aflevering, verschijnt de „meneer" niet
meer.
Men zij dus op zijn hoede en late zich
niet ompraten,'t is om de duiten te doen,
en om de onschuld boven dien.
G. J. V.
Snoepen.
Maandag avond had te Amsterdam de
gewone prijsuitdeeling plaats voor de vijf
St. Vincentius-armenscholen. De voorzit
ter, de heer F. Westerwoudt, sprak bij
die gelegenheid de volgende ook in
andere dan Amsterdamsche kringen
behartenswaardige woorden tot de ouders
dier jongens:
Neen ouders, denkt niet, dat op zoo
drama gemengd worden, zijn op eens met
schoonheid gezegend, ook al waren zij tot
daartoe leelijk als de nacht".
„Maar dat noodlottige dan, dat zij over
zich had, en dat blonde haar
„Alle vrouwen in Holland zijn blond",
lachte Delfosse: „ik zou u niet aanraden
om haar portret té vragen, dat zeker spoe
dig in de Engelsche illustratiën verschij
nen zal, want gij zoudt eene ware ontgoo
cheling ondergaan".
„Ik vertrek morgen", luidde het op be
slisten toon.
„Gij? Jaagt mijne komst u misschien
op de vlucht; of vreest gij voor al de
uitnoodigingen, die gij nog heden avond
te verwachten hebt?"
„Neen, ik ga mij in persoon overtuigen
of ik mij vergist heb, of die vrouw Olga
is of niet."
Het gelaat van den journalist verloor
op eens zijne vroolijke uitdrukking en zijn
vriend bij den arm grijpende voerde hij
hem mede naar een balkon, van waar
men een heerlijk uitzicht had op het nog
steeds voortwoedende onweder.
„Edgar," zeide hij, op een toon zoo vol
ernst, als de Bonal slechts zelden van
zijne lippen had gehoord„Ik kan u na
tuurlijk niet tegenhouden, zoo gij verkiest
eene dwaasheid te begaan; maar ik draag
u eene groote, eene oprechte vriendschap
toe, en ik acht het mijn plicht u tegen
uzelve te waarschuwen. Naar alle waar
schijnlijkheid onderneemt gij eene vergeef-
jeugdigen leeftijd uwe kinderen nog
geen schipbreuk op de levenszee lijden
kunnenik ken als lid der „kinderbe
scherming" jongens, die thans hier
moesten zitten, maar nu ver van ou
ders en vrienden verwijderd zijn om
zoo mogelijk als schipbreukelingen
te worden opgekweekt tot beterschap.
En 9 van de 10 jongens waarop werd
gedoeld zijn ten onder gegaan door hun
hartstocht: snoeplust! Geeft uwe kin
deren dus geen snoepcenten, 't is een
gemakkelijke belooning der kinderen,
maar een zoo gevaarlijke, want eenmaal
aan snoepen verslaafd, zullen zij lang
zamerhand tot diefstal komen om hun
lust bot te vieren. Met betrekking hier
mede kende spreker geen verderfelijker
iets in Amsterdam voor de schooljeugd,
dan de z.g. „ijskarretjes," waar met be
vroren stijfsel de kinderen geleerd wordt
het snoepende oorzaak van' veel
kwaad.
De crisis. „De Standaard"
schrijft naar aanleiding van een artikel
van „Het Vaderland" gretig over
genomen door de „Uoesche Crt.".
in de liberale pers is men reeds zoo
ver, dat een orgaan dier pers de Rech
terzijde voor laf scheldt.
Hoe zwak moet zich niet voelen, die
tot zulke strijdmiddelen de toevlucht
neemt.
Vast staat, dat dusver nog aan niet één
Staatsman van Rechts opdracht der Ka
binetsformatie verleend is,
Al wat men goed heeft gevonden om
trent zulk een opdracht aan Mr.
Heemskerk te bazelen, is puur verzinsel,
terstond weersproken, en van niet ééne
zijde bevestigd.
Maar dit doet er niet toe.
Zulk een menisten-leugentje schuift
men voorop.
Dan komt de tweede onwaarheid; dat
mr. Heemskerk beproefd heeft een
Kabinet te vormen, maar dat niemand
van Rechts bijten wilde.
Daarop volgt dan de derde onzinnig
heid, dat Mr. Heemskerk de opdracht
heeft neergelegd.
En als dan door deze drievoudige leugen
bij het publiek van zulk een orgaan de
noodige stemming is gemaakt, wordt het
praatje voor de vaak omtrent Mr. Heems
kerk op heel de Rechterzijde geschoven,
en aan de lezers gevraagd: Dunkt ook
u niet, dat voor zulk een coalitie zonder
moed en durf, het brandmerk van laf
het eenig passende is?
Zoo doet niet wie normaal is. Zoo doet
alleen wie van streek raakte. En in zoo
verre heeft deze scheldpartij dan ook be-
teekenis, als ze toont, hoe ver het onder
de groep, door dit orgaan belezen, met
de politieke ongelegenheid gekomen is.
En dat zijn dan de mannen, die met
den lijmstok onder de antirevolutionairen
sche reis; duizend tegen een dat de vrouw,
van wie men ons daareven sprak, nooit
van Olga Lilienstern heeft hooren spre
ken; en wat bereikt gij er dan mede? Gij
moogt altijd verzekeren dat het verleden
voor u voortleeft, dat het u geen rust
laat, toch kan het niet anders of de tijd
heeft uw leed ten deele verdoofd. Ga
die oude wond niet even vrijwillig als
noodeloos weder openrijten. Niet uw li
chaam maar uw verstand zou er onder
zwichten.
„Maar indien ik eens goed geraden had 7"
„Zelfs dan nog, al beschouw ik dat ook
als eene onmogelijkheid, handelt gij on
verstandig. Wat verkrijgt gij daarmede,
ook al vindt gij haar weer? Of is het uw
oogmerk haar ditmaal aan het gerecht over
te leveren?"
„Nooit!" riep Bonal uit.
„Welnu dan?"
„Ik wil mij persoonlijk op haar wre
ken."
„Pas op! Haat is niet verre van liefde
verwijderd, en liefde voor een dergelijk
wezen zon u doodmartelen."
„Haar nog liefhebben?" lachte Edgat
bitter: „Nu weet gij niet wat gij zegt;
ik gevoel nog slechts afschuw voor haar".
„Wat baat het dan haar weer te zien?
Als men op eene reis om de wereld door
een boa constrictor werd aangevallen en
doodelijk verwond, keert men dan later
ooit naar de wildernissen terug om die
slang op te zoeken en opnieuw met haar
pogen te werken.
Gij zijt o zoo laf, maar we hadden u
toch zoo graag in onze gelederen.
FRANKRIJK.
De „Standaard" wijst op de daling van
het peil in het leven van het Fransche
volk.
Zij schrijft:
Voor kort gaf Graf. V. M. de Prado
te Zurich zijn „Frankreichs Niedergang"
uit.
Onder de ernstige teekenen van daling
van het levenspeil wees hij, op blz. 25
v. v., met name op den achteruitgang in
de rechtspraak, die gelijk hij met voor
beelden aantoont, reeds vrij ver ging, en
hij citeert op blz. 39 twee uitspraken van
Fransche rechtsgeleerden. De ééne van
den heer Bosquet, advocaat de la cour, die
uitriep„Welhaast zal men in Frankrijk
niet meer weten wat recht en onrecht
is, en als advocaat zal men zich in zijn
toga schamen moeten over zijn positie."
De andere van den heer Grognet de Maire
„Frankrijk wandelt als een kreeft op den
weg der Cultuur achteruit, en zal ten
slotte weer, als in de dagen van Vercinge-
torix, bij het vuistrecht uitkomen."
Toen we dit lazen, rees twijfel, of dit
niet overdreven was.
In een liberaal blad nu (de „Indép.
Beige") wordt gewezen op hetgeen, ra
kende dit punt, voor enkele dagen in de
Fransche Kamer verhandeld is. Een lid
der Kamer diende namelijk de klacht in,
dat het Openbaar ministerie, in met name
genoemde gevallen, alle vervolging had
achterwege gelaten, omdat de schuldigen
vrienden van invloedrijke Kamerleden
waren.
En wat antwoordde de Minister van
Justitie? Dit, dat hij tot zijn leedwezen
de feiten niet ontkennen kon.
Let wel, hier is niet sprake van een
jury, maar van het Openbaar Ministerie,
en in verband hiermee beklaagde een'eer
lijk officier van Justitie zich, dat alle uit
zicht op bevordering voor hem was af
gesneden, omdat hij geweigerd had ter
wille van een Kamerlid onrecht te noe
men.
Zulke feiten bewijzen nog sterker dan
een loszinnig tooneel voor de algemeene
demoralisatie.
De eerlijkheid en onpartijdigheid van
den Rechter is het laatste houvast voor
een edeler saamleving.
Laat ook dit houvast los, dan kraakt
alles.
ITALIË.
De Paus en de drankbestrij-
d i n g. Voor weinige dagen heeft Zijne
Heiligheid Pius X den strijd tegen het
alcoholisme opnieuw aangemoedigd; hij
heeft de Italiaansche priesters bevolen
aan de openbare macht afdoende maatre
gelen te vragen tegen het alcoholisme.
De „Giornale d'Italia" schrijft: „Bewo-
te worstelen? Ook die vrouw was eene
slang, laat haar met rust; vroeg of laat
zal zij gestraft worden voor hare mis
daad; gij behoeft u daarmede niet te be
lasten. Beloof mij dat gij van dit onzin
nige plan zult afzien, dat gij rustig hier
zult blijven."
„Ik beloof u slechts één ding. Nog he
den zal ik trachten de Engelsche bladen
te bemachtigen, waarin Lady Elwin de
gansche zaak gelezen heeft; daardoor zal
ik aanstonds zien in hoeverre hare be
schrijving van die jonge vrouw juist was
of niet.
„En wanneer haar portret waarlijk ge
lijkend blijkt te zijn, vertrekt gij toch?"
„Zonder eenigen twijfel."
„Naar Engeland?"
„Neen, naar Nederland."
„Het zij dan zooik kan uw besluit
niet aan het wankelen brengen; maar her
inner u dat ik in alles belang stel wat u
aangaat; schrijf mij zoodra gij aangeko
men zijt, en indien gij een vriend zoudt
behoeven, op wien gij in alle omstandig
heden zoudt willen rekenen, telegrafeer
mij dan slechts, en ik volg u per eersten
den besten trein."
Edgar drukte hem ontroerd de hand;
hij wist beter dan iemand ter wereld welk
een diepe ernst er onder Emile's schijn
bare luchthartigheid verborgen lag, en hoe
zeker hij van zijne gehechtheid kon zijn.
Daarna voegden beiden zich wederom
bij het overige gezelschap. Bonal trachtte
gen door de talrijke misdaden en woeste
aanvallen, in de volkskwartieren te Rome
gepleegd, en na vernomen te hebben van
een hofprelaat, dat het grootste deel de
zer misdaden en wetsovertredingen toe
te schrijven zijn aan het groot getal drank
huizen in die wijken, noodigt de H. Vader
de pastoors uit, het Staatsbestuur te
vragen, deze plaag te doen verdwijnen."
„Stelt al uwen invloed in 't werk, zeide
hij nog tot de priesters, opdat de eige
naars hunne huizen niet meer verhuren
zouden aan de verkoopers van bedwel
mende dranken."
DUITSCHLAND.
De toekomst voor de Duitsche katholie
ken ziet er niet vroolijk uit. Nu mag men
niet gaan meenen, dat zij somber zitten
staren in de verte alsof hopeloos hun
toestand en vergeefsch hun werken is
neen, steunend op de onvergankelijke be
ginselen, waardoor ze worden bezield, we
ten zij zeker, dat geen partij op den duur
sterker zal blijken dan het Centrum.
Zoo is nu ingediend een voorstel van
vrijzinnigen, nationaal-liberalen en vrij-
conservatieven, zich richtend tegen het
door geestelijken en predikanten uitge
oefend schooltoezicht. In Duitschland, in
vele streken althans, bestaan zeer bijzon
dere toestanden op schoolgebied; vaak is
het onmogelijk vrije scholen te hebben,
maar draagt de gemeenschappelijke open
bare school een min of meer verbleekte
christelijke kleur.
Daar is dan, opdat niet voor kinderen
van geloovige ouders het onderwijs ge
heel onbruikbaar worden zal, nauwkeurig
toezicht en groote voorzichtigheid noodig.
Maar de liberalen willen juist duwen
in de richting der neutraliteit en daarom
is het thans ingediende voorstel een ge
vaarlijke daad.
RUSLAND.
Met groote beslistheid wordt gemeld, dat
de instorting van het plafond van de Doe-
mazaal, wat Vrijdag geschiedde, niet aan
kwaad opzet geweten mag worden. De
lichtkroon krijgt de schuld. Het volk blijft
echter aan een poging de vertegenwoordi
gers van het land een wissen dood te
bereiden, geloof slaan.
Stolypin ontving den president van de
Doema in tegenwoordigheid van andere
ministers. Men besloot de herstellingen
aan het plafond nog maar een poosje te
laten rusten, en voorloopig de opening
te maskeeren met een stuk zeildoek, op
dat de zittingen op 20 Maart weer zou
den kunnen doorgaan.
Onlangs verklaarde de architect Bruni
den afgevaardigde Ouchakoff, die zich
eenigszins ongerust over den toestand van
de vergaderzaal scheen te maken, dat het
plafond, dateerende uit den tijd van Ca-
tharina II, nog minstens twee eeuwen zou
kunnen trotseeren. De restauratie van het
paleis kostte 950.000 roebels.
Een commissie van deskundigen, die
onderzoek heeft ingesteld naar de oorza
ken van de instorting, ontdekte, dat ook
voor een ieder een vriendelijk woord te
vinden om zijne verstrooidheid te verber
gen, maar de twee uren welke hij hier
nog door moest brengen, schenen; hem
eene eeuwigheid toe, en hij wenschte zich
zelf geluk toen hij ten laatste afscheid
van zijne gastvrouw kon nemen.
Nauwelijks bevond hij zich buiten, of
hij werd door Delfosse ingehaald.
„Ik heb de bewuste couranten voor u,"
sprak deze.
„Gij?" riep Bonal verbaasd uit: „hoe
komt gij daar aan?"
„Ik vroeg ze eenvoudig aan Lady El
win ter leen. Zij dacht niet anders of het
was om er mijn artikel over te schrijven,
en gij weet, zij is de vriendelijkheid in
persoon. Zoo gij het mij veroorlooft, ver
gezel ik u naar huis, om nog heden avond
te hooren of gij vertrekt of niet. Maar
ik voorspel u dat gij u reeds door het
verslag in de „Daily News" teleurgesteld
zult voelen."
„Ja, kom mede, Emile. Ik ben blij in
deze oogenblikken niet alleen te zijn."
Beiden legden den weg naar Bonal's
villa zwijgend af. Zij vonden geen woord
meer tot elkander te zeggen.
Ten slotte was het huis bereikt. De
dienstboden waren reeds ter ruste gegaan
maar hadden voor alles zorg gedragen;
in Edgar's zitkamer brandde een lamp
en stonden allerlei ververschingen gereod.
(Wordt vervolgd).